Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over toeristenbelasting 2024 (Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2024)

 

 

De raad van de gemeente Zutphen,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023 met nummer 611917;

 

gelet op artikel 224, eerste lid van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over toeristenbelasting 2024 (Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2024).

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bestuur: het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Tribuut belastingsamenwerking;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    kampeerboerderijen: waar jeugdigen en jeugdverenigingen kortdurend verblijven met als hoofdzakelijk doel onderwijs en educatie;

  • d.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn dan wel gebruikt worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • e.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • f.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebruikt als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • g.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelang’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet als ingezetene in de basisregistratie personen van de gemeente Zutphen zijn opgenomen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Als met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkige, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;

  • b.

    van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van de Vreemdelingenwet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het zelfstandig bestuursorgaan Centrale Opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

  • 2.

    Het aantal overnachtingen als bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op het aantal overnachtingen die door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting:

  • a.

    in vakantieonderkomens en niet beroepsmatig verhuurde ruimten: € 2,58;

  • b.

    in mobiele kampeeronderkomens en kampeerboerderijen: € 1,65;

  • c.

    jaartarief voor een vaste standplaats: € 65,83.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven en wanneer het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en), meer is dan € 50,- doch minder dan € 3.500,- , de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Aangifte

  • 1.

    In afwijking van artikel 237, eerste lid van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.

  • 2.

    In afwijking van artikel 237, tweede lid van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.

  • 3.

    De aangiftebrief kan langs elektronische weg verzonden worden.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college of het bestuur aangewezen ambtenaren, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

Artikel 12 Registratieplicht

  • 1.

    Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf in de zin van de verordening, is verplicht een verblijfhoudende te registreren in een daarvoor bestemd en door of vanwege gemeentewege verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het college stelt vermelde nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.

  • 3.

    Het college kan nadere voorschriften geven over de inrichting en het gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4.

    De verplichting, als bedoeld in het eerste lid, vervalt als de belastingplichtige een soortgelijk, en door het college geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 13 Datum van ingang heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2023, zoals vastgesteld bij besluit van 13 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2024.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Zutphen,

gehouden op: 11 december 2023

De voorzitter, de griffier,

Naar boven