Legesverordening Goeree-Overflakkee 2024

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de Legesverordening Goeree-Overflakkee 2024.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

      een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Goeree-Overflakkee 2022 met bijbehorende Tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Goeree-Overflakkee 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 14 december 2023

griffier, voorzitter,

 

 

 

drs. G. Brand mr. A. Grootenboer-Dubbelman

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Goeree-Overflakkee 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

a.

in het gemeentehuis, aan de Koningin Julianaweg 45 in Middelharnis, op maandag om 09.30 uur en om 9.45 uur, in een kamer voor maximaal 10 personen (incl. bruidspaar)

kosteloos

b.

in het bestuurscentrum Het Rondeel, aan de Dwarsweg 40 in Middelharnis:

maandag t/m vrijdag

€ 412,50;

zaterdag

€ 645,20.

c.

op andere locaties

maandag t/m vrijdag

€ 586,00;

zaterdag

€ 815,60.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

a.

aan de balie in het gemeentehuis aan de Koningin Julianaweg 45 in Middelharnis, tijdens kantooruren, voor 2 personen en zonder ceremonie:

€ 60,00;

b.

in het bestuurscentrum Het Rondeel, aan de Dwarsweg 40 in Middelharnis:

maandag t/m vrijdag

€ 412,50;

zaterdag

€ 645,20.

c.

op andere locaties

maandag t/m vrijdag

€ 586,00;

zaterdag

€ 815,60.

Artikel 1.3 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 155,50.

Artikel 1.4 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 49,35.

Artikel 1.5 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

kosteloos

Artikel 1.6 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 45,20.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40.

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40.

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40.

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40.

Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90;

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90.

Artikel 1.9 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.7 en 1.8, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05;

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.7 en 1.8 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.7 en 1.8 en onder a genoemde bedragen:

€ 6,00.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.10 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10.*

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.10 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65;**

* Vanaf 1 januari 2024 is het maximumtarief van € 36,76, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 14,35.

** Let op: het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt sinds 1 januari 2024 € 39,65.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.12 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.13 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.14 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.13 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een afschrift uit de Basisregistratie Personen en tot het verkrijgen van een bewijs van het in leven zijn

€ 10,85;

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 10,85;

c,

tot het verstrekken van een afschrift uit de Basisregistratie Personen en tot het verkrijgen van een bewijs van het in leven zijn, die is gedaan via een e-formulier op de website (niet zijnde een email)

€ 8,80.

Artikel 1.14 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van artikel 1.13 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.15 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 16,95.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

* Dit is het maximumtarief.

Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie

Artikel 1.16 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.17, onderdeel a:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,20;

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,00;

c.

in formaat A2 of groter, per plot:

€ 10,40.

Artikel 1.17 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 7,50;

b.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 7,50;

c.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 7,50.

Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken

Artikel 1.18 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 6,35.

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Paragraaf 1.7 Gemeentearchief

Artikel 1.19 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 16,35.

Artikel 1.20 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

a. Per pagina en op papier van A4-formaat

€ 0,20;

b. Per pagina en op papier van A3-formaat

€ 1,00;

c. Per pagina en op papier van A2-formaat

€ 4,40;

d. Per pagina en op papier van A1-formaat

€ 5,85;

e. Per pagina en op papier van A0-formaat

€ 7,25.

2.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van en scan van (bouw)tekeningen of overige informatie uit het archief:

  • a. Per pagina van A4-formaat (enkel)

€ 0,15;

  • b. Per pagina van A4-formaat (max. 25, mits automatische doorvoer)

€ 2,50;

  • c. Per pagina van A3-formaat

€ 0,30;

  • d. Per pagina van A2, A1 en A0-formaat

€ 4,00.

Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten

Artikel 1.21 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 97,65;

b.

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 49,85.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Artikel 1.22 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b:

€ 27,50

3.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 33,50.

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 66,50.

6.

Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 30c, lid1, onder b, van de Wet op de kansspelen

€ 66,50.

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.23 Kabels en leidingen Telecommunicatie en Nutsvoorzieningen

1.

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    tracé: de aslijn van een onafgebroken strook grond waarin de aangevraagde kabels en/of leidingen worden gelegd;

  • b.

    woonplaats: het door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente, conform artikel 1, onder n. van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een graafmelding of voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van instemming (als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet) of vergunning (als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren) omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden of werkzaamheden voor het leggen van nutsvoorzieningen (gas, water en energie):

a.

