|
|
|
|
|
Tarief
|
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
|
|
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
|
2024
|
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
|
|
1.1
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:
|
|
1.1.a
|
Maandag van 09.00 uur tot vrijdag 17.00 uur
|
€ 397,00
|
1.1.a.1
|
Maandag om 09.00 en 09.15 uur
|
€ 0,00
|
1.1.b
|
Vrijdag vanaf 17.00 uur en zaterdag
|
€ 509,00
|
1.1.c
|
Maandag en woensdag om 9.30 uur en 10.00 uur sobere ceremonie
|
€ 144,00
|
1.1.e
|
Indien een huwelijk wordt gesloten in een andere aangewezen trouwlocatie
|
€ 545,00
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis
|
|
|
De in 1.1 genoemde bedragen worden vermeerderd met een bedrag van
|
|
1.3
|
Indien de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaats vindt in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€ 21,60
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
|
1.5
|
Het tarief voor de benoeming van een Ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
€ 64,90
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje
|
|
1.8
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje/partnerschapsboekje of duplicaat-trouwboekje/partnerschapsboekje
|
€ 35,25
|
Artikel 1.8a Verstrekken akten burgerlijke stand
|
|
1.8a
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
€ 16,60
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
|
|
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
1.9
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
1.9.a
|
van een nationaal paspoort:
|
|
1.9.a.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
1.9.a.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar
|
€ 63,40
|
1.9.b
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
|
|
1.9.b.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
1.9.b.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar
|
€ 63,40
|
1.9.c.
|
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
1.9.c.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
1.9.c.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar
|
€ 63,40
|
1.9.d
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart
|
|
1.10.a
|
van een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
1.10.a.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 75,80
|
1.10.a.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar
|
€ 40,90
|
1.10.b
|
vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met uitreisverbod
|
€ 36,90
|
Artikel 1.11 Modaliteiten
|
|
1.11
|
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen
|
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
|
|
Artikel 1.12. Rijbewijzen
|
|
1.12
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 51,10
|
|
Het bedrag van 1.12 wordt verhoogd indien bij een omwisseling van een buitenlands rijbewijs het originele rijbewijs aangetekend moet worden verzonden met het daar voor geldende tarief van het postbedrijf
|
€ 48,15
|
Artikel 1.13 Modaliteiten
|
|
1.13.a
|
Het tarief genoemd in onderdeel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 39,65
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
|
|
Artikel 1.14 Definities
|
|
1.14
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.
|
€ 8,10
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
1.15
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.15.b
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€ 8,10
|
Artikel 1.16 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
|
|
1.16
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
|
€ 7,70
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
1.18
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 24,00
|
1.18.1
|
Het tarief bedraagt voor schriftelijke verstrekkingen ingevolge artikel 10, Regeling BRP
|
€ 8,60
|
Paragraaf 1.5
Bestuursstukken
|
|
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken
|
|
1.19
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.19.a
|
een afschrift van de gemeentebegroting
|
€ 106,00
|
1.19.b
|
een afschrift van de gemeentejaarrekening
|
€ 106,00
|
1.19.c
|
een afschrift van het burgerjaarverslag
|
€ 106,00
|
1.19.d
|
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina
|
€ 0,65
|
1.19.e
|
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:
|
€ 0,65
|
1.19.f
|
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:
|
€ 0,65
|
1.19.h
|
het gemeenteblad, per pagina:
|
€ 0,65
|
1.19.i
|
Een exemplaar van de bouwverordening met toelichting
|
€ 106,00
|
1.19.j
|
Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening
