Besluit tot wijziging van nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 41 lid 1 van de Verordening huisvesting scholen gemeente Utrecht,

Overwegende dat jaarlijks de normbedragen geïndexeerd moeten worden om de normbedragen voor schoolgebouwen en andere voorzieningen als bedoeld in de Verordening huisvesting scholen aan te passen aan het meest recente prijspeil,

Besluiten de Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      Het tweede lid sub a ‘kosten voor het terrein’ vervalt en worden sub b en c geletterd tot a en b.

    • ii.

      Onder het her-geletterde sub b wordt een nieuw sub toegevoegd ‘c. de kosten van de aanleg en inrichting van het terrein’

    • iii.

      In het tweede lid worden onderdelen d en e geschrapt.

    • iv.

      Toegevoegd wordt een derde lid, dat luidt:

  • De volgende kosten vallen onder de kosten van de voorziening als dat van toepassing is

    • a.

      voor een school voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs: een toeslag voor verhuiskosten

    • b.

      voor het school voor voortgezet onderwijs: een toeslag voor paalfundering

    • c.

      voor een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs: een toeslag voor een apart speellokaal

    • d.

      voor een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: een toeslag voor een lift

    • v.

      Toegevoegd wordt een vierde lid, dat luidt:

  • De volgende kosten kunnen vallen onder een toeslag voor het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs als dat van toepassing is

  • a. het betreft stedenbouwkundige eisen

  • b. ENG, hiervoor zijn uitgangspunten en kaders bepaald in de Nadere regel duurzaamheid

  • Het schoolbestuur kan de toeslag zoals bedoeld onder a en b niet aanvragen, indien dit van toepassing is besluit het college over de aard en de omvang van de toeslag.

 

  • B.

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In artikel 2 lid 1 wordt na ‘het schoolbestuur wordt de eigenaar van het terrein’ de volgende zinsnede ingevoegd ‘tenzij partijen anders overeenkomen’.

  •  

  • C.

    Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd

    • i.

      het tweede lid, komt te luiden:

  • Het college stelt de vergoeding voor sloopkosten vast op basis van een offerte

  • a. het schoolbestuur vraagt voor start uitvoering hiervoor minimaal 3 offertes op

  • b. het college beoordeelt de offertes en stelt op basis van de beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast

    • ii.

      In het derde lid wordt na ‘Het college zorgt’ de volgende zinsnede ingevoegd ‘waar nodig’

    • iii.

      In het derde lid wordt na ‘tijdelijke huisvesting gedurende sloop’ de volgende zinsnede ingevoegd ‘, renovatie’

  •  

  • D.

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • i.

    In het tweede lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag voor de eerste 350 m2 bvo

€ 1.533.477,22

Voor elke volgende m2 bvo

€ 2.624,22

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 33,79

  • ii.

    In het tweede lid wordt vóór ‘worden de kosten daarvoor in mindering gebracht’ de volgende zinslede voorgevoegd ‘Als het college de speelplaats realiseert,’

  • iii.

    In het derde lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag voor de eerste 650 m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.484.694,56

Voor elke volgende m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.747,91

Toeslag voor elk speellokaal

€ 235.752,75

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 33,79

  • iv.

    In het vierde lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag voor de eerste 677 m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.391.116,73

Voor elke volgende m2 bvo, exclusief speellokaal

€ 2.731,61

Toeslag voor elk speellokaal

€ 235.752,75

Toeslag voor een liftinstallatie met schacht

€ 231.720,42

Toeslag per vierkante meter speelplaats boven 600 m2 bvo

€ 33,79

  • v.

    In het vijfde lid wordt na ‘voor voortgezet onderwijs’ de volgende zinslede toegevoegd ‘en praktijkonderwijs’.

  • vi.

    In het vijfde lid sub a wordt na ‘om de vergoeding voor een school voor voortgezet‘ de volgende zinslede toegevoegd ‘-en praktijkonderwijs’.

  • vii.

    In het vijfde lid sub b onder i komt de tabel te luiden:

 

< 460 m2 bvo

460-2.500 m2 bvo

> 2.500 m2 bvo

Algemene en specifieke ruimte

€ 4.105,60

€ 2.436,55

€ 2.334,79

Werkplaatsen

€ 4.010,00

€ 3.243,74

Werkplaatsen consumptief

€ 4.869,34

€ 4.103,12

  • viii.

    In het vijfde lid sub b onder ii komt de tabel te luiden:

 

< 460 m2 bvo

460-2.500 m2 bvo

> 2.500 m2 bvo

Algemeen

€ 0,00

€ 259.053,82

Algemene sectie

€ 0,00

€ 508.503,09

€ 709.986,64

Werkplaatssectie

€ 0,00

€ 94.023,92

  • ix.

    In het vijfde lid sub b onder iii wordt € 32,18 gewijzigd in € 34,33.

  • x.

    In het zesde lid sub b komt de tabel te luiden:

Nieuwbouw en uitbreiding < 1.000 m2 bvo

Paallengte 1 tot 15 meter

€ 7.551,79 + 39,62 * A

Paallengte 15 tot 20 meter

€ 8.039,82 + 67,47 * A

Paallengte 20 meter of langer

8.976,19 + 119,94 * A

Uitbreiding ≥ 1.000 m2 bvo

Paallengte 1 tot 15 meter

€ 9.222 + 13,78 *A

Paallengte 15 tot 20 meter

€ 12.028,69 + 36,00 * A

Paallengte 20 meter of langer

€ 18.266,55 + 72,80 * A

  • xi.

