Gemeenteblad van Harlingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2023, 538454 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2023, 538454 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Jeugdhulp 2023 gemeente Harlingen
De gemeenteraad van de gemeente Harlingen;
gelet op artikel 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1 derde lid van de Jeugdwet;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
besluit vast te stellen de: Verordening Jeugdhulp 2024 gemeente Harlingen.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en in de Algemene wet bestuursrecht.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Begeleiding: Het bieden van ondersteuning of begeleiding aan jeugdigen, ouders en/of hun omgeving. De begeleiding is gericht op het vergroten of behouden van de eigen regie over het leven/de opvoeding. Begeleiding is een ontwikkel- en leerproces met doelen en ondersteunende en activerende activiteiten gericht op de zelfredzaamheid van de jeugdige en/of ouders. Tijdens de begeleiding worden nieuwe (in behandeling aangeleerde) vaardigheden en inzichten intensief geoefend, herhaald en verder eigen gemaakt. In meer complexe situaties waarbij specialistische begeleiding ingezet wordt is deze gericht op verbeteren, ontwikkelen verkrijgen van meer zelfregie en stabiliseren van het welbevinden en/of het zelfstandig functioneren van de Jeugdige, ouders en/of hun omgeving. Het bieden van ondersteuning of Begeleiding aan de Jeugdige, ouders en/of hun omgeving, gericht op het verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren en/of compenseren van de zelfredzaamheid, het welbevinden en/of de kwaliteit van leven. Het kan kort of lang duren en kan wisselen in intensiteit. Er is geen diagnose vereist.
Behandeling: Behandeling kent een afgebakende periode, met een onderliggend behandelplan waarin beoogde resultaten zijn opgenomen. Ook kent het een duidelijk start- en eindpunt. Periodieke evaluatie van de gestelde resultaten is noodzakelijk. We kennen de volgende vormen van behandeling:
Behandeling is gericht op het herstel, genezing, ontwikkeling, stabiliseren en/of hanteerbaar maken van het probleem of de aandoening. De behandeling duurt een afgebakende periode, met een start en eindpunt, de behandeltermijn diagnostisch onderzoek (beeldvormend/handelingsgericht) of observatieonderzoek is onderdeel van de behandeling. Na deze periode van onderzoek worden de behandeldoelen opgesteld, met een daaraan gekoppelde behandeltermijn. GGZ-behandeling is primair gericht op het behandelen van psychiatrische stoornissen door het voorkomen of beperken van stagnatie in de ontwikkeling en daardoor de gevolgen ervan voor het dagelijks functioneren. Een (vermoeden van een) DSM 5-benoemde stoornis is een voorwaarde voor inzet van behandeling Jeugd GGZ.
Budgetplan: Het plan dat de jeugdige en/of ouder(s) bij de aanvraag voor een persoonsgebonden budget indient, waarin de keuze voor een persoonsgebonden budget (in plaats van zorg in natura) gemotiveerd wordt en waarin aangegeven wordt aan welke vorm van ondersteuning het budget besteed gaat worden, door wie de ondersteuning geleverd gaat worden en welke activiteiten uit het budget betaald gaan worden.
Formele hulp: Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het PGB uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het PGB uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Gebiedsteam: Een lokaal team (vanuit een gemeente) met professionals, die de jeugdige en/of ouder(s) kunnen ondersteunen bij hun vragen op het gebied van werk, financiën, opvoeding, wonen, vrije tijd en sport, wet- en regelgeving, vrienden en relaties, zorg, ondersteuning en hulpmiddelen. Dit wordt ook wel (sociaal) wijkteam, dorpenteam of scholenteam genoemd.
Kwaliteitskader: Fries Kwaliteitskader Jeugdhulp (zie ook het Fries kwaliteitskader Jeugd op de website www.sdfryslan.nl).
Ondersteuningsplan: Het Ondersteuningsplan, opgesteld door het gebiedsteam of Gecertificeerde Instelling, vormt de basis van het inschatten wat nodig is aan ondersteuning en hulp. Het Ondersteuningsplan beschrijft wat een Jeugdige/het gezin nodig heeft om op een volwaardige manier deel uit te kunnen maken van de samenleving. Het Ondersteuningsplan is daarmee bedoeld om de ondersteuningsbehoefte en gewenste resultaten te beschrijven. De vervolgstap is om dit plan te vertalen naar de juiste (integrale) ondersteuning. Daarmee is het gebruik van het Ondersteuningsplan (a) een integrale analyse en (b) een toeleiding naar de juiste ondersteuning. Het Ondersteuningsplan beschrijft ook het functioneren op alle levensdomeinen die voor het gezin van belang zijn. Het Ondersteuningsplan wordt ook wel ‘Fries ondersteuningsplan jeugd’ genoemd.
