Besluit van de raad van de gemeente Weert tot technische aanpassing van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Weert aan de Omgevingswet

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel II onderdelen Q en R verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Weert;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g en 2.21, eerste lid, onder a en b, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

Besluit:

Artikel I  

in te trekken het Besluit van de raad van de gemeente Weert tot technische aanpassing van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Weert aan de Omgevingswet (nummer raadsvoorstel: DJ-1814492).

Artikel II  

vast te stellen de navolgende technische aanpassingen (in verband met de Omgevingswet) aan de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert:

 

A. Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Bij de alfabetische rangschikking worden de opsommingsletters veranderd in opsommingsstreepjes.

  • 2.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • -

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 3.

    De definities van 'bevoegd gezag', 'bouwwerk' en 'gebouw' komen te luiden:

     

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B. Aan artikel 1:2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C. Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D. Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding'1.'geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E. Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding '1.' geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F. In artikel 2:10 vervalt het tweede lid en worden de leden 2 tot en met 3 tot en met 6 vernummerd tot 2 tot en met 5.

 

G. Artikel 2:10c, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

H. Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

I. Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

J. Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

K. Artikel 2:29, achtste lid, komt te luiden:

 

  • 8.

    Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

L. Artikel 2:34b, vierde lid, onder g, komt te luiden:

 

  • g.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of de wet Milieubeheer.

M. Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

N. Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast/hinder of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

O. Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

P. Artikel 3:13, eerste lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan;

Q. Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Bij de alfabetische rangschikking worden de opsommingsletters veranderd in Opsommingsstreepjes.

  • 2.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • -

      Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 3.

    De definitie van 'inrichting' komt te luiden:

    • -

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

R. Artikel 4:4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

     

    • c.

      de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

     

    • 2.

      Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

S. Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de omgevingswet, of van het Activiteitenbesluit milieubeheer (recreatie)toestellen, (bouw)machines of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

    • 4.

      Het verbod is niet van toepassing voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

T. Artikelen 4:11c, 4:17e, 4:77f, 4:11g en 4:11h komen te vervallen.

 

U. Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben;

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

V. Artikel 4:16, tweede lid, onder e, komt te luiden:

 

  • e.

    omgevingsvergunningplichtig is wat betreft de activiteit bouwen en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

W. Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

X. Artikel 4:18a, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

Y. Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Z. Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale Omgevingsverordening.

AA. Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AB. Artikel 5:23, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning weigeren wegens strijd met het omgevingsplan.

AC. Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

AD. Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

AE. Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

AF. Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te Hebben.

  • 2.

    Het achtste lid komt te luiden:

     

    • 8.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale Omgevingsverordening.

AG. Artikel 6:1, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 2:10, als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, artikel 2:12, eerste lid, artikel 4:I7b, eerste lid, en artikel 4:16, eerste lid, van deze verordening.

Artikel III  

  • 1.

    dat dit besluit in werking treedt op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    dat in afwijking van het eerste lid de onderdelen Q en R van artikel II in werking treden op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 november 2023.

Naar boven