Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2023, 532090 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2023, 532090 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem - Omgevingswet
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023, nummer: 3961198;
gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet,
Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem - Omgevingswet
I. Wijzigingen in de artikelen
6. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening, op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of voor zover er sprake is van een evenement als bedoeld in artikel 5.7.2, van een terras als bedoeld in artikel 2.3.1.13 of een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.
5. Het in het eerste lid gestelde verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschap verordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
In artikel 2.3.5.3, tweede lid, onder g wordt ‘een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening’ vervangen door ‘het omgevingsplan’ en wordt na ‘Wet milieubeheer’ ingevoegd: ‘,zoals de wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet’.
In artikel 2.3.5.5, onder j wordt ‘een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening’ vervangen door ‘het omgevingsplan’ en wordt na ‘Wet milieubeheer’ ingevoegd: ‘,zoals de wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet’.
Artikel 4.7.1, vierde lid komt als volgt te luiden: ‘Het in dit artikel bepaalde ziet niet op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer, zoals de wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet het Besluit activiteiten leefomgeving of de provinciale omgevingsverordening.’
4. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet of het Binnenvaartpolitiereglement.‘
3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer zoals de wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet of het Binnenvaartpolitiereglement.
In de toelichting bij artikel 1.1 komt de alinea onder “Bevoegd gezag”, als volgt te luiden: Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de omschrijving van dit begrip aangepast. Een aantal vergunningplichten en ontheffingsplichten in deze verordening waarop voorheen de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing was, vallen nu onder de Omgevingswet. In de artikelen 22.8 Omgevingswet en 2.1a van het Omgevingsbesluit staat het overgangsrecht opgenomen. Zolang deze bepalingen nog niet zijn opgenomen in het omgevingsplan, wordt de bepaling van het voorheen geldende artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voortgezet. Een vergunning die gebaseerd is op die bepaling wordt na inwerkingtreding van de Omgevingswet aangemerkt als een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Ow (omgevingsplanactiviteit).
In de toelichting bij artikel 1.1 komt de alinea onder ‘Bouwwerk’ als volgt te luiden: In de APV wordt nu verwezen naar de begripsbepaling zoals opgenomen in de bijlage onder A, bij de Omgevingswet. Daar staat vermeld dat een bouwwerk een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal is, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.
In de toelichting bij artikel 1.1 komt de alinea onder “Gebouw” als volgt te luiden: Per 1 januari 2024 is de definitie van het begrip gebouw opgenomen in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving. Daarin wordt het begrip als volgt omschreven: een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
In de tweede zin van de toelichting bij artikel 2.1.5.1 wordt “Wet milieubeheer, de Woningwet, het Rijkswegenreglement en de Omgevingsverordening Gelderland” vervangen door “Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening, de waterschapsverordening, en situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of voor zover er sprake is van een evenement als bedoeld in artikel 5.7.2, van een terras als bedoeld in artikel 2.3.1.13 of een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.
In de eerste alinea van de toelichting bij artikel 2.1.6.11 wordt ‘bestemmingsplannen’ vervangen door ‘omgevingsplan’. In de eerste zin van de slotalinea wordt ‘een bestemmingsplan’ vervangen door ‘een omgevingsplan’. In de eerste zin van de tweede alinea wordt ‘Belemmeringenwet privaatrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet” en in de tweede zin van de tweede alinea wordt ‘Belemmeringenwet’ vervangen door ‘Omgevingswet’. In de slotzin van de derde alinea wordt ‘bestemmingsplan’ vervangen door ‘omgevingsplan’.
De toelichting onder artikel 2.6.1 komt als volgt te luiden: In artikel 5.43 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet staat dat het Vuurwerkbesluit gewijzigd. De definitie van consumentenvuurwerk vervalt. Daar waar consumentenvuurwerk staat wordt dit in het Vuurwerkbesluit vervangen door ‘vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik’.