|
€ 31,40
|
1.19.k
|
Een exemplaar van het bestemmingsplan Buitengebied (toelichting, planregels en verbeeldingen)
|
€ 304,00
|
1.19.l
|
Een set verbeeldingen van het bestemmingsplan Buitengebied
|
€ 248,00
|
1.19.m
|
Overige bestemmingsplannen, per stuk
|
€ 106,00
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken
|
|
1.20
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aflsuiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:
|
|
1.20.a
|
de verslagen van de raadsvergaderingen:
|
€ 77,00
|
1.20.b
|
de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:
|
€ 25,65
|
1.20.c
|
de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie:
|
€ 25,65
|
1.20.d
|
de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:
|
€ 25,65
|
1.20.e
|
het gemeenteblad:
|
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
|
|
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie
|
|
1.21
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
tot het verstrekken van een fotokopie c.q. ingescande pagina van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, Verordening Ruimte, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.22, onderdeel b, structuurvisie Noord-Brabant of stadsvernieuwingsplan:
|
|
1.21.a
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€ 0,65
|
1.21.b
|
in formaat A3
|
€ 0,75
|
1.21
|
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, Verordening Ruimte, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.22, onderdeel b, structuurvisie Noord-Brabant of stadsvernieuwingsplan, dan zijn de werkelijk gemaakte kosten verschuldigd
|
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers
|
|
1.22
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:
|
|
1.22.a
|
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen
|
€ 13,45
|
1.22.b
|
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet
|
€ 1,58
|
1.22.c
|
de inschrijving in het rijksmonumentenregister bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet
|
€ 13,70
|
1.22.d
|
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed
|
€ 13,70
|
1.22.e
|
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet
|
€ 13,70
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
|
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken
|
|
1.25
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.25.c
|
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn
|
€ 8,10
|
1.25.b
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
|
€ 8,10
|
1.25.d
|
tot het verkrijgen van een Bewijs van Nederlandschap
|
€ 8,10
|
1.25.e
|
tot het Waarmerken van een document
|
€ 8,10
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
|
|
Artikel 1.26 Naspeuringen in het gemeentearchief
|
|
1.26
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 24,90
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief
|
|
1.27
|
Het tarief voor het verstrekken van een afschrift, fotokopie c.q. ingescande pagina van een in het gemeentearchief berustend stuk bedraagt:
|
|
1.27.1
|
Kopie A-4 formaat, per bladzijde
|
€ 0,65
|
|
Kopie A-3 formaat, per bladzijde
|
€ 0,75
|
|
Kopie A-2 formaat, per bladzijde
|
€ 5,00
|
|
Kopie A-1 formaat, per bladzijde
|
€ 5,50
|
|
Kopie A-0 formaat, per bladzijde
|
€ 6,50
|
|
Kleurenkopie, per bladzijde
|
€ 0,80
|
|
Lichtdrukken van tekeningen
|
€ 19,25
|
1.27.2
|
Het tarief voor het verstrekken van een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document van een in het gemeentearchief berustend stuk bedraagt per bladzijde van het uittreksel of de samenvatting
|
€ 3,00
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
|
|
Artikel 1.30 Leegstandswet
|
|
1.30.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.30.1.a
|
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 52,25
|
1.30.1.b
|
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet
|
€ 26,00
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
|
|
1.31.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b, van de Wet op de kansspelen:
|
|
1.31.1.a
|
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
|
€ 58,70
|
1.31.1.b
|
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 35,30
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 23,35
|
1.31.1.c
|
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of onbepaalde tijd:
|
€ 235,00
|
1.31.1.d
|
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 235,00
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 94,00
|
1.31.2
|
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor het tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.