    In het zesde lid sub c wordt € 22,83 gewijzigd in € 23,98.

  •  

  • E.

    In artikel 7 wordt een nieuw lid toegevoegd. Het derde lid luidt:

    • i.

      De volgende kosten kunnen vallen onder een toeslag voor het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs en gymzalen als dat van toepassing is

  • a. het betreft stedenbouwkundige eisen

  • b. ENG, hiervoor zijn uitgangspunten en kaders bepaald in de Nadere regel duurzaamheid

  • Het schoolbestuur kan de toeslag zoals bedoeld onder a en b niet aanvragen, indien dit van toepassing is besluit het college over de aard en de omvang van de toeslag.

    • ii.

      De leden 3, 4, 5, en 6 worden vernummerd naar 4, 5, 6 en 7.

  •  

  • F.

    Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het vierde (vernummerd onder E) lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij uitbreidingen van 115 m2 bvo of groter

€ 224.562,46

Startbedrag bij uitbreidingen van 55 tot 115 m2 bvo

€ 149.708,31

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.991,41

  •  

    • ii.

      In het vijfde lid (vernummerd onder E) komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij uitbreidingen van 115 m2 bvo of groter

€ 230.931,97

Startbedrag bij uitbreidingen van 50 tot 105 m2 bvo

€ 153.954,68

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo exclusief een eventueel speellokaal

€ 3.051,01

Toeslag voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo) in combinatie met uitbreiding van de school

€ 269.227,18

Vergoeding voor elk afzonderlijk speellokaal, zonder gelijktijdige uitbreiding van de school

€ 494.990,40

  • iii.

    In het zesde lid (vernummerd onder E) komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij uitbreidingen van 96 m2 bvo of groter

€ 209.155,89

Startbedrag bij uitbreidingen van 50 tot 96 m2 bvo

€ 139.437,25

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo, exclusief een eventueel speellokaal

€ 3.057,06

Toeslag voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo) in combinatie met uitbreiding van de school

€ 235.752,75

Vergoeding voor elk afzonderlijk speellokaal (90 m2 bvo), zonder gelijktijdige uitbreiding van de school

€ 494.990,40

Toeslag voor een liftinstallatie met schacht

€ 278.523,75

  • iv.

    In het zevende lid (vernummerd onder E) wordt ‘lid 7’ vervangen door ‘lid 6’.

  •  

  • G.

    Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het tweede lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij nieuwbouw van 80 m2 bvo of groter

€ 87.329,02

Startbedrag bij nieuwbouw van 40 tot 80 m2 bvo

€ 58.219,37

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.146,09

  • ii.

    In het derde lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij nieuwbouw van 80 m2 bvo of groter

€ 91.530,13

Startbedrag bij nieuwbouw van 40 tot 80 m2 bvo

€ 61.852,38

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.102,67

  • iii.

    In het vijfde lid wordt € 1.159,79 vervangen door € 1.218,01

  • iv.

    In het vijfde lid wordt € 79.737,80 vervangen door € 83.740,64

  •  

  • H.

    Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het derde lid komt de tabel te luiden:

       

Startbedrag bij uitbreiding van 80 m2 bvo of groter

€ 49.088,36

Startbedrag bij uitbreiding van 40 tot 80 m2 bvo

€ 32.725,55

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.248,73

  • ii.

    In het vierde lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag bij uitbreiding van 80 m2 bvo of groter

€ 49.773,61

Startbedrag bij uitbreiding van 40 tot 80 m2 bvo

€ 33.182,40

Naast het startbedrag voor elke m2 bvo

€ 2.223,12

  •  

  • I.

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het tweede lid wordt na ‘Dan heeft de school’ het volgende woord ingevoegd ‘ook’ de tekst ‘voor 2 verhuizingen’ wordt geschrapt.

    • ii.

      In het derde lid wordt na ‘het college rekent met een vaste vergoeding per bruto vloeroppervlak de volgende zinsnede toegevoegd ‘per verhuizing’

    • iii.

      In het derde lid wordt ‘bvo die moet worden verhuisd’ vervangen door ‘bvo behorend bij het aantal leerlingen dat wordt verhuisd’.

  •  

  • J.

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het derde lid wordt ‘meerdere’ vervangen door ‘ten minste drie’.

    • ii.

      De volgende zin wordt aan het derde lid toegevoegd: ‘Het college beoordeelt de offertes en stelt op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast.’.

  •  

  • K.

    Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het eerste lid sub a wordt aan het einde van de zin toegevoegd: ‘(gelijk aan de ruimtebehoefte o.b.v. het aantal leerlingen).’

    • ii.

      In het eerste lid sub c wordt de zin ‘Bij een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair is het bruto vloeroppervlakte van het schoolgebouw leidend’ geschrapt.

    • iii.

      In het eerste lid wordt sub d toegevoegd: ‘in het geval dat er sprake is van een (in)groeischool wordt rekening gehouden met de m² bvo behorend bij 50 leerlingen extra, zodat gedurende het schooljaar de school is voorzien van voldoende onderwijsleerpakket en meubilair.’

    • iv.

      In het tweede lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag, inclusief 200 m2 bvo

€ 50.107,08

Voor elke volgende m2 bvo

€ 175,28

  • v.

