Besluit van de raad van de gemeente Beesel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2024 [Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2024]

De raad van de gemeente Beesel;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

  • 1.

    vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2024;

  • 2.

    in te trekken de: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Beesel 2022 (Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2022), vastgesteld bij besluit van de raad van 13 december 2021.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van mobiele kampeeronderkomens;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    BsGW: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, sub c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

 

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt € 2,00 per persoon, per overnachting.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief € 1,25 per persoon, per overnachting, indien er wordt overnacht in mobiele kampeeronderkomens op een kampeerterrein.

 

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 10 Aanslaggrens

  • 1.

    Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid moet BsGW schriftelijk berichten dat hij een verblijf gaat aanbieden als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige doet dit voordat hij voor de eerste maal een verblijf heeft aangeboden.

 

Artikel 12 Aangifteplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingtijdvak een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, te verzoeken tot een uitnodiging tot het doen van aangifte. De aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en middels ambtshalve aanslag op te leggen.

 

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht per belastingtijdvak een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2.

    Van iedereen aan wie gelegenheid tot overnachting wordt gegeven moeten in het nachtverblijfregister ten minste de volgende gegevens worden opgenomen:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      datum van aankomst en vertrek;

    • c.

      het aantal overnachtingen waarvoor toeristenbelasting is verschuldigd.

 

Artikel 14 Elektronische aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte toeristenbelasting’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

 

Artikel 15 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 16 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2022’ vastgesteld bij besluit van de raad van 13 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting gemeente Beesel 2024.

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Beesel in de openbare vergadering van 18 december 2023.

griffier,

N.H.P. Vintcent MA

voorzitter,

B.C.M. Vostermans

Naar boven