Gemeenteblad van Enschede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2023, 535244 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2023, 535244 | beleidsregel |
Wijzigingsbesluit 2023 Beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede 2019
De Beleidsregel Wet Bibob gemeente Enschede 2019, zoals eerder gewijzigd bij besluit van 22 december 2021, wordt gewijzigd als volgt.
A. Artikel 1.1 komt te luiden:
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidie-ontvanger, de vergunninghouder, de begunstigde van een andere beschikking, de gegadigde, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, de beoogd verkrijger van de erfpacht of de opstal waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling ‘vastgoedtransactie’, en de beoogd verkrijger van een recht op eigendom of een zakelijk recht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling ‘vastgoedtransactie’; per de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt onder betrokkene ook verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager van de omgevingsvergunning kan worden gelijkgesteld (artikel 5.31 lid 2 Omgevingswet).
Bibob-onderzoek: het onderzoek van het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak ingesteld op grond van de Wet Bibob naar de aanwezigheid van gevaar als bedoeld in de wet en naar feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van een aangevraagde dan wel gegeven beschikking, van een subsidie, van een overheidsopdracht of van een vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd.
paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;
snippergroen: kleine stroken openbaar groen zonder belangrijke functie, direct grenzend aan een perceel van een andere eigenaar. Dit openbaar groen maakt geen deel uit van een hoofd- of wijkgroenstructuur en vormt evenmin een verkeersgeleiding. Snippergroen kan worden afgestoten zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van de woonomgeving. Bouwgrond valt hier in ieder geval niet onder, strookjes verharde gemeentegrond onder omstandigheden mogelijk wel;
B. Artikel 1.3 komt te luiden:
Waar in deze beleidsregel wordt verwezen naar risicocategorieën betreft het de volgende:
afhaal- en bezorgcentra als bedoeld in artikel 2:27 aanhef en lid 1 sub b APV, zijnde de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waar anders dan om niet uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse in hoofdzaak ter plekke bereide en voor directe consumptie geschikte eetwaren en (zwak alcoholische) dranken plegen te worden verstrekt;
de niet voor het publiek toegankelijke lokaliteiten als bedoeld in artikel 2:27 aanhef en lid 1 sub c APV, die voor het publiek op de weg bereikbaar zijn, uitgezonderd standplaatsen als bedoeld in Bijlage 1.2 van de Verordening Kwaliteit Leefomgeving, voor zover daar gelegenheid wordt gegeven anders dan om niet voor directe consumptie geschikte eetwaren en/ of alcoholvrije dranken te verkrijgen, af te halen of te verbruiken;
C. Artikel 2.1 komt te luiden:
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij een aanvraag voor een beschikking
Uitvoering van het Bibob-onderzoek door het bestuursorgaan vindt plaats bij elke aanvraag voor een:
evenementenvergunning voor zover het betreft een vechtsportwedstrijd of –gala welke behoort tot door de burgemeester aangewezen categorieën (artikel 2:25 APV en Nadere regels vechtsportevenementen Enschede 2017) of voor zover het een evenement betreft waarbij de activiteiten verband houden met de in artikel 1.3 beschreven risicocategorieën;
omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, eerste lid onder a Wabo; per de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.1 lid 2 onder a Omgevingswet – omgevingsvergunning bouwactiviteit en artikel 5.1 lid 1 onder a Omgevingswet – omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit, in samenhang met artikel 5.31 lid 1 onder a en b Omgevingswet):
omgevingsvergunning (milieu) voor het oprichten van de inrichting, het veranderen van de inrichting, het veranderen van de werking van een inrichting of het in werking hebben van een inrichting welke behoort tot een risicocategorie als genoemd in artikel 1.3 (artikel 2.1, eerste lid onder e Wabo (voor zover betrekking hebbend op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wabo) of i Wabo (voor zover betrekking hebbend op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 Wabo is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob, kan worden geweigerd)); per de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.1 lid 2 onder b Omgevingswet – omgevingsvergunning milieubelastende activiteit, in samenhang met artikel 5.31 lid 1 onder c Omgevingswet
In andere gevallen als bedoeld in lid 1 zal het bestuursorgaan een Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanwijzingen voor of het vermoeden van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet of bij aanwijzingen voor of het vermoeden van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3 lid 6 van de wet op grond van:
In andere gevallen als bedoeld in lid 1 en lid 2 zal het bestuursorgaan eveneens een Bibob-onderzoek uitvoeren als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten die zijn gepleegd door dezelfde natuurlijke of rechtspersonen als naar wie het bestuursorgaan eigen onderzoek verricht, ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar in de zin van de wet, of als andere informatie zoals bedoeld in artikel 11a van de wet naar voren komt.
