Gemeenteblad van Oudewater
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oudewater | Gemeenteblad 2023, 544665 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oudewater | Gemeenteblad 2023, 544665 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening Oudewater 2023
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Beleidsprogramma: een aantal samenhangende activiteiten voorzien van ten minste inhoudelijke doelstellingen en een budget en eventueel indicatoren; voor ieder programma wordt bij de begroting omschreven wat er bereikt gaat worden, wat daarvoor gedaan gaat worden en wat de omvang is van de directe lasten en baten, inclusief dotaties en onttrekkingen aan reserves (het gaat hierbij om de materiële en personele lasten en baten primair proces, dus exclusief overhead);
Indicatoren: de absolute of verhoudingsgetallen die informatie geven over de ontwikkelingen in de output en/of effecten van een programma of activiteit. Onderscheiden worden door de gemeente vastgestelde prestatie-indicatoren, effectindicatoren en kengetallen, en vanuit het Rijk voorgeschreven beleidsindicatoren;
Planning en control: het proces binnen de kaders van het financieel beleid waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen;
Programmabegroting: de (programma) begroting is de uitwerking van de Kadernota) De (programma) begroting bestrijkt het komende jaar + de drie jaren er na. De begroting bevat de ''drie W's'' (Wat willen wij bereiken, Wat gaan wij er voor doen en Wat mag het kosten). Dit vertaalt zich in (maatschappelijke) effecten, resultaten en inspanningen. Voor het begrotingsjaar (t) wordt het college geautoriseerd voor het doen van de investeringen en baten/lasten in dat jaar. De drie jaren daarna zijn prognoses;
Najaarsrapportage: een tussentijdse voortgangsrapportage over de bereikte doelen, geleverde inspanningen en de besteding tot dat moment van de toegekende budgetten (exploitatie en investeringen). Tevens geeft het inzicht in de prognose (verwachting) voor jaarresultaten. Het begeleid een raadsvoorstel voor een wijziging van de (financiële) (meerjaren)begroting.
Voorjaarsrapportage: een tussentijdse voortgangsrapportage over de bereikte doelen, geleverde inspanningen en de besteding van de toegekende budgetten tot dat moment (exploitatie en investeringen). Tevens geeft het inzicht in de prognose (verwachting) voor jaarresultaten. Het begeleid een raadsvoorstel voor een wijziging van de (financiële) (meerjaren)begroting.
Bij een budgettaire overschrijding of onderschrijding van een investeringsbudget met meer dan 10% van het toegekende budget voor het investeringsproject , informeert het college de raad over deze overschrijding of onderschrijding. Hierbij hanteren we een ondergrens voor de te melden overschrijding van € 50.000.
Artikel 8 - Meerjarig Investeringsplan
De raad stelt het Meerjarig Investeringsplan (MIP) vast als onderdeel van de programmabegroting en stelt daarmee de investeringsbudgetten per genoemd investeringsproject beschikbaar aan het college) Bij het vaststellen van het MIP kan de raad verzoeken om een separaat raadsvoorstel ten behoeve van specifieke investeringen uit het MIP.
Hoofdstuk 5 Financiering, reserves en voorzieningen
Artikel 17 - Vorming en mutaties reserves
Artikel 18 - Vorming voorzieningen
Voorzieningen zijn onvermijdelijk en vinden de basis in het verleden. Voorzieningen worden gevormd voor:
privaatrechtelijke vorderingen op derden met uitzondering van individuele vorderingen groter dan €100.000 wegens het risico op oninbaarheid ter grootte van het historische percentage van oninbaarheid (dynamische methode). Voor de vorderingen groter dan €100.000 is de voorziening gevormd op basis van een individuele beoordeling op de inbaarheid van de openstaande vorderingen (statische methode).
Het college ziet er op toe dat de hoogte van de voorziening toereikend is en zorgt jaarlijks voor voldoende voeding aan de voorziening om aan de verplichtingen te kunnen voldoen, dan wel laat het niet langer benodigde deel van de voorziening vrijvallen ten gunste van het resultaat. Dit geldt ook voor voorzieningen die tegen contante waarde zijn opgenomen.
