Gemeenteblad van Veere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 545295 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 545295 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Algemene plaatselijke verordening Veere
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
c. de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
d. van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;
HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE EN VEIILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
Afdeling 1 Voorkomen of bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2.1 Samenscholing en ongeregeldheden
Degene die op een openbare plaats:
a. aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan;
b. aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding tot toeloop van publiek waaronder ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan of;
c. zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing;
is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Artikel 2.3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
a. naam en adres van degene die de betoging houdt;
c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;
d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route;
e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling;
f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.
Afdeling 2 Bruikbaarheid en uiterlijk aanzien en veilig van openbare plaatsen
In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
b. markten zoals bedoeld in artikel 160, eerste lid aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5.22 van deze verordening; ;
c. kansspelen zoals bedoeld in de Wet op de kansspelen;
d. het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;
e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen zoals bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
f. activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.9 en 2.39 van deze verordening;
g. . sportwedstrijden niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.
Onder evenement wordt mede verstaan:
a. een herdenkingsplechtigheid;
c. een optocht op de weg, niet zijnde een betoging zoals bedoeld in artikel 2.3 van deze verordening,;
d. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;
f. een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of –gala’s.
Artikel 2.25 Evenementenvergunning
Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als:
a. het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;
b. het evenement tussen 07.00 uur en 23.00 uur plaats vindt;
c. geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur;
d. het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;
e. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object met een maximum van 50 m2;
g. de organisator tenminste 3 weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.
Afdeling 4 Toezicht op openbare inrichtingen
In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis, waterpijpcafe of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.
Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.
Artikel 2.28 Exploitatie openbare inrichting
De burgemeester weigert de vergunning geheel of gedeeltelijk als:
a. de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het ter plaatse geldende omgevingsplan;
b. onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;
c. in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur;
d. in het geval de aanvrager geen verklaring omtrent het gedrag kan overleggen van maximaal 3 maanden oud.
Onverminderd het gestelde in het tweede en derde lid kan de burgemeester de in het vierde lid bedoelde ingebruikneming van die weg ten behoeve van een of meer bij een openbare inrichting behorende terrassen weigeren als:
a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan
b. dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg
c. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod dat genoemd is in lid 1 aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn zoals bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet indien:
a. Zich in de 12 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting, dan wel
b. de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen zoals bedoeld in artikel 1.8 of artikel 2.28, lid 2 en 3.
Het verbod dat genoemd is in lid 1 geldt niet voor openbare inrichtingen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen op het strand. De exploitanten van deze openbare inrichtingen is het verboden de inrichting geopend te hebben of bezoekers in de inrichting te laten verblijven van 01.00 tot 06.00 uur (sluitingstijd).
Artikel 2.32 Handel binnen openbare inrichtingen
De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuurd op grond van artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.
Afdeling 5 Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet
Artikel 2.34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
Een paracommercieel rechtspersoon, zijnde een sportvereniging, kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op:
a. maandag tot en met vrijdag vanaf 2 uur voor aanvang tot 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon, doch niet eerder dan 12.00 uur en tot uiterlijk 24.00 uur;
b. zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen vanaf 2 uur voor aanvang tot 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon, doch niet eerder dan 12.00 uur en tot uiterlijk 24.00 uur;
Artikel 2.34c Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning zoals bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.
Afdeling 6 Toezicht op inrichting tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt onder inrichting verstaan: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Afdeling 7 Toezicht op speelgelegenheden
In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Artikel 2.39 Speelgelegenheden
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:
a. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid;
b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan;
c. in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuurd;
d. in het geval de aanvrager geen verklaring omtrent gedrag kan overleggen van maximaal 3 maanden oud.
Afdeling 8 Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar en schade
Artikel 2.42 Plakken en kladden
2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:
a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;
b. met kalk, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.
Artikel 2.44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2.47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
1. Het is verboden op een openbare plaats:
a. te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, omheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;
b. zich op te houden op een wijze die voor andere gebruikers of omwonenden onnodig overlast of hinder veroorzaakt.
Artikel 2.50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval verstaan portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2.51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.
Artikel 2.52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein en dergelijke
Het is verboden zich op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2.57 Loslopende honden
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen.
a. Op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;
b. binnen de bebouwde kom op een openbare plaats als de hond niet is aangelijnd;
c. buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats als de hond niet is aangelijnd;
d. op de weg als die hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.