D. Na artikel 2.1 wordt een nieuw artikel 2.1a ingevoegd, luidende:
Artikel 2.1a Toepassingsbereik bij omgevingsvergunningen die gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder
Bij een omgevingsvergunning die na verlening gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder zoals bedoeld in artikel 2.25 lid 2 Wabo en waarvan de aanvraag valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.1 van deze beleidsregel, wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd. Per de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.37 lid 2 Omgevingswet.
E. Artikel 2.2 komt te luiden:
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij een verleende beschikking
Bij reeds verleende beschikkingen zal het bestuursorgaan, onverminderd het bepaalde in artikel 2.1a, een Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanwijzingen voor of het vermoeden van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet of bij aanwijzingen voor of het vermoeden van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3 lid 6 van de wet op grond van:
Bij reeds verleende beschikkingen zal het bestuursorgaan eveneens een Bibob-onderzoek uitvoeren als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten die zijn gepleegd door dezelfde natuurlijke of rechtspersonen als naar wie het bestuursorgaan eigen onderzoek verricht, ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar in de zin van de wet, of als andere informatie zoals bedoeld in artikel 11a van de wet naar voren komt.
F. Artikel 2.3 komt te luiden:
Artikel 2.3 Uitzonderingen bij beschikkingen
Bij een aanvraag van een betrokkene voor een vergunning kan voor wat betreft het Bibob-onderzoek worden volstaan met een beperkt onderzoek naar (ongewijzigde) feiten en omstandigheden en een verdere verwijzing naar een reeds uitgevoerd Bibob-onderzoek ten aanzien van een eerdere vergunning, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
G. Artikel 3.1 komt te luiden:
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij aanvragen om subsidies en verleende subsidies
Bij aanvragen om een subsidie anders dan genoemd in de voorgaande leden dan wel in het kader van de beoordeling of er aanleiding is tot intrekking van een reeds verleende subsidie, zal het bestuursorgaan een Bibob-onderzoek uitvoeren bij aanwijzingen voor of het vermoeden van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet of bij aanwijzingen voor of het vermoeden van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3 lid 6 van de wet op grond van:
Bij aanvragen om een subsidie dan wel in het kader van de beoordeling of er aanleiding is tot intrekking van een reeds verleende subsidie, zal het bestuursorgaan eveneens een Bibob-onderzoek uitvoeren als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten die zijn gepleegd door dezelfde natuurlijke of rechtspersonen als naar wie het bestuursorgaan eigen onderzoek verricht, ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar in de zin van de wet, of als andere informatie zoals bedoeld in artikel 11a van de wet naar voren komt.
H. Na artikel 3.1 wordt een nieuw artikel 3.2 ingevoegd, luidende:
Artikel 3.2 Uitzonderingen bij subsidies
Bij een aanvraag van een betrokkene voor een subsidie kan voor wat betreft het Bibob-onderzoek worden volstaan met een beperkt onderzoek naar (ongewijzigde) feiten en omstandigheden en een verdere verwijzing naar een reeds uitgevoerd Bibob-onderzoek ten aanzien van een eerdere subsidie, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
I. Artikel 4.1 komt te luiden:
Artikel 4.1. Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
J. Artikel 4.2 komt te luiden:
Artikel 4.2 Uitzonderingen bij vastgoedtransacties
Bij een vastgoedtransactie kan voor wat betreft het Bibob-onderzoek worden volstaan met een beperkt onderzoek naar (ongewijzigde) feiten en omstandigheden en een verdere verwijzing naar een reeds uitgevoerd Bibob-onderzoek ten aanzien van een eerdere vastgoedtransactie, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
In afwijking van lid 1 en lid 2 zal de rechtspersoon met een overheidstaak een Bibob-onderzoek uitvoeren als bij navraag door de rechtspersoon met een overheidstaak bij het Bureau blijkt, dat in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten die zijn gepleegd door dezelfde natuurlijke of rechtspersonen als naar wie het bestuursorgaan eigen onderzoek verricht, ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar in de zin van de wet, of als andere informatie zoals bedoeld in artikel 11a van de wet naar voren komt.
