Gemeenteblad van Voerendaal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voerendaal | Gemeenteblad 2023, 551535 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voerendaal | Gemeenteblad 2023, 551535 | beleidsregel |
Nadere regels Wmo Voerendaal 2024
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
maatwerkvoorziening in natura: een maatwerkvoorziening in de vorm van goederen in (bruik)leen, eigendom, huur of als persoonlijke dienstverlening en waarop deze nadere regels, de vigerende verordening maatschappelijke ondersteuning of de vigerende nadere regels beschermd wonen en opvang van toepassing zijn;
Hoofdstuk 2 Kwaliteit bekwaamheid beroepskrachten
Artikel 2. Eisen deskundigheid beroepskrachten
Een aanbieder, die zorg in natura levert, of een cliënt ten behoeve van wie een persoonsgebonden budget wordt toegekend, dient ervoor te zorgen dat bij de selectie van de beroepskracht of rechtspersoon die ondersteuning gaat bieden wordt voldaan aan de volgende kwaliteitseisen:
beroepskrachten die in contact kunnen komen met cliënten, voor zover zij hen ondersteuning bieden, bezitten een verklaring omtrent het gedrag (VOG) die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder dan wel als zelfstandige beroepskracht voor de cliënt ging werken;
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming
Artikel 3. Verstrekking persoonsgebonden budget / financiële tegemoetkoming
Het persoonsgebonden budget ten behoeve van een dienst (hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding – al dan niet in combinatie met vervoer van en naar de dagbesteding, kort verblijf/respijtzorg) wordt, o.g.v. artikel 2.6.2. van de wet, na toekenning periodiek uitgekeerd aan de zorgverlener door de SVB die het persoonsgebonden budget beheert (trekkingsrecht). De cliënt dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.
Artikel 4. Besteding en verantwoording persoonsgebonden budget / financiële tegemoetkoming
Het college controleert de besteding van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming na aanschaf / realisatie van de voorziening. Indien het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming vóór realisatie / aanschaf van de voorziening is verstrekt, dient cliënt uiterlijk binnen drie maanden na verstrekking van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming desgevraagd een originele nota en betalingsbewijs te kunnen overleggen.
Bij de toekenning van een maatwerkvoorziening voor vervoer ten behoeve van het verplaatsen binnen de regio geniet het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) het primaat boven de verstrekking van een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming. Uitzondering hierop zijn de vervoersvoorzieningen die om medische redenen en/of andere zwaarwegende redenen niet ingevuld kunnen worden door de toekenning van een collectieve vervoersvoorziening.
Artikel 7. Hoogte persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen
Voor de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel wordt als kostprijs van de zaak in natura, als bedoeld in artikel 14, derde lid onder a van de verordening, gehanteerd de kostprijs zoals door de gemeente overeengekomen met de leverancier, die deze voorziening in natura zou leveren. Indien blijkt dat dit bedrag niet toereikend is, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate compenserende voorziening, gebaseerd op drie offertes.
Artikel 8. Hoogte persoonsgebonden budget woningaanpassing
Voor de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen (zoals douche op afschot, verbreden deuropeningen, aanpassen van functie woonruimten, etc.) wordt als kostprijs van de zaak in natura, als bedoeld in artikel 14, derde lid onder a van de verordening, gehanteerd de kostprijs overeenkomstig de door de gemeente opgestelde kostenraming.
Als de kostenraming niet door de gemeente kan worden opgesteld, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de goedkoopst compenserende voorziening, gebaseerd op drie offertes in het geval de voorziening duurder is dan € 400. Als het offertebedrag lager is dan € 400 volstaat één offerte.
Indien het in het eerste lid genoemde persoonsgebonden budget wordt aangewend voor realisering van de woningaanpassing door een persoon uit het sociaal netwerk, dan wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de benodigde materiaalkosten vermeerderd met de vigerende vrijwilligersvergoeding zoals door de belastingdienst bepaald.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen t.a.v. woningaanpassingen
Artikel 10. Gereedmelding woningaanpassing
Na realisatie van de woningaanpassing dient de eigenaar van de woning een gereedmeldingsformulier in te dienen. De beschikking, waarin het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 14, derde lid onder a van de verordening is toegekend, wordt ingetrokken indien het gereedmeldingsformulier niet binnen een termijn van 6 maanden – gerekend vanaf de datum van de beschikking – is ingediend.
De eigenaar van de woning kan eenmaal schriftelijk en gemotiveerd om uitstel van deze termijn verzoeken met een maximum van 6 maanden. Dit verzoek moet één maand voorafgaand aan het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in het eerste lid bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.
Artikel 11. Terugbetaling bij woningaanpassing
De eigenaar/bewoner van een woning die krachtens artikel 14, derde lid onder a van de verordening een persoonsgebonden budget van minimaal € 10.000 voor een woningaanpassing heeft ontvangen, en die binnen een periode van vijf jaar na realisatie van de woningaanpassing, de woning gaat verlaten is gehouden om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk een week vóór de datum van verhuizing, het college van B&W hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Het verstrekte persoonsgebonden budget dient (deels) aan de gemeente te worden gerestitueerd.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en voor zover het in alle redelijkheid mogelijk is (naar het oordeel van het college), kan de eigenaar/bewoner de aangebrachte woningaanpassing (deels) aan de gemeente retourneren (voor rekening van de eigenaar/bewoner) zodat geen restitutie van (een deel van) het verstrekte persoonsgebonden budget is verschuldigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-551535.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.