Gemeenteblad van Rijswijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2023, 544472 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2023, 544472 | beleidsregel |
Beleidsregels schuldhulpverlening Rijswijk 2023
Gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels schuldhulpverlening Rijswijk 2023.
Via deze weg stelt het college nieuwe Beleidsregels schuldhulpverlening van de gemeente Rijswijk vast. De aanleiding hiervoor is tweeledig:
Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: Wgs) in 2012 is schuldhulpverlening een wettelijke taak van de gemeente geworden. Op 1 januari 2021 is de Wgs herzien. Hiermee is de Wgs toegankelijk geworden voor iedereen. Dit betreft naast inwoners ook zelfstandig ondernemers (natuurlijke personen). Bovendien is vroegsignalering een verplichting geworden voor alle gemeenten. Om de wetswijziging in kwestie tot uitvoering te brengen in de praktijk, zet het college conform de Wgs in op een inclusief schuldenbeleid waarbij vooraf geen uitsluitingsgronden worden gehanteerd. Uiteraard kan de gemeente bepaalde voorwaarden stellen, maar we sluiten op voorhand niemand uit.
Verder streeft het college ernaar om haar dienstverlening laagdrempeliger te maken en stress van inwoners (zoveel mogelijk) weg te nemen. De inwoner is en blijft zelf verantwoordelijk voor de eigen financiële situatie, maar de gemeente zet zich maximaal in om hem of haar daar zoveel mogelijk bij te ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van schulden of het invullen van formulieren. Dit doen we samen met onze ketenpartners. Een andere aanleiding voor het wijzigen van de beleidsregels betreft de halvering van de looptijd van de Msnp en Wsnp. Deze is veranderd van 36 maanden naar (minimaal) 18 maanden. In bepaalde gevallen kan een langer traject worden aangeboden. Voor de vaststelling van deze nieuwe beleidsregels heeft het college om advies gevraagd van de Adviesraad Sociaal Domein. Dit advies hebben we overgenomen.
Inclusieve, laagdrempelige en stress-sensitieve schuldhulpverlening
In de gemeente Rijswijk zetten we de komende jaren in op een inclusieve, laagdrempelige en stress-sensitieve dienstverlening op het gebied van schuldhulpverlening. Op deze manier streeft het college ernaar om inwoners van Rijswijk met (problematische) schulden actief te ondersteunen bij het financieel zelfredzaam worden en blijven. Het doel van het college is om inwoners vertrouwen te geven in een schuldenvrije toekomst en duurzaam uit de schulden te helpen. Daar waar dit niet mogelijk is, zet het college zich in om de situatie beheersbaar te maken. Om uitvoering te geven aan ons schuldenbeleid staat in Rijswijk de kadernota Schulden 2022-2026 centraal. Dat is ons punt op de horizon. Tevens zetten we in op de uitgangspunten van de Brede Schuldenaanpak. Deze zijn:
Het college hecht er veel belang aan dat alle inwoners van Rijswijk bij ons terecht kunnen met vragen over schulden of voor een (oriëntatie)gesprek. De Wgs biedt hiertoe de mogelijkheid doordat vele eisen aan de voorkant zijn komen te vervallen. Bijvoorbeeld: waar voorheen een inwoner een totaaloverzicht van alle schulden moest aanleveren, ligt deze actie tot het verkrijgen van informatie (indien mogelijk) bij de schuldhulpverlener en niet meer bij de inwoner. Door op deze manier te werken, wordt bij de inwoner stress (zoveel mogelijk) weggenomen en wordt deze ontzorgd opdat met een vrije geest kan worden gewerkt aan een schuldenvrije toekomst. Hierbij hanteren onze professionals een grondhouding richting partners en inwoners die aansluit bij de uitgangspunten van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet Belofte (hierna: NVVK - NVVK Belofte). Deze uitgangspunten zijn:
Halvering looptijd minnelijke en wettelijke schuldsanering
Inwoners met schulden kunnen een verzoek doen bij de gemeente om hulp en ondersteuning te krijgen bij het regelen van hun schulden. De gemeente gaat dan namens de verzoeker een regeling treffen met schuldeisers om deze schulden af te lossen. Dit wordt de Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen genoemd. Als het niet lukt om tot een regeling te komen, wordt op verzoek van de inwoner een verzoek gedaan bij de rechtbank voor toelating tot de Wettelijke schuldsanering. Na afloop van het schuldhulpverleningstraject, in een minnelijke traject, wordt de resterende schuld kwijtgescholden. Begin 2023 is een wetsvoorstel aangenomen waardoor de looptijd van een Wsnp-traject per 1 juli 2023 is gehalveerd van 36 naar (minimaal) 18 maanden.