    In het derde lid komt de tabel te luiden:

Startbedrag, inclusief 250 m2 bvo

€ 106.309,23

Voor elke volgende m2 bvo

€ 181,34

  • vi.

    In het vierde lid komt de tabel te luiden:

 

Startbedrag, inclusief 370 m2 bvo, met uitzondering van vaste voet VSO-ZMLK van 250 m2 bvo

Voor elke volgende m2 bvo

 

SO/VSO-doven

€ 179.120,89

€ 312,67

SONSO-sh

€ 162.717,08

€ 405,22

SONSO-esm

€ 151.624,44

€ 201,50

SONSO-visg

€ 215.185,27

€ 384,58

SO/VSO-lz

€ 137.221,12

€ 189,49

SONSO-Ig

€ 161.547,89

€ 369,42

SONSO-zmlk

€ 135.089,90

€ 160,74

SO/VSO-zmok

€ 131.860,70

€ 184,79

SO/VSO-pi

€ 133.026,35

€ 200,68

SO/VSO-mg

€ 156.125,74

€ 163,92

  • vii.

    In het vijfde lid wordt ‘€ 9.094.58’ vervangen door ‘€ 9.701,19’.

  • viii.

    In het zesde lid sub a wordt ‘uitbreiding en ingebruikneming’ vervangen door ‘ingebruikneming en uitbreiding’.

  • ix.

    In het zesde lid sub c komt de tabel te luiden:

Ruimtetype

Profiel

Vergoeding per m2 bvo

Algemeen

 

€ 220,82

Specifiek

 

(Uiterlijke) verzorging/mode en commercie

€ 516,12

 

Handel/verkoop/administratie

€ 315,73

 

Praktijkonderwijs

€ 424,01

Werkplaatsen

 

Techniek algemeen

€ 541,50

 

Consumptief

€ 1.048,61

 

Grafische techniek

€ 2.004,79

 

Landbouw

€ 0,00

  •  

  • L.

    Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het eerste lid sub a wordt een zin toegevoegd; ‘Een specificatie van de vergoeding is opgenomen in artikel 1.’

    • ii.

      In het eerste lid sub b komt de tabel te luiden:

Type

Vergoeding

Gymzaal aan het schoolgebouw

€ 1.612.072,11

Gymzaal als apart gebouw

€ 1.644.677,22

  • iii.

    In het eerste lid sub c komt de tabel te luiden:

Type

Vergoeding

Gymzaal aan het schoolgebouw

€ 1.735.227,65

Gymzaal als apart gebouw

€ 1.771.378,23

  • iv.

    In het eerste lid sub d komt de tabel te luiden:

Paallengte

Vergoeding

Vergoeding bij

ruimten LG en MG

1 < 15 m

€ 32.425,04

€ 40.883,36

15 < 20 m

€ 44.699,61

€ 56.620,26

> 20 m

€ 62.776,25

€ 81.486,07

  • v.

    In het eerste lid sub e wordt ‘€ 24,49’ vervangen door ‘€ 25,72’.

  • M.

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het tweede lid komt de tabel te luiden:

Uitbreiding

Normbedrag

Paallengte

 

 

1 < 15 meter

15 < 20 meter

> 20 meter

112 t/m 120 m2

€ 374.544,61

€ 14.516,14

€ 25.142,77

€ 41.105,66

121 t/m 150 m2

€ 455.310,38

€ 18.151,07

€ 31.420,37

€ 51.382,07

  •  

  • N.

    Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het eerste lid wordt ‘€ 62.930,45’ vervangen door ‘€ 67.127,91’.

    • ii.

      In het tweede lid komt de tabel te luiden:

Schoolsoort

Bedrag

SO-doven

€ 53.530,46

SO-sh/esm

€ 53.216,43

SO-visg

€ 64.426,50

SO-lg/mg

€ 70.573,04

SO-lz/pi

€ 50.619,17

SO-zmlk

€ 50.619,17

SO-zmok

€ 50.515,01

VSO-doven

€ 62.758,30

VSO-sh/esm

€ 64.395,85

VSO-visg

€ 76.610,07

VSO-Ig/mg

€ 78.594,58

VSO-lz/pi

€ 61.851,45

VSO-zmlk

€ 61.851,45

VSO-zmok

€ 55.213,97

SOVSO-doven

€ 64.990,99

SOVSO-sh/esm

€ 69.669,24

SOVSO-visg

€ 79.501,42

SOVSO-Ig/mg

€ 80.733,79

SOVSO-lz/pi

€ 67.123,32

SOVSO-zmlk

€ 67.123,32

SOVSO-zmok

€ 55.840,48

 

  • iii.

    In het derde lid komt de tabel te luiden:

Type

Vergoeding

Gymzaal 1

€ 85.959,68

Gymzaal 2

€ 67.366,86

Gymzaal 3

€ 30.089,33

Oefenplaats 1

€ 18.670,94

Oefenplaats 2

€ 2.155,31

  •  

  • O.

    Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het derde lid sub b komt de tabel te luiden:

Stichtingsjaar en omvang

Vaste opslag buitenonderhoud per jaar

Vaste opslag binnenonderhoud per jaar

Variabel bedrag per klokuur per jaar

Gymzaal, gebouwd tot 1987

< 90 m2 bvo

€ 2.649,22

€ 3.776,02

€ 458,79

90-129 m2 bvo

€ 3.797,24

€ 4.845,24

€ 580,57

130-169 m2 bvo

€ 4.974,65

€ 5.297,90

€ 626,52

170-189 m2 bvo

€ 5.563,37

€ 5.055,86

€ 685,50

190-229 m2 bvo

€ 6.740,84

€ 4.842,17

€ 755,20

> 230 m2 bvo

€ 6.770,25

€ 5.480,18

€ 844,81

Gymzaal, gebouwd vanaf 1987

> 252 m2 bvo

€ 7.417,82

€ 4.351,22

€ 768,23

  •  

  • P.

