Wijzigingsverordening Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2016;

Gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer;

 

 

BESLUIT

 

Over te gaan tot vaststelling van de volgende wijzigingsverordening:

Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016

Artikel I Wijzigingen

De Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

In de verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    Inzamelmiddel: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van een huishouden;

  • -

    Inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plats:

  • -

    Inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of – plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • -

    Perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

     

    • 2.

      Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

     

    • 3.

      Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

C. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

     

    • 2.

      In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

      • -

        verpakkingsmateriaal van plastic, metaal en drinkpakken,

      • -

        bioafval;

      • -

        papier en karton;

      • -

        metaal

      • -

        glas;

      • -

        textiel;

      • -

        elektrische of elektronische apparatuur;

      • -

        klein chemisch afval;

  • 2.

    Het derde lid wordt verwijderd.

D. Artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

E. Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de bepaalde dag en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

F. Artikel 11 komt te luiden:

 

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, verschuldigde heffing is voldaan.

 

G. Artikel 12 komt te luiden:

 

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen, of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten.

 

H. Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het tweede lid, inhouden.

I. Artikel 14, tweede lid, onder d, komt te luiden:

 

  • d.

    handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Omgevingswet of het Besluit bodemkwaliteit.

J. Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede en derde lid komen te vervallen.

     

  • 2.

    ‘1’ wordt verwijderd.

K. Artikel 18 komt te luiden:

 

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.

 

L. Artikel 19 komt te luiden:

 

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.

 

M. Artikel 20 komt te luiden:

 

Artikel 20. Kadavers van gezelschapsdieren

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder gezelschapsdier verstaan: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een ondernemer aanwijzen die belast is met de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren.

  • 3.

    Van de ingezamelde kadavers wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 3.1 van de Wet dieren.

  • 4.

    Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af aan de ondernemer, bedoeld in het tweede lid.

  • 5.

    Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.

  • 6.

    Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.

N. Artikel 20 wordt vernummerd naar 21 en komt te luiden:

 

Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 12 tot en met 20 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

 

O. Artikel 21 wordt vernummerd naar 22 en komt te luiden:

 

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 18.6 van de Omgevingswet door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

 

P. Artikel 22 wordt vernummerd naar 23.

 

Q. Artikel 23 wordt vernummerd naar 24.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: wijzigingsverordening Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2023,

De raad voornoemd,

de griffier,

W. Hooghiemstra

de voorzitter,

G.F. Naafs

Naar boven