Wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Son en Breugel 2022

De raad van de gemeente Son en Breugel,

  • gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;

  • gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

B E S L U I T :

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Son en Breugel 2022 te wijzigen als volgt:

 

 

 

Artikel I

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  • beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

  • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B

Artikel 1.2, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

Aan artikel 1.4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

Voor de bestaande tekst van artikel 1.5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

Voor de bestaande tekst van artikel 1.6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

Artikel 2.10, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

G

Artikel 2.12, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

H

Artikel 2.29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

I

Artikel 2.31, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

J

Artikel 2.42a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid, onder g, komt te luiden:

g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of een omgevingsvergunning en/of;

2. Het zevende lid, onder f, komt te luiden:

f. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of een omgevingsvergunning;

K

Artikel 3.7, eerste lid, onder k, komt te luiden:

  • k.

    de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd op zal leveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.4.

L

Artikel 3.9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.4.

M

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    in de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

  • inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4.2 tot en met 4.5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer.

N

Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

  • c.

    de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

  • 3.

    Voor de duur van 6 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

O

Artikel 4.6, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

P

Artikel 5.5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Q

Artikel 5.6, vierde lid (nieuw), komt te luiden:

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

R

Artikel 5.18 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vierde lid, onder e, komt te luiden:

  • e.

    dit in strijd is met het omgevingsplan;

  • 2.

    Het zevende lid (nieuw) komt te luiden:

  • 7.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

S

Artikel 5.24, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartwet, het Binnenvaartpolitiereglement, of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

T

Artikel 5.32, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

U

Artikel 5.33, derde lid, onder b, komt te luiden:

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

V

Artikel 5.34 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden in de open lucht (afval)stoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

Artikel II

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen M en N van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2022.

De raad voornoemd,

De griffier, Moniek Weerts

De voorzitter, Hans Gaillard

Naar boven