Ook is er besloten om de looptijd van een Msnp-traject te verkorten tot (minimaal) 18 maanden. In deze beleidsregels is de nieuwe looptijd van een Wsnp en Msnp opgenomen. Tevens hebben de gemeente en diens ketenpartners hun dienstverlening hierop aangepast. Denk hierbij aan het aanpassen werkprocessen, brieven, correspondentie en ICT. Om de slagingskans van Msnp- en Wsnp-trajecten te bevorderen, vergroot het college momenteel de schulddienstverlening op het gebied van coaching, begeleiding en nazorg. De begeleiding wordt zo kort als kan en zo lang als nodig is ingezet, afhankelijk van de persoonlijke situatie van inwoners. Uitgangspunten hierbij zijn maatwerk en duurzame gedragsverandering.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Plan van aanpak: in het plan van aanpak staan alle afspraken opgenomen inzake het schuldhulpverleningstraject. Er staat onder meer in welke ondersteuning wordt ingezet, de duur van de ondersteuning, wat de verzoeker zelf kan of moet doen en ook wat hij moet laten. In het plan is opgenomen welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen. Dit is in lijn met artikel 2 van de Wgs.
Saneringskrediet: een schuldregeling waarbij alle schuldeisers in één keer aan de voorkant worden afgelost. De incassoboekhouding valt definitief stil. De schuldeisers krijgen allen binnen korte tijd een deel van hun vordering uitgekeerd en hoeven daarna geen contact meer te onderhouden over de schuld. Om dit te betalen sluit de verzoeker een krediet af bij een kredietbank.
Artikel 2B. Toegang tot schuldhulpverlening
Toegang tot schuldhulpverlening is zowel mogelijk voor degene die zich rechtstreeks wendt tot het college met een verzoek tot toelating tot de Wgs als voor een inwoner die een ondersteuningsaanbod van de gemeente, op basis van een ontvangen signaal van een betalingsachterstand als bedoeld is in artikel 2A, accepteert. Vanaf het moment dat een inwoner laatstgenoemd aanbod accepteert, wordt gesproken van een verzoeker.
Indien een verzoeker zich rechtstreeks wendt tot het college met een verzoek toelating tot de Wgs controleert het college eerst of de verzoeker inwoner is van de gemeente Rijswijk, als bedoeld in artikel 1 van de Wgs, en of een inwoner een verblijfsstatus heeft, als bedoeld in artikel 3, tweede lid van deze beleidsregels;
Artikel 3. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening behoren alle ingezetenen die op grond van de Wet basisregistratie personen (hierna: BRP) zijn ingeschreven bij de gemeente Rijswijk óf ingezetenen zonder adres als bedoeld in artikel 1 Wet basisregistratie personen. Hierbij gaat het ook om zelfstandig ondernemers (zijnde natuurlijke personen).
Artikel 4. Identificatieplicht
Voor de uitvoering van schuldhulpverlening vraagt het college de verzoeker om een identificatiebewijs, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, te laten zien. De identificatieplicht is van belang bij het aanmeldingsgesprek om vast te kunnen stellen of de verzoeker tot de doelgroep, als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels behoort, en om aan te tonen dat de verzoeker is wie hij/zij zegt te zijn;
Artikel 6. Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent schuldhulpverlening aan inwoners op basis van de uitgangspunten zoals opgenomen in de kadernota Schulden 2022-2026 van de gemeente Rijswijk. Daarnaast voert het college conform de Wgs vroegsignalering uit. Wanneer het college signalen van schuldeisers ontvangt over betalingsachterstanden van een inwoner, wordt hij/zij een ondersteuningsaanbod gedaan tot een eerste gesprek en daarmee toelating tot de Wgs.