|
|
1.31.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 55,55
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet
|
|
1.32.a
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en 3.2 van de vigerende verordening voor kabels en leidingen (genaamd Verordening Ondergronds Infrastructuur) (VOI), waarbij de graaflengte groter of gelijk aan 100 m1 is, bedraagt
|
€ 427,95
|
1.32.b
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en 3.2 van de vigerende verordening voor kabels en leidingen (genaamd Verordening Ondergronds Infrastructuur) (VOI), waarbij de graaflengte minder dan 100 m1 is of een lasgat/montagegat met een oppervlakte van meer dan 2 m², bedraagt
|
€ 213,97
|
1.32.c
|
Het tarief genoemd onder artikel a. en b. wordt verhoogd per (bemeten) strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, met een bedrag van
|
€ 2,08
|
1.32.d
|
Het tarief genoemd onder artikel a. en b. wordt verhoogd per (bemeten) strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen, met een bedrag van
|
|
|
Over de eerste 2.000 meter, een bedrag van
|
€ 1,46
|
|
Over de lengte langer dan 2.000 meter doch kleiner of gelijk dan 10.000 meter, een bedrag van
|
€ 0,86
|
|
Over een lengte waarbij de bemeten sleuflengte langer is dan 10.000 strekkende meter zijn de artikelen 1.32.a tot en met 1.32.d niet van toepassing. Boven een bemeten sleuflengte van 10.000 meter met een bedrag van
|
€ 0,75
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving
|
|
1.33
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
1.33.a
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een periode van maximaal 72 uur:
|
€ 22,95
|
1.33.b
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een periode langer dan 72 uur, met een maximum van 5 jaren:
|
€ 91,85
|
1.33.c
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:
|
€ 91,85
|
Paragraaf 1.10 Diversen
|
|
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
|
1.34
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.34.a
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
|
1.34.b
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
1.34.c
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
|
1.34.d
|
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
|
1.34.d.1
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€ 0,65
|
1.34.d.2
|
in formaat A3, per bladzijde
|
€ 0,75
|
1.34.d.3
|
in formaat A2, per bladzijde
|
€ 5,00
|
1.34.d.4
|
in formaat A1, per bladzijde
|
€ 5,50
|
1.34.d.5
|
in formaat A0, per bladzijde
|
€ 6,50
|
1.34.d.6
|
kleurenkopie
|
€ 0,80
|
1.34.d.7
|
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk
|
€ 20,35
|
1.34.d.8
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 21,50
|
1.34.d.9
|
Indien deze gepubliceerd moet worden
|
€ 44,35
|
1.34.d.10
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde
|
€ 14,05
|
Artikel 1.35 Kinderopvang
|
|
1.35
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) voor:
|
|
1.35.a
|
Het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, Wko
|
€ 986,00
|
1.35.b
|
Het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, Wko
|
€ 568,00
|
1.35.c
|
Voor het in afwijking van artikel 1.17.1.2 in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang, waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijke register is opgenomen met een andere voorziening én er een inspectie heeft plaatsgevonden van die gastouder in de afgelopen drie jaar of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd én er een inspectie plaatsgevonden heeft van het opvangadres in de afgelopen drie jaar. De aanvrager geeft bij de aanvraag, naast alle benodigde documenten, het registratienummer door waarmee de al geïnspecteerde opvang is geregistreerd en ook de datum waarop de inspectie heeft plaatsgevonden.
|
€ 463,00
|
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
|
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
2.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
Principeverzoek: een schriftelijk verzoek waarbij het college van burgemeester en wethouders om een standpunt wordt gevraagd in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling;
|
|
|
Omgevingstafel: een overleg waarbij initiatiefnemer, gemeente en alle betrokken (externe) partijen een initiatief bespreken en wat resulteert in een integraal advies richting initiatiefnemer voor het indienen van een aanvraag;
|
|
|
binnenplanse
omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse
omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
2.1.4
|
In aanvulling op de in bijlage 1 bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip 'bouwkosten' betreffen de in de omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
2.2
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
2.2.a
|
omgevingstafel of principeverzoek;
|
|
2.2.b
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
2.2.c
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
2.2.d
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
2.2.e
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
2.2.f
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
2.2.g
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
2.2.h
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
2.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
2.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
2.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
2.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
|
Artikel 2.4 Principeverzoek/Omgevingstafel
|
|
2.4.1
|
Als het een principeverzoek betreft waarbij een standpunt van het college van burgemeester en wethouders nodig is bedraagt het tarief:
|
€1.896,70
|
2.4.2
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingstafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 200,00
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijk deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.5.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit
