Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 542437 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2023, 542437 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Aanwijzing gevallen bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie delen omgevingsplan
De raad van de gemeente Dijk en Waard;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d….;
gelet op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024;
gelet op het bepaalde in artikel 2.8 en artikel 4.14 lid 5 van de Omgevingswet;
gelet op het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet;
Besloten in de openbare vergadering van 8 november 2023
De griffier,
M. (Menno) Horjus
De voorzitter,
M.F. (Maarten) Poorter
Lijst van gevallen met bindend adviesrecht en participatieplicht
Aan het eind van de tabel is op onderdelen een toelichting opgenomen (zie eindnoten).
Het adviesrecht van de gemeenteraad komt in de plaats van het onder de huidige wetgeving bekende fenomeen ‘verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad’ (vvgb). De gemeenteraad van Heerhugowaard en Langedijk hebben onder de huidige wetgeving allebei een lijst met categorieën van gevallen vastgesteld, waarvoor een vvgb niet noodzakelijk is. Deze verschilt op onderdelen van elkaar. Het nu voorliggende voorstel met categorieën van gevallen waarvoor de raad gebruik wil maken van het adviesrecht, is als het ware een omgekeerde versie hiervan. Op deze manier blijft de nieuwe situatie zo dicht mogelijk bij de situatie zoals deze nu is en kan als het ware beleidsneutraal worden overgegaan. In het overzicht zijn beide regelingen naast elkaar gezet (is/wordt).
Een verregaande uitbreiding van de lijst van categorieën behorende bij het adviesrecht komt niet tegemoet aan het doel van de Omgevingswet om de vergunningsprocedure sneller te maken en aan de veranderende rol van de gemeenteraad.
ii Participatie in de Omgevingswet
Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. En het is verplicht voor het bevoegd gezag. De gemeente moet ervoor zorgen dat alle belanghebbenden hun meningen kunnen geven over een visie of plan. Zoals een Omgevingsvisie of een Omgevingsplan. Belanghebbenden zijn bijvoorbeeld inwoners, bedrijven, verenigingen, scholen.
Bij een omgevingsvergunning moet de aanvrager aangeven of hij omwonenden bij de aanvraag betrokken heeft.
Vergunningverlening: toets omgevingsplan
In veruit de meeste gevallen is de gemeente het bevoegd gezag voor het verlenen van de vergunning. De gemeente toetst dan ook of het initiatief past in het omgevingsplan. Daarbij zijn er drie mogelijkheden:
Participatie bij vergunningverlening
Bij mogelijkheid 1 en 2 is participatie voor een initiatiefnemer niet verplicht. Dit zijn activiteiten die binnen de regels van het omgevingsplan vallen. En bij het vaststellen van het omgevingsplan zelf heeft al participatie plaatsgevonden. Participatie door de initiatiefnemer wordt wel gestimuleerd.
Participatie kan wel verplicht zijn als iemand een vergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (mogelijkheid 3) aanvraagt. Dat zijn activiteiten die niet in het omgevingsplan staan. Hierover heeft dus nooit eerder participatie plaatsgevonden. Of participatie in deze situatie wel of niet verplicht is, is aan de gemeenteraad om te bepalen. De gemeenteraad kan namelijk categorieën van gevallen aanwijzen waarvoor deze verplichting geldt. Dat staat in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet.
Bij deze categorieën van verplichte participatie geldt dat de aanvrager bij de aanvraag van de vergunning moet laten zien hoe hij belanghebbenden bij de aanvraag heeft betrokken.
Het besluit van de gemeenteraad
De gemeenteraad beslist dus of participatie ook verplicht moet zijn bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (opa’s). Hier zijn drie opties om uit te kiezen:
Ad 1. Voorstanders van deze optie willen terughoudend zijn in het opleggen van regels en dus ook de verplichting van participatie.
Ad 2. Voorstanders van deze optie menen dat het niet logisch is dat participatie in alle instrumenten van de Omgevingswet verplicht is, behalve bij deze buitenplanse opa’s. Als je het overal verplicht, wees dan ook consequent. Vooral ook omdat er bewust wordt afgeweken van de regels uit het omgevingsplan. Dat kan nogal consequenties hebben voor omwonenden en belanghebbenden.
Echter, een algemeen besluit het ‘in alle gevallen’ van buitenplanse opa’s participatie verplicht te stellen, is niet toegestaan. Er dient expliciet gemaakt te worden in welke gevallen de verplichte participatie dus wel geldt. In deze optie wordt een zo compleet mogelijke lijst van categorieën van gevallen vastgesteld.