    In artikel 19 wordt het eerste lid onder sub b ‘€ 25,68’ vervangen door ‘€ 27,40’.

  •  

  • Q.

    Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd

    • i.

      Het eerste lid komt te luiden:

  • ‘Een school krijgt een vergoeding van de kosten bij herstel van een constructiefout, herstel en vervanging door schade aan een schoolgebouw of gymzaal of aan het onderwijsleerpakket of het meubilair (artikel 2, lid 2 en 3 van de verordening). Het schoolbestuur vraagt hiervoor minimaal 3 offertes op. Het college beoordeelt de offertes en stelt op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast. Het college keurt voor de start van de uitvoering eerst de offerte goed.’

    • ii.

      In het tweede lid wordt in de eerste zin ‘en onderhoud’ geschrapt.

  •  

  • R.

    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    • i.

      In het tweede lid wordt ‘Daarbij worden in het eerste jaar van uitvoering de’ vervangen door ‘Bij het verstrekken van de beschikking over de eerste uitvoering worden de’

 

Artikel II

Dit wijzigingsbesluit is van kracht op aanvragen van voorzieningen als bedoeld in de Verordening huisvesting scholen gemeente Utrecht voor het boekjaar 2024 of daarna.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad;

 

Bijlage:

 

Overzicht van de wijzigingen in Nadere regel vergoedingen voor schoolgebouwen

 

Bestaande tekst:

Nieuwe tekst

Artikel 1 Dit deel geldt in de volgende situaties

  • 1.

    Dit deel geldt voor de permanente voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie. Dit deel geldt ook voor vervangende nieuwbouw met uitbreiding van een gebouw.

 

  • 2.

    De volgende kosten vallen onder de kosten van de voorziening. De vergoedingen in dit deel zijn een normbedrag. In het normbedrag zijn de volgende kosten opgenomen:

  • a.

    kosten voor het terrein

  • b.

    sloopkosten

  • c.

    bouwkosten, inclusief:

  • i.

    kosten voor een bijna energieneutraal gebouw (BENG)

  • ii.

    kosten voor een gasloos gebouw

  • d.

    als dat van toepassing is:

  • i.

    voor een school voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs: een toeslag voor verhuiskosten

  • ii.

    voor het school voor voortgezet onderwijs een toeslag voor paalfundering

  • iii.

    voor een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs: een toeslag voor een apart speellokaal

  • iv.

    voor een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: een toeslag voor een lift

  • e.

    de kosten van de aanleg en inrichting van het terrein

Artikel 1 Dit deel geldt in de volgende situaties

  • 1.

    Dit deel geldt voor de permanente voorzieningen nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie. Dit deel geldt ook voor vervangende nieuwbouw met uitbreiding van een gebouw.

 

  • 2.

    De volgende kosten vallen onder de kosten van de voorziening. De vergoedingen in dit deel zijn een normbedrag. In het normbedrag zijn de volgende kosten opgenomen:

  • a.

    sloopkosten

  • b.

    bouwkosten, inclusief:

  • i.

    kosten voor een bijna energieneutraal gebouw (BENG)

  • ii.

    kosten voor een gasloos gebouw

  • c.

    de kosten van de aanleg en inrichting van het terrein

  •  

  • 3.

    De volgende kosten vallen onder de kosten van de voorziening als dat van toepassing is

  • a.

    voor een school voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs: een toeslag voor verhuiskosten

  • b.

    voor het school voor voortgezet onderwijs: een toeslag voor paalfundering

  • c.

    voor een speciale school voor basisonderwijs of een school voor

  • speciaal onderwijs: een toeslag voor een apart speellokaal

  • d.

    voor een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: een toeslag voor een lift

 

  • 4.

    De volgende kosten kunnen vallen onder een toeslag voor het primair onderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs als dat van toepassing is:

  • a.

    Het betreft stedenbouwkundige eisen

  • b.

    ENG, hiervoor zijn uitgangspunten en kaders bepaald in de Nadere regel duurzaamheid

Het schoolbestuur kan de vergoeding zoals bedoeld onder a en b niet aanvragen, indien dit van toepassing is besluit het college over de aard en de omvang van de toeslag.

Artikel 2 kosten terrein

  • 1.

    Het college stelt het terrein kosteloos beschikbaar aan het schoolbestuur. Het terrein is dan klaar om te bouwen. Dat heet een bouwrijp terrein (zie gemeentelijke grondprijzenbrief). Het schoolbestuur wordt de eigenaar van het terrein

  • 2.

    De kosten van een terrein zet het college altijd op het programma. Het maakt niet uit of het schoolbestuur het terrein koopt met vergoeding van de gemaakte kosten, of dat het college het terrein beschikbaar stelt.

Artikel 2 kosten terrein

  • 1.

    Het college stelt het terrein kosteloos beschikbaar aan het schoolbestuur. Het terrein is dan klaar om te bouwen. Dat heet een bouwrijp terrein (zie gemeentelijke grondprijzenbrief). Het schoolbestuur wordt de eigenaar van het terrein tenzij partijen anders overeenkomen.