|
|
2.5.1.a
|
Nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing
|
|
|
1.1 Woningen, recreatiewoningen, zorgwoningen en woonwagens
|
€ 28,30/m²
|
|
1.2 Uitbreiding, verbouw, kelder, serre, etc. bij categorie 2.3.1.1.1 (per m2)
|
€ 30,00/m²
|
|
1.3 Overige veranderingen bij cat. 1.1 (inpandig, constructie, dak etc.)
|
€ 13,60/m²
|
|
1.4 Gevelwijziging
|
€ 16,20/m²
|
2.5.1.b
|
Bijgebouwen, overkappingen en tuinmeubilair
|
|
|
2.1 Berging / garage / tuinhuis
|
€ 15,25/m²
|
|
2.2 Carport / overkapping / zwembad
|
€ 11,30/m²
|
|
2.3 Erfafscheiding / pergola
|
€ 210,10/stuk
|
2.5.1.c
|
Bedrijfsruimten (niet agrarisch)
|
|
|
3.1 Bedrijfshal / opslagruimte (dicht)
|
€ 11,05/m²
|
|
3.2 Bedrijfskantoor in bedrijfsruimte (extra)
|
€ 13,60/m²
|
|
3.3 Open loods / overkapping bij bedrijfsruimte
|
€ 6,25/m²
|
|
3.4 Gevelwijziging
|
€ 15,85/m²
|
2.5.1.d
|
Overige gebouwen
|
|
|
4.1 Kantoor / showroom / winkel / horeca / sporthal / school / kinderdagverblijf /etc.
|
€ 28,30/m²
|
|
4.2 Overige veranderingen overige gebouwen (inpandig, constructie, dak, etc.)
|
€ 8,80/m²
|
|
4.3 Gevelwijziging
|
€ 15,85/m²
|
|
4.4 Tuinbouwkas
|
€ 1,95/m²
|
|
4.5 (Parkeer)kelder (ondergronds en/of deels bovengronds)
|
€ 15,25/m²
|
|
4.6 Semi-permanente unit
|
€ 286,90/stuk
|
2.5.1.e
|
Stallen, overige agrarische bedrijfsgebouwen en bouwwerken
|
|
|
5.1 Alle stallen (varkens, rundvee, pluimvee, paarden, nertsen, konijnen, geiten, schapen etc.)
|
€ 8,30/m²
|
|
5.2 Werktuigenloods, aardappelloods, opslagloods, open loods (veldschuur), etc.
|
€ 5,45/m²
|
|
5.3 Mestsilo / -kelder
|
€ 5,45/m²
|
|
5.4 Sleufsilo
|
€ 210,10/stuk
|
2.5.1.f
|
Overige gebouwen en bouwwerken
|
|
|
6.1 Overige gebouwen en bouwwerken
|
€ 9,05/m²
|
|
6.2 Windmolens, antennemasten en uitkijktorens
|
€ 239,45/m1
|
|
6.3 Zonneparken per hectare € 2.174,35, met een maximum van € 10.000,00
|
|
|
6.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (per stuk)
|
€ 210,10/stuk
|
2.5.1.g
|
met een minumum over a tot en met f van:
|
€ 210,10
|
2.5.2
|
Als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het onder 1 bedoelde tarief verhoogd met:
|
€ 278,25
|
2.5.3
|
Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht bedraagt het tarief:
|
€ 931,95
|
2.5.4
|
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief
|
|
a.
|
voor zover het geen wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft
|
€ 151,40
|
b.
|
voor zover het een beperkte wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft
|
€ 713,30
|
c.
|
voor zover het een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft waarbij een volledige toets plaatsvindt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, waar voorheen een omgevingsvergunning voor werd verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo (uitgebreide omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan)
|
€ 8.950,40
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
2.6
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit uitsluitend het in stand houden of gebruiken van een te bouwen bouwwerk (geen bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.6.a
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 278,25
|
2.6.a.1
|
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het tarief verhoogd met:
|
€ 278,25
|
2.6.2
|
vooor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het bedrag
|
|
a.