Artikel 19 - Prijzen economische leveringen, rechten en heffingen
Voor het bepalen van de integrale kostprijs van goederen, werken en diensten die zijn geleverd aan derden, en van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening zijn gebracht, is een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd met de volgende calculatieregels:
de totale directe kosten inclusief bijdragen en onttrekkingen aan voorzieningen en reserves. Tot de directe kosten met betrekking tot rechten en heffingen zijn ook gerekend de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), de eventueel verschuldigde vennootschapsbelasting en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid;
Artikel 20 - Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen
Het college biedt de raad jaarlijks een onderbouwd raadsvoorstel aan voor de hoogte van de tarieven voor gemeentelijke belastingen, rechten en heffingen, waaronder in elk geval begrepen worden de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges, de marktgelden en de toeristenbelasting.
Hoofdstuk 6 Risicomanagement en -beheersing
Artikel 21 - Risicomanagement en risicodekking
Bij de jaarstukken is de opzet en werking van het systeem van risicomanagement opgenomen. In de paragraaf Risicomanagement van de jaarrekening is een evaluatie opgenomen van de risico’s die zich in het jaar hebben voorgedaan, hun effect en de genomen maatregelen om deze risico’s in de toekomst te beheersen.
Hoofdstuk 7 Waarborgen en garanties
Artikel 27 - Oprichting en deelneming
Het college neemt geen besluit tot de oprichting van en deelneming in coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld om haar wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van het voorstel.
Bij de jaarstukken is de raad geïnformeerd over de omvang van de borgstelling, de waarde van de zekerheden onder deze borgstellingen, de risico’s en het risicomanagement van de waarborgfondsen. De risico’ zijn betrokken in het systeem van risicomanagement.
Artikel 29 - Garanties en leningen
Hoofdstuk 8 Verbonden partijen
Artikel 31 - Verbonden partijen
Het college voert iedere raadsperiode een evaluatie/herijking uit voor alle deelnemingen, conform artikel 31 lid 3. De herijking is ter informatie aangeboden aan de raad) Tevens is dan in beeld gebracht welk aandeel van de jaarexploitatie van de gemeente is vastgelegd door afspraken met verbonden partijen.
Artikel 33 - (Meerjaren)Begroting, Jaarrekening en Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG)
Het college rapporteert in de paragraaf Grondbeleid van de programmabegroting over de invulling van het gemeentelijk grondbeleid en de visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstelling van de beleidsprogramma’s die zijn opgenomen in de programmabegroting en de gebiedsontwikkelingen;
Hoofdstuk 11 Financieel beheer en organisatie
Artikel 36 - Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
Het college zorgt voor een zodanige opzet en werking van een intern beheersingsstelsel dat de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur en administratie, alsmede de getrouwheid (en rechtmatigheid) van de daarbij tot stand gekomen (verantwoordings-) informatie, gewaarborgd is. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 39 - Interne beheersing
Het college zorgt voor de systematische verificatie van de registratie en ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waarde papieren, de voorraden, debiteuren, de uitstaande leningen, garanties, waarborgen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende leningen en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden geverifieerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Hoofdstuk 12 Planning en controlcyclus
Artikel 41 - Programma-indeling
De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling en het format voor de programmabegroting voor de komende raadsperiode vast.
Het college biedt voor 1 juni de raad de jaarrekening en het jaarverslag aan waarin het college verantwoording aflegt over het gevoerde (financiële) beleid) Ook biedt het college de raad de bijbehorende controleverklaring en het verslag van bevindingen van de accountant aan en de rechtmatigheidsverklaring (conform artikel 38).
