Wijziging APV vanwege invoering Omgevingswet

De raad van de gemeente Gouda;

 

gelezen het voorstel van 7 november;

 

gelet op de Omgevingswet, en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020;

Artikel 1  

 

A. Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1:1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

 

 

 

 

bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;

 

college: het college van burgemeester en wethouders;

 

gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet;

 

handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

 

kampeermiddel: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

 

openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

 

openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg, alsmede de aan deze weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

 

parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

 

rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

 

voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, van rolstoelen;

 

weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 1:1 Definities

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;

 

college: het college van burgemeester en wethouders;

 

gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving

 

handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

 

kampeermiddel: een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

 

openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

 

openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg, alsmede de aan deze weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

 

parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

 

rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

 

voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, van rolstoelen;

 

weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Toelichting

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving .

 

B. Artikel 2:9 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:9 Exploitatievergunning

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    2. …

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid als:

    • a.

      de vestiging of de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

  • 4.

    …t/m 8.

  • 9.

    De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift of een vergunning een of meer terrassen bij de openbare inrichting toestaan. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.25 Verordening fysieke leefomgeving Gouda is de burgemeester bevoegd ten aanzien van bij de inrichting behorende terrassen, voorzover deze zich op een openbare plaats bevinden.

  • 10.

    Onverminderd het bepaalde in het vierde lid kan de burgemeester het in het negende lid bedoelde vergunningsvoorschrift of vergunning ten behoeve van een of meer bij een openbare inrichting behorende terrassen weigeren:

    • a.

      als het beoogde gebruik als terras schade toebrengt aan de openbare plaats dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

    • b.

      als het beoogde gebruik als terras een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • c.

      in het belang van bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving.

  • 11.

    Het negende en tiende lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door deWet ruimtelijke ordening, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Omgevingsverordening Zuid-Holland, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, de Wet milieubeheer, de Woningwet of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011.

  • 12.

    … t/m 13.

Artikel 2:9 Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 

  • 2.

    …..

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning als

    • a.

      de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan;

    • b.

      … t/m e.

  • 4.

    …t/m 8.

  • 9.

    De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift of een vergunning een of meer terrassen bij de openbare inrichting toestaan. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.25 Verordening fysieke leefomgeving Gouda is de burgemeester bevoegd ten aanzien van bij de inrichting behorende terrassen, voorzover deze zich op een openbare plaats bevinden.

  • 10.

    Onverminderd het bepaalde in het vierde lid kan de burgemeester het in het negende lid bedoelde vergunningsvoorschrift of vergunning ten behoeve van een of meer bij een openbare inrichting behorende terrassen weigeren:

    • a.

      als het beoogde gebruik als terras schade toebrengt aan de openbare plaats dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

    • b.

      als het beoogde gebruik als terras een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • c.

      in het belang van bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving.

  • 11.

    Het negende en tiende lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door deOmgevingswet, de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, de Wet milieubeheer, de Woningwet of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011.

  • 12.

    …t/m 13.

Toelichting

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

C. Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:10 Sluitingstijden

  • 1.

    Het is verboden een inrichting voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 00.00 uur en 06.00 uur.

  • 2.

    ….

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid gelden voor een inrichting in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet, waarin de inrichting een nevenactiviteit van de winkelactiviteit is, en een daarbij behorend terras dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

  • 4.

    …t/m 6.

  • 7.

    Het eerste en derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door voorschriften, die zijn gebaseerd op de Wet milieubeheer.

Artikel 2:10 Sluitingstijden

  • 1.

    Het is verboden een inrichting voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 00.00 uur en 06.00 uur.

  • 2.

    ….

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid gelden voor een inrichting in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet, waarin de inrichting een nevenactiviteit van de winkelactiviteit is, en een daarbij behorend terras dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

  • 4.

    ….t/m 6.

  • 7.

    Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

D. Artikel 2.38 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:38 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.

Artikel 2:38 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

Toelichting

Het Vuurwerkbesluit wordt gewijzigd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarom wordt dit begrip afzonderlijk gedefinieerd.

 

E. Artikel 2.39a wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:39a Carbidschieten

  • 1.

