Gemeenteblad van Bergen op Zoom
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bergen op Zoom | Gemeenteblad 2023, 545797 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bergen op Zoom | Gemeenteblad 2023, 545797 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening van de gemeenteraad van Bergen op Zoom inhoudende Legesverordening Bergen op Zoom 2024
De raad van de gemeente Bergen op Zoom;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023, nr. RVB23-0054;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef, onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Deze verordening verstaat onder:
a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
d. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
2. Indien de leges, op het moment van aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de leges voor andere diensten dan die genoemd in artikel 1.29, lid 2 (gehandicaptenparkeerkaart) en lid 6 (aanvraag en aanleg gehandicaptenparkeerplaats op kenteken) wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- paragraaf 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- artikel 1.16, lid 1 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- artikel 1.25, letter a (verklaring omtrent het gedrag);
- artikel 1.27 (Wet op de kansspelen).
Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
De ‘Legesverordening Bergen op Zoom 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2022 nr. RVB22-0056, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023
De griffier,
drs. E.P.M. van der Meer
De voorzitter,
drs. M. Mulder MSc.
Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Bergen op Zoom 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
1. Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
- bouwkosten: bij het bepalen van de hoogte van de bouwkosten wordt uitgegaan van de prijzen per eenheid zoals die jaarlijks worden vastgesteld door het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) zoals gevoegd bij deze tarieventabel als bijlage 1. Indien de bouwkosten niet kunnen worden bepaald aan de hand van de hiervoor genoemde bijlage 1 omdat de bouwwerken qua functie niet passen of niet voorkomen binnen de normatieve bouwkosten van bijlage 1 geldt dat onder de bouwkosten wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting of als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1. De in artikel 2.3 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
2. Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11 en 2.12.
4. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
5. Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
6. In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
Artikel 2.3 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
1. Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag om:
a. de toetsing of een omgevingsvergunning benodigd is;
c. een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
d. één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
e. toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
f. een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
g. intrekking van een omgevingsvergunning;
h. wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;
i. een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met g.
2. Voor de ontvangst en registratie van een verzoek of aanvraag als bedoeld in het eerste lid onder b tot en met i bedraagt het tarief € 50,-.
3. Voor het beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid van het verzoek of de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief € 100,-.
4. Indien uit het eerste lid, sub a volgt dat geen omgevingsvergunning benodigd is voor de aangevraagde activiteit(en), wordt dit schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld. Het tarief bedraagt € 250,-.
1. Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, wordt het tarief als bedoeld in artikel 2.3 vermeerderd met de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten waar het omgevingsoverleg betrekking op heeft, waaronder mede begrepen de adviezen en instemmingen als bedoeld in paragraaf 2.11.
2. In afwijking van het eerste lid:
a. bedragen de leges voor het beoordelen van een ruimtelijk initiatief op basis van de intaketafel Initiatieven Mogelijk Maken: € 450,-;
b. is voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.6, 30% van het verschuldigde bedrag verschuldigd, tot een maximum van € 5.000,-;
c. is voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de verschuldigde leges gemaximaliseerd tot € 5.000,-;
d. is voor het wijzigen van het omgevingsplan de verschuldigde leges gemaximaliseerd tot € 5.000,-.
3. Indien tijdens het omgevingsoverleg blijkt dat een positief besluit op een vergunningsaanvraag niet haalbaar is, kan het omgevingsoverleg vroegtijdig worden beëindigd. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van toepassing, met dien verstande dat de adviezen en instemmingen die op dat moment nog niet opgevraagd zijn, niet in rekening worden gebracht.
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. als de bouwkosten minder dan € 250.000,- bedragen: 0,9% van de bouwkosten, met een minimum van: € 57,-;
b. als de bouwkosten € 250.000,- of meer bedragen, maar minder dan € 2.500.000,-: een basisbedrag van € 2.250,- vermeerderd met 0,74% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 250.000,- te boven gaan;
c. als de bouwkosten € 2.500.000,- of meer bedragen: een basisbedrag van € 18.900,-, vermeerderd met 0,54% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 2.500.000,- te boven gaan.