|
voor zover het geen wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft
|
€ 487,20
|
b.
|
voor zover het een beperkte wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft
|
€ 1.040,45
|
c.
|
voor zover het een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken betreft waarbij een volledige toets
|
|
|
plaatsvindt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, waar voorheen een omgevings-
|
|
|
vergunning voor werd verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo
|
€ 8.950,40
|
|
(uitgebreide omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan)
|
|
|
Bij een gecombineerd aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor de bouw-
|
|
|
activiteit (artikel 2.5) en in stand houden of gebruik bouwwerk (artikel 2.6) worden alleen de leges
|
|
|
in rekening gebacht zoals genoemd in artikel 2.6
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
2.7
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.7.a
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 519,60
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
2.8.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.8.1.a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
2.8.1.a.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 519,60
|
2.8.1.a.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 519,60
|
2.8.2
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening fysieke leefomgeving is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
2.8.2.a
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
2.8.2.b
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
2.9
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.9.a
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 519,60
|
2.9.b
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 519,60
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.10.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.10.1.a
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 2.3.5.3 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 519,60
|
2.10.2
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
2.11
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 519,60
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
2.12
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2. Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.13
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4. Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.14
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.15
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.16
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7. Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.17
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.18
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
2.19
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
2.20.1
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.20.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
2.21
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
2.22
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op
een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid,
aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater,
koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3
van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde
activiteiten:
|
€ 3.000,00
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
2.23
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2,24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
2.24
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
2.25
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.25.a
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 431,00
|
2.25.b
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 431,00
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanlegen of veranderen weg
|
|
2.26
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
2.27
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 3.1.1.3 de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, de kosten die daadwerkelijk worden gemaakt voor de aanleg (op basis van eenheidsprijzen), zoals deze vooraf aan aanvrager zijn meegedeeld.
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
2.28
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.28.a
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 806,65
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 278,25
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
2.29
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
2.30
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3.6.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 99,45
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
2.31
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de artikelen 4.1.2 en 4.1.3 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.31.a
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 72,30
|
2.31.b
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 72,30
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
2.32
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 3.1.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.32.a
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 72,30
|
2.32.b
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 72,30
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
2.33
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.33.a
|
incidentele standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 62,60
|
2.33.b
|
tijdelijke standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 125,20
|
2.33.c
|
reguliere standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving
|
€ 250,40
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
2.34
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
2.34.a
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 278,25
|
2.34.b
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.34.b.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 278,25
|
2.34.b.2
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.34.b.3
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 278,25
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
2.36.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
2.36.1.a
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.400,00
|
2.36.1.b
|
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.400,00
|
2.36.1.c
|
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.400,00
|
2.36.2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.400,00
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
2.37
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 278,25