De vorm waarin het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. Hierbij staat maatwerk centraal. De gemeente geeft in principe voorkeur aan het verstrekken van saneringskredieten, maar kan afhankelijk van bepaalde factoren verschillende vormen van schuldhulpverlening aanbieden. De factoren die onder meer een rol kunnen spelen in het bepalen van de vorm van schuldhulpverlening zijn:
Om de slagingskans van een schuldhulpverleningstraject te vergroten, is een verzoeker naar redelijkheid en billijkheid verplicht om aan een aantal verplichtingen te voldoen. Deze verplichtingen zijn:
Verzoeker doet aan het college, gevraagd en ongevraagd, mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan de verzoeker redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het schuldhulpverleningstraject, zowel in de aanvraagprocedure, de stabilisatiefase als gedurende het schuldhulpverleningstraject. Verzoeker heeft onder meer een inlichtingenplicht bij:
Eventueel aanvullende verplichtingen kunnen worden opgenomen in het plan van aanpak.
De beschikking, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Rijswijk 2021 en de Awb, gegeven binnen acht weken.
Artikel 10 Beëindiging schuldhulpverlening
Voordat het schuldhulpverleningstraject wordt beëindigd conform artikel 10 eerste lid onder a en b, word de verzoeker etc. (geen opsomming met a)de verzoeker éénmaal schriftelijk een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog binnen de gestelde termijn aan de verplichting te voldoen. Deze hersteltermijn wordt schriftelijk geboden;
Leerbaarheid van verzoekers kan niet worden vastgesteld tijdens de eerste gesprekken inzake de schuldhulpverlening. Om hier vroegtijdig inzicht in te krijgen kan het college gebruik maken van een diagnose-instrument. Indien tijdens het schuldhulpverleningstraject toch blijkt dat een verzoeker niet voldoende leerbaar is, kan het college besluiten om de verzoeker op termijn bij een andere hulpverlenende instantie te plaatsen of aanvullende ondersteuning op maat te bieden.
De verzoeker dient een schuldregelingsovereenkomst (niet zijnde het plan van aanpak) te tekenen. Hier zijn onder andere de volgende onderdelen in opgenomen:
Artikel 13. Verhuizingen naar een andere gemeente
Wanneer een verzoeker verhuist naar een andere gemeente en sprake is van schuldbemiddeling, wordt contact gezocht met de toekomstige gemeente van de verzoeker om de verdere voortzetting van het schuldhulpverleningstraject te bespreken. Hierbij wordt maatwerk geleverd. Indien een schuldregeling met een saneringskrediet is ingeregeld, wordt deze na verhuizing voortgezet. In samenspraak met de toekomstige gemeente wordt de verdere voortzetting van het schuldhulpverleningstraject besproken.`
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in Nieuwsblad Rijswijk en op www.overheid.nl
Aldus vastgesteld op:
12 december 2023
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
P.M. Schuit
de burgemeester,
H. Sahin
TOELICHTING OP BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING
Hieronder worden de beleidsregels schuldhulpverlening artikelsgewijs toegelicht:
Artikel 2A. Signaal in het kader van vroegsignalering
In het kader van preventie is in de Wgs opgenomen dat gemeenten verplicht zijn om vroegsignalering uit te voeren. Dit betekent dat gemeenten signalen ontvangen van signaalpartners over (beginnende) betalingsachterstanden en hierop anticiperen om te voorkomen dat betalingsachterstanden verder toenemen of (problematische) schulden ontstaan. Op deze manier kunnen we vroegtijdig acteren en snel hulp bieden om erger te voorkomen.
De gemeente Rijswijk voert al enkele jaren een aanpak vroegsignalering uit. In 2023 hebben we hier een doorstart mee gemaakt. Zo hebben we bijvoorbeeld een afwegingskader ontwikkeld. In dit document is opgenomen hoe we omgaan met signalen van convenantpartners, hoe we deze matchen en welke instrumenten we inzetten om deze op te volgen. Instrumenten die wij onder meer inzetten om signalen op te volgen zijn: huisbezoeken, telefonisch contact, brieven en e-mails.
Artikel 2B. Verzoek tot schuldhulpverlening
In het verleden diende een inwoner een formele aanvraag in te dienen bij het college volgens een vastgesteld aanvraagformulier. Dit is gewijzigd met de herziening van de Wgs. Een aanvraag is niet meer noodzakelijk. Een wending tot het college met een verzoek tot toelating tot de Wgs is voldoende. Een verzoek houdt in dat een inwoner zich officieel meldt bij de gemeente voor een schuldhulpverleningstraject. De toegang tot de schuldhulpverlening is op deze manier zeer toegankelijk gemaakt. Afhankelijk van de situatie kan de verzoeker geïnformeerd worden of er een gezamenlijk verzoek moet worden ingediend. Dit is bijvoorbeeld het geval als de verzoeker gehuwd is in gemeenschap van goederen. Dit kan ook gelden als de verzoeker gehuwd is onder huwelijkse voorwaarden of samenwonend en er zijn bijvoorbeeld gezamenlijke schulden.