Voor het in behandeling nemen van een graafmelding:

Dit tarief geldt niet als voor hetzelfde tracé een instemmingsbesluit of vergunning is of wordt afgegeven.

€ 70,00.

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning

  • 1.

    voor een tracé vanaf 10 tot 100 m1

€ 262,00;

  • 2.

    voor een tracé vanaf 101 tot 250 m1

€ 387,00;

  • 3.

    voor een tracé vanaf 251 tot 500 m1

€ 548,00;

  • 4.

    voor een tracé vanaf 501 tot 10.000 m1, per strekkende meter

€ 1,44;

  • 5.

    voor een tracé meer dan 10.000 m1

€ 14.400,00;

vermeerderd met € 0,77 per strekkende meter dat de lengte van het tracé de 10.000 m1 te boven gaat, met een maximum van € 43.003,00

3.

De leges worden berekend naar de lengte van het tracé waarvoor instemming of vergunning wordt gevraagd, dat in gemeentegrond is gelegen.

4.

Als een aanvraag meer tracé’s betreft, wordt het tarief per tracé toegepast. De leges die voor de aanvraag worden geheven, betreft de som van de uitkomsten per tracé.

5.

Als een aanvraag een tracé betreft dat door meer woonplaatsen loopt, wordt het tarief over het tracé per woonplaats afzonderlijk toegepast. De leges die voor de aanvraag worden geheven, betreft de som van de uitkomsten per tracé per woonplaats.

6.

Wanneer een gedeelte van het tracé niet in gemeentegrond is gelegen, wordt het bedrag berekend op grond van lid 2b, lid 3, lid 4 en lid 5 vermeerderd met een (coördinatie) toeslag van

€ 220,00

Artikel 1.24 Wegenverkeerswetgeving

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 36,35;

  • b.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 36,35.

2.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 37,10.

3.

een geneeskundig onderzoek, ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart en ongeacht of degene waarvoor de gehandicaptenparkeerkaart is aangevraagd komt opdagen op de keuring:

€ 207,40

4.

Wanneer de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart tijdens de behandeling wordt ingetrokken, bedraagt het tarief:

€ 28,55

5.

Wanneer de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart wordt geweigerd, bedraagt het tarief exclusief de keuringskosten:

€ 16,95;

6.

Het tarief bedraagt voor het aanleggen van een persoonsgebonden gehandicaptenparkeerplaats:

€ 345,00

7.

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een onderbord met kenteken voor een persoonsgebonden gehandicaptenparkeerplaats:

€ 102,00

8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een parkeerontheffing voor bedrijfsvoertuigen en kampeermiddelen ingevolge artikel 5:2, 5:3, 5:6, 5:7 en 5:9 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 22,80

9.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    tot het verkrijgen van een formulier voor een geneeskundige verklaring volgens de Wet personenvervoer

€ 4,35

  • b.

    tot het verkrijgen van een vergunning ten behoeve van oriëntatieritten

€ 10,60

  • c.

    tot het verkrijgen van een parkeervergunning op kenteken voor bewoners en ondernemers binnen de parkeerzone

1e vergunning

€ 90,00

2e vergunning

€ 129,00

dagdeelkaarten voor bezoekers binnen de zone

€ 0,60

  • d.

    tot het verkrijgen van een parkeervergunning op bedrijfsnaam voor ondernemers binnen de parkeerzone

1e vergunning, per jaar

€ 90,00

2e vergunning en volgende, per jaar

€ 129,00

  • e.

    tot het verkrijgen van een parkeervergunning op naam of kenteken voor het parkeren ten behoeve van het bieden van 1e lijnszorg in het gebied van de parkeerzone

€ 47,00

  • f.

    tot het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg

€ 33,80

Paragraaf 1.9 Diversen

Artikel 1.25 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

Afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

Per pagina en op papier van A4-formaat

€ 0,20;

2.

Per pagina en op papier van A3-formaat

€ 1,00;

3.

Per pagina en op papier van A2-formaat

€ 4,40;

4.

Per pagina en op papier van A1-formaat

€ 5,85;

5.

Per pagina en op papier van A0-formaat

€ 7,25.

Artikel 1.26 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 59,50;

b.

voor een ontheffing op grond van artikel 2:23b van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 voor het op strand aanleggen, voeden of onderhouden van een vuur en/of barbecue:

€ 66,00;

c.

voor een vergunning voor een openbare inzameling van geld of goederen op grond van artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 21,80.

