Verordening van de gemeenteraad van Bergen op Zoom inhoudende Legesverordening Bergen op Zoom 2024

 

 

De raad van de gemeente Bergen op Zoom;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023, nr. RVB23-0054;

 

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef, onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING

EN INVORDERING VAN LEGES 2024

 

 

 

Artikel 1 Definities

 

Deze verordening verstaat onder:

a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

 

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of

c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

 

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

 

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

b. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

 

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

 

1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

2. Indien de leges, op het moment van aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

 

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

 

Bij de invordering van de leges voor andere diensten dan die genoemd in artikel 1.29, lid 2 (gehandicaptenparkeerkaart) en lid 6 (aanvraag en aanleg gehandicaptenparkeerplaats op kenteken) wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

 

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

 

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

- paragraaf 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

- paragraaf 3 (rijbewijzen);

- artikel 1.16, lid 1 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

- artikel 1.25, letter a (verklaring omtrent het gedrag);

- artikel 1.27 (Wet op de kansspelen).

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

 

De ‘Legesverordening Bergen op Zoom 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2022 nr. RVB22-0056, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

 

1. Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 13 Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening Bergen op Zoom 2024’.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023

De griffier,

drs. E.P.M. van der Meer

De voorzitter,

drs. M. Mulder MSc.

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Bergen op Zoom 2024

 

 

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

 

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie personen

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8

Bijzondere wetten

Paragraaf 1.9

Diversen

 

 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2

Voorfase

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften en gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.10

Overige tarieven

Paragraaf 2.11

Adviezen en instemmingen

Paragraaf 2.12

Extra werkzaamheden afhankelijk van procedure of aanlevering

Paragraaf 2.13

Vermindering

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2

 

 

Paragraaf 3.1

Horeca

Paragraaf 3.2

Organiseren evenementen of markten

Paragraaf 3.3

Seksbedrijven

Paragraaf 3.4

Standplaatsen

Paragraaf 3.5

Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Paragraaf 3.6

Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een partnerschap in een huwelijk:

 

 

a.

in de trouwzaal van het Stadhuis (locatiekosten):

 

 

 

• op maandag t/m vrijdag tussen 09:00 - 18:00 uur

515,00

 

• op zaterdag tussen 9:00 - 18:00 uur

670,00

 

 

 

 

b.

in het Raadhuis te Halsteren (locatiekosten):

 

 

 

• op woensdag t/m vrijdag tussen 09.00 – 15.00 uur

515,00

 

• op zaterdag tussen 09:00 - 18:00 uur

670,00

 

 

 

 

c.

in het Markiezenhof (locatiekosten):

 

 

 

• op werkdagen tussen 09:00 en 24:00 uur

824,00

 

• op zaterdag en zondag tussen 09:00 en 24:00 uur

1.030,00

 

 

 

 

d.

in een voor één dag nieuw aan te wijzen locatie, anders dan de hiervoor onder a. en c. genoemde plaatsen:

 

 

 

• op werkdagen tussen 09:00 en 24:00 uur

523,00

 

• op zaterdag en zondag tussen 09:00 en 24:00 uur

523,00

 

 

 

 

e.

in een voor één dag reeds eerder aangewezen locatie, anders dan de hiervoor onder a. en c. genoemde plaatsen:

 

 

 

 

• op werkdagen tussen 09:00 en 24:00 uur

453,00

 

• op zaterdag en zondag tussen 09:00 en 24:00 uur

453,00

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als bedoeld in artikel 1.1 aan de publieksbalie op het Stadskantoor:

69,50

Artikel 1.3

Huwelijk of registratie partnerschap bijzonder tarief

 

 

a.

Huwelijk of registratie van een partnerschap op dinsdag om 09.30 uur met maximaal 12 personen:

149,50

b.

Huwelijk of registratie van een partnerschap op dinsdag om 09.00 uur of 09.15 uur met maximaal 4 personen:

0,00

Artikel 1.4

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een externe buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag, die niet al benoemd is als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand in een andere gemeente:

 

 

a.

Exclusief beëdiging door de rechtbank

150,00

b.

Inclusief beëdiging door de rechtbank

225,00

 

 

 

 

Artikel 1.5

Trouwboekje/partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering, dan wel het in behandeling nemen van een verzoek om uitreiking van een duplicaat daarvan

25,25

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering, dan wel het in behandeling nemen van een verzoek om uitreiking van een duplicaat daarvan

40,75

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeenten

 

 

 

Bij inzet van gemeentepersoneel als getuige bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van partnerschap, dan wel de omzetting van partnerschap in een huwelijk, worden de hiervoor genoemde tarieven verhoogd met

33,00

Artikel 1.7

Verstrekken van inlichtingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit het register van de Burgerlijke Stand, per inlichting:

10,30

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.8

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

a.

van een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

63,42

b.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a. (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

63,42

c.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

63,42

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

63,42

Artikel 1.9

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

a.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

40,92

b.