Artikel 3. Doelgroep en toegang gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle (meerderjarige) inwoners van de gemeente Rijswijk hebben toegang tot de Wgs. De gemeente Rijswijk voert een inclusief beleid waarbij geen eisen of uitsluitingsgronden vooraf worden gehanteerd. Wel kunnen er bepaalde voorwaarden en verplichtingen in de beschikking worden opgenomen. Ook zelfstandig ondernemers hebben toegang tot de Wgs. Zij kunnen, net zoals natuurlijke personen, in aanmerking komen voor schuldhulpverlening. De dienstverlening voor ondernemers wordt geleverd vanuit het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De ondernemer kan een lening aanvragen voor het saneren van de schulden. Een onderzoek naar de levensvatbaarheid maakt deel uit van de aanvraagprocedure. De verkorting van de aflosperiode geldt niet automatisch voor een krediet op basis van het Bbz. Het resultaat van een levensvatbaarheidsonderzoek is hierbij bepalend. Vaak wordt een aflosperiode van 36 maanden geadviseerd, omdat deze termijn een gunstiger effect oplevert bij het beoordelen van de levensvatbaarheid van een onderneming die wordt voortgezet. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken als dit de levensvatbaarheid van het bedrijf ten goede komt. Een lening in het kader van het Bbz moet uiterlijk worden terugbetaald in maximaal 10 jaar.
Op grond van artikel 3, vijfde lid van de Wet kan een vreemdeling slechts in aanmerking komen voor schuldhulpverlening, indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierbij gaat het grofweg om de volgende groepen:
Indien een vreemdeling valt onder één van de bovengenoemde groepen behoort hij of zij tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 4. Identificatieplicht
Inwoners die het ondersteuningsaanbod in het kader van vroegsignalering accepteren vanuit dienen te beschikken over een geldig legitimatiebewijs en behoren tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 1h. In het geval een inwoner een tijdelijke verblijfsvergunning heeft, dient deze op het moment van verzoek in ieder geval nog twee jaar geldig te zijn om voor een regelend product in aanmerking te komen, omdat een schuldregeling een minimale looptijd van 18 maanden kent.
Inwoners dienen te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats in de gemeente Rijswijk. Het woonadres dient juist en volledig in het BRP te zijn opgenomen. Onder de Wet BRP geldt het uitgangspunt dat van iedere ingezetene een woonadres of een briefadres wordt opgenomen. Het college is bevoegd om ambtshalve een briefadres op te nemen indien het woonadres ontbreekt en door de betrokken ingezetene geen aangifte wordt gedaan van een briefadres. Dit betekent dat de zogeheten centrumgemeenten niet langer verantwoordelijk zijn voor schuldhulpverlening aan een ingezetene zonder adres.
Artikel 5. Wacht- en doorlooptijd
Met dit artikel wordt expliciet duidelijk gemaakt in welke gevallen de gemeente binnen de vastgestelde doorlooptijden moet handelen.
Artikel 6. Aanbod schuldhulpverlening
Een effectieve inzet van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden in dit artikel factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt besloten welke dienstverlening vervolgens kan worden ingezet. Naast deze aanbodgerichte denkwijze is minstens zo belangrijk dat er vraaggericht (wat wil de verzoeker en wanneer is hij/zij geholpen) wordt gewerkt, zodat er ook daadwerkelijk maatwerk wordt geleverd.
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker vooropgesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoekers zelf om tijdig de benodigde, recente informatie te geven, mee te werken om uit de bestaande situatie te komen en zoveel mogelijk van de schulden aan schuldeisers af te lossen. Verzoekers hebben dus conform de Wgs een inlichtingenplicht en een medewerkingsplicht. Hieruit voortvloeien een aantal generieke verplichtingen, oftewel afspraken tussen de gemeente en de verzoeker. Deze verplichtingen staan onder meer in artikel 7. Op basis van de persoonlijke situatie van verzoekers beoordelen we welke aanvullende afspraken nodig zijn. Deze nemen we op in het plan van aanpak. Maatwerk is hierbij het uitgangspunt. De rol van de gemeente is immers om te bemiddelen tussen verzoeker en schuldeiser(s) en vanuit de bestaande wensen en mogelijkheden te komen tot een maatwerk oplossing. Hierbij sluiten we ons bij voorkeur zoveel mogelijk aan bij de richtlijnen van het (meest recente) Vtlb-rapport en de NVVK.