K. Artikel 4.3, vierde lid komt te luiden:
In de vastgoedovereenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, waarin wordt bepaald dat op grond van artikel 7a Wet Bibob een eigen onderzoek kan worden ingesteld zoals bedoeld in dat artikel en op grond van artikel 5a Wet Bibob advies kan worden gevraagd aan het Bureau, alsmede dat bij integriteitstwijfels kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
L. Artikel 5.1 komt te luiden:
Artikel 5.1 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
De rechtspersoon met een overheidstaak voert een Bibob-onderzoek uit als bij navraag door de rechtspersoon met een overheidstaak bij het Bureau blijkt, dat in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten die zijn gepleegd door dezelfde natuurlijke of rechtspersonen als naar wie het bestuursorgaan eigen onderzoek verricht, ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van ernstig gevaar of mindere mate van gevaar in de zin van de wet, of als andere informatie zoals bedoeld in artikel 11a van de wet naar voren komt.
M. Artikel 7.1, tweede lid komt te luiden:
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen zal de betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren of -vragenlijsten dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren of vragenlijsten zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren of lijsten in correspondentie of in nadere correspondentie zijn genoemd.
N. Artikel 7.1, derde lid komt te vervallen.
O. Artikel 7.3 komt te luiden:
Artikel 7.3 Bewaartermijn en gebruik van het advies, bevindingen en gegevens
Het bestuursorgaan dat of de rechtspersoon met een overheidstaak die een advies van het Bureau ontvangt, kunnen dat advies conform artikel 29 van de wet gedurende vijf jaren gebruiken in verband met een andere beslissing. Deze termijn geldt ook voor het gebruiken van de bevindingen van eigen onderzoek en de gegevens die daaraan ten grondslag liggen.
P. Artikel 8.3, derde en vierde lid komen te luiden:
Indien volgens het eigen onderzoek of volgens het advies van het Bureau sprake is van ernstig gevaar, van een mindere mate van gevaar, van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van een vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd of sprake is van andere integriteitstwijfels ten aanzien van de betrokkene, gaat de rechtspersoon met een overheidstaak in beginsel:
over tot het weigeren van toestemming voor het vervreemden van een recht op eigendom, of voor het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht, ten aanzien van een registergoed dat de rechtspersoon met een overheidstaak heeft vervreemd onder de voorwaarde dat de verkrijger en zijn rechtsopvolgers verplicht zijn voor handelingen als hiervoor vermeld toestemming te vragen aan voornoemde rechtspersoon.
Aldus vastgesteld op 5 december 2023 door Burgemeester en Wethouders van Enschede respectievelijk de Burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
Burgemeester en Wethouders van Enschede,
de loco-Secretaris, E.A. Smit
de Burgemeester, R.W. Bleker
Burgemeester van Enschede,
R.W. Bleker
TOELICHTING OP HET WIJZIGINGSBESLUIT 2023 BELEIDSREGEL WET BIBOB GEMEENTE ENSCHEDE 2019
De Wet Bibob is op 1 oktober 2022 gewijzigd. Daarbij is onder andere het toepassingsbereik bij vastgoedtransacties en overheidsopdrachten verruimd. Deze wetswijziging is de aanleiding geweest om het bestaande Bibobbeleid tegen het licht te houden. Daarbij bleek het wenselijk te zijn om het beleid aan te passen aan de wetswijziging, de gevallen waarin een Bibob-onderzoek wordt ingesteld te verruimen en redactionele verbeteringen aan te brengen. De wijzigingen dragen bij aan het voorkomen van het ongewild faciliteren van criminele activiteiten bij vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten.