  • 2.

    De kosten van een terrein zet het college altijd op het programma. Het maakt niet uit of het schoolbestuur het terrein koopt met vergoeding van de gemaakte kosten, of dat het college het terrein beschikbaar stelt.

  •  

Artikel 3 Sloopkosten en vervangende tijdelijke huisvesting

  • 1.

    De school krijgt de sloopkosten vergoed bij vervangende nieuwbouw of uitbreiding.

Het college stelt de vergoeding voor sloopkosten vast op basis van werkelijke kosten

Het schoolbestuur vraagt daarvoor minimaal 3 offertes op. De offerte met de laagste kosten worden gehanteerd als vergoeding.

Het college zorgt voor vervangende tijdelijke huisvesting gedurende sloop en vervangende nieuwbouw

Het schoolbestuur kan dit niet aanvragen.

Artikel 3 Sloopkosten en vervangende tijdelijke huisvesting

  • 1.

    De school krijgt de sloopkosten vergoed bij vervangende nieuwbouw of uitbreiding.

  • 2.

    Het college stelt de vergoeding voor sloopkosten vast op basis van een offerte

Het schoolbestuur vraagt voor start uitvoering hiervoor minimaal 3 offertes op.

Het college beoordeeld de offertes en stelt op basis van de beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast.

  • 3.

    Het college zorgt waar nodig voor vervangende tijdelijke huisvesting gedurende sloop, renovatie en vervangende nieuwbouw. Het schoolbestuur kan dit niet aanvragen.

Artikel 4 Bouwkosten

  • 1.

    De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per m² bvo. De vergoeding bestaat uit 2 delen:

Een startbedrag

Een bedrag per bruto vloeroppervlak in vierkant meters (m² bvo)

  • Hiermee realiseert de school de extra ruimte die zij nodig heeft volgens de verordening. Hierna leest u wat geldt voor de bouwkosten per soort onderwijs.

  • 2.

    Bouwkosten voor basisonderwijs

Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag

  • 3.

    Bouwkosten voor speciaal basisonderwijs

Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

 

  • 4.

    Bouwkosten voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

  • 5.

    Bouwkosten school voor voortgezet onderwijs

  • a. om de vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs te bepalen, geldt het volgende

  • i. Voor projecten vanaf 460 m2 bvo: de sectieafhankelijke kosten bestaan uit een vast bedrag per voorziening en een vast bedrag per sectie.

  • ii. Voor projecten kleiner dan 460 m2 bvo: we kennen geen sectieafhankelijke kosten per project toe. Deze kosten zitten al in de kosten per m2 bvo.

  • b. Zo berekent de school de vergoeding

  • i.

  • Voor ruimteafhankelijke kosten: vermenigvuldig de extra ruimte in m2 bvo die de school nodig heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimt

 

 

ii. Voor sectieafhankelijke kosten: verhoog de sectie waar de school recht op heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimte:

 

c. blijft ongewijzigd

 

  • 6.

    Een school voor voortgezet onderwijs kan een extra vergoeding krijgen voor paalfundering en bemaling

  • a. het normbedrag is gebaseerd op een standaardlocatie. Als dat nodig is, stelt het college een extra toeslag beschikbaar voor:

  • i. Paalfundering, en

  • ii. bemaling.

  • b. paalfundering: de extra vergoeding is afhankelijk van de paallengte die nodig is.

  • Dit wordt zo berekent:

 

A = Benodigd aantal m2 bvo

c. Bemaling: ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 22,83 per bruto vierkante meter terrein.

Artikel 4 Bouwkosten

  • 1.

    De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per m² bvo. De vergoeding bestaat uit 2 delen:

Een startbedrag

Een bedrag per bruto vloeroppervlak in vierkant meters (m² bvo)

  • Hiermee realiseert de school de extra ruimte die zij nodig heeft volgens de verordening. Hierna leest u wat geldt voor de bouwkosten per soort onderwijs.

  • 2.

    Bouwkosten voor basisonderwijs

Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag

  • 3.

    Bouwkosten voor speciaal basisonderwijs

Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

  •  

  • 4.

    Bouwkosten voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

  • Als het college de speelplaats realiseert, worden de kosten daarvoor in mindering gebracht bij het normbedrag.

  • 5.

    Bouwkosten school voor voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs

    • a.

      Om de vergoeding voor een school voor voortgezet- en praktijk onderwijs te bepalen, geldt het volgende:

  • i.

    Voor projecten vanaf 460 m² bvo: Voor projecten vanaf 460 m2 bvo: de sectieafhankelijke kosten bestaan uit een vast bedrag per voorziening en een vast bedrag per sectie.

  • ii.

    Voor projecten kleiner dan 460 m2 bvo: we kennen geen sectieafhankelijke kosten per project toe. Deze kosten zitten al in de kosten per m2 bvo

    • a.

      Zo berekent de school de vergoeding

  • i.

    Voor ruimteafhankelijke kosten: vermenigvuldig de extra ruimte in m2 bvo die de school nodig heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimte:

 

  • ii.

    Voor sectieafhankelijke kosten: verhoog de sectie waar de school recht op heeft volgens de verordening met de volgende bedragen per soort ruimte:

  • iii.

    Voor de inrichting van de speelplaats: een toeslag van € 34,33 per m² bvo.

    • a.

      Blijft ongewijzigd

  • 6.