van een vervangende identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

36,93

 

 

 

 

Artikel 1.10

Verstrekken niet-ingezetenen

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

a.

van een reisdocument voor niet-ingezetenen tot 18 jaar (geldig 5 jaar)

 

 

1.

van een paspoort, zakenpaspoort, faciliteitenpaspoort

98,14

2.

van een Nederlandse identiteitskaart

87,04

b.

van een reisdocument voor niet-ingezetenen vanaf 18 jaar (geldig 10 jaar)

 

 

1.

van een paspoort, zakenpaspoort, faciliteitenpaspoort

126,43

2.

van een Nederlandse identiteitskaart

121,95

c.

van een vervangende identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

87,07

Artikel 1.11

Modaliteiten

 

 

 

a.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een spoedlevering van een in de artikelen 1.8 en 1.9, letter a, genoemd documenten, waarbij de in die artikelen genoemde leges vermeerderd worden de in die artikelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

57,09

b.

De in Paragraaf 1.2 (Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart) genoemde tarieven worden bij afgifte van het document op een ander adres dan het gemeentehuis Bergen op Zoom vermeerderd met € 18,01.

Bij afgifte van een document op een adres in de grensregio in België worden de in Paragraaf 1.2 (Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart) genoemde tarieven vermeerderd met € 29,00.

 

 

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

44,65

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

 

 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

34,50

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

 

Artikel 1.14

Definities

 

 

 

Voor de toepassing van artikel 15, wordt onder één verstrekking verstaan: één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

 

 

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

• tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

10,30

 

 

 

 

Artikel 1.16

Schriftelijke verstrekking

 

 

1.

In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 lid 2 van het Besluit basisregistratie personen juncto artikel 10 lid 2 van de Regeling basisregistratie personen

7,75

2.

Het tarief bedraagt voor het anders dan op grond van artikel 2.54 lid 1 van de Wet basisregistratie personen op verzoek van een ingeschrevene verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van hem/haar betreffende persoonsgegevens in de basisregistratie:

15,50

 

 

 

 

Artikel 1.17

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen een vast bedrag per aanvraag:

 

 

a.

• indien de aanvraag vanuit een notariaat wordt gedaan

15,50

b.

• in alle andere gevallen

41,20

c.

• te verhogen met een variabel bedrag voor ieder daaraan besteed kwartier van

10,30

 

 

 

 

2.

Het op grond van het eerste lid, letter c verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.18

Algemene tarieven

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

5,00

b.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

 

 

 

• eenheidsformaat A0

9,04

 

• eenheidsformaat A1

5,18

 

• eenheidsformaat A2

4,59

 

• eenheidsformaat A3

0,49

 

• eenheidsformaat A4

0,25

 

met dien verstande dat steeds minimaal verschuldigd is

1,93

c.

Ingeval sprake is van kleurafdrukken bedraagt het tarief per pagina:

 

 

 

• eenheidsformaat A0

19,58

 

• eenheidsformaat A1

11,74

 

• eenheidsformaat A2

9,47

 

• eenheidsformaat A3

0,62

 

• eenheidsformaat A4

0,38

 

met dien verstande dat steeds minimaal verschuldigd is

1,93

 

 

 

 

Artikel 1.19

Afschriften van bestuursstukken

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van

 

 

 

 

 

 

a.

een exemplaar van de stukken (inclusief gemeentebegroting c.a.) behorende bij een raads- of raadscommissievergadering, per pagina

0,07

b.

een exemplaar van de Bouwverordening

10,00

c.

aanvullingen/wijzigen op de Bouwverordening per pagina

0,30

 

met dien verstande dat niet meer verschuldigd is dan

10,00

d.

een exemplaar van de toelichting op de Bouwverordening

10,00

e.

een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening

132,25

f.

een hiervoor niet met name genoemde gemeentelijke verordening, per pagina,

0,07

 

met een minimum per verordening van

6,94

 

 

 

 

Artikel 1.20

Abonnement op bestuursstukken

 

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

 

a.

• op de besluitenlijst van raadsvergaderingen en van de vergaderingen van een raadscommissie

9,75

b.

• op de raadsvoorstellen en agenda's van de raadsvergaderingen

280,50

c.

• op uitsluitend agenda's van raadsvergaderingen

5,93

d.

• op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

20,96

e.

• op de agenda's van een raadscommissie

5,91

2.

Indien de stukken als bedoeld in dit artikel op diens aanvraag aan de abonnee worden toegezonden, worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met 50%.

