Ontwerp verkeersbesluit – Geslotenverklaring landbouwvoertuigen met tijdsvenster – Deltazijde Blaricum

Burgemeester en wethouders van Blaricum,

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) dat verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

  • artikel 15, lid 1 van WVW 1994, dat de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daarvoor een gebod of een verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • voor te bereiden met de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Algemene wet Bestuursrecht) middels een ontwerpbesluit;

  • artikel 24 van het BABW dat verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de politie Regio Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord;

Overwegende dat:

  • de Deltazijde een weg is die via de Stichtseweg in verbinding staat met Voorland (en de provincie Flevoland via de Stichtsebrug);

  • deze wegen sinds jaar en dag onderdeel uitmaken van een landbouwroute tussen Blaricum (en Eemnes) en provincie Flevoland;

  • agrariërs en loonwerkers op momenten (zoals tijdens het hooiseizoen) tientallen keren per etmaal met landbouwvoertuigen deze route gebruiken;

  • ter hoogte van de Deltazijde een gebiedsontwikkeling (genaamd Blaricummermeent) heeft plaatsgevonden waarbij aan de westzijde van de weg woningen zijn ontwikkeld en aan de oostzijde van de weg bedrijfspanden;

  • bij de gebiedsontwikkeling is nagelaten te communiceren aan de nieuwe bewoners en gebruikers van de bedrijfspanden dat de Deltazijde onderdeel is van de landbouwroute;

  • vanuit Blaricummermeent (daarom) meldingen bij de gemeente zijn gedaan over overlast met betrekking tot de snelheid waarmee- en tijdstippen waarop landbouwvoertuigen over de Deltazijde rijden;

  • vanuit de gemeente begrip is voor deze meldingen maar eveneens oog is voor het belang van de landbouwroute voor agrariërs;

  • ter objectivering van meldingen van belanghebbenden een cameraonderzoek is gedaan gedurende een piekmoment (tijdens een hooiperiode eind juni 2023) van gebruik van de Deltazijde door landbouwvoertuigen;

  • gedurende het cameraonderzoek van 9 etmalen op rij (21 t/m 29 juni) gemiddeld 19 landbouwvoertuigen per etmaal over Deltazijde reden met als piek 82 landbouwvoertuigen op 26 juni;

  • gedurende het cameraonderzoek landbouwvoertuigen zijn waargenomen op Deltazijde verspreid over de ochtenden, middagen en avonden;

  • ’s nachts geen landbouwvoertuigen zijn waargenomen op Deltazijde;

  • naast het cameraonderzoek ook meerdere telslangtellingen zijn gedaan waarbij duidelijk is geworden dat verkeer op Deltazijde op plaatsen waar geen snelheidsremmende maatregel aanwezig is gemiddeld circa 40km/uur wordt gereden op het deel waar 30km/uur de maximum toegestane snelheid is;

  • meldingen met betrekking tot een structureel te hoge verkeerssnelheid op Deltazijde dus gegrond zijn;

  • daarom twee “slingerremmers” (snelheidsremmende maatregelen) op Deltazijde worden toegevoegd ter hoogte van nummer 16 en nummer 30;

  • verderop, ten noordoosten van de uitrit van de KNRM, langs Voorland bebording met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen met uitzondering van brommobielen staat;

  • volgens deze bebording het (ook) voor landbouwvoertuigen niet is toegestaan verder te rijden (over de Stichtsebrug naar Flevoland);

  • dit een geconstateerde fout is in de bebording omdat landbouwvoertuigen wel via deze landbouwroute naar Flevoland mogen rijden;

  • bovendien de genoemde bebording niet overeenkomt met bebording aan de andere zijde van de Stichtsebrug (in gemeente Almere) waarmee een geslotenverklaring voor motorvoertuigen met uitzondering van landbouwvoertuigen en brommobielen is aangeduid;

  • landbouwvoertuigen dus wel vanuit gemeente Almere naar gemeente Blaricum maar niet andersom mogen rijden volgens de huidige bebording in de twee gemeenten;

  • het belang dat agrariërs van oudsher hebben om met landbouwvoertuigen via Stichtseweg, Deltazijde, Voorland en de Stichtsebrug naar Flevoland te rijden overeind dient te blijven en bebording daarop aangepast moet worden;

  • het rijden met landbouwvoertuigen over Deltazijde gedurende een bepaald tijdvak vanuit bewonersperspectief echter onwenselijk is;

  • dit ontwerpverkeersbesluit tracht te voorzien in een maatregel die werkbaar is voor agrariërs en ervaren overlast van landbouwvoertuigen voor bewoners beperkt;