    Een school voor voortgezet onderwijs kan een extra vergoeding krijgen voor paalfundering en bemaling

  • a.

    Het normbedrag is gebaseerd op een standaardlocatie. Als dat nodig is, stelt het college een extra toeslag beschikbaar voor:

  • i.

    Paalfundering, en

  • ii.

    Bemaling.

  • b.

    Paalfundering: de extra vergoeding is afhankelijk van de paallengte die nodig is. Dit wordt zo berekend:

  •  

A = Benodigd aantal m2 bvo

  • c.

    Bemaling: ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 23,98 per bruto vierkante meter terrein.

  •  

Artikel 7 bouwkosten

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

Bouwkosten school voor basisonderwijs

Bouwkosten speciale school voor basisonderwijs

Bouwkosten school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

Toeslag paalfundering en bemaling

De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 7 van deze nadere regel.

Artikel 7 bouwkosten

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

De volgende kosten kunnen vallen onder een toeslag voor het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs en gymzalen als dat van toepassing is

Het betreft stedenbouwkundige eisen

ENG, hiervoor zijn uitgangspunten en kaders bepaald in de nadere regel duurzaamheid.

Het schoolbestuur kan de toeslag zoals bedoeld onder a en b niet aanvragen, indien dit van toepassing is besluit het college over de aard en de omvang van de toeslag.

Bouwkosten school voor basisonderwijs

Bouwkosten speciale school voor basisonderwijs

 

Bouwkosten school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

 

Toeslag paalfundering en bemaling

De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 6 van deze nadere regel.

Artikel 10 Vergoedingen voor een tijdelijke voorziening

Lid 1 blijft ongewijzigd

Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

 

Vergoeding school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

 

De vergoedingen voor de volgende onderdelen worden als volgt berekent:

Sloopkosten van het oude gebouw: volgens artikel 3

Inrichting van het terrein: volgens artikel 4

Tijdelijke verhuizing van de leerlingen: volgens artikel 12

 

Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs wordt bepaald met de formule:

T = € 1.159,79 * A + € 79.737,80

T = De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs.

A = Het in overeenstemming met bijlage I, hoofdstuk 3 van de verordening bepaalde aantal m2 bvo aan tijdelijke huisvesting.

 

Toeslag paalfundering en bemaling

De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 7 van deze nadere regel.

Artikel 10 Vergoedingen voor een tijdelijke voorziening

Lid 1 blijft ongewijzigd

Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

 

Vergoeding school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs

 

De vergoedingen voor de volgende onderdelen worden als volgt berekent:

Sloopkosten van het oude gebouw: volgens artikel 3

Inrichting van het terrein: volgens artikel 4

Tijdelijke verhuizing van de leerlingen: volgens artikel 12

 

Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs wordt bepaald met de formule:

T = 1.218,01 * A + € 83.740,64

T = De vergoeding voor een school voor voortgezet onderwijs.

A = Het in overeenstemming met bijlage I, hoofdstuk 3 van de verordening bepaalde aantal m2 bvo aan tijdelijke huisvesting.

 

Toeslag paalfundering en bemaling

De omvang van de vergoeding voor paalfundering en bemaling bij uitbreiding wordt berekend volgens artikel 4, lid 6 van deze nadere regel.

Artikel 11 Uitbreiding van bestaande tijdelijke voorzieningen

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

 

Vergoeding school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

 

Huur voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen

Huur van een tijdelijke voorziening en huur van een bestaand gebouw krijgt de school vergoed op basis van de werkelijke kosten

Artikel 11 Uitbreiding van bestaande tijdelijke voorzieningen

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

Vergoeding basisschool en speciale school voor basisonderwijs

 

Vergoeding school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

 

Huur voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen

Huur van een tijdelijke voorziening en huur van een bestaand gebouw krijgt de school vergoed op basis van de werkelijke kosten.

Artikel 12 Toeslag voor verhuiskosten

Lid 1 blijft ongewijzigd

Een school voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs moet tijdelijk een andere locatie gebruiken

Moet (een deel van) de school tijdens de nieuwbouw tijdelijk een andere locatie gebruiken? Dan heeft de school aanspraak op een vergoeding voor verhuiskosten voor 2 verhuizingen.

Het college rekent met een vaste vergoeding per bruto vloeroppervlakte. De vergoeding is € 10,77 per m² bvo die moet worden verhuisd.

Artikel 12 Toeslag voor verhuiskosten

Lid 1 blijft ongewijzigd

Een school voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs moet tijdelijk een andere locatie gebruiken

Moet (een deel van) de school tijdens de nieuwbouw tijdelijk een andere locatie gebruiken? Dan heeft de school ook aanspraak op een vergoeding voor verhuiskosten.

Het college rekent met een vaste vergoeding per bruto vloeroppervlakte per verhuizing. De vergoeding is € 11,49 per m² bvo behorend bij het aantal leerlingen dat wordt verhuisd.

Artikel 13 Toeslag voor busvervoer

Lid 1 blijft ongewijzigd

Het gaat om de werkelijke kosten van het busvervoer

Om de toeslag voor buskosten te bepalen, kijkt het college naar de werkelijke kosten. Het schoolbestuur vraagt daarvoor meerdere offertes op.

Artikel 13 Toeslag voor busvervoer

Lid 1 blijft ongewijzigd

Het gaat om de werkelijke kosten van het busvervoer

Om de toeslag voor buskosten te bepalen, kijkt het college naar de werkelijke kosten. Het schoolbestuur vraagt daarvoor ten minste drie offertes op. Het college beoordeeld de offertes en stelt op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast.