 

 

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21

 

Informatie uit basisregistratie kadaster

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van inzage in vastgoedgegevens uit de kadastrale massale output:

 

 

a.

indien het objectgegevens betreft: per perceel of appartementsrecht

7,33

b.

indien het subjectgegevens betreft: per rechthebbende, ongeacht het aantal percelen of appartementsrechten, of per negatieve mededeling

7,33

c.

voor het schriftelijk verstrekken van inlichtingen worden de in lid 1 onder a en b genoemde tarieven verhoogd met

7,33

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van een uittreksel van een kadastrale kaart:

 

 

 

• tot en met formaat A3

12,70

 

• formaat A2 en groter

34,76

 

 

 

 

Artikel 1.22

Digitale vastgoedinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

 

1.

het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van een uittreksel uit de Grootschalige Basis Kaart (GBK) of plannen van Ruimtelijke Ordening (RO):

de in artikel 1.21 genoemde tarieven

 

 

2.

voor het leveren van digitale informatie uit de GBK of gegevens RO:

wordt het tarief als bedoeld in lid 1verhoogd met:

 

 

 

• voor bebouwd gebied, per hectare

63,43

 

• voor landelijk gebied, per hectare

17,62

 

met dien verstande, dat deze tarieven met 10% worden verhoogd indien op verzoek ook de puntobjecten worden aangeleverd

7,33

 

 

 

 

Artikel 1.23

Overige vastgoedinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling namen van een aanvraag tot:

 

 

1.

het leveren van geometrisch ingepaste luchtfoto’s (geotif-formaat) uit geautomatiseerde gegevensbestanden

63,38

 

welke basistarief wordt verhoogd met een toeslag:

 

 

 

• voor bebouwd gebied, per hectare

8,35

 

• voor landelijk gebied, per hectare

3,23

 

 

 

 

2.

het leveren van overig gedigitaliseerd beeldmateriaal uit geautomatiseerde gegevensbestanden, in jpg- dan wel in pdf-format:

 

 

 

• over grondgebied met een oppervlakte tot één hectare

12,70

 

• met een toeslag voor elke hectare daarboven van

3,18

 

 

 

 

3.

het ten kantore vervaardigen van een analoge reproductie van ander kaartmateriaal dan het hiervoor genoemde: de in artikel 1.21 en 1.22 genoemde tarieven.

 

 

 

 

 

 

4.

het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën met sonderinggegevens:

 

 

 

per pagina

0,22

 

met dien verstande, dat steeds minimaal verschuldigd is

32,33

5.

indien deze bescheiden op diens verzoek aan de aanvrager worden toegezonden, wordt de in de voorgaande leden bedoelde vergoeding verhoogd bij:

 

 

 

• toezending aan een adres binnen Nederland, met

2,90

 

• toezending aan een adres buiten Nederland, met

11,47

 

 

 

 

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit vastgoedgegevens, hieronder mede begrepen bodemrapportages, anders dan hiervoor genoemde leveringen, per gemeentelijk dan wel kadastraal adres:

63,43

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24

Gemeentegarantie

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gemeentegarantie of tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

76,87

 

 

 

 

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

41,35

b.

tot het (digitaal) verstrekken van een uittreksel basisregistratie personen, een bewijs van opneming in het persoonsregister, een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) of een bewijs van Nederlanderschap

10,00

c.

tot het legaliseren van een handtekening

10,00

 

Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.26

Leegstandswet

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur en het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van een leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste en negende lid, van de Leegstandwet

57,83

2.

Indien aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in dat lid bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

 

 

 

 

 

Artikel 1.27

Wet op de kansspelen

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483):

 

 

a.

• voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

56,50

b.

• voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

56,50

 

• en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

c.

• voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

226,50

d.

• voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

226,50

 

• en voor een voor onbepaalde tijd geldende vergunning voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd, onderscheidenlijk verhoogd worden

 

 

 

Artikel 1.28

Kabels en leidingen

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen (inclusief de voorschouw) van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Bergen op Zoom (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

 

a.

Indien het een tracé betreft tot 250 m1

349,26

b.

Indien het een tracé betreft vanaf 250 m1 tot 1.500 m1

417,44

c.

Indien het een tracé betreft vanaf 1.500 m1 tot 5.000 m1

553,83

d.

Indien het betreft tracés vanaf 5.000 m1, per m1 meter tracé

0,12

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1

136,42

3.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, niet zijnde een voorschouw en/of pre-job, worden de in lid 1 genoemde bedragen per overleg verhoogd met:

388,03

4.

In afwijking van de in lid 1 genoemde tarieven bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in lid 1 indien instemming wordt aangevraagd voor een sleuf met meer dan 30 km sleuflengte: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot instemming aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

Artikel 1.29

Wegenverkeerswetgeving

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen voor niet gekentekende landbouwvoertuigen en motorrijtuigen met beperkte snelheid

38,11

 

 

 

 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken, verlengen, dan wel vervangen van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake Wegverkeer (Stb. 1990 nr. 460)

71,20

 

 

 

 

3.