Indien de verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 7, het plan van aanpak en de schuldhulpovereenkomst kan het college besluiten om een verzoek tot toelating tot de Wgs af te wijzen dan wel een schuldhulpverleningstraject te beëindigen. In de fase tot en met de beoordeling van het verzoek is er sprake van een afwijzing. Indien een verzoeker reeds is toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening gaat het om beëindiging.
Alvorens wordt overgegaan tot een beëindiging omdat niet is voldaan aan de verplichtingen uit artikel 7, het plan van aanpak en de schuldhulpovereenkomst wordt eenmaal een termijn geboden om alsnog aan deze verplichtingen te voldoen. Er wordt direct overgegaan tot beëindiging van het schuldhulpverleningstraject indien geen gehoor wordt gegeven aan de hersteltermijn. In dit artikel wordt ook beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd.
Het college moet binnen 8 weken een beschikking hebben afgegeven, een plan van aanpak hebben opgesteld voor de schulden en het afsprakenpakket in een beschikking hebben opgenomen. Het plan van aanpak maakt onderdeel uit van de beschikking. In het plan van aanpak kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het uitbreiden van inkomen, niet maken van nieuwe schulden etc.
Bij het opzetten van een schuldregeling werkt de schuldhulpverlener conform de gedragscode van de NVVK. Dat betekent dat zowel de verzoeker als de schuldeiser ervan verzekerd zijn dat diens belangen behartigd zijn. Zowel voor gemeenten als voor verzoekers zijn een aantal rechten en plichten van toepassing. Die worden opgenomen in de beschikking, het plan van aanpak en de schuldregelingsovereenkomst.
Bij het niet nakomen van de afspraken in de schuldregelingsovereenkomst kan dit tot voortijdige beëindiging van de regeling leiden. Het college bepaalt op basis van de situatie, mogelijkheden en capaciteiten van de verzoeker welke vorm van schuldenregeling aangeboden wordt. De looptijd van een regeling gaat in vanaf het moment dat voor de eerste keer de volledig berekende afloscapaciteit wordt gereserveerd. Voor het bepalen van de afloscapaciteit wordt een toets gedaan. Via deze toets wordt nagegaan of en in hoeverre een schuld problematisch is. Dat is het geval wanneer de afloscapaciteit lager is dan de schuld. Indien een schuld problematisch is, wordt een schuldhulpverleningstraject van (minimaal) 18 maanden geboden. In bepaalde gevallen kan ook een traject van langer dan 18 maanden worden afgesproken. Wanneer een schuld niet problematisch is, kan de gemeente een andere dienstverleningsinstrument aanbieden. Denk bijvoorbeeld aan een betalingsregeling.
Tot slot wordt een schuldenregelingsovereenkomst opgesteld en ondertekend. De schuldbemiddelingsovereenkomst is een overeenkomst tussen verzoeker en schuldeiser(s) waarin wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald, in termijnen, naar draagkracht en tegen finale kwijting. Een betalings- of schuldregeling kan in verschillende vormen worden ingevuld. Instrumenten die behoren tot onze dienstverlening en kunnen worden ingezet te ondersteuning van verzoekers, zijn onder meer een:
De schuld wordt volledig afgelost. Soms zijn verzoekers in staat om binnen 18 maanden hun schulden af te betalen maar hebben ze hulp nodig bij het realiseren van de betalingsafspraken. Er zijn ook situaties denkbaar waarbij een schuldregeling niet mogelijk is (zoals mogelijk bij een bestuurlijke boete). De verzoeker kan geholpen worden bij het treffen van realistische betalingsafspraken, waarbij een looptijd langer dan 18 maanden tot de mogelijkheden behoort.
Door middel van een door de schuld regelende instelling te verstrekken krediet worden de schulden van de verzoeker geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting voldaan. De verzoeker betaalt maandelijks de lening terug aan de kredietverstrekker, de looptijd van het krediet is minimaal 18 maanden. Met een saneringskrediet als schuldregelingsvorm krijgen schuldeisers eenzelfde deel van de vordering als bij schuldbemiddeling vooraf wordt afgesproken en heeft iemand alleen nog de kredietbank als schuldeiser.