Artikel 2.59 Gevaarlijke honden
De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:
a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;
b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en
c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.
Artikel 2.59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid OF heeft meegedeeld dat hij de hond gevaarlijk acht, dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet als:
a. op een vanaf de weg zichtbare plaats een naar het oordeel van de burgemeester duidelijk leesbaar waarschuwingsbord is aangebracht;
b. het mogelijk is een brievenbus te bereiken en aan te bellen zonder het terrein te betreden; en;
c. het terrein voorzien is van een zodanig hoge en deugdelijke afrastering dat de hond niet zelfstandig buiten het terrein kan komen.
Artikel 2.60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreden van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
b.aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;
c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in het aanwijzingsbesluit is aangegeven;
De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 9 Bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2.67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register en daarin onverwijld op te nemen
a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;
b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;
c. een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk en nummer van het goed;
d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en
e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.
Artikel 2.68 Voorschriften zoals bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
De burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:
1e dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;
2e van een verandering van de onder 1e bedoelde adressen;
3e dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4e dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan
Artikel 2.69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste vijf werkdagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging niet van invloed is op de herkenbaarheid te stellen.
Afdeling 10 Consumentenvuurwerk
Het verbod gesteld in het eerste lid geldt niet indien:
a. gebruik wordt gemaakt van melkbussen en/of dergelijke voorwerpen met een maximale omvang van 50 liter, met gebruikmaking van acetyleengas afkomstig van reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen en
b. het gebruik plaatsvindt op 31 december van 10.00 uur tot 17.00 uur en
c. hiervan ten minste 14 dagen voorafgaand aan de datum van gebruik melding is gedaan aan het college
d. de melding vergezeld is van een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein van waaraf geschoten wordt en de melding tevens is voorzien van een kaart waarop de betreffende locatie is ingetekend en
De plaats vanwaar geschoten wordt is gelegen:
a. op een afstand van tenminste 75 meter van woonbebouwing en
b. op een afstand van tenminste 300 meter van inrichtingen voor intramurale zorg en
c. op een afstand van tenminste 300 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren en
d. wordt geschoten in een richting welke tegengesteld is aan de richting waarin dicht bij woonbebouwing is gelegen en
e. het vrijschootsveld minimaal 75 meter is en hierin geen verharde openbare wegen of paden liggen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 12 Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2.75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2.1 2.26, 2.47, 2.48, 2.50, 2.71a en 2.74a van deze verordening niet naleven.
Artikel 2.76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij Verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2.77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot
plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een
Artikel 2.78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan aan een persoon die de artikelen overtreedt of in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Bij overtredingen als bedoeld in het eerste lid of met het oog op de belangen die genoemd zijn in het eerste lid kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw één of meer van de bovengenoemde overtredingen begaat of strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 8 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
De burgemeester kan een last onder dwangsom of onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid in ieder geval opleggen bij ernstige en herhaaldelijke:
c. hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;
d. overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3.5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in lid 1, zijn de exploitant en de beheerder niet:
a. met toepassing van de artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld;
b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, lid 1, van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
- bepalingen gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
- de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 8 en 162, lid 3, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
- de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;
Met een veroordeling zoals bedoeld in lid 2 wordt gelijk gesteld:
a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, lid 2, onder a, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, lid 3, onder a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt;
b. een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, lid 1, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3.7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
1. Met het oog op de in artikel 3.13, lid 2, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:
a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3.6, lid 1 of lid 2, geldende sluitingsuren vaststellen;
b. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3.6, lid 1 of lid 2, geldende sluitingsuren vaststellen;
Artikel 3.8 Aanwezigheid van een toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;
b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3.13, lid 2, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven zoals bedoeld in lid 3 hij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in lid 1.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3.11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch- pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch- pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:
a. Indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt;
b. anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels.
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3.13 Weigeringsgronden
De vergunning bedoeld in artikel 3.4, lid 1, wordt geweigerd indien:
a. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de eisen die gesteld zijn in artikel 3.5;
b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening;
c. er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.
