Verordening tot 13e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013

De raad van de gemeente Vlissingen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023 (2254908/2362041);

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

besluit:

 

vast te stellen de ‘Verordening tot 13e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013’.

 

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de alfabetische rangschikking wordt een nieuwe definitie ingevoegd, luidende:

 

k. beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

2. De definities van ‘bouwwerk’, ‘gebouw’ en ‘bevoegd gezag’ komen te luiden:

 

f. bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

g. gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

j. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet.

 

B

 

Artikel 1:2, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

F

 

Artikel 2:5, vijfde lid, sub a, komt te luiden:

 

a. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;

 

G

 

Artikel 2:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het vierde lid vervalt.

 

2. Het tweede lid komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

 

3. Het derde lid komt te luiden:

 

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of de Telecommunicatieverordening gemeente Vlissingen 2008.

 

H

 

Artikel 2:7, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

I

 

Artikel 2:9, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

 

J

 

Artikel 2:15, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

K

 

Artikel 2:17, tweede lid, onder c, komt te luiden:

 

c. evenementen in gebouwen waarvoor een gebruiksmelding als bedoeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving van kracht is en sprake is van reguliere activiteiten die volledig binnen de begrenzing van één inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vallen.

 

L

 

Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Artikel 2:24, tweede lid, onder a, komt te luiden:

 

2. De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien:

a. De vestiging of de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan;

 

2. Artikel 2:24, achtste lid, komt te luiden:

 

8. Het zevende lid is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

M

 

Artikel 2:25, zesde lid, komt te luiden:

 

6. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

N

 

Artikel 2:27, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Het eerste en derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de Wet milieubeheer.

 

O

 

Artikel 2:34, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Een openbare inrichting waarin geen alcoholhoudende drank wordt verkocht, dient ten minste te voldoen aan de eisen zoals vermeld in de Alcoholwet, Alcoholregeling en bij of krachtens de Omgevingswet.

 

P

 

Artikel 2:41a, tweede lid, onder a, komt te luiden:

 

a. de vestiging of de exploitatie van de complexgewijze huisvesting voor (inter)nationale werknemers in strijd is met het omgevingsplan.

 

Q

 

Artikel 2:42, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

R

 

Artikel 2:48, wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Voor de bestaande tekst van artikel 2:48 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

 

2. Artikel 2:48, eerste lid, onder d en vijfde lid komen te luiden:

 

d. legger: de legger als bedoeld in de provinciale omgevingsverordening.

 

5. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

S

 

Artikel 2:59, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

 

T

 

Artikel 2:62 komt te luiden:

 

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

U

 

Artikel 2:80, vierde lid, onder e, komt te luiden:

 

e. Indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan.

 

V

 

Artikel 2:84, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester een vergunning wegens strijd met het omgevingsplan, een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan of de Wet milieubeheer.

 

W

 

Artikel 3:7, eerste lid, onder j, komt te luiden:

 

j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

X

 

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

Y

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. De definitie van ‘besluit’ komt te luiden:

 

a. besluit/Activiteitenbesluit: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

2. De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

 

b. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

 

Z

 

Artikel 4:7, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Wetboek van Strafrecht, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, de Wegenverkeerswet 1994 of de provinciale omgevingsverordening.

 

AA

 

Artikel 4:7a, zesde lid, komt te luiden:

 

6. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Wetboek van Strafrecht, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, de Wegenverkeerswet 1994 of de provinciale omgevingsverordening.

 

AB

 

Artikel 4:17 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

 

2. Het vierde lid komt te luiden:

 

4. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

AC

 

Voor de bestaande tekst van artikel 4:18 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

 

AD

 

Artikel 4:18a, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Dit artikel is niet van toepassing op bouwwerken en op of aan wegens voor zover de provinciale omgevingsverordening van toepassing is.

 

AE

 

Artikel 4:19 komt te luiden:

 

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

AF

 

Artikel 4:20, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

AG

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

AH

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

AI

 

Artikel 5:17, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

AJ

 

Artikel 5:19, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Artikel 5:17, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

AK

 

Artikel 5:20, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

AL

 

Artikel 5:21, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving, de Havenbeheersverordening Vlissingen 2017 of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer en het Binnenvaartpolitiereglement.

 

AM

 

Artikel 5:22, derde lid, komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening, de Havenbeheersverordening Vlissingen 2017 of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

AN

 

Artikel 5:24, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of de Havenbeheersverordening Vlissingen 2017.

 

AO

 

Artikel 5:26, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening, de Havenbeheersverordening Vlissingen 2017 of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

AP

 

Artikel 5:36, vierde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

AQ

 

Artikel 5:37, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

AR

 

Artikel 5:38 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

2. Het vijfde lid komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

Artikel II

 

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

De raad voornoemd,

 

 

de griffier,

mr. F. Vermeulen

 

de voorzitter,

drs. A.R.B. van den Tillaar

 

 

Naar boven