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
1. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
a. als de bouwkosten minder dan € 250.000,- bedragen: 1,35% van de bouwkosten, met een minimum van: € 85,-;
b. als de bouwkosten € 250.000,- of meer bedragen, maar minder dan € 2.500.000,-: een basisbedrag van € 3.375,- vermeerderd met 1,11% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 250.000,- te boven gaan;
c. als de bouwkosten € 2.500.000,- of meer bedragen: een basisbedrag van € 28.350,-, vermeerderd met 0,81% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 2.500.000,- te boven gaan;
2. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht worden de tarieven als opgenomen in het eerste lid verhoogd met de tarieven als opgenomen in artikel 2.43 (wijzigen van het omgevingsplan);
3. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, wordt het tarief als bedoeld in het eerste lid vermeerderd met:
a. € 500,- indien op de aanvraag de beleidsregels omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit van toepassing zijn;
b. € 4.050,- in alle overige gevallen.
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 50,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 100,-.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Bergen op Zoom 2017 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 100,-.
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: beschermd stads- of dorpsgezicht
1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan of de Erfgoedverordening Bergen op Zoom 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een activiteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor de activiteit verwerken polyesterhars: € 2.311,-;
b. voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: € 924,40;
c. voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: € 2.311,-;
d. voor de activiteit opslaan propaan of propeen: € 2.311,-;
e. voor de activiteit tanken met LPG: € 2.311,-;
f. voor de activiteit antihagelkanonnen: € 2.311,-;
g. voor de activiteit biologische agens: € 2.311,-;
h. voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: € 2.311,-;
i. voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: € 2.311,-;
j. voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): € 2.311,-;
k. voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): € 2.311,-;
l. voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: € 2.311,-.
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;
b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;
c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;
b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;
c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;
b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;
c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor één milieubelastende activiteit:€ 3.466,50;
b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;
c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 3.466,50.
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;
b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;
c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 3.466,50.
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
1. Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
2. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit:
a) het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan;
b) het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;
c) het graven in het gebied met archeologisch, landschappelijke of cultuurhistorische waarde, als bedoeld in het omgevingsplan;
d) het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan; of
e) het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Artikel 2.24 Overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
a) aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 5 van de Houtopstandverordening Bergen op Zoom 2011 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: reclame
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 150,-.
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 0,- (nihil).
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 150,-.
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: gebruiken van een bouwwerk of terrein
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruik van een bouwwerk of terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: worden de tarieven als opgenomen in sub a verhoogd met de tarieven als opgenomen in artikel 2.43 (wijzigen van het omgevingsplan);
c. voor een buitenplanse omgevingsactiviteit indien op de aanvraag de beleidsregels omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit van toepassing zijn: € 500,-;
d. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in alle andere gevallen dan bedoeld in onderdeel c: € 4.050,-.
Artikel 2.34 Andere activiteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b van dit artikel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;
b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften en gelijkwaardigheid
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
1. voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
a. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
b. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
c. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
d. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift: € 150,-;
2. in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, per maatwerkvoorschrift: € 150,-.
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
1. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
a. één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: € 2.311,-;
b. twee of meer milieubelastende activiteiten , in afwijking van artikel 2.2, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: € 1.555,50.
2. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: € 2.311-.
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: € 150,-.
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
Het tarief voor de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet, bedraagt per maatregel, indien deze betrekking heeft op:
a. een milieubelastende activiteit: € 500,-;
b. overige activiteiten: € 250,-.
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: € 150,-.
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
2. In afwijking van het eerste lid wordt bij toepassing van artikel 2.5 en 2.6 onder bouwkosten verstaan de bouwkosten die betrekking hebben op de aangevraagde wijziging, met dien verstande dat het minimum tarief € 250,- bedraagt.
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, indien deze betrekking heeft op een milieubelastende activiteit: € 2.311,-.