In afwijking van artikel 1.8 kan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, lid 1, dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3.9, lid 1, worden geweigerd in het belang van:
b. het voorkomen of het beperken van overlast;
c. het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat;
d. de veiligheid van personen of goederen;
e. de verkeersvrijheid of –veiligheid;
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie, wijzing beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3.13,lid 1, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 5 Overgangsbepalingen
Artikel 3.16 Overgangsbepalingen
Op het exploiteren van een bestaande seksinrichting of escortbedrijf is het gestelde in artikel 3.4, lid 1, niet van toepassing:
a. gedurende 2 weken na het in werking treden daarvan;
b. na afloop van de onder a gestelde termijn, indien de exploitant binnen deze termijn een aanvraag om vergunning zoals bedoeld in artikel 3.4, lid 1, heeft ingediend, totdat op die aanvraag door het bevoegd bestuursorgaan een besluit is genomen.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4.8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel; 4.9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Artikel 4.9a is verplaatst naar Verordening Fysieke leefomgeving
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 Parkeerexcessen en stopverbod
Artikel 5.3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikelen 5.4 tot en met 5.9 zijn verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Het verbod geldt niet voor een inzameling of werving die wordt gehouden:
b. door een instelling die is ingedeeld in het door het college vastgestelde collecte- en wervingsrooster, mits de inzameling of werving overeenkomstig dat collecte- en wervingsrooster en met inachtneming van de door het college gegeven voorschriften plaatsvindt; of
Onder venten wordt niet verstaan:
a. het aan huis afleveren van goederen in het kader van de exploitatie van een winkel zoals bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;
b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten zoals bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet of artikel 5.22;
c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats zoals bedoeld in artikel 5.17.
Afdeling 6 Openbaar water en waterstaatswerken
Artikel 5.26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5.27 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving
Artikel 5.28 Beschadigen van waterstaatwerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt maken.
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing verstaan het verstrooien van as zoals bedoel in de Wet op de lijkenbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. het strand: het zeestrand en het strand aan het Veerse Meer met inbegrip van de duinhellingen of het beloop der duinen, de droogliggende banken en de afritten van wegen en paden welke toegang geven tot het strand;
b. badseizoen: de periode van 1 mei tot 15 september;
c. vlieger: een als speelgoed of sportartikel gebruikt voorwerp bestaande uit een houten, kunststof of andere constructie, bespannen met papier, kunststof of doek, welke met twee of meer lijnen in de lucht wordt bestuurd.
Het college kan strand- en zeevakken aanwijzen waar het verbod niet geldt. Verbod geldt niet:
- Tussen paalhoofd 16.9 bij overgang 50 Golflinks werkpad (Domburg) en paalhoofd 16.4 bij overgang 51 Golflinks Oost (Domburg)
- vanaf paalhoofd 10.9 bij Strandpaviljoen gelegen aan Strand Oostkapelle 80 in Oostkapelle tot duinovergang 72 “Oranjezon” (Vrouwenpolder)
- strandvak 74 – overgang 73 Waterwingebied- en strandvak 75 tot aan strandpaviljoen gelegen Strand Vrouwenpolder 30 in Vrouwenpolder - overgang 75 Waterwingebied Vrouwenpolder
- het strandvak Neeltje Jans vanaf overgang 83 “Roompotsluis” tot en met de strandovergang 84 “De Slufter”.
Artikel 5.40 Vliegeren op het strand
Het college heeft strandvakken de volgende vakken aangewezen waar het verbod uit lid 1 voor vliegers met 2 of meer lijnen niet geldt.
