Verordening tot wijziging van de Verordening Wmo 2022 gemeente Leeuwarden

 

De gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;

gelet op artikel 108, tweede lid en artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

 

b e s l u i t

 

 

tot vaststellen van de:

Verordening tot wijziging van de Verordening Wmo 2022 gemeente Leeuwarden

 

Deze verordening is vastgesteld op 6 december 2023.

 

 

 

In Artikel 10. Inhoud beschikking lid 3 en 4 gewijzigd als volgt:

 

  • 3.

    Bij het verstrekken van een individuele maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke de te verstrekken voorziening is, wat het beoogde resultaat daarvan is en indien van toepassing wat de omvang is;

    • b.

      wat de ingangsdatum en indien van toepassing wat duur van de verstrekking is;

    • c.

      indien van toepassing, welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

 

  • 4.

    Bij het verstrekken van een individuele maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      voor welke voorziening het PGB moet worden aangewend, wat het beoogde resultaat daarvan is en indien van toepassing wat de omvang is;

    • b.

      wat de hoogte van het PGB is;

    • c.

      welke eisen gelden voor de besteding van het PGB;

    • d.

      welke voorwaarden aan het PGB verbonden zijn;

    • e.

      wat de ingangsdatum en indien van toepassing de duur is van de verstrekking waarvoor het PGB is bedoeld;

    • f.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het PGB.

 

 

In artikel 11, lid 6 gewijzigd als volgt:

 

  • 6.

    Bij de tariefbepaling voor een PGB wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van ondersteuning (formele en informele ondersteuning) en voor zover van toepassing, de te bieden deskundigheid en/of de in de branche geldende kwaliteitseisen. Dit geldt zowel voor de lokale Wmo voorzieningen als de regionale voorziening Beschermd wonen (Intramuraal beschermd wonen, JongThuis en ThuisBasis). De tarieven voor formele ondersteuning PGB zijn niet gelijk aan de ZIN tarieven, omdat er door de betreffende zorgaanbieders minder overheadkosten gemaakt hoeven worden dan een door gemeente gecontracteerde aanbieders. Dit betreft o.a. kosten in relatie tot de aanbesteding en bijbehorende programma van eisen, verantwoordingsrapportages en (afstemmings)overleggen.

    • a.

      het maximale PGB tarief voor formele ondersteuning wordt gebaseerd op 80% van het zorg in natura tarief.

    • b.

      in aanvulling op lid 6 sub a, is het PGB tarief voor formele ondersteuning Thuisondersteuning en Dagbesteding vanaf 2021 gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de gebruikte eenheden PGB in 2018 én de vastgestelde PGB tarieven 2020 (gebaseerd op 80% van Zorg in Natura). Dit is conform de systematiek die ook gehanteerd is voor de vaststelling van de lumpsum 2021 voor Zorg in Natura. De PGB tarieven voor formele ondersteuning Thuisondersteuning en Dagbesteding worden vervolgens jaarlijks geïndexeerd.

    • c.

      in aanvulling op lid 6 sub a, is het PGB tarief voor formele ondersteuning Hulp bij Huishouden vanaf 2021 gebaseerd op de vastgestelde PGB tarieven 2020 (gebaseerd op 80% van Zorg in Natura). Het PGB tarief voor Hulp bij Huishouden wordt vervolgens jaarlijks geïndexeerd.

    • d.

      het PGB tarief voor informele ondersteuning bedraagt maximaal het uurloon van de passende loonschaal uit de geldende CAO VVT (hoogste periodiek, inclusief vakantietoeslag en tegenwaarde van verlofuren), met uitzondering van informele ondersteuning in de vorm van Kortdurend Verblijf en Dagbesteding.

    • e.

      in aanvulling op lid 6 sub d, bedraagt de vergoeding bij informele ondersteuning in de vorm van Kortdurend Verblijf (met of zonder zorg) en Dagbesteding, conform de ministeriële regeling voor hulp uit het sociaal netwerk (te betalen uit een PGB), maximaal € 141,- per kalendermaand.

    • f.

      indien het om een hulpmiddel gaat, wordt de maximum hoogte van het PGB vastgesteld op basis van de verkoopprijs van de goedkoopst adequate door gemeente gecontracteerde zorgaanbieder aangeboden voorziening.

 

 

In artikel 11, lid 10g gewijzigd als volgt:

  • 10.

     

    • a.

      Er mag niet meer dan de landelijk vastgestelde belastingvrije reiskostenvergoeding aan de zorgaanbieder worden betaald, voor een reisafstand vanaf 6 km (enkele reis) tot maximaal 150 km (retour) per persoon per keer.

 

 

In artikel 12, lid 4 en 13 gewijzigd als volgt:

  • 4.

    De hoogte van de bijdrage in de kosten voor het gebruik van één of meerdere individuele maatwerkvoorzieningen (in natura of PGB) en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen tezamen – met uitzondering van Intramuraal beschermd wonen, Opvang en lokaal Wmo-vervoer - bedraagt de landelijk vastgestelde eigen bijdrage, tenzij op basis van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 13.

    De bijdrage voor de regionale Beschermd wonen voorziening JongThuis en ThuisBasis bedraagt overeenkomstig lid 4 het landelijk vastgestelde eigen bijdrage.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Naar boven