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als het gaat om een Bbz-traject voor het regelen van schulden van zelfstandig ondernemers, kan de gemeente kiezen voor een schuldhulpverleningstraject dat langer duurt dan 18 maanden. Hierbij worden maatwerk en het belang van de inwoner als uitgangspunten genomen. De looptijd van een Bbz-traject is veelal 36 maanden.
Hiermee staat de mens centraal en niet de juridische afwikkeling. Verzoekers met een saneringskrediet ervaren meer schuldenrust dan verzoekers met een schuldbemiddeling als schuldregeling. Saneringskredieten worden in (bijna) alle gevallen succesvol afgelost. Ook schuldeisers zien de voordelen van een saneringskrediet, omdat zij de boekhouding definitief kunnen sluiten. Dit is in lijn met het doel van de Wgs en het sluit ook aan bij de uitgangspunten van de NVVK belofte.
Dit instrument kent een looptijd van minimaal 18 maanden. Indien de schulden niet binnen deze periode volledig kunnen worden afgelost, wordt vooraf met de schuldeisers onderhandeld en verzocht het restant kwijt te schelden tegen finale kwijting. Jaarlijks wordt een zo groot mogelijk deel van de schulden afgelost en ieder jaar wordt opnieuw berekend hoeveel de verzoeker kan aflossen. Daarna volgt kwijtschelding door de schuldeisers. Het aflosbedrag gaat omhoog als de verzoeker tijdens de aflosperiode meer inkomen krijgt.
Dit is een verplicht onderdeel van een schuldregeling waarbij de afloscapaciteit wordt veiliggesteld. Het kan ook worden verplicht in geval van een betalingsregeling. De verzoeker dient daartoe een overeenkomst met daarin alle verplichtingen en afspraken te ondertekenen. Beëindiging van het financieel beheer is verbonden aan de, eventueel voortijdige, beëindiging van het bijbehorende aanbod.
Beleid: Saneringskrediet, tenzij
Het beleid van het college is dat we in principe altijd voorrang geven aan saneringskredieten boven schuldbemiddeling, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dat niet te doen. Dit is conform het landelijke beleid en het handboek saneringskredieten van de NVVK. De keuze voor dit beleid kent hoofdzakelijk drie redenen:
Door de schuldenrust die ontstaat bij een saneringskrediet is er meer ruimte bij de inwoner om aan andere zaken te werken. Er is nog maar één resterende schuldeiser en dat is de kredietbank. Hierdoor ontstaan betere kansen op het volgen van een opleiding, het vinden van werk en/of het anders omgaan met geld. Bovendien heeft de gemeente meer tijd voor gedragsverandering.
Om deze redenen wint het saneringskrediet aan populariteit. Het saneringskrediet draagt op deze manier bij aan een duurzame oplossing en voorkomt (in de meeste gevallen) dat inwoners na een paar jaar opnieuw schulden hebben.
Minder administratieve belasting
In de veelvuldige contacten van gemeenten en kredietbanken met schuldeisers is geconstateerd dat grote schuldeisers de voorkeur geven aan werken met saneringskredieten, omdat zij dossiers sneller kunnen sluiten. De belangrijkste winst van de geringere administratieve belasting is dat de gemeente meer tijd heeft voor begeleiding, training en duurzame gedragsverandering. Bron: NVVK, handboek saneringskredieten.
Artikel 13. Verhuizingen naar een andere gemeente
Wanneer een verzoeker verhuist naar een andere gemeente en er sprake is van schuldbemiddeling, wordt er contact gezocht met de toekomstige gemeente van de verzoeker om de verdere voortzetting van het schuldhulpverleningstraject te bespreken. Hierbij wordt maatwerk geleverd. Indien een schuldregeling met een saneringskrediet is ingeregeld, wordt deze na verhuizing in samenspraak met de toekomstige gemeente besproken en voortgezet.
Het kan voorkomen dat gezien de situatie, vaardigheden en mogelijkheden van de verzoeker een schuldenvrije toekomst niet tot de opties behoort. Het staat de gemeente in die situaties vrij de schuldhulpverlening te beëindigen. Daarbij zal de gemeente zich inspannen om te komen tot een acceptabele situatie, waarbij andere professionals, vrijwilligers of particulieren de verzoeker verder ondersteunen.
Artikel 14. Onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in zeer bijzondere of onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-544472.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.