De verruiming heeft tot gevolg dat in de volgende (nieuwe) gevallen een Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd: de aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten, de verhuurvergunning opkoopbescherming, de omgevingsvergunning bouw met een aanneemsom/projectkosten vanaf € 500.000,- (tot nu toe vanaf € 1 miljoen), de omgevingsvergunning bouw voor een door de gemeente aan een particulier verkocht kavel voor woningbouw, de overdracht van een al verleende omgevingsvergunning, de omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit (bij inwerkingtreding van de Omgevingswet), alle vastgoedtransacties met enkele uitzonderingen (tot nu toe: vastgoedtransacties in risicocategorieën), subsidies in risicocategorieën, overheidsopdrachten in de branches bouw, milieu, ICT, vervoer, beveiliging/veiligheid, openbare orde en in de in het beleid benoemde risicocategorieën. Verder is de lijst met risicocategorieën geactualiseerd. Als een omgevingsvergunning bouwen of milieu, evenementenvergunning, subsidie of overheidsopdracht betrekking heeft op een risicocategorie wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd.
Waar het beleid betrekking heeft op wetsartikelen die bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet gaan gelden is dit aangegeven en zijn de betreffende artikelen van de Omgevingswet opgenomen. De wijzigingen zijn onderstaand per artikel nader toegelicht.
2. Artikelsgewijze toelichting
A. Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Toegevoegd zijn de definities van ‘publieksgerichte dienstverlening’ (lid 2 onder o, zie verder artikel 1.3 en de toelichting daarop) en ‘snippergroen’ (lid 2 onder s, zie verder artikel 4.2 en de toelichting daarop). Verder zijn enkele definities verduidelijkt en aangepast aan wijzigingen in de Wet Bibob.
B. Artikel 1.3 Risicocategorieën
Een aantal bestaande risicocategorieën zijn gegroepeerd onder de noemer ‘publieksgerichte dienstverlening’. Naast de daaronder begrepen al bestaande categorieën zijn een aantal nieuwe, daaraan verwante categorieën opgenomen (artikel 1.3 lid 1 onder q). Verder zijn een aantal nieuwe categorieën opgenomen (artikel 1.3 lid 1 onder r. kinderopvang en s. vakantie- en recreatieparken en campings). Kinderopvang omdat het een fraudegevoelige branche betreft en een eventuele toets voorafgaand aan registratie in een landelijk register naar verwachting marginaal zal zijn. Ten aanzien van vakantie- en recreatieparken en campings blijkt uit rapportages van het LIEC en het RIEC Oost Nederland dat deze segmenten in verband kunnen worden gebracht met criminele investeringen. Tot slot is voor enkele categorieën verduidelijkt wat daaronder valt (artikel 1.3 lid 1 onder f en n).
Van ‘categorieën die een sterke relatie hebben met bovenstaande categorieën’ (lid 1 onder v) is sprake bij bedrijven/organisaties die in dezelfde branche actief zijn, waarbij de meest recente SBI-codes (Standaard Bedrijfsindeling codes van de Kamer van Koophandel) en de aard van de werkzaamheden het uitgangspunt vormen.
C. Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij een aanvraag voor een beschikking
Nieuw toegevoegd zijn de aanwezigheidsvergunning speelautomaten en de verhuurvergunning opkoopbescherming. Bij aanvragen voor een aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten (art. 30b Wet op de Kansspelen) zal een Bibob-toets worden uitgevoerd (lid 1 onder b). Voor aanwezigheid van kansspelautomaten is in beginsel ook een horecavergunning nodig, waarbij al een Bibob-toets wordt uitgevoerd. Doorgaans worden vergunningen voor kansspelautomaten echter niet onmiddellijk samen met de horecavergunning aangevraagd. Om ten tijde van de aanvraag van de aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten ook zicht te hebben op de bedrijfsvoering (leidinggevenden, geldstromen) is een Bibob-toets nodig. Bovendien is de kansspelbranche een risicobranche en is in de Wet op de Kansspelen voorzien in de mogelijkheid van een Bibob-toets bij aanwezigheidsvergunningen. Voor verhuurvergunningen opkoopbescherming (artikel 2 lid 1 Huisvestingsverordening Enschede 2022) wordt een Bibob-toets ingevoerd (lid 1 onder c). Hierover is al bij de vaststelling van de Huisvestingsverordening Enschede 2022 in artikel 4 lid 4 opgenomen dat de vergunning wordt geweigerd als een Bibob-toets daartoe aanleiding geeft.