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verlenen van een ontheffing voor een parkeerverbodzone in verband met het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, per dag

20,45

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het gebruik van een sleutel voor het verlenen van toegang tot het afgesloten voetgangersgebied:

 

 

 

• per dag

7,00

 

• per aaneengesloten periode van zes maanden voor particuliere geld- en waardetransportbedrijven waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus per zes maanden

65,45

 

met een toeslag als borg per huurperiode van welke toeslag na inlevering van de sleutel wordt gerestitueerd

100,00

 

 

 

 

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor ontheffingen op basis van RVV 1990 bord E1 binnen het gereguleerd gebied zoals is aangemerkt in de Parkeerverordening 2015:

 

 

 

a. Ontheffing per kalenderdag

20,45

 

b. Ontheffing direct 10 dagen zelf te bepalen per kalenderjaar

162,25

 

c. Ontheffing direct 20 dagen zelf te bepalen per kalenderjaar

304,20

 

d. Ontheffing direct 30 dagen zelf te bepalen per kalenderjaar

405,60

 

e. Uitzondering op lid a: Wanneer het parkeren plaatsvindt in verband met het voltrekken van een huwelijk of in verband met een uitvaart zijn de eerste vijf ontheffingen kosteloos voor parkeren op de Grote Markt

 

 

 

 

 

 

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag gehandicaptenparkeerplaats op kenteken en het fysiek aanleggen van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

387,45

 

 

 

 

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:12 a van de APV van het nachtelijk rijverbod voor vrachtverkeer

35,05

8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een digitale ontheffing voor het afgesloten voetgangersgebied per moment voor:

 

 

 

Gemeentelijke diensten en afval ophaaldiensten tussen 17:30 – 05:00 uur

0,00

 

Gemeentelijke diensten en afval ophaaldiensten tussen 12:00 – 17:30 uur

20,45

 

Bewoners/bedrijven (al dan niet met eigen parkeergelegenheid) tussen 17:30 – 05:00 uur

0,00

 

Bewoners/bedrijven (al dan niet met eigen parkeergelegenheid) tussen 12:00 – 17:30 uur

20,45

 

Ceremoniële gelegenheden stadshuis of Gertrudiskerk (op locatie Grote Markt) voor maximaal 1 voertuig (24/7)

0,00

 

Technische dienstverleners (niet zijnde pakket- en koeriersdiensten) tussen 17:30 – 05:00 uur

0,00

 

Technische dienstverleners (niet zijnde pakket- en koeriersdiensten) tussen 12:00 – 17:30 uur

20,45

 

Particuliere geld- en waardetransportbedrijven waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus per jaar (24/7)

128,90

 

Overige ontheffingsaanvragers incl. pakketdiensten etc. tussen 17:30 – 05:00 uur

0,00

 

Incidentele bevoorrading bijvoorbeeld verhuizing tussen 17:30 – 05:00 uur

0,00

 

Incidentele bevoorrading bijvoorbeeld verhuizing tussen 12:00 – 17:30 uur

20,45

 

Taxi’s en doelgroepenvervoer tussen 17:30 – 12:00 uur

0,00

 

Taxi’s en doelgroepenvervoer tussen 12:00 – 17:30 uur

20,45

 

Markthandelaren (alleen op marktdagen, donderdag)

0,00

 

Paragraaf 1.9 Diversen

 

Artikel 1.30

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

a.

een gedoogbeschikking, voor zover geen betrekking hebbend op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), maar meer specifiek in verband met strijdig gebruik/illegaal bouwen

753,39

 

 

 

 

b.

een vergunning als bedoeld in artikel 4:18 van de APV voor recreatief nachtverblijf buiten de kampeerterreinen

205,21

 

 

 

 

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

50,62

 

 

 

 

Artikel 1.31

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

7,42

2.

Indien de stukken als bedoeld in dit hoofdstuk op verzoek aan de aanvrager of belanghebbende worden toegezonden, worden de genoemde tarieven per pagina verhoogd met

0,27

 

met een minimum van

12,96

 

 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

1. Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

- bouwkosten: bij het bepalen van de hoogte van de bouwkosten wordt uitgegaan van de prijzen per eenheid zoals die jaarlijks worden vastgesteld door het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) zoals gevoegd bij deze tarieventabel als bijlage 1. Indien de bouwkosten niet kunnen worden bepaald aan de hand van de hiervoor genoemde bijlage 1 omdat de bouwwerken qua functie niet passen of niet voorkomen binnen de normatieve bouwkosten van bijlage 1 geldt dat onder de bouwkosten wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting of als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 2.2 Bepalen tarief

1. De in artikel 2.3 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2. Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11 en 2.12.

4. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5. Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6. In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Artikel 2.3 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

1. Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag om:

a. de toetsing of een omgevingsvergunning benodigd is;

b. een omgevingsoverleg;

c. een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

d. één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

e. toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

f. een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

g. intrekking van een omgevingsvergunning;

h. wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;

i. een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met g.

2. Voor de ontvangst en registratie van een verzoek of aanvraag als bedoeld in het eerste lid onder b tot en met i bedraagt het tarief € 50,-.

3. Voor het beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid van het verzoek of de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief € 100,-.