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
2.38.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
2.38.1.a
|
Het tarief bedraagt voor het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning
|
€ 72,00
|
2.38.1.b
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 131,00
|
2.38.1.c
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 131,00
|
2.38.1.d
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 72,00
|
2.38.2
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
2.39
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 230,95
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
2.40
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
2.41.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 229,90
|
2.41.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een milieubelastende activiteit
|
€ 3.000,00
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
2.42
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.43 Milieueffectrapportage
|
|
2.43.1
|
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag voor een project waarvoor tevens een verplichte milieueffectrapportage is opgesteld of aan de aanvraag is voorafgegaan verhoogd met:
|
€ 15.000,00
|
2.43.2
|
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag voor een project waarvoor tevens een vrijwillige milieueffectrapportage is opgesteld of aan de aanvraag is voorafgegaan verhoogd met:
|
€ 4.000,00
|
Artikel 2.43a Toets Omgevingsverordening Brabant
|
|
2.43.a.1
|
Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag aan de Omgevingsvergunning Noord-Brabant en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij of daarmee gelijk te stellen regels van Provincie Noord-Brabant verhoogd met:
|
€ 1.902,55
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
2.44
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van een omgevingsplan
|
|
2.45
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de wijziging van het omgevingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
2.46
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 230,95
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
|
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.47
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van:
|
€ 164,50
|
|
en een maximum van:
|
€ 2.855,00
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
2.48
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
2.48.a
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 4.400,00
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
2.49
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens
|
|
|
wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld
|
|
2.49.a
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 800,00
|
2.49.b
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch onderzoek:
|
€ 800,00
|
2.49.c
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake
|
€ 800,00
|
|
archeologisch (voor) onderzoek (conform vigerend KNA)
|
|
2.49.d
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake
|
€ 258,75
|
|
archeologisch (voor) onderzoek
|
|
2.49.e
|
voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van tweede versies van rapporten die voortvloeien
|
€ 439,30
|
|
uit archelogisch onderzoek
|
|
2.49.f
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting
|
€ 800,00
|
2.49.g
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm
|
€ 800,00
|
|
van een bouwwerk
|
|
2.49.h
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport
|
€ 800,00
|
2.49.i
|
voor de beoordeling van een milieueffectenrapportage (MER)
|
€ 2.950,00
|
2.49.J
|
voor de beoordeling van een Aeriusberekening
|
€ 517,50
|
2.49.k
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport
|
€ 800,00
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
2.50.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
2.50.1.a
|
voor een bindend advies van de gemeenteraad:
|
€ 621,90
|
2.50.1.b
|
voor een vereist advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen:
|
€ 1.062,65
|
2.50.1.c
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.50.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
2.51
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
2.51.a
|
als Provincie Noord-Brabant moet besluiten over de instemming in het kader van de natuurtoets voor:
|
|
|
- gebiedsbescherming:
|
€ 4.566,20
|
|
- soortenbescherming door burgers:
|
€ 2.534,10
|
|
- soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht:
|
€ 7.194,30
|
|
- soortenbescherming overige:
|
€ 5.411,05
|
2.51.b
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn
|
|
2.51.2
|
Het bedrag als bedoeld in het eerste lid onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen
|
|
|
van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de
|
|
|
vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigd bedrag ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
|
|
|
voor deze vijfde werkdag is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingstafel en principeverzoek
|
|
2.52.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een omgevingstafel als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt het totale voor de omgevingstafel verschuldigde bedrag.
|
|
2.52.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de omgevingstafel betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van de omgevingstafel; en
c. binnen 3 maanden na het laatste overleg of, als de omgevingstafel volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
2.52.3
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:
|
€ 210,10
|
2.52.4
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onder b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.1 lid 3, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 50% van de voor het principeverzoek verschuldigde bedrag. De vermindering is van toepassing als:
a. de aanvraag om de omgevingsvergunning voor dezelfde activiteit of activiteiten is waarop het principeverzoek betrekking heeft;
b. de aanvraag om de omgevingsvergunning in overeenstemming is met de uitkomsten van het principeverzoek;
c. de aanvraag om de omgevingsvergunning maximaal 6 maanden na de eindberichtgeving over het principeverzoek wordt ingediend.
|
|
Artikel 2.53 Vermindering Wet kwaliteitsborging bouw
|
|
2.53
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) wordt ingediend en verleend, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.5 onder 1 verminderd met 25%. Daarbij geldt een maximale vermindering van de leges tot € 25.000,00. De vermindering vindt plaats nadat het gehele traject van het project is doorlopen en de gereedmelding met de daarbij behorende stukken is gedaan.