Het drempelbedrag (aanneemsom) voor een Bibob-onderzoek bij een omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk bouwen van een bouwwerk wordt verlaagd van € 1 miljoen naar € 500.000,- (lid 1 onder i.2). Dit bedrag is in overeenstemming met het Bibob-beleid zoals dat in veel omliggende gemeenten wordt gehanteerd zodat een waterbedeffect wordt voorkomen. Verder is toegevoegd dat bij alle omgevingsvergunningen bouwen, die betrekking hebben op een door de gemeente Enschede aan particulieren verkochte kavel ten behoeve van woningbouw, een Bibob-onderzoek wordt toegepast. Door de uitbreiding van het Bibob-onderzoek naar alle vastgoedtransacties van de gemeente wordt ook bij de verkoop van de particuliere kavels (vastgoedtransactie) een Bibob-onderzoek uitgevoerd. Dit is een qua omvang beperkt onderzoek (met name antecedenten), terwijl een volledig Bibob-onderzoek (waaronder t.a.v. de financiering van de bouw) vervolgens plaatsvindt bij de aanvraag van de omgevingsvergunning bouwen betreffende dat kavel.
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de relevante bepalingen uit die wet in het beleid opgenomen.
De signaalgestuurde toepassing van een Bibob-onderzoek in lid 2 en lid 3 is verduidelijkt en aangepast aan de wijziging van de Wet Bibob, met name aan de ruimere bevoegdheid tot informatiedeling.
D. Artikel 2.1a Toepassingsbereik bij omgevingsvergunningen die gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder
Dit artikel is nieuw toegevoegd. Een omgevingsvergunning heeft in beginsel een zaaksgebonden karakter en kan worden overgedragen door de aanvrager of de vergunninghouder. Omdat daardoor een nieuwe situatie ontstaat bepaalt artikel 2.25 lid 2 Wabo dat de aanvrager of vergunninghouder een melding moet doen bij het bevoegd gezag als de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder. Deze meldingsplicht heeft als doel om het bestuursorgaan de mogelijkheid te bieden om ten aanzien van de (beoogde) verkrijger van de vergunning een Bibob-onderzoek uit te voeren. In een nieuw artikel 2.1.a is nu opgenomen dat een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd als een verleende omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder en de aanvraag omgevingsvergunning valt onder het toepassingsbereik van artikel 2.1 van deze beleidsregel.
E. Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij een verleende beschikking
De redactie van de signaalgestuurde toepassing van een Bibob-onderzoek in lid 1 is aangevuld. Verder voorziet de Wet Bibob er inmiddels in dat niet alleen de officier van justitie een tip kan geven maar dat ook bestuursorganen/rechtspersonen met een overheidstaak een tipfunctie hebben. Artikel 2.2 is daaraan aangepast waarbij is verwezen naar de tip-mogelijkheden van artikel 26 Wet Bibob. Verder is de verhouding met het nieuwe artikel 2.1a aangeduid, zodat buiten twijfel is dat bij een verleende omgevingsvergunning die voor een ander gaat gelden een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd onder de voorwaarden van artikel 2.1a en dat daarnaast bij verleende beschikkingen een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd bij signalen zoals genoemd in artikel 2.2. Lid 2 van artikel 2.2 is aangepast aan de ruimere mogelijkheden tot informatiedeling van artikel 11a Wet Bibob.
F. Artikel 2.3 Uitzonderingen bij beschikkingen
De uitzonderingen op de toepassing van de Wet Bibob bij beschikkingen in lid 2 zijn duidelijker geformuleerd, met name de gevallen waarin met een beperkt onderzoek kan worden volstaan.
G. Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij aanvragen om subsidies en verleende subsidies
Het toepassingsbereik bij subsidies wordt uitgebreid, waarbij een Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd bij subsidies die betrekking hebben op een risicocategorie (lid 2). De signaalgestuurde toepassing van een Bibob-onderzoek in lid 3 en lid 4 is verduidelijkt.