4. Indien uit het eerste lid, sub a volgt dat geen omgevingsvergunning benodigd is voor de aangevraagde activiteit(en), wordt dit schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld. Het tarief bedraagt € 250,-.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1. Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, wordt het tarief als bedoeld in artikel 2.3 vermeerderd met de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten waar het omgevingsoverleg betrekking op heeft, waaronder mede begrepen de adviezen en instemmingen als bedoeld in paragraaf 2.11.

2. In afwijking van het eerste lid:

a. bedragen de leges voor het beoordelen van een ruimtelijk initiatief op basis van de intaketafel Initiatieven Mogelijk Maken: € 450,-;

b. is voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.6, 30% van het verschuldigde bedrag verschuldigd, tot een maximum van € 5.000,-;

c. is voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, de verschuldigde leges gemaximaliseerd tot € 5.000,-;

d. is voor het wijzigen van het omgevingsplan de verschuldigde leges gemaximaliseerd tot € 5.000,-.

3. Indien tijdens het omgevingsoverleg blijkt dat een positief besluit op een vergunningsaanvraag niet haalbaar is, kan het omgevingsoverleg vroegtijdig worden beëindigd. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van toepassing, met dien verstande dat de adviezen en instemmingen die op dat moment nog niet opgevraagd zijn, niet in rekening worden gebracht.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. als de bouwkosten minder dan € 250.000,- bedragen: 0,9% van de bouwkosten, met een minimum van: € 57,-;

b. als de bouwkosten € 250.000,- of meer bedragen, maar minder dan € 2.500.000,-: een basisbedrag van € 2.250,- vermeerderd met 0,74% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 250.000,- te boven gaan;

c. als de bouwkosten € 2.500.000,- of meer bedragen: een basisbedrag van € 18.900,-, vermeerderd met 0,54% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 2.500.000,- te boven gaan.

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

a. als de bouwkosten minder dan € 250.000,- bedragen: 1,35% van de bouwkosten, met een minimum van: € 85,-;

b. als de bouwkosten € 250.000,- of meer bedragen, maar minder dan € 2.500.000,-: een basisbedrag van € 3.375,- vermeerderd met 1,11% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 250.000,- te boven gaan;

c. als de bouwkosten € 2.500.000,- of meer bedragen: een basisbedrag van € 28.350,-, vermeerderd met 0,81% van het bedrag waarmee de bouwkosten een bedrag van € 2.500.000,- te boven gaan;

2. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht worden de tarieven als opgenomen in het eerste lid verhoogd met de tarieven als opgenomen in artikel 2.43 (wijzigen van het omgevingsplan);

3. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, wordt het tarief als bedoeld in het eerste lid vermeerderd met:

a. € 500,- indien op de aanvraag de beleidsregels omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit van toepassing zijn;

b. € 4.050,- in alle overige gevallen.

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 50,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 100,-.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Bergen op Zoom 2017 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 100,-.

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: beschermd stads- of dorpsgezicht

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan of de Erfgoedverordening Bergen op Zoom 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een activiteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor de activiteit verwerken polyesterhars: € 2.311,-;

b. voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: € 924,40;

c. voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: € 2.311,-;

d. voor de activiteit opslaan propaan of propeen: € 2.311,-;

e. voor de activiteit tanken met LPG: € 2.311,-;

f. voor de activiteit antihagelkanonnen: € 2.311,-;

g. voor de activiteit biologische agens: € 2.311,-;

h. voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: € 2.311,-;

i. voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: € 2.311,-;

j. voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): € 2.311,-;

k. voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): € 2.311,-;

l. voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: € 2.311,-.

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.

 

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.

 

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor één milieubelastende activiteit:€ 3.466,50;

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.

 

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 3.466,50.

 

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor één milieubelastende activiteit: € 3.466,50;

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 6.355,25;

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: € 8.666,25.

 

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 3.466,50.

 

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1. Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.

 

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit:

a) het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan;

b) het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

c) het graven in het gebied met archeologisch, landschappelijke of cultuurhistorische waarde, als bedoeld in het omgevingsplan;

d) het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan; of

e) het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Artikel 2.24 Overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a) aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b) indrijven van voorwerpen,

c) ophogen van de grond, of

d) verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 5 van de Houtopstandverordening Bergen op Zoom 2011 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 250,-.

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 150,-.

 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 0,- (nihil).

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 150,-.

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: gebruiken van een bouwwerk of terrein

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruik van een bouwwerk of terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: worden de tarieven als opgenomen in sub a verhoogd met de tarieven als opgenomen in artikel 2.43 (wijzigen van het omgevingsplan);

c. voor een buitenplanse omgevingsactiviteit indien op de aanvraag de beleidsregels omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit van toepassing zijn: € 500,-;

d. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in alle andere gevallen dan bedoeld in onderdeel c: € 4.050,-.

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b van dit artikel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: € 250,-;

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 500,-.