Artikel 14 Vergoeding meubilair en onderwijsleerpakket

Zo berekent het college de vergoeding

Het college bepaalt het bedrag van de vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair aan de hand van het verschil tussen de al toegekende voorziening en de nieuw berekende voorziening

Heeft de school vóór 1 januari 2021 een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair ontvangen? Dan wordt het verschil tussen de oude norm (verordening 2015) en de nieuwe norm in deze verordening vergoed.

Bij een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair is het bruto vloeroppervlakte van het schoolgebouw leidend. Bij nieuwbouw wordt niet direct het volledige schoolgebouw ingericht. Dan wordt de inrichting gebaseerd op de bruto vloeroppervlakte voor het aantal leerlingen dat de school heeft.

Vergoeding basisschool

Deze tabel geldt ook voor een eventueel speellokaal.

Vergoeding speciale school voor basisonderwijs

Vergoeding school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs

Vergoeding speellokaal speciale school voor basisonderwijs en school voor speciaal onderwijs

De vergoeding voor een onderwijsleerpakket en meubilair voor de inrichting van een speellokaal voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs is € 9.094,58.

Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair is gekoppeld aan de voorzieningen nieuwbouw en uitbreiding. Dit is niet vervangende nieuwbouw, uitbreiding en ingebruikneming ter vervanging van een bestaand gebouw.

De school heeft aanspraak op deze vergoeding als de school de eerste inrichting nog niet eerder van het rijk of de gemeente betaald heeft gekregen of er sprake is profielverandering waarbij de inrichting van wezenlijk andere aard is. De hoogte van de vergoeding wordt berekend door het verschil vast te stellen tussen de al toegekende vergoeding en de vergoeding die is vastgesteld op basis van de te realiseren bruto vloeroppervlakte per ruimtetype.

De hoogte van de vergoeding per ruimtetype bestaat uit:

 

Artikel 14 Vergoeding meubilair en onderwijsleerpakket

Zo berekent het college de vergoeding

Het college bepaalt het bedrag van de vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair aan de hand van het verschil tussen de al toegekende voorziening en de nieuw berekende voorziening. (gelijk aan de ruimtebehoefte o.b.v. het aantal leerlingen).

Heeft de school vóór 1 januari 2021 een vergoeding voor onderwijsleerpakket en meubilair ontvangen? Dan wordt het verschil tussen de oude norm (verordening 2015) en de nieuwe norm in deze verordening vergoed.

Bij nieuwbouw wordt niet direct het volledige schoolgebouw ingericht. Dan wordt de inrichting gebaseerd op de bruto vloeroppervlakte voor het aantal leerlingen dat de school heeft.

In het geval dat er sprake is van een (in)groeischool wordt rekening gehouden met de m² bvo behorend bij 50 leerlingen extra, zodat gedurende het schooljaar de school is voorzien van voldoende onderwijsleerpakket en meubilair.

Vergoeding basisschool

Deze tabel geldt ook voor een eventueel speellokaal.

Vergoeding speciale school voor basisonderwijs

Vergoeding school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs

Vergoeding speellokaal speciale school voor basisonderwijs en school voor speciaal onderwijs

De vergoeding voor een onderwijsleerpakket en meubilair voor de inrichting van een speellokaal voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs is € 9.701,19.

Vergoeding school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met onderwijsleerpakket en meubilair is gekoppeld aan de voorzieningen nieuwbouw en uitbreiding. Dit is niet vervangende nieuwbouw, ingebruikneming en uitbreiding ter vervanging van een bestaand gebouw.

De school heeft aanspraak op deze vergoeding als de school de eerste inrichting nog niet eerder van het rijk of de gemeente betaald heeft gekregen of er sprake is profielverandering waarbij de inrichting van wezenlijk andere aard is. De hoogte van de vergoeding wordt berekend door het verschil vast te stellen tussen de al toegekende vergoeding en de vergoeding die is vastgesteld op basis van de te realiseren bruto vloeroppervlakte per ruimtetype.

De hoogte van de vergoeding per ruimtetype bestaat uit:

 

Artikel 15 Nieuwbouw

Vergoeding van de bouwkosten voor nieuwbouw van een gymzaal

In deze vergoeding zitten ook de kosten van fundering op staal en de inrichting van het terrein.

De vergoeding is:

Voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs met cluster 3 is de vergoeding:

Is paalfundering noodzakelijk? Dan krijgt de school een toeslag op basis van de volgende bedragen:

Ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 24,49 per bruto vierkante meter terrein.

Artikel 15 Nieuwbouw

Vergoeding van de bouwkosten voor nieuwbouw van een gymzaal

In deze vergoeding zitten ook de kosten van fundering op staal en de inrichting van het terrein. Een specificatie van de vergoeding is opgenomen in artikel 1.

De vergoeding is:

Voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs met cluster 3 is de vergoeding:

Is paalfundering noodzakelijk? Dan krijgt de school een toeslag op basis van de volgende bedragen:

Ligt de grondwaterstand minder dan 1 meter onder het maaiveld? Dan is bemaling nodig. Het college kent dan een aanvullend bedrag per vierkante meter goedgekeurde terreinoppervlakte toe. De vergoeding is € 25,72 per bruto vierkante meter terrein.

Artikel 16 Uitbreiding

Lid 1 blijft ongewijzigd.