  • hiertoe het voorstel is een geslotenverklaring voor landbouwvoertuigen tussen 22:00 – 7:00 uur in te stellen;

  • dit tijdsvenster nagenoeg overeen komt met het tijdvak waarbinnen geen landbouwvoertuigen zijn waargenomen tijdens het uitgevoerde cameraonderzoek;

  • het tijdsvenster tevens tegemoet komt aan het verzoek van omwonenden om het rijden met landbouwvoertuigen over Deltazijde niet toe te staan in de nachtelijke uren;

  • kenbaar is gemaakt aan de Agrarische Kring Ondernemers Eemnes (AKOE) en melders uit Blaricummermeent dat de gemeente bezig is met de voorbereiding van verkeersmaatregelen op Deltazijde;

  • gemeente Blaricum daarbij op zoek is naar verkeersmaatregelen die een compromis inhouden tussen belangen van bewoners en agrariërs;

  • belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op het ontwerp verkeerbesluit middels een zienswijze;

  • het college van burgemeester en wethouders op basis van de eventuele zienswijzen concludeert of er draagvlak is voor de geslotenverklaring voor landbouwvoertuigen met tijdsvenster (22:00 – 7:00 uur) op Deltazijde;

  • het college vervolgens bepaalt of de maatregel (al dan niet in aangepaste vorm) in een definitief verkeersbesluit wordt gepubliceerd, of dat het ontwerp verkeersbesluit van rechtswege vervalt;

  • bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 lid 1 onder a van de WVW 1994, strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 lid 1 onder b van de WVW 1994, strekken tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 lid 1 onder c van de WVW 1994, strekken tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid;

  • bovengenoemde verkeersmaatregelen, conform artikel 2 lid 1 onder d van de WVW 1994, ten koste gaat van het waarborgen van de vrijheid van het landbouwverkeer maar geen gevolgen heeft voor autoverkeer, fietsers en voetgangers en alle bestemmingen bereikbaar blijven;

  • de in dit ontwerp verkeersbesluit onder 'besluiten' genoemde wegen in beheer zijn bij de gemeente Blaricum, en gelegen zijn binnen- (Deltazijde) en buiten de bebouwde kom (Voorland);

  • overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg hierover heeft plaatsgevonden met de politie Regio Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord, en dat negatief is geadviseerd;

  • de daarvoor gegeven argumentatie is dat de vrijheid van het verkeer (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 onder d van de WVW 1994) niet is gewaarborgd bij toepassing van genoemde maatregel als het gaat om landbouwverkeer;

  • de vrijheid van het landbouwverkeer ook in de nachtelijke uren een groot goed is aangezien de Deltazijde de enige verkeersader daarvoor is tussen Flevoland en het Gooi in dit gebied;

  • gedurende het cameraonderzoek in de onderzoeksperiode geen nachtelijk gebruik door landbouwvoertuigen is waargenomen, wat impliceert dat er gedurende nachtelijke uren slechts incidenteel gebruik wordt maakt van de Deltazijde en de maatregel ten aanzien van bord C8 met venstertijden daarom buiten proporties is.

 

 

 

 

BESLUITEN

  • 1.

    Door plaatsing van de borden C8 van het RVV 1990 en onderborden met tekst ‘22 – 07h’ een geslotenverklaring voor landbouwvoertuigen met tijdsvenster in te stellen op Deltazijde;

  • 2.

    Het onderbord met tekst ‘uitgezonderd brommobielen’ onder de geslotenverklaring voor motorvoertuigen (bord C12 van het RVV 1990) langs Voorland te wijzigen door het aanbrengen van de tekst ‘uitgezonderd landbouwvoertuigen en brommobielen’ (zodat de bebording gelijkluidend is als de bebording op Stichtsepad te gemeente Almere).

 

 

Situatietekening

 

Eemnes, 15 december 2023

Namens het college van Blaricum,

Dhr. R. van den Berg

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling

BEL Combinatie

 

Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Blaricum, via het gemeenschappelijke postadres voor de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren: Postbus 71, 3755 ZH EEMNES, onder vermelding van ‘bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet tenminste het volgende bevatten:

- naam en adres;

- de datum;

- tegen welke beslissing bezwaar wordt gemaakt;

- wat de bezwaren tegen die beslissing zijn.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, bij de "voorzieningenrechter" van de Arrondissementsrechtbank een verzoekschrift indienen om een voorlopige voorziening te vragen. Het verzoekschrift moet worden gestuurd aan Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht, onder vermelding van ‘voorlopige voorzieningen’. U dient er rekening mee te houden dat aan het indienen van verzoekschrift voor een voorlopige voorziening kosten zijn verbonden (griffierecht).

Naar boven