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften en gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

1. voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

a. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

b. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

c. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

d. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift: € 150,-;

2. in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, per maatwerkvoorschrift: € 150,-.

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a. één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: € 2.311,-;

b. twee of meer milieubelastende activiteiten , in afwijking van artikel 2.2, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: € 1.555,50.

2. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: € 2.311-.

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: € 150,-.

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

Het tarief voor de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet, bedraagt per maatregel, indien deze betrekking heeft op:

a. een milieubelastende activiteit: € 500,-;

b. overige activiteiten: € 250,-.

 

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: € 150,-.

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

2. In afwijking van het eerste lid wordt bij toepassing van artikel 2.5 en 2.6 onder bouwkosten verstaan de bouwkosten die betrekking hebben op de aangevraagde wijziging, met dien verstande dat het minimum tarief € 250,- bedraagt.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, indien deze betrekking heeft op een milieubelastende activiteit: € 2.311,-.

 

Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten zonder aanvraag

De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. bij bouwkosten minder dan € 50.000,-: € 4.050,-;

b. bij bouwkosten groter of gelijk aan € 50.000,-, maar minder dan € 115.000,-: € 8.500,-;

c. bij bouwkosten groter dan of gelijk aan € 115.000,-, maar minder dan € 450.000,-: € 12.500,-;

d. bij bouwkosten groter dan of gelijk aan € 450.000,-: het bedrag van de werkelijk ter zake gemaakte kosten, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zijn meegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Eén en ander met dien verstande, dat minimaal steeds verschuldigd is: € 18.750,-;

e. in het geval er geen bouwactiviteiten aan de orde zijn: € 4.050,-.

 

Artikel 2.44 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: € 150,-.

 

Artikel 2.45 Tarieven voor andere bestuursorganen

Indien een advies dient te worden uitgebracht aan een ander publiekrechtelijke rechtspersoon of instemming aan een ander publiekrechtelijke rechtspersoon dient te worden gegeven, zijn de bepalingen als opgenomen in dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

 

Paragraaf 2.11 Adviezen en instemmingen

 

Artikel 2.46 Advies

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan, adviseur of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a. voor een advies van de gemeenteraad: € 500,-;

b. voor een advies van een bestuursorgaan van Rijk, provincie of waterschap: € 150,-;

c. voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Bergen op Zoom 2022: € 50,-. Indien meer dan twee behandelingen c.q. adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit nodig zijn, bedraagt het tarief: € 100,-;

d. voor een advies van de agrarische commissie: € 600,-;

e. voor een advies van de stedenbouwkundige: € 150,-;

f. voor een advies van de verkeersdeskundige: € 150,-;

g. voor een advies van de woningbouwprogrammering: € 150,-;

h. voor een advies van de Veiligheidsregio: € 250,-;

i. voor een advies van de GGD: € 250,-;

j. voor een advies met betrekking tot water en/of klimaat: € 150,-;

k. voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling;

l. voor een advies van de Omgevingsdienst, anders dan elders in dit hoofdstuk vermeld: € 500,-;

m. voor een advies met betrekking tot archeologie en/of cultuurhistorie, anders dan elders in dit artikel bepaald: € 150,-;

n. voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de voorgaande onderdelen: € 150,-.

 

Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten krachtens wettelijk voorschrift

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: € 350,-;

b. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: € 350,-;

c. voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: € 350,-;

d. voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: € 350,-;

e. voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: € 350,-;

f. voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): € 6.933,-;

g. voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: € 350,-.

 

Artikel 2.48 Instemming

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

Paragraaf 2.12 Extra werkzaamheden afhankelijk van procedure of aanlevering

 

Artikel 2.49 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.9 verschuldigde leges verhoogd met: 10%, tot een maximum van € 10.000,-.

 

Artikel 2.50 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

  • d.

    als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de Afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8

van het Besluit activiteiten leefomgeving: € 2.888,75;

b. als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: € 4.050,-;

c. als sprake is van een rijksmonumentenactiviteit: € 0,- (nihil);

d. als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: € 4.050,-.

 

Artikel 2.51 Aanvraag en stukken zijn niet digitaal ingediend

Indien de aanvraag en/of een of meerdere van de stukken die bij de aanvraag ingediend dienen te worden, niet digitaal zijn ingediend, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: € 50,-.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.3, aanhef en onderdeel c, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.3, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: 100 % van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de leges die zijn verschuldigd op grond van artikel 2.4, tweede lid, onder a.

3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c. binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.53 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

1. Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt alle van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, met uitzondering van de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.

2. Bij het buiten behandeling laten van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

 

Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.

3. Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: 75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.

3. Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.52 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

1. Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

1. Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 30% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

2. Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

3. De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op de leges verschuldigd op grond van artikel 2.3, tweede en derde lid.