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten zonder aanvraag
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. bij bouwkosten minder dan € 50.000,-: € 4.050,-;
b. bij bouwkosten groter of gelijk aan € 50.000,-, maar minder dan € 115.000,-: € 8.500,-;
c. bij bouwkosten groter dan of gelijk aan € 115.000,-, maar minder dan € 450.000,-: € 12.500,-;
d. bij bouwkosten groter dan of gelijk aan € 450.000,-: het bedrag van de werkelijk ter zake gemaakte kosten, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn meegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Eén en ander met dien verstande, dat minimaal steeds verschuldigd is: € 18.750,-;
e. in het geval er geen bouwactiviteiten aan de orde zijn: € 4.050,-.
Artikel 2.44 Niet genoemd besluit op aanvraag
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: € 150,-.
Artikel 2.45 Tarieven voor andere bestuursorganen
Indien een advies dient te worden uitgebracht aan een ander publiekrechtelijke rechtspersoon of instemming aan een ander publiekrechtelijke rechtspersoon dient te worden gegeven, zijn de bepalingen als opgenomen in dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 2.11 Adviezen en instemmingen
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan, adviseur of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
a. voor een advies van de gemeenteraad: € 500,-;
b. voor een advies van een bestuursorgaan van Rijk, provincie of waterschap: € 150,-;
c. voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Bergen op Zoom 2022: € 50,-. Indien meer dan twee behandelingen c.q. adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit nodig zijn, bedraagt het tarief: € 100,-;
d. voor een advies van de agrarische commissie: € 600,-;
e. voor een advies van de stedenbouwkundige: € 150,-;
f. voor een advies van de verkeersdeskundige: € 150,-;
g. voor een advies van de woningbouwprogrammering: € 150,-;
h. voor een advies van de Veiligheidsregio: € 250,-;
i. voor een advies van de GGD: € 250,-;
j. voor een advies met betrekking tot water en/of klimaat: € 150,-;
k. voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling;
l. voor een advies van de Omgevingsdienst, anders dan elders in dit hoofdstuk vermeld: € 500,-;
m. voor een advies met betrekking tot archeologie en/of cultuurhistorie, anders dan elders in dit artikel bepaald: € 150,-;
n. voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de voorgaande onderdelen: € 150,-.
Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten krachtens wettelijk voorschrift
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: € 350,-;
b. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: € 350,-;
c. voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: € 350,-;
d. voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: € 350,-;
e. voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: € 350,-;
f. voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): € 6.933,-;
g. voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: € 350,-.
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
Paragraaf 2.12 Extra werkzaamheden afhankelijk van procedure of aanlevering
Artikel 2.49 Achteraf ingediende aanvraag
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.9 verschuldigde leges verhoogd met: 10%, tot een maximum van € 10.000,-.
Artikel 2.50 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
van het Besluit activiteiten leefomgeving: € 2.888,75;
b. als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 4.050,-;
c. als sprake is van een rijksmonumentenactiviteit: € 0,- (nihil);
d. als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: € 4.050,-.
Artikel 2.51 Aanvraag en stukken zijn niet digitaal ingediend
Indien de aanvraag en/of een of meerdere van de stukken die bij de aanvraag ingediend dienen te worden, niet digitaal zijn ingediend, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.3, aanhef en onderdeel c, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.3, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: 100 % van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de leges die zijn verschuldigd op grond van artikel 2.4, tweede lid, onder a.
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
c. binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 2.53 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
1. Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt alle van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.
2. Bij het buiten behandeling laten van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.
3. Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: 75%
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.
3. Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
1. Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
1. Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 30% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
2. Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
3. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.
Artikel 2.58 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de diensten of werkzaamheden opgenomen in paragraaf 2.101 en 2.12, voor zover deze diensten al zijn verricht of deze werkzaamheden al zijn uitgevoerd.
Artikel 2.59 Minimumbedrag voor teruggaaf
Een bedrag minder dan € 150,- wordt niet teruggegeven.
Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten
Paragraaf 3.5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Bijlage 1: tarieventabel ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht).
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets. Vastgesteld in ROEB-overleg 5 september 2023.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-545797.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.