Vergoeding voor het uitbreiden van een gymzaal

 

Artikel 16 Uitbreiding

Lid 1 blijft ongewijzigd.

Vergoeding voor het uitbreiden van een gymzaal

 

Artikel 17 Onderwijsleerpakket en meubilair

Voor een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is € 62.930,45

Voor een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

Voor een school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

 

Artikel 17 Onderwijsleerpakket en meubilair

Voor een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is € 67.127,91.

Voor een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

Voor een school voor voortgezet onderwijs

De vergoeding voor de eerste inrichting met een onderwijsleerpakket of meubilair voor een gymzaal is:

 

Artikel 18 het college bepaalt hoeveel geld de scholen krijgen voor het gebruik en onderhoud van gymzalen

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

Het schoolbestuur krijgt ieder jaar een bedrag voor het gebruik en onderhoud van een gymzaal

De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. In deze bedragen zit een vergoeding voor:

Het binnen- en buitenonderhoud van het gebouw.

Het beheren en onderhouden van een gymzaal, zodat de staat van de gymzaal op peil blijft

Het vervangen en aanpassen van het onderwijsleerpakket en meubilair

De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het jaar waarin de gymzaal is gebouwd en de oppervlakte van de gymzaal.

Sub c blijft ongewijzigd.

Lid 4 en 5 blijven ongewijzigd.

Artikel 18 het college bepaalt hoeveel geld de scholen krijgen voor het gebruik en onderhoud van gymzalen

Lid 1 en 2 blijven ongewijzigd

Het schoolbestuur krijgt ieder jaar een bedrag voor het gebruik en onderhoud van de gymzaal

De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. In deze bedragen zit een vergoeding voor:

Het binnen- en buitenonderhoud van het gebouw.

Het beheren en onderhouden van een gymzaal, zodat de staat van de gymzaal op peil blijft

Het vervangen en aanpassen van het onderwijsleerpakket en meubilair

De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het jaar waarin de gymzaal is gebouwd en de oppervlakte van de gymzaal.

Sub c blijft ongewijzigd.

Lid 4 en 5 blijven ongewijzigd.

Artikel 19 Als de school sportvelden huurt

Een school voor voortgezet onderwijs kan een vergoeding krijgen voor de huur van een sportveld.

De school krijgt alleen een vergoeding als zij geen eigen sportveld heeft en geen sportveld gebruikt dat het college betaalt.

Het schoolbestuur krijgt voor maximaal 8 weken per jaar een vergoeding. De vergoeding is voor 8 weken € 25,68per klokuur.

Artikel 19 Als de school sportvelden huurt

Een school voor voortgezet onderwijs kan een vergoeding krijgen voor de huur van een sportveld.

De school krijgt alleen een vergoeding als zij geen eigen sportveld heeft en geen sportveld gebruikt dat het college betaalt.

Het schoolbestuur krijgt voor maximaal 8 weken per jaar een vergoeding. De vergoeding is voor 8 weken € 27,40 per klokuur.

Artikel 20 De school kan een vergoeding van feitelijke kosten krijgen

Het gaat om de kosten die het college eerst goedkeurt

Een school krijgt een vergoeding van de kosten bij herstel van een constructiefout, herstel en vervanging door schade aan een gebouw of aan het onderwijsleerpakket of het meubilair (artikel 2, lid 2 en 3 van de verordening). Het college baseert haar vergoeding op een offerte. Het college keurt eerst de offerte goed.

  • 1.

    De school kan een vergoeding aanvragen voor advieskosten voor het herstel van een constructiefout en onderhoud.

Sub a, b, c en d blijven ongewijzigd.

Artikel 20 De school kan een vergoeding van feitelijke kosten krijgen

Het gaat om de kosten die het college eerst goedkeurt

Een school krijgt een vergoeding van de kosten bij herstel van een constructiefout, herstel en vervanging door schade aan een schoolgebouw of gymzaal of aan het onderwijsleerpakket of het meubilair (artikel 2, lid 2 en 3 van de verordening). Het schoolbestuur vraagt hiervoor minimaal 3 offertes op. Het college beoordeelt de offertes en stelt op basis van beste prijs/kwaliteitverhouding in overleg tussen het schoolbestuur en de gemeente de hoogte van de vergoeding vast. Het college keurt voor de start van de uitvoering eerst de offerte goed.

  • 1.

    De school kan een vergoeding aanvragen voor advieskosten voor het herstel van een constructiefout.

Sub a, b, c en d blijven ongewijzigd.

Artikel 21 Indexering

Lid 1 blijft ongewijzigd.

Is een project over meerdere jaren verdeeld?

Voorzieningen voor nieuwbouw, renovatie en vervangende nieuwbouw worden verdeeld over 2 jaar voorbereiding en 2 jaar uitvoering. Daarbij worden in het eerste jaar van uitvoering de normbedragen (op basis van de dan geldende normbedragen) en m² bvo definitief vastgesteld.

Artikel 21 Indexering

Lid 1 blijft ongewijzigd.

Is een project over meerdere jaren verdeeld?

Voorzieningen voor nieuwbouw, renovatie en vervangende nieuwbouw worden verdeeld over 2 jaar voorbereiding en 2 jaar uitvoering. Bij het verstrekken van de beschikking over de eerste uitvoering worden de normbedragen (op basis van de dan geldende normbedragen) en m2 bvo definitief vastgesteld.

 

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 12 december 2023.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Naar boven