Verordening op de instelling van de Adviescommissie omgevingskwaliteit Voorschoten

 

De raad der gemeente Voorschoten;

Z/2I/050673/228403-I

Besluit

Gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van dinsdag 14 december 2021,

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de instelling van de Adviescommissie omgevingskwaliteit Voorschoten

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    commissie: de Adviescommissie omgevingskwaliteit Voorschoten, zijnde de gemeentelijke comm issie zoals bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet, van de gemeente Voorschoten;

  • 2.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten;

C. omgevingskwaliteit: de goede omgevingskwaliteit zoals die wordt verstaan in artikel 1.3 van de Omgevingswet;

  • 1.

    omgevingsplan : het Omgevingsplan Voorschoten;

  • 2.

    raad: de raad van de gemeente Voorschoten;

  • 3.

    wet: de Omgevingswet

     

Paragraaf 2 Adviestaak

Artikel 2 Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissie heeft als taa k de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

  • 1.

    Ter uitvoering van haar taak:

 

  • 1.

    adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerp besluit voor een omgevingsvergunning voor:

I°. een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

2°. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;

3°. een andere omgevingsplanactiviteit indien en voor zover deze in het omgevingsplan is aangewezen voor advisering door de commissie of, zolang daarover nog geen bepaling is opgenomen in het omgevingsplan, is aangewezen door burgemeester en wethouders;

4°. een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

  • 1.

    adviseert de comm issie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaa k als rijksmonument ingevolge artikel 3.I, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

  • 1.

    adviseert de commissie op verzoek van de ra ad of van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid voor de omgevingskwaliteit, inclusief de omgevingsvisie, het omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

  • 1.

    adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

  • 1.

    adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over:

I '. het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

2°. over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten .

  • 1.

    In het kader van de omgevingstafel voert de comm issie, vertegenwoordigd door een of twee leden, overleg met planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces en voert vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsverg unning.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen werkzaamheden, als bedoeld in het tweede lid, aanwijzen die door een dorpsbouwmeester worden uitgevoerd die werkt onder de verantwoordelijkheid van de commissie.

  • 1.

    Het vierde lid is niet van toepassing op de advisering als bedoeld in het tweede lid, onder a, onderdelen I ' en 2, en onder b.

     

 

Paragraaf 3 Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3 Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de comm issie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen I° tot en met 3°, en onder b.

 

Paragraaf 4 Samenstelling en inrichting

Artikel 4 Samenstelling en inrichting

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 8 leden, de voorzitter daaronder begrepen , en bestaande uit 4 permanente leden en 4 niet-permanente leden. Per vergadering van de comm issie bestaat het maximale aantal leden, dat aan die vergadering deelneemt, uit 6. De raad kan daarnaast per lid een plaatsvervanger benoemen die het lid bij afwezigheid kan vervangen.

  • 1.

    Voor zover op een deskundigheidsgebied binnen de commissie geen mogelijkheid aanwezig is tot onderlinge vervanging, worden plaatsvervangende deskundigen ingeschakeld die de vereiste vakkennis in kunnen brengen.

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers worden benoemd op persoon lijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 1.

    In afwijking van het derde lid kan een burgerlid worden benoemd die alleen advies kan uitbrengen over plannen uit de gemeente waar het burgerlid is benoemd. Het burgerlid wordt benoemd op persoonlijke titel op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 1.

    De commissie telt gelet op artikel I7. 9, eerste lid, van de wet enkele leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

  • 1.

    De disciplines die de leden in gezamen lijkheid vertegenwoordigen zijn zodanig van kwaliteit en zodanig gevarieerd dat deze leden de kwaliteit van de fysieke leefomgeving kunnen beoordelen.

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

     

Artikel 5 Benoeming

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste 3 jaar worden benoemd.

  • 1.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste 3 jaar plaatsvinden. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervangers.

  • 1.

    Afgetreden leden zijn 2 jaar na hun aftreden weer benoem baar.

  • 1.

    Een lid kan ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan de raad.

 

  • 1.

    Een lid kan door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 1.

    Voor wat betreft het recht tot herbenoeming en de plicht tot aftreden, wordt een comm issielid, dat wordt benoemd gedurende een lopende zittingsperiode geacht geheel in de plaats te treden van zijn voorganger.

  • 1.

    Bij de benoeming en de zittingsduur van de leden speelt de continuïteit van de commissie een rol. Ten behoeve hiervan houdt de ambtelijk secretaris, als bedoeld in artikel 6, een register bij waarin het in - en uittreden van de commissieleden wordt aangegeven.

     

Artikel 6 Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft een ambtelijk secretaris.

  • 1.

    De secretaris is voor zijn werkzaam heden voor de comm issie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 1.

    De secretaris kan worden ondersteund door andere ambtelijke medewerkers, die voor hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig zijn aan de secretaris.

  • 1.

    De secretaris noch de medewerkers zijn lid van de commissie.

     

Paragraaf 5 Advisering

Artikel 7 Adviesterm ijn

  • 1.

    De commissie brengt een advies uit binnen de daarvoor in de wetgeving vermelde termijnen

doch tenminste binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 1.

    Ingeval van advisering over aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument adviseert de comm issie tenminste binnen acht weken.

     

Artikel 8 Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

De commissie kan, onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet, de advisering over een aanvraag om een omgevingsverg unning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de comm issie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie.

 

Artikel 9 Adviseurs

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aange we zen ambtenaren.

  • 1.

    De commissie kan zich doen bijstaan door andere personen die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen, voor zover dat voor de vervulling van haar taa k nodig is.

  • 1.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslag ingen.

     

  Artikel 10 Verwerking van het advies

In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de comm issie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de comm issie.

 

Paragraaf d Werkwijze

Artikel 11 Reglement van orde

Burgemeester en wethouders stellen de werkwijze van de commissie binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

 

Artikel 12 Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie, dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkz aamheden van deze adviseur en de commissie.

 

Artikel 13 Vergoeding

De leden van de comm issie ontvangen een door de gemeenteraad te bepalen vergoeding.

 

Paragraaf 7 Jaarverslag

Artikel 14 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar verslag uit, als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet, van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 1.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

  • 1.

    de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders zoals bedoeld in artikel I7. 9, derde lid, van de wet;

  • 1.

    de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de open baa rheid van vergaderen zoals bedoeld in artikel I7. 9, vijfde lid, van de wet.

     

Paragraaf 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de Verordening tot vijfde wijziging van de Bouwverordening Voorschoten 2008 van I oktober 2014 benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum van de benoeming op grond van voornoemde verordeningen.

  • 1.

    Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de commissie wordt geacht de in artikel 8 van de

 

Woningwet, dan wel de in artikel 9.I, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

  • 1.

    Indien de comm issie adviseert over een activiteit die nog niet is geregeld in het volwaardig gemaa kte omgevingsplan ter vervanging van het tijdelijk deel, zoals bedoeld in artikel 22. I van de wet, dan dient het tijdelijk deel van het omgevingsplan als grondslag voor die advisering.

     

Artikel16 Geschillenregeling

In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de comm issie gehoord hebbende.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet, in het bijzonder artikel

I7. 9 van die wet, in werking treedt.

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de instelling van de Adviescommissie omgevingskwaliteit Voorschoten.

Aldus vastgesteld in de open bare vergadering van de raad der gemeente Voorschoten, gehouden op 3 februari 2022

 

de griffier,

Drs. B.J. Urban

 

de voorzitter,

Drs. N. Stemerdink

Naar boven