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplichtin het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

Omgevingsoverleg (conceptverzoek);

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg (conceptverzoek) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een vooroverleg:

  • 1.

    over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000

€ 150,00;

  • 2.

    over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 100.000

€ 250,00;

  • 3.

    over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 500.000

€ 350,00;

  • 4.

    over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000

€ 450,00;

b.

voor de intaketafel:

€ 550,00;

c.

voor de omgevingstafel voor het eerste overleg:

€ 1.400,00;

d.

voor de omgevingstafel voor het tweede overleg:

€ 1.200,00;

e.

voor de omgevingstafel voor het derde en elk volgend overleg, per overleg:

€ 1.000,00.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

0,9%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200,00;

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 10.000.000:

0,7%

van de bouwkosten;

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 10.000.000:

0,4%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 160.000,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:

1,7%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200,00;

2.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 10.000.000:

1,5%

van de bouwkosten;

3.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 10.000.000:

0,8%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 315.000,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht wordt het tarief berekend conform artikel 2.6, onder a vermeerderd:

€ 335,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, wordt het tarief berekend conform artikel 2.6, onder a vermeerderd met het bedrag van:

1. indien de activiteit past binnen de gemeentelijke beleidsregels over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, met het bedrag van:

€ 200,00;

2. indien de activiteit niet past binnen de gemeentelijke beleidsregels over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, met het bedrag van

€ 335,00.

d.

Als de aanvraag betrekking heeft op het oprichten van een informatie- of gedenkpaneel en deze wordt gedaan door (semi)overheden of culturele, maatschappelijke, charitatieve of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstelling, dan bedraagt het tarief:

€ 27,50

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00.

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplansactiviteit of bij toepassing van artikel 15 van de Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2020 in samenhang met artikel 22.9 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 250,00;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 250,00;

2..

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2020 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 250,00;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 250,00.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00.

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijks beschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.750,00;

  • b.

    voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.125,00;

  • c.

    voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.500,00.

Artikel 2.12 Activiteiten uit afdeling 3.2 en 3.4 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet:

  • 1.

    bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 2.

    bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 3.

    bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 4.

    bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 5.

    bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 6.

    bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of;

  • 7.

    bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving;

dan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.750,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.125,00;

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.500,00.

Artikel 2.13 Samenloop van milieubelastende activiteit en

1.

Als bij de toepassing van artikel 2.12 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een bedrijfstak valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken.

Paragraaf 2.6 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,00

Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,00

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,00

Paragraaf 2.7 Overige activiteiten

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

Artikel 2.19 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00;

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

a. passend binnen de gemeentelijke beleidsregels over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten:

€ 250,00;

b. niet passend binnen de gemeentelijke beleidsregels over buitenplanse omgevingsplanactiviteiten:

€ 750,00;

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 250,00.

Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.20 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 400,00.

Artikel 2.21 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft, bedraagt het tarief

per milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

€ 3.125,00;

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.500,00.

Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.20 en 2.21, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00.

Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.23 Gelijkwaardige maatregel 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.000,00;

b.

een andere activiteit dan bedoeld in onderdeel a, bedraagt het tarief

€ 1.000,00.

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Artikel 2.24 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 200,00.

Artikel 2.25 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project worden voor de heffing van leges enkel de bouwkosten in aanmerking genomen die de bouwkosten van de verstrekte omgevingsvergunning te boven gaan, naar de maatstaven en tarieven zoals genoemd in artikel 2.5 of 2.6 met dien verstande dat het tarief tenminste € 200,00 bedraagt.

Artikel 2.26 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 200,00.

Artikel 2.27 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.41 van toepassing is:

kosteloos

Artikel 2.28 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

kosteloos

Artikel 2.29 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.34 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.30 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 4.000,00.

Artikel 2.31 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 200,00.

Artikel 2.32 Nadeelcompensatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht waarvan de aanvrager stelt dat die door een bestuursorgaan van de gemeente is veroorzaakt:

€ 300,00

Paragraaf 2.11 Modaliteiten

Artikel 2.33 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van paragraaf 2.3, artikel 2.5 en artikel 2.6 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

met een maximum van:

€ 1.000,00.

Artikel 2.34 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport :

€ 200,00;

b.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport :

€ 200,00;

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)::

€ 200,00;

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 250,00.