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
2.54
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
2.55
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
2.56
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
2.57
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
2.58
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
2.59
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
2.60
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
2.61
|
Een bedrag minder dan € 230,95 wordt niet teruggegeven.
|
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
|
|
Paragraaf 3.1 Horeca
|
|
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting
|
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
3.1.a.
|
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28]van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 233,30
|
3.1.b
|
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, tweede lid,] van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 116,65
|
3.1.c
|
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 119,85
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf
|
|
3.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
3.2.a
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:
|
€ 616,35
|
3.2.b
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:
|
€ 216,55
|
3.2.c
|
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:
|
€ 216,55
|
3.2.d
|
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:
|
€ 216,55
|
3.2.e
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:
|
€ 60,60
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
|
|
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf
|
|
3.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, om de verlenging van een vergunning of om wijziging van een vergunning, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
3.3.1.a
|
voor een escortbedrijf:
|
€ 2.720,55
|
3.3.1.b
|
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:
|
€ 2.720,55
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
|
|
Artikel 3.4 Ontheffing winkeltijden
|
|
3.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
3.4.a
|
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:
|
€ 99,00
|
3.4.b
|
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:
|
€ 45,10
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
|
|
Artikel 3.5 Organiseren evenement
|
|
3.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:
|
|
3.5.a
|
een hoog risico-evenement (score C ingevolge Algemene plaatselijke verordening en Uitvoeringsbeleid evenementen)
|
€ 3.081,90
|
Artikel 3.6 Organiseren markt
|
|
3.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:
|
|
3.6.a
|
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 3.7.2.4 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 581,10
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
|
|
Artikel 3.7 Losse standplaatsen
|
|
3.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een:
|
|
3.7.a
|
incidentele standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 62,60
|
3.7.b
|
tijdelijke standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 125,20
|
3.7.c
|
Reguliere standplaats, bedoeld in artikel 3.7.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 250,40
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
|
|
Artikel 3.8 Vergunningen onttrekken woonruimte
|
|
3.8
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.9 Vergunningen samenvoegen woonruimte
|
|
3.9
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.10 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte
|
|
3.10
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.11 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten
|
|
3.11
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.12 Splitsingsvergunning
|
|
3.12
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.13 Toeristische verhuur
|
|
3.13
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 3.14 Verhuurvergunning opkoopbescherming
|
|
3.14
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 3.7 Verordening fysieke leefomgeving
|
|
Artikel 3.15 Verordening fysieke leefomgeving
|
|
3.15.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning/ontheffing voor:
|
|
3.15.1.a
|
het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg als bedoeld in artikel 3.1.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
3.15.1.b
|
het produceren van geluidhinder als bedoeld in de artikelen 3.1.3.4, 3.1.3.7, 3.1.3.8 en 3.1.3.9 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
3.15.1.c
|
het houden van recreatief nachtverblijf buiten een kampeerterrein als bedoeld in artikel 3.7.4.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
3.15.1.d
|
het houden van een collecte als bedoeld in artikel 3.7.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
3.15.1.e
|
het verbranden van afvalstoffen in de openlucht buiten inrichtingen of het anderszins aanleggen, stoken of hebben van vuur als bedoeld in artikel 3.7.3.1 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
3.15.1.f
|
het maken of voeren van (handels)reclame op een onroerende zaak of het hiervoor plaatsen van borden, vlaggen, spandoeken en objecten als bedoeld in de artikelen 4.1.2 en 4.1.3 van de Verordening fysieke leefomgeving:
|
€ 73,05
|
Paragraaf 3.8 Overig
|
|
Artikel 3.16 Niet benoemd besluit op aanvraag
|
|
3.16
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:
|
€ 233,30
|
Artikel 3.17 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
3.17
|
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze verordening wordt het tarief met betrekking tot het verkrijgen van een evenementenvergunning, een vergunning of ontheffing Alcoholwet en/of een andere vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening waarvan de aanvraag korter dan drie weken voor aanvang van de aangevraagde activiteit wordt ingediend verhoogd met:
|
€ 100,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2023
|
|
|
De griffier van de gemeente Reusel-de Mierden
|
|
|
mw. J.M. van Dongen-Hermans
|
|