H. Artikel 3.2 Uitzonderingen bij subsidies
De uitzonderingen op de toepassing van de Wet Bibob bij subsidies zijn opgenomen in een nieuw artikel 3.2.
I, J en K. Artikelen 4.1, 4.2 en 4.3 Toepassingsbereik en uitzonderingen bij vastgoedtransacties
Artikel 4.1 is gewijzigd waardoor bij vastgoedtransacties altijd een Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd (hoofdregel, artikel 4.1). In artikel 4.2 zijn de uitzonderingen op deze hoofdregel aangegeven. Tot nu toe was de inzet van een Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties beperkt tot de risicocategorieën. Door altijd een Bibob-onderzoek uit te gaan voeren wordt de integriteitspositie van de gemeente bij vastgoedtransacties beter beschermd. Omdat veel andere gemeenten inmiddels een soortgelijke bepaling hebben kan door deze wijziging een waterbedeffect worden voorkomen. Met het opnemen van uitzonderingen wordt voorkomen dat ook vastgoedtransacties, waarbij door de aard van de betrokkenen of de aard van de transactie een klein risico op misbruik aanwezig is, aan een Bibob-onderzoek worden onderworpen. Verder is opgenomen dat als maximaal 2 jaar voorafgaand aan een vastgoedtransactie een eerder Bibob-onderzoek bij dezelfde betrokkene geen gevaar heeft opgeleverd, alleen wordt beoordeeld of de relevante omstandigheden (zoals bedrijfsstructuur, Bibob-relaties, etc.) ongewijzigd zijn gebleven. In dat geval hoeft niet opnieuw een volledig Bibob-onderzoek plaats te vinden, tenzij er nieuwe indicaties voor gevaar zijn.
In artikel 4.3 lid 4 is verduidelijkt dat een integriteitsclausule in een vastgoedovereenkomst mede betrekking heeft op de mogelijkheid van een eigen onderzoek, vóórdat e.v. advies wordt gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob.
L. Artikel 5.1 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
Artikel 5.1 is uitgebreid. Bij overheidsopdrachten in de sectoren/branches bouw, milieu, ICT, vervoer, beveiliging/veiligheid, openbare orde of vallend in een risicocategorie als genoemd in artikel 1.3 zal in beginsel een Bibob-onderzoek worden uitgevoerd. De aard van de opdracht en de grootschaligheid zijn daarbij van belang. Het betreft sectoren/branches met kenmerken die wijzen op kwetsbaarheid voor criminaliteit. De formulering van signaalgestuurde toepassing in lid 2 en lid 3 is verduidelijkt en aangepast aan de ruimere mogelijkheden tot informatiedeling van artikel 11a Wet Bibob.
Artikel 7.1 tweede lid is verduidelijkt. Het derde lid komt te vervallen omdat deze bepaling als uitzondering op het toepassingsbereik bij vastgoedtransacties is overgeheveld naar artikel 4.2 lid 2.
Aan het artikel wordt overeenkomstig artikel 29 Wet Bibob toegevoegd dat de termijn voor het bewaren en gebruiken van bevindingen van eigen onderzoek en de gegevens die daaraan ten grondslag liggen vijf jaren bedraagt.
Vastgoedtransacties waarvoor een Bibob-onderzoek kan worden uitgevoerd zijn in de Wet Bibob uitgebreid (artikel 1 lid 1 onder 6 Wet Bibob). Onder vastgoedtransacties valt nu ook de toestemming voor het vervreemden van een opstalrecht (dit gold al bij erfpacht). Verder valt er nu ook onder de toestemming voor het vervreemden van een recht op eigendom, of voor het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht, ten aanzien van een registergoed dat de rechtspersoon met een overheidstaak heeft vervreemd onder de voorwaarde dat de verkrijger en zijn rechtsopvolgers verplicht zijn voor handelingen als hiervoor vermeld toestemming te vragen aan voornoemde rechtspersoon. Laatstgenoemde toestemming ziet daarmee op gevallen waarin middels een kettingbeding voor vervreemding etc. van voormalig overheidsvastgoed is bepaald dat toestemming is vereist. Dit artikel is hieraan aangepast.
3. Overzicht bestaande tekst – nieuwe tekst
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-535244.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.