Artikel 2.35 Advies 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 250,00;

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a met uitzondering van adviezen van de Adviescommissie omgevingskwaliteit: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.36 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.12 Vermindering

Artikel 2.37 Vermindering na vooroverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.4, aanhef en onderdeel a, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 50% van de voor het vooroverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; en

c. binnen 12 maanden na de dagtekening van de kennisgeving van het vooroverleg.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 200,00.

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

Artikel 2.38 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, wordt het bedrag van de leges teruggebracht naar het minimale bedrag genoemd in artikel 2.5 onder a en artikel 2.6 onder a.1, zijnde € 200,00.

Artikel 2.39 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

  • 1.

    Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%.

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 200,00.

Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 2.3 en paragraaf 2.4

  • 1.

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 200,00.

Artikel 2.41 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

  • 1.

    Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • 2.

    Wanneer de aanvraag voor het intrekken van de vergunning als bedoeld in lid 1 is ingediend één jaar of langer, maar minder dan twee jaar, na de verlening en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • 3.

    Wanneer de aanvraag voor het intrekken van de vergunning als bedoeld in lid 1 is ingediend twee jaar of langer, maar minder dan drie jaar na de verlening en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

20%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • 4.

    Wanneer de aanvraag voor het intrekken van de vergunning als bedoeld in lid 1 drie jaar of langer na de verlening wordt ingediend, wordt geen teruggaaf verleend.

Artikel 2.42 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 2.3 en paragraaf 2.4

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning uit artikel 2.5 en artikel 2.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.43 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

Artikel 2.44 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 200,00 wordt niet teruggegeven.

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 215,00;

b.

Een aanvraag om een wijziging in de exploitatievergunning waarbij de situering of de oppervlakte van het terras verandert:

€ 66,50;

c.

Een aanvraag om een wijziging in de exploitatievergunning anders dan een wijziging als bedoeld in artikel 3.1 lid b:

€ 34,30.

d.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 75,00.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 215,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 34,30.

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 68,60;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 34,30;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 34,30.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 1.100,00.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van het beheer:

€ 197,50.

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 38,15;

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 22,20;

c.

verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 22,20;

d.

intrekken van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

Kosteloos

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020 (evenementenvergunning) en met toepassing van de categorie indeling uit de Regionale handreiking Publieksevenementen Rotterdam-Rijnmond, als het betreft:

a.

een evenement met de risicoclassificatie categorie A, zijnde een evenement met een laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en/of beperkte gevolgen voor het verkeer :

€ 45,50;

b.

een meerjarige vergunning voor een evenement met de risicoclassificatie categorie A, als bedoeld in artikel 3.6 onder a:

€ 92,00;

c.

een evenement met de risicoclassificatie categorie B, zijnde een evenement met een verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en/of gevolgen voor verkeer:

€ 177,15;

d.

een evenement met de risicoclassificatie categorie C, zijnde een risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving en/of gevolgen voor verkeer:

€ 354,50.

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.7 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een standplaatsvergunning (individuele vergunning) als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Marktverordening Goeree-Overflakkee 2023

€ 29,00;

b.

overschrijven van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Marktverordening Goeree-Overflakkee 2023

€ 12,00;

c.

zich op de standplaats te laten vervangen als bedoeld in artikel 14, vijfde lid van de Marktverordening Goeree-Overflakkee 2023:

€ 12,00.

Artikel 3.8 Losse standplaatsen

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020:

€ 87,50.

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats voor één dag die wordt gedaan door culturele, maatschappelijke, charitatieve of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen:

€ 11,50.

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014  

Artikel 3.9 Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014:

€ 55,00.

Artikel 3.10 Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014:

€ 55,00.

Artikel 3.11 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014:

€ 55,00.

Paragraaf 3.7 Wet kinderopvang

Artikel 3.12 Landelijk Register Kinderopvang

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om registratie in het Landelijk Register Kinderopvang voor:

  • a.

    een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikelen 1.45 en 1.46 van de Wet Kinderopvang:

€ 1.200,00;

  • b.

    een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikelen 1.45 en 1.46 van de Wet Kinderopvang:

€ 312,50.

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.13 Niet benoemd besluit op aanvraag

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 60,00.

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod tot het optreden als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op de aangewezen plaatsen op grond van artikel 2:9 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2020

€ 44,50.

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2023

De griffier van gemeente Goeree-Overflakkee,

drs. G. Brand.

Naar boven