- tussen paalhoofd 14.2 (is dit bij overgang 60?) en overgang 64 “Berkenbosch” in Oostkapelle;
- tussen paalhoofd 10.9 bij strandpaviljoen Strand Oostkapelle 80 in Oostkapelle en gemeentegrens voormalig gemeente Veere bij overgang 71 Waterwingebied (Vrouwenpolder);
- tussen paalhoofd 16.9 overgang 50 Golflinks werkpad (Domburg) tot overgang 52 “Hoge Hil West” in Domburg;
- Zoutelande, ter hoogte van de boulevard;
- vanaf overgang 79 “Duinoord” Vrouwenpolder tot en met de gemeentegrens Veere/Noord-Beveland
Artikel 5.41 Wind-, golf- en kitesurfen
Hiervan zijn de volgende strandvakken uitgezonderd voor windsurfen:
het strandvak in Vrouwenpolder, vanaf de Veerse Gatdam tot en met het strandpaviljoen Strand Oostkapelle 80 in Oostkapelle;
strandvak op het Badstrand (100 meter) in Oostkapelle;
strandvak op het Badstrand (100 meter in Domburg;
het strandvak vanaf overgang 43 Noordwaartshoofd Westkapelle tot overgang 48 Noordduine Domburg
Hiervan zijn de volgende strandvakken uitgezonderd voor golfsurfen:
het strandvak in Vrouwenpolder, vanaf de Veerse Gatdam tot en met het strandpaviljoen Strand Oostkapelle 80 in Oostkapelle;
strandvak op het Badstrand (100 meter) in Oostkapelle;
strandvak op het Badstrand (100 meter in Domburg;
het strandvak in Domburg, vanaf halverwege het “4e Oosterstrand” tot en met halverwege de strandovergang 64 “Berkenbosch” Oostkapelle;
vanaf overgang 52 Hoge Hil West tot bewaakt zwemmersgebied strand Noordduine;
vanaf bewaakt zwemmersgebied strand Noordduine tot overgang 48 Noordduine
het strandvak vanaf overgang 43 Noordwaartshoofd Westkapelle tot overgang 46 Aagtekerkehoofd Domburg;
Van lid 5 zijn de volgende strandvakken uitgezonderd:
het strandvak in Vrouwenpolder, vanaf de overgang ter hoogte van de eerste voetgangersbrug over de N57 bij Vrouwenpolder tot en met de gemeentegrens Veere/Noord-Beveland;
het strandvak Neeltje Jans, vanaf overgang 83 “Roompotsluis” tot en met de strandovergang 84 “De Slufter”;
het strandvak vanaf overgang 43 Noordwaartshoofd Westkapelle tot overgang 48 Noordduine Domburg.
Op de volgende strandvakken zijn honden gedurende het badseizoen verboden:
- tussen overgang 76 “Zandput” tot en met de Veerse Gatdam;
- kern Domburg, vanaf paalhoofd 16.0 bij overgang 52 Hoge Hill West tot overgang 60 “Hoogduin” en vanaf overgang 64 “Berkenbosch” tot gemeentegrens voormalige gemeente Veere bij overgang 71 Waterwingebied.
Artikel 5.47 Gevaar of overlast op strand en in de zee
Het is verboden op het strand of in de zee met een vaartuig, voertuig, door het bedrijven van een (water)-sport op zich op enige andere wijze te gedragen dat daardoor gevaar of overlast aan andere strand- en zeegebruikers wordt veroorzaakt. De aanwijzingen van de strandwachten van de SSV moeten altijd worden opgevolgd.
Het is verboden open vuur op of nabij het strand te ontsteken of te hebben. Barbecueën is niet toegestaan.
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtredingen van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de daarbij op de grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie: artikelen 2:1, 2:3, 2:9, , , 2:18, 2:25, 2:28, 2:29, 2:31, 2:32, 2:38, 2:41, 2;43, 2:44, 2:45, 2;46, 2:48, 2:48a 2:49, 2;53, 2:57, 2:58, 2:59, 2:60, 2:62, 2:63, 2:64, 2:72, 2:73, 2:74, 2:75, 2:76, 2:77, 3:4, 3:6, 3:9. 3:10, 3:11, 3:18, 3:21, 3:26, , 4:8, , , 4:14,;, 5:12; 5:13, 5:15, 5:16, , 5.26, 5.28, 5:29, 5:30, 5:31, 5:31a, 5:38, 5:39, 5:40, 5:41, 5:42, 5:43, 5:44, 5:45, 5:46, 5:47, 5:48, 5:49, 5;50, 5:51, 5:52, 5.53 en 5.54.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:
- de opsporingsambtenaren die genoemd zijn in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering
- de ambtenaren die als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn beëdigd zoals bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.
- buitengewoon opsporingsambtenaren en medewerkers handhaving in dienst van de gemeente Veere
- buitengewoon opsporingsambtenaren en medewerkers handhaving in dienst van de RUD Zeeland, Waterschap Scheldestromen, het Zeeuwse landschap, Staatsbosbeheer , gemeente Middelburg, gemeente Vlissingen en gemeente Schouwen-Duiveland, Vereniging Natuurmonumenten en stichting het Zeeuws Landschap.
Artikel 6.3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6.5 Overgangsbepalingen
Besluiten, genomen krachtens voorheen geldende Algemene plaatselijke verordeningen Veere, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor de Algemene plaatselijke verordening Veere 2022 overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-545295.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.