Professional: Beroepskracht met aantoonbare specifieke kennis en vaardigheden ten aanzien van de opgroei-, opvoed- en ontwikkelingsproblematiek van de jeugdige en/of ouder(s) en/of de benodigde ondersteuning, die aantoonbaar voldoet aan de in de branche geldende (kwaliteits-)eisen én een gericht op de voorziening passende registratie heeft bij de KvK of in het beroepsregister of in loondienst is bij een formele jeugdhulpaanbieder.
Resultaat/Resultaten: De daadwerkelijk bereikte uitkomsten van een traject (voor de jeugdige). Wanneer er Specialistische Jeugdhulp wordt ingezet, worden hierbij te behalen resultaten geformuleerd vanuit de Verwijzer en de Jeugdige/het gezin. Het is aan de Jeugdhulpaanbieder om deze resultaten met de Jeugdige/het gezin te behalen door hier concreet doelen op te formuleren in het Hulpverleningsplan.
Zelfredzaamheid: Het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) en het voeren van een gestructureerd huishouden. De noodzakelijke ADL in het kader van zelfredzaamheid betreffen: in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en weer opstaan, lichamelijke hygiëne, toiletbezoek, eten/drinken, medicijnen innemen, ontspanning en sociaal contact.
Artikel 3. Toegang jeugdhulp anders dan via het gebiedsteam
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. Dat geldt ook na een verwijzing door de Gecertificeerde Instelling, rechter, Raad voor de Kinderbescherming of Officier van Justitie.
In spoedeisende gevallen beslist het gebiedsteam na een melding onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke individuele voorziening of vraagt het gebiedsteam een voorlopige ondertoezichtstelling of spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet aan in afwachting van de uitkomst van het onderzoek en de aanvraag van de jeugdige of zijn ouders.
Het gebiedsteam verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 4.3., van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem en/of zijn ouders een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het gebiedsteam de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders niet afzien van het opstellen van een familiegroepsplan, ondersteunt het gebiedsteam indien nodig daarbij.
Artikel 4.3. Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren
Het gebiedsteam vergaart voldoende kennis over de voor het nemen van een besluit over jeugdhulp van belang zijnde feiten en af te wegen belangen. Het gebiedsteam onderzoekt in samenspraak met de jeugdige en/of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger:
Of en in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en van het sociale netwerk of andere instellingen die ondersteuning bieden toereikend zijn om zelf de nodige hulp en ondersteuning te kunnen bieden. Voor de beoordeling van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen wordt een afweging gemaakt tussen bijvoorbeeld de behoefte en de mogelijkheden van de jeugdige, de voor hem benodigde ondersteuningsintensiteit en de duur daarvan, de mogelijkheden, de draagkracht en de belastbaarheid van zijn ouders, de samenstelling van het gezin en de woonsituatie en het belang van de ouders om te voorzien in een inkomen. Toepassing van dit lid kan ertoe leiden dat er wel (gebruikelijke of bovengebruikelijke) of geen hulp wordt verstrekt.
Bij het onderzoek wordt aan de jeugdige of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger medegedeeld welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een pgb. De jeugdige of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger wordt in begrijpelijke bewoordingen ingelicht over de gevolgen van die keuze.
Indien de jeugdige en/of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger met redenen omkleed aangeven dat het onderzoek geheel of gedeeltelijk te belastend is en de gebiedsteammedewerker het daarmee eens is, dan wordt door de gebiedsteammedewerker in samenspraak met de jeugdige en/of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger gezocht naar een alternatieve onderzoeksmethode.
Indien de jeugdige en/of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger bij herhaling hebben aangegeven geen medewerking te willen verlenen aan (een deel van) het onderzoek én zonder dit onderzoek de toegankelijkheid en passendheid van ondersteuning in de vorm van een individuele voorziening niet kan worden vastgesteld, dan kan (deels) negatief op de aanvraag worden besloten.
Artikel 4.4. Ondersteuningsplan
Het gebiedsteam zorgt voor verslaglegging van het onderzoek, bedoeld in artikel 4.3. De jeugdige en/of ouder(s) kan het ondersteuningsplan te allen tijde desgevraagd ontvangen. Het ondersteuningsplan wordt binnen 20 werkdagen na het onderzoek aan de jeugdige en/of ouder(s) beschikbaar gesteld. Indien de gestelde termijn niet haalbaar is wordt de jeugdige en/of ouder(s) geïnformeerd over de reden van vertraging. De jeugdige en/of ouder(s) krijgen de mogelijkheid om het ondersteuningsplan te lezen en een reactie hierop te geven. Naar aanleiding van de reactie van de jeugdige en/of ouder(s) worden feitelijke onjuistheden in het ondersteuningsplan aangepast. Opmerkingen en aanvullingen van de jeugdige en/of ouder(s) worden aan het ondersteuningsplan toegevoegd.
