Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 12 december 2023 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2023, 527123.

Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel I onderdeel A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, V, W, X, Y, Z, AA, AB, AC, AD, AE, AF, AG, AH, AI, AJ, AK, AL, AM, AN, AO verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Smallingerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2023, nummer 2023-056792, vastgesteld op 17 oktober 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

B E S L U I T

 

Vast te stellen de VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING SMALLINGERLAND 2013.

Artikel I  

 

De Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • - l.

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van ‘bouwwerk’, ‘gebouw’ en ‘bevoegd gezag’ komen te luiden:

     

    • - f.

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • - g.

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

    • - j.

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

 

Artikel 2:10A wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid vervalt en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

    Op de vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

G

 

Artikel 2:10B wordt als volgt gewijzigd:

 

Het derde lid, onder a komt te luiden:

 

  • 3.a

    Het eerste lid voor zover het gaat om beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening;

Het derde lid, onder d komt te luiden:

 

de weigeringsgrond van het tweede lid onder c geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

 

H

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid met sub a en b, vervalt en wordt vernummerd tot lid 2. Ook het vijfde lid vervalt.

  • 3.

    Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

     

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

    • 4.

      Het verbod geldt voorts niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of voor situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

I

 

Artikel 2:12, vijfde lid vervalt. Het vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

J

 

Artikel 2:14, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

K

 

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

L

 

Artikel 2:23, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

M

 

Artikel 2:28, tweede lid, onder a komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning indien:

     

    • a.

      de vestiging of exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het omgevingsplan;

N

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    indien de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

O

 

Artikel 2:40g, eerste lid komt te luiden:

 

Het bevoegd gezag weigert de vergunning indien de vestiging en/of de exploitatie van de inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

P

 

Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Dit verbod geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

Q

 

Artikel 2:60A, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

R

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

S

 

Artikel 2:73a, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.

T

 

Artikel 3:13, eerste lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan;

U

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • -

      Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

     

    • -

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

V

 

Artikel 4:6, vierde lid vervalt. Artikel 4:6 wordt verder als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

     

    • 3.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

W

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

     

    • 3.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

X

 

Artikel 4:15, achtste lid vervalt. Het artikel wordt verder als volgt gewijzigd:

 

Het zesde lid komt te luiden:

 

  • 6.

    De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Het zevende lid onder a en b komt te luiden:

 

  • a.

    er sprake is van een activiteit waarvoor een vergunning is vereist in de zin van de Omgevingswet, en het gevaar en de hinder betrokken zijn bij de afweging of

  • b.

    in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de provinciale omgevingsverordening.

Y

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Begripsbepaling

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

Z

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerplaats dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

AA

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

AB

 

Artikel 5:6, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

AC

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AD

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het verbod van artikel 5:18, eerste lid, geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AE

 

Artikel 5:23, vierde lid vervalt. Het derde lid van dit artikel komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AF

 

Artikel 5:24, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.

AG

 

Artikel 5:25, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het innemen van een ligplaats met een vaartuig aan een in een omgevingsplan aangewezen ligoever, haven of andere gelegenheid die bestemd is om schepen onder te brengen.

 

Er wordt een vijfde lid aan artikel 5:25 toegevoegd. Dit komt te luiden:

 

  • 5.

    Het (in het eerste lid genoemde) verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of door het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de wet Milieubeheer of het Binnenvaarpolitietreglement.

AH

 

Artikel 5:26, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening, de waterschapsverordening of voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement of door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AI

 

Artikel 5:27A komt te vervallen.

 

AJ

 

Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AK

 

Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AL

 

Artikel 5:32, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.0 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

 

AM

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden, ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als "toestel".

AN

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben, waarbij in de openlucht afvalstoffen worden verbrand.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

    • 4.

      Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

AO

 

De intitulé van de Apv komt te luiden:

 

Algemene plaatselijke verordening Smallingerland

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treedt onderdeel U van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2023

De voorzitter,

Jan Rijpstra

De griffier,

Gert-Jan Fokkema

Naar boven