 

Artikel 2.58 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de diensten of werkzaamheden opgenomen in paragraaf 2.101 en 2.12, voor zover deze diensten al zijn verricht of deze werkzaamheden al zijn uitgevoerd.

 

Artikel 2.59 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 150,- wordt niet teruggegeven.

 

 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

a.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

559,20

b.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:30 van de APV

252,60

c.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:29, 2:29a en 2.29b van de APV tot afwijking van het sluitingsuur

245,66

d.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

49,83

e.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

49,83

f.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

51,21

 

Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten

 

Artikel 3.2

Organiseren evenement

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing:

 

 

a.

als bedoeld in artikel 2:25 van de APV voor het organiseren van een evenement:

 

 

 

A-evenement (laag risico)

€100

 

 

 

B-evenement (middelhoog risico)

€350

 

 

 

C-evenement (hoog risico)

€500

 

 

b.

als bedoeld in artikel 4:6, tweede lid van de APV, ontheffing buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

32,43

 

Paragraaf 3.3 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de APV voor het exploiteren of wijzigen van een seksinrichting of een escortbedrijf bedraagt

319,90

 

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

 

Artikel 3.4

Standplaatsvergunningen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaatsvergunning:

 

 

 

Wanneer daartoe een standplaats als bedoeld in artikel 5.17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening wordt ingenomen, geldig voor:

 

 

 

• een dag

35,67

 

• een week

71,34

 

• een maand

142,66

 

• een jaar

354,26

 

• een vergunning voor vijf jaar (maximale vergunningsduur)

514,22

 

Paragraaf 3.5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

 

Artikel 3.5

Vergunning exploitatie opvang en gastouderopvang

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

 

 

 

 

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

562,65

 

 

 

 

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

354,62

 

Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.6

Ontheffing winkeltijden

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Verordening inzake de Winkeltijdenwet 2013

50,01

b.

tot het verlenen van toestemming om een in lid 1, onder a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

50,01

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het intrekken of wijzigen van een in lid 1 bedoelde ontheffing

50,01

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Artikel 3.7

Vervallen

 

 

Artikel 3.8

Overig

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:40b van de APV voor de exploitatie van een winkelbedrijf

325,60

b.

een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

162,21

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2023

 

 

De griffier,

 

 

Bijlage 1: tarieventabel ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht).

 

Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets. Vastgesteld in ROEB-overleg 5 september 2023.

 

 

 

2024

2024

 

 

De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld

excl. BTW

incl. 21% BTW

eenheid

 

 

(euro)

(euro)

(bruto)

1.

WONINGEN

 

 

 

 

1.1 Rijtjeswoningen

255,00

308,55

per m3

 

1.2 Halfvrijstaande woningen

308,00

372,68

per m3

 

1.3 Vrijstaande woningen / appartementen

343,00

415,03

per m3

 

1.4 Bungalows

367,00

444,07

per m3

 

1.5 Woonwagens (nieuw en verplaatst)

231,00

279,51

per m3

 

1.6 (Tijdelijke) woonunit

231,00

279,51

per m3

 

1.7 Recreatiewoning

231,00

279,51

per m3

2.

WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN

 

 

 

 

2.1 Uitbreiding woonruimte / dakopbouw

349,00

422,29

per m3

 

2.2 Uitbreiding bergruimte / garage

154,00

186,34

per m3

 

2.3 Kelder

320,00

387,20

per m3

 

2.4 Serre

692,00

837,32

per m2

 

2.5 Verandering woonruimte (inpandig)

160,00

193,60

per m3

 

2.6 Dakkapel

1.325,00

1.603,25

per ml

 

2.7 Gevelwijziging

716,00

866,36

per m2

 

2.8 Nieuw dak

142,00

171,82

per m2

3.

BIJGEBOUWEN

 

 

 

 

3.1 Berging/garage met plat dak

160,00

193,60

per m3

 

3.2 Berging/garage met kapconstructie

148,00

179,08

per m3

 

3.3 Carport / Overkapping

190,00

229,90

per m2

 

3.4 Tuinhuisje (prefab)

178,00

215,38

per m2

 

3.5 Zwembad

237,00

286,77

per m3

4.

TUIN en STRAATMEUBILAIR

 

 

 

 

4.1 Houten schutting/pergola

83,00

100,43

per ml

 

4.2 Gemetselde tuinmuur

148,00

179,08

per ml

 

4.3 Schotelantenne

1.195,00

1.445,95

per st.

 

4.4 Hout + metselwerk tuinmuur

113,00

136,73

per ml

 

4.5 Gaashekwerk

60,00

72,60

per ml

5.

