Gemeenteblad van Cranendonck
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2023, 541333 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2023, 541333 | beleidsregel |
Beleidsregel locatiekeuze afval inzamelvoorzieningen gemeente Cranendonck
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel locatiekeuze afval inzamelvoorzieningen gemeente Cranendonck
Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet Bestuursrecht;
Besluiten de volgende Beleidsregel locatiekeuze afval inzamelvoorzieningen gemeente Cranendonck
Beleidsregel locatiekeuze afval inzamelvoorzieningen gemeente Cranendonck
Dit document geeft het beleidskader voor het bepalen van locaties voor inzamelvoorzieningen in de gemeente Cranendonck. Ze zijn ook van toepassing op de bestaande locaties welke zo nodig worden gewijzigd. De gemeente beoogt het bewoners mogelijk te maken om afval te scheiden. Ook wil de gemeente de locaties van de inzamelvoorzieningen met de juiste betrokkenheid van bewoners bepalen.
De plaatsing van inzamelvoorzieningen dient aan te sluiten op het gemeentelijk beleid op het gebied van de openbare ruimte en op het gebied van de inzameling / verwerking van grondstoffen en afvalstoffen.
Het beleidskader heeft betrekking op de locaties van zowel ondergrondse als bovengrondse inzamelvoorzieningen.
Hieronder wordt eerst ingegaan op de criteria die gehanteerd worden bij het in aanmerking komen voor een ondergrondse inzamelvoorziening. Vervolgens wordt er ingegaan op de criteria die gehanteerd worden bij het bepalen van een locatie. Tenslotte is de te volgen procedure bij het vaststellen van locaties beschreven.
Bij de afweging worden alle genoemde criteria getoetst. Soms zal blijken dat niet aan alle criteria gelijktijdig voldaan kan worden en dat er weinig speelruimte is voor alternatieve locaties. In dat geval kiest de gemeente voor de meest optimale of meest aanvaardbare oplossing.
HOOFDSTUK ll ONDERGRONDSE CONTAINERS
Artikel 3. Aanwijzing van ondergrondse container
Voor woningen in de gestapelde bouw met 20 woningen of meer in één gebouw, kan een initiatiefnemer van een wooncomplex bij het opstellen van een bouwplan met de gemeente overleggen of een ondergrondse inzamelcontainer voor restafval een (beter) alternatief is voor de traditionele afvalinzameling met minicontainers;
Op punt 3 wordt een uitzondering gemaakt als de beschikbare eigen berging kleiner is dan 10 m² en de tuin kleiner is dan 15 m² en/of in het openbare gebied onvoldoende ruimte is voor het aanbieden van de containers tijdens de inzameldag van het restafval. Dan kan een initiatiefnemer van een wooncomplex bij het opstellen van een bouwplan met de gemeente overleggen of een ondergrondse inzamelcontainer voor restafval een (beter) alternatief is voor de traditionele afvalinzameling met een minicontainer;
PMD, Oud Papier en incontinentiemateriaal worden niet ingezameld met ondergrondse containers. Woningen in de gestapelde bouw bieden het oud papier gebundeld aan straat aan en maken voor het PMD en luierafval gebruik van de door de gemeente verstrekte zakken. Luierafval wordt naar luiercontainers gebracht en PMD-zakken worden huis aan huis opgehaald.
Artikel 4. Locatierichtlijnen plaatsing ondergrondse containers
Hieronder volgt een beschrijving van de richtlijnen waaraan de plaatsing van een ondergrondse container wordt getoetst. Er zal altijd een integrale afweging plaatsvinden om binnen deze richtlijnen tot een meest optimale oplossing/locatie te komen.
Artikel 4.4 Bereikbaarheid locatie voor bewoners
De loopafstand van een, op een ondergrondse container aangesloten, perceel tot de dichtstbijzijnde ondergrondse container voor restafval bedraagt maximaal 200 meter. Het streven is om onder de 125 meter van perceel tot de ondergrondse container te blijven. Hierbij wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang van het hoogbouwcomplex of bij laagbouw vanaf de (meest gunstige) erfgrens.
Er wordt een verdeelsleutel gehanteerd waarbij een appartementencomplex met minder dan 20 aansluitingen een tarief per aansluiting wordt doorberekend. Er moeten dan wel mogelijkheden zijn om omliggende appartementen op dezelfde container aan te sluiten en hen deel te laten nemen in de kostenverdeling.
Artikel 5. Locatierichtlijnen plaatsing GFT-cocon
De locatie voor het plaatsen van een GFT-cocon wordt in beginsel getoetst aan dezelfde voorwaarden als bij een ondergrondse container (indien van toepassing). Enkele aanvullende richtlijnen zijn specifiek op GFT-cocons van toepassing.
Voor het plaatsen van een GFT-cocon is het in principe niet noodzakelijk te graven. Indien desondanks tijdens de plaatsing blijkt dat een kabel of leiding aanwezig is waardoor het plaatsen van de GFT-cocon niet mogelijk is, wordt er een afweging gemaakt tussen een alternatieve locatie voor de GFT-cocon of het verleggen van de kabels en leidingen.
Artikel 8. Procedure bij bepalen locaties.
Het bepalen van de locaties van inzamelvoorzieningen en specifiek van ondergrondse containers vereist een zorgvuldige, transparante en consistente besluitvorming.
Voor het plaatsen van ondergrondse containers wordt door het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) een aanwijzingsbesluit vastgesteld. Tegen een besluit kunnen belanghebbenden in verweer gaan. De algemene wet bestuursrecht biedt hiervoor twee mogelijkheden:
Zienswijze en beroep conform Afdeling 3.4 Awb. Bij verweer conform Afd. 3.4 Awb, wordt een zienswijze op het Ontwerpbesluit bij de gemeente ingediend. De locatiekeuzen dienen daartoe de status van Ontwerpbesluit te hebben. De gemeente handelt de zienswijze af door het Ontwerpbesluit hierop aan te passen in het definitieve Besluit of door de zienswijze gemotiveerd af te wijzen.
Een verweerprocedure conform Afd. 3.4 Awb is passender bij de aard van en de werkwijze waarop de locatiekeuzen voor ondergrondse containers tot stand komen (interactie met inwoners, hoeveelheid locaties en belanghebbenden, beschikbare tijd).
Besluitvorming met betrekking tot de bepaling van locaties voor ondergrondse containers vindt daarom plaats conform Afd. 3.4 van de Awb.
Uit oogpunt van zorgvuldig bestuur, creëren van draagvlak en het zoveel mogelijk rekening kunnen houden met verschillende belangen, wordt een uitgebreid informatietraject gehanteerd. In dit informatietraject worden de volgende fasen onderscheiden:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-541333.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.