Ad 3. Voorstanders van deze optie kiezen ervoor om heel bewust te kijken naar initiatieven die het meest impact maken. Vaak wordt hier een koppeling gemaakt met de lijst van gevallen waarvoor de gemeenteraad gebruik wil maken van haar adviesrecht. Maar het staat de gemeenteraad geheel vrij om eigen categorieën van gevallen aan te wijzen.
Lijst met categorieën verplichte participatie
In de laatste kolom is de voorgestelde lijst met categorieën voor verplichte participatie opgenomen. Hierbij is aansluiting gevonden met de lijst van categorieën voor het adviesrecht van de raad (derde kolom), maar dat de ‘drempel’ voor verplichte participatie lager ligt dan bij het adviesrecht. Op deze manier wordt zo veel als mogelijk participatie verplicht gesteld, terwijl toch de koppeling met het adviesrecht overeind blijft (combinatie tussen optie 2 en 3).
Deze categorie is van toepassing op zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Bij adviesrecht: het maximale aantal woningen is afgeleid van het begrip voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling uit de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’. In de jurisprudentie is het begrip ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling’ nader begrensd. Zo wordt een plan voor 11 woningen niet gezien als een stedelijke ontwikkeling. Ad 1.2.: dit biedt de mogelijkheid om woningen te realiseren in een bestaand gebouw met een andere functie. De contouren en/of het bouwvolume mag daarbij niet veranderen.
iv In overeenstemming met de POV 2020 artikel 6.13
v Maatschappelijke voorzieningen:
Met ‘grootschalig’ wordt hier bedoeld die maatschappelijke voorzieningen, die normaal gesproken niet zonder meer overal in de woonomgeving passen, gelet op specifieke eisen ten aanzien van het gebruik, situering en bereikbaarheid. In veel gevallen gaat het hier om intensieve functies/ voorzieningen
vi Bovenlokaal: functioneel en fysiek verbonden met het grondgebied en invloedsfeer van andere overheden, bijvoorbeeld het regionaal (door)fietsnetwerk.
Voor energievoorzieningen is in de huidige situatie niets opgenomen. De verwachting is dat dergelijke initiatieven de komende jaren vaker voor zullen komen. Deze initiatieven hebben een behoorlijke ruimtelijke impact. Derhalve is het voorstel om bij de aanleg van alle zonnevelden en bij windturbines hoger dan 15 meter een adviesplicht op te nemen. Bij amendement heeft de raad besloten om bij alle windturbines, ongeacht de hoogte, een adviesplicht op te nemen.
Het opwekken en/of de opslag van andere vormen van energie (zoals buurtbatterij, biomassa-installatie en waterstof) is nu nog niet in de lijst opgenomen. Deze vorm van opslag en opwekking is nog niet voldoende uitontwikkeld. Zodra hierover meer duidelijkheid is afwegen of lijst aangepast moet worden.
Datacentra zijn op grond van rijksbeleid uitgesloten voor vestiging op het grondgebied van Dijk en Waard.
In de Algemene Plaatselijke Verordening / het omgevingsplan is een vergunningplicht opgenomen voor evenementen. Voor elk vergunningplichtig evenement, waarbij een bopa noodzakelijk is, is ook participatie verplicht gesteld.
x Aanvraag past binnen vastgestelde kaders:
We stimuleren initiatiefnemers om zo vroeg mogelijk met ons in overleg te treden en de omgeving vroegtijdig en voldoende te betrekken. Bij initiatieven met een grote impact op de fysieke leefomgeving kan een besluit van de raad onderdeel zijn van dit proces voorafgaand aan de formele aanvraag. Indien een aanvraag past binnen het besluit en/of de kaders van de raad, dan is een besluit van de raad niet nogmaals noodzakelijk. Daarom is voor die gevallen een uitzondering opgenomen. Onder kaders wordt verstaan: een principebesluit, een (stedenbouwkundige/strategische) visie, stedenbouwkundige randvoorwaarden, beleidsnotities, het (voor)ontwerp omgevingsplan of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader. Er kan niet eenzelfde uitzondering voor de participatieverplichting worden opgenomen. Echter, bij gevallen waarbij de raad voorafgaand aan de aanvraag betrokken is, is het ook aannemelijk dat participatie reeds heeft plaatsgevonden. De resultaten daarvan zijn dus al voorhanden en kunnen door de initiatiefnemer ingediend worden bij de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-542437.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.