BEDRIJFSHALLEN

- Gemetselde wandconstructie: geldt voor gehele pand (geen opsplitsing)

 

 

 

 

5.1 Bedrijfshal hoogte tot en met 3m

119,00

143,99

per m3

 

5.2 Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m

71,00

85,91

per m3

 

5.3 Tussenvloer in de hal extra

160,00

193,60

per m2

 

5.4 Bedrijfskantoor in de hal

- Systeembouw:

geldt voor gehele pand (geen opsplitsing)

243,00

294,03

per m3

 

5.5 Hal hoogte tot en met 6m

71,00

85,91

per m3

 

5.6 Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m

60,00

72,60

per m3

 

5.7 Hal hoger dan 9 m, opp. Kleiner dan 5.000 m2

54,00

65,34

per m3

 

5.8 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 5.000 en 10.000 m2

54,00

65,34

per m3

 

5.9 Hal hoger dan 9 m, opp. Tussen 10.000 en 20.000 m2

48,00

58,08

per m3

 

5.10 Hal hoger dan 9 m, opp. Groter dan 20.000 m2

48,00

58,08

per m3

 

5.11 Tussenvloer in de hal extra

101,00

122,21

per m2

 

5.12 Kantoorvloer in de hal extra

154,00

186,34

per m2

 

5.13 Open loods

154,00

186,34

per m2

 

5.14 Semi-permanente unit

243,00

294,03

per m3

 

5.15 Romneyloods

34,00

41,14

per m3

6.

OVERIGE GEBOUWEN

 

 

 

 

6.1 Kantoor

343,00

415,03

per m3

 

6.2 Showroom

202,00

244,42

per m3

 

6.3 Winkel

343,00

415,03

per m3

 

6.4 Bouwmarkt

154,00

186,34

per m3

 

6.5 Horeca

314,00

379,94

per m3

 

6.6 Sporthal

308,00

372,68

per m3

 

6.7 Kleedgebouwen

284,00

343,64

per m3

 

6.8 Scholen / kinderdagverblijven

273,00

330,33

per m3

 

6.9 Noodscholen

225,00

272,25

per m3

 

6.10 Zorgfunctie (kleinschalig)

409,00

494,89

per m3

 

6.11 Interne wijzigingen overige gebouwen

119,00

143,99

per m3

 

6.12 Gevelwijzigingen overige gebouwen

722,00

873,62

per m2

7.

TUINBOUWKAS

 

 

 

 

7.1 Verwarmde kas

54,00

65,34

per m2

 

7.2 Onverwarmde kas

36,00

43,56

per m2

8.

VARKENSSTAL

 

 

 

 

8.1 Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk)

474,00

573,54

per m2

 

8.2 Stal voor vleesvarkens ( traditioneel metselwerk)

438,00

529,98

per m2

 

8.3 Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro)

308,00

372,68

per m2

 

* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van

60,00

72,60

per m2

9.

KOEIENSTAL

 

 

 

 

9.1 Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk)

426,00

515,46

per m2

 

9.2 Grupstal (traditioneel metselwerk)

343,00

415,03

per m2

 

9.3 Ligboxenstal (traditioneel metselwerk)

367,00

444,07

per m2

 

* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van

60,00

72,60

per m2

 

9.4 Gedeelte voor rnelkinrichting, installatie en tank

726,00

880,88

per m2

10.

KIPPENSTAL

 

 

 

 

10.1 Vleeskuikens (traditioneel metselwerk)

355,00

429,55

per m2

 

10.2 Legkippen (traditioneel metselwerk)

379,00

458,59

per m2

 

* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van

60,00

72,60

per m2

 

10.3 Extra kosten legbatterijen/mestverwijdering

113,00

136,73

per m2

11.

PAARDENSTAL

 

 

 

 

11.1 Paardenstal (traditioneel metselwerk)

716,00

866,36

per m2

 

11.2 Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk)

* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een

349,00

422,29

per m2

 

tariefreductie van

60,00

72,60

per m2

12.

OVERIGE ARGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN

 

 

 

 

12.1 Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel)

255,00

308,55

per m2

 

12.2 Opslagloods (houten gevels)

137,00

165,77

per m2

 

12.3 Opslagloods (beton gevels)

137,00

165,77

per m2

 

12.4 Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels)

113,00

136,73

per m2

 

12.5 Prefab veldschuur open (stalen gevels)

66,00

79,86

per m2

 

12.6 Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting)

391,00

473,11

per m2

 

12.7 Champignonkwekerij (incl. basisinrichting)

704,00

851,84

per m2

 

12.8 Nertsen

172,00

208,12

per m1

13.

MEST SILO / KELDER

 

 

 

 

13.1 Bovengronds van staal en/of hout systeembouw

47,00

56,87

per m3

 

13.2 Mest kelder (losse kelder)

160,00

193,60

per m2

 

13.3 Sleufsilo

290,00

350,90

per m1

14.

(PARKEER)KELDER

 

 

 

 

14.1 Gedeeltelijk boven- of ondergronds

207,00

250,47

per m3

 

14.2 Geheel ondergronds

278,00

336,38

per m3

 

14.3 Geheel bovengronds

131,00

158,51

per m3

 

14.4 (Parkeer)kelder onder gebouw

137,00

165,77

per m3

 

Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2023

 

 

De griffier,

 

Naar boven