    Het is verboden acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water, of een gasmengsel met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden in een (melk)bus, container, opslagvat of ander daarmee gelijk te stellen voorwerp.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie of het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 2:39a Carbidschieten

  • 1.

    Het is verboden acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water, of een gasmengsel met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden in een (melk)bus, container, opslagvat of ander daarmee gelijk te stellen voorwerp.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, de Wet wapens en munitie of het Wetboek van Strafrecht.

Toelichting

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

F. Artikel 2:39b wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:39b Vervoeren of bij zich hebben van carbid of soortgelijke stoffen

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats carbid of soortgelijke stoffen of voorwerpen als bedoeld in artikel 2:39a te vervoeren of bij zich te hebben, waarvan gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze zullen worden gebruikt in strijd met artikel 2:39a.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 2:39b Vervoeren of bij zich hebben van carbid of soortgelijke stoffen

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats carbid of soortgelijke stoffen of voorwerpen als bedoeld in artikel 2:39a te vervoeren of bij zich te hebben, waarvan gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze zullen worden gebruikt in strijd met artikel 2:39a.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, de Wet wapens en munitie, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht.

Toelichting

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

G. rtikel 2:49 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:49 Exploitatievergunning

  • 1.

    …t/m 3.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:7 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:

    • a.

      …t/m f;

    • g.

      indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.

  • 5.

    …t/m 7;

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:5 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      …t/m h;

    • i.

      de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.

  • 9.

    …t/m 12.

Artikel 2:49 Exploitatievergunning

  • 1.

    …t/m 3.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:7 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:

    • a.

      …t/m f;

    • g.

      indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of de Omgevingswet.

  • 5.

    …t/m 7;

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:5 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      …t/m h;

    • i

      de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of de Omgevingswet.

  • 9.

    …t/m 12.

Toelichting

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

H. Artikel 3:5 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3:5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning wordt geweigerd als:

    • a.

      …t/m h;

    • i.

      de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd of een beheersverordening.

Artikel 3:5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning wordt geweigerd als:

    • a.

      … t/m h;

    • i.

      de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het ontwerpwijziging daarvan.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

l. Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3:7 Intrekkings- en schorsingsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt ingetrokken als:

    • a.

      ….t/m g; 

    • b.

      de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met een geldend bestemmingsplan of een beheersverordening.

Artikel 3:7 Intrekkings- en schorsingsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt ingetrokken als:

    • a.

      a… t/m g;

    • h.

      de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

J. Artikel 5:2 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:2 Voertuigwrakken en excessief parkeren

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren.

  • 2.

    Het is verboden een voertuig op de weg geplaatst te hebben als het voertuig langer dan twaalf achtereenvolgende weken niet meer voor verkeersdoeleinden is gebezigd.

  • 3.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Artikel 5:2 Voertuigwrakken en excessief parkeren

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren. 

  • 2.

    Het is verboden een voertuig op de weg geplaatst te hebben als het voertuig langer dan twaalf achtereenvolgende weken niet meer voor verkeersdoeleinden is gebezigd.

  • 3.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

K. Artikel 5:3 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:3 Kampeermiddelen en andere voertuigen

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

    • a.

      langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben;

    • b.

      op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingsverordening Zuid-Holland of de Verordening bescherming landschap en natuur.

Artikel 5:3 Kampeermiddelen en andere voertuigen

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

    • a.

      langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben;

    • b.

      op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

L. Artikel 5:9 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:9 Voorwerpen op, in of boven openbaar water

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.

  • 3.

    Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 4.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening 2008 gemeente Gouda.

Artikel 5:9 Voorwerpen op, in of boven openbaar water

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.

  • 3.

    Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 4.

    De verboden zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

M. Artikel 5:10 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:10 Verbod afvalstoffen verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur stoken

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    …. t/m 4.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland.

Artikel 5:10 Verbod afvalstoffen verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur stoken 

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 

  • 2.

    …t/m 4.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder of , van het Wetboek van Strafrecht of de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening.

Toelichting 

De verwijzing naar de oude wetgeving wordt geactualiseerd naar de nieuwe wetgeving.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking direct met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2023.

De raad van de gemeente voornoemd,

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Naar boven