Artikel 46 - Budgetoverhevelingen
Voor een door de raad vastgesteld meerjarig project/of cluster aan jaaroverstijgende activiteiten (met een projectbudget > € 100.000) vormt de raad eenmalig een bestemmingsreserve conform artikel 17. Hierbij stelt de raad tevens de verdeling van het projectbudget over meerdere begrotingsjaren vast, inclusief de voeding van de reserve over de jaren. Als in het begrotingsjaar t minder is uitgegeven dan in deze verdeling bepaald, is het college bevoegd om het restantbedrag uit begrotingsjaar t aan deze reserve te onttrekken en toe te voegen aan het budget voor begrotingsjaar t+1. Het college informeert de raad hierover in de najaarsrapportage van het begrotingsjaar t. Als in het begrotingsjaar t meer is uitgegeven dan in de verdeling is bepaald, wordt het voor het begrotingsjaar t+1 gereserveerde budget met dit verschil verminderd.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, conform artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is.
Als het college een aanpassing nodig acht, biedt het college de raad een begrotingswijzigingsvoorstel aan.
Artikel 48 - Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De financiële verordening Oudewater 2020, vastgesteld door de raad op 14 januari 2020, wordt op 1 januari 2023 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering, gehouden op 14 december 2023,
mr. M.W. Bosma
griffier
drs. d.c. de Vries
voorzitter
In onderstaand overzicht zijn de besluitenpunten waarover de raad besluit conform de Financiële Verordening opgenomen.
De onderbouwing van de stelposten en taakstellingen zijn vastgelegd in de administratie.
Het is belangrijk dat de informatie die door het college aan de raad is versterkt helder, volledig en
duidelijk is. Hierbij wordt ook een integraal beeld gegeven waarin duidelijkheid wordt gegeven over de raakvlakken en gevolgen binnen en buiten een beleidsprogramma.
In artikel 12 van het BBV is bepaald welke informatie de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in elk geval moet bevatten. In ieder geval wordt ingegaan op de voortgang van het geplande onderhoud, de omvang van het achterstallig onderhoud en de planning wanneer de onderhoudsplannen worden herzien. Daarnaast moet er een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar zijn. Borging van de duurzame instandhouding van de gemeentelijke fysieke infrastructuur is een pijler van een gezond financieel beleid) Dit bestrijkt een breed gebied, waartoe onder meer behoren de onderdelen wegen, riolen, gebouwen, groen. Het artikel maakt duidelijk dat dit actueel meerjarig beleidskader bestaat uit meerdere nota's. Deze door de raad vast te stellen nota's bevatten de kaders voor de onderliggende beheersinstrumenten.
Artikel 212 van de Gemeentewet bevat de bepaling, dat de financiële verordening in elk geval regels voor de algemene doelstelling en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie bevat. Deze richtlijnen worden niet in deze verordening opgenomen, maar in een separate nota ‘Treasury’. Het college stelt deze nota ‘Treasury’ op en legt deze ter vaststelling voor aan de raad) De
raad krijgt zo de besluitvormende rol als het gaat om de richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie) De nota ‘Treasury’ sluit ook aan bij de financieringsparagraaf, welke verplicht is gesteld in de artikelen 9 lid 2d en 13 van het BBV. In artikel 13 van het BBV is bepaald dat de paragraaf betreffende de financiering in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille bevat. De invoering van de financieringsparagraaf hangt samen met de invoering van de Wet Fido.
Ondernemingen, verenigingen wenden zich in eerste instantie tot de waarborgfondsen (Stichting Waarborgfonds Sport; Waarborgfonds Sociale Woningbouw; Waarborgfonds Zorgsector) op de terreinen waarop zij zich bewegen. De gemeente heeft een relatie met de waarborgfondsen, waarin een mogelijke borg vanuit de gemeente geregeld is met de zekerheden die daarbij horen.
Met het vaststellen van de programmabegroting autoriseert de raad het college tot het doen van uitgaven en het realiseren van baten voor het komende jaar en het doen van investeringen voor het lopende jaar. Bij de programmabegroting wordt de Algemene Uitkering opgesteld aan de hand van de meicirculaire.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-544665.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.