Wanneer het voornemen bestaat naar aanleiding van het onderzoek als bedoeld in artikel 4.3. een aanvraag in te dienen, verstrekt het gebiedsteam aan de jeugdige en/of zijn ouders dan wel aan zijn wettelijk vertegenwoordiger de advies en aanvraag maatwerkvoorziening Jeugdwet. Wanneer de jeugdige en/of zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger daarom verzoeken, verstrekt het gebiedsteam eveneens het ondersteuningsplan en/of andere onderdelen uit het dossier.
Wanneer niet het voornemen bestaat naar aanleiding van het onderzoek als bedoeld in artikel 4.3. een aanvraag in te dienen, verstrekt het gebiedsteam indien de jeugdige en/of zijn ouders dan wel aan zijn wettelijk vertegenwoordiger daarom verzoeken het ondersteuningsplanen/of andere onderdelen uit het dossier.
Het college merkt een ondertekend Ondersteuningsplan Jeugdwet aan als aanvraag. Iedere rechtstreeks belanghebbende kan een aanvraag indienen. Wanneer een minder- jarige een aanvraag indient, is - wanneer deze nog niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen - toestemming van een wettelijk vertegenwoordiger vereist.
Bij de tariefbepaling voor een PGB wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van ondersteuning (formele en informele ondersteuning) en voor zover van toepassing, de te bieden deskundigheid en/of de in de branche geldende kwaliteitseisen. De tarieven voor formele ondersteuning PGB zijn niet gelijk aan de ZIN tarieven, omdat er door de betreffende zorgaanbieders minder overheadkosten gemaakt hoeven worden dan een door gemeente gecontracteerde aanbieders. Dit betreft o.a. kosten in relatie tot de aanbesteding en bijbehorende programma van eisen, verantwoordingsrapportages en (afstemmings-)overleggen.
Een jeugdige en/of ouder(s) die in aanmerking komen voor een individuele maatwerkvoorziening middels een PGB, kan informele ondersteuning inkopen, onder de volgende voorwaarden:
de opgroei- en opvoedproblematiek niet op eigen kracht kan worden opgelost, het de gebruikelijke hulp overstijgt, bovengebruikelijke hulp of mantelzorg geen passende oplossing biedt, er geen mogelijkheden zijn voor andere voorzieningen of inzet van vrijwilligers en dit aantoonbaar tot een beter resultaat leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan formele ondersteuning of zorg in natura.
Artikel 7. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet
Het college informeert de jeugdige en zijn ouders dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen de jeugdige of zijn ouders of wettelijk vertegenwoordiger op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan college mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening of pgb.
Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Artikel 10. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Een pilot is gebaseerd op een opzet welke door de gemeenteraad als zodanig is goedgekeurd en kenmerkt zich door zowel een beperkte omvang in kosten als een beperkte omvang in duur. In de opzet wordt naast de pilot aandacht besteed aan de bepalingen in deze verordening en/of in de beleidsregels waarvan tijdelijk wordt afgeweken.
Artikel 12. Nadere regels en hardheidsclausule
Het college is bevoegd een (her)onderzoek te doen naar het voortbestaan van de aanspraak op een voorziening en eventueel de aanspraak te herzien, bijvoorbeeld indien er sprake is van een wijziging in de situatie van de jeugdige en/of ouders, de vorm van de voorziening, de afwegings- en toetsingscriteria voor de toekenning van een voorziening of het tarief. Indien de herbeoordeling leidt tot een wijziging ten nadele van de jeugdige en/of ouders wordt een gewenningstermijn gehanteerd van minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden, ingaande vanaf de datum van het nieuwe besluit.
Artikel 14. Overgangsbepalingen
In afwijking van lid 2 kunnen beschikkingen van jeugdigen voor een specialistische jeugdhulptraject, en/of een verblijfscomponent die doorlopen na 1-7-2024 in 2024 opnieuw beoordeeld worden conform de voor 2024 geldende Verordening Jeugdhulp en Beleidsregels jeugdhulp, om te bepalen welke vorm van ondersteuning het meest passend is.
In afwijking van lid 2 worden beschikkingen van jeugdigen die doorlopen na 31-12-2023, waarbij de woonplaats van de jeugdige wijzigt naar aanleiding van de wet woonplaatsbeginsel, in 2024 opnieuw beoordeeld conform de voor 2024 geldende Verordening Jeugdhulp en Beleidsregels jeugdhulp, om te bepalen welke vorm van ondersteuning het meest passend is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-538454.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.