De toelichting bij artikel 4.5.4 komt als volgt te luiden: Aanvragers kunnen slechts zijn: eigenaren van of zakelijk gerechtigden tot een houtopstand. Zakelijk gerechtigden zijn in beginsel degenen die een notariële akte kunnen overleggen inzake een recht van erfpacht, pacht, opstal, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik of pootrecht betreffende de houtopstand. Huurders hebben een persoonlijk en geen zakelijk recht. Zij moeten dus de schriftelijke toestemming voor kapaanvraag van de verhuurder, die eigenaar van de houtopstand is, overleggen. De eigenaar van een houtopstand kan bij (huur)overeenkomst of bij machtiging zijn huurders het recht tot omgevingsvergunningaanvraag verlenen. Na ontbinding van de huurovereenkomst is de omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand die altijd zaaksgebonden is, nog van toepassing op het project. Voorschriften van de omgevingsvergunning dienen dan door de eigenaar van het perceel nagekomen te worden.
Artikel 22.284 van de Bruidsschat bevat een aantal specifieke aanvraagvereisten voor een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een werk dat geen bouwwerk is, of het uitvoeren van een werkzaamheid (zie Staatsblad 2020, nr. 400, p. 941). Deze aanvraagvereisten gelden naast de algemene aanvraagvereisten in artikel 4:2, lid 1 Awb (ondertekening, naam en adres van de aanvrager, dagtekening en aanduiding van de gevraagde beschikking) en de algemene aanvraagvereisten in artikel 7.3 van de Omgevingsregeling.
In de toelichting bij artikel 4.5.8 wordt ‘(art. 2.25 Wabo)’ vervangen door ‘(artikel 5.37, eerste lid Omgevingswet’), ‘een maand’ door ‘vier weken’ en na het woord ‘gedeeld’ wordt toegevoegd: ‘(artikel 5.37, tweede lid Omgevingswet)’. De passage vanaf ‘Dit onder vermelding van’ tot ‘persoon’ vervalt.
De toelichting bij artikel 4.7.2 onder ‘4. Toetsingscriteria’ komt als volgt te luiden: 'In het vierde lid van artikel 4.7.2 worden drie toetsingscriteria genoemd: welstand, verkeersveiligheid en voorkoming of beperking van overlast voor omwonenden. Indien een reclameconstructie is aan te merken als 'bouwwerk', is voor het plaatsen ervan een omgevingsvergunning vereist. Het welstandsbelang wordt dan meegewogen bij de beslissing inzake de verlening van de omgevingsvergunning. Een reclameconstructie kan ook aangebracht worden op een bestaand gebouw zonder dat daarvoor een afzonderlijke omgevingsvergunning nodig is. Tegen ontsierende reclameconstructies aan gebouwen kan het college vervolgens optreden via bestuursdwang ex artikel 125 van de Gemeentewet. Hinder of gevaarsaspecten welke verbonden zijn aan reclameconstructies aan gebouwen worden geregeld krachtens artikel 4.7.2 APV. Voor het aanbrengen van reclame op een beschermd monument is omgevingsvergunning nodig.
In de provinciale omgevingsverordening is voor het aanbrengen van opschriften langs wegen een omgevingsvergunning vereist. In het derde lid is daarom de werkingssfeer van artikel 4.7.2 ten opzichte van deze 'hogere' regelingen afgebakend. Indien een van deze hogere regelingen van toepassing is, is in zoverre het in artikel 4.7.2 gestelde verbod niet van toepassing. De door die regelingen beschermde belangen mogen dan niet worden meegewogen bij de beslissing inzake het al dan niet verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.7.2. Het plaatsen van reclameconstructies op de weg heeft reeds regeling gevonden in artikel 5.1.6 van deze verordening.’
In de eerste en tweede alinea van de toelichting bij artikel 5.4.1 wordt ‘Wet milieubeheer’ vervangen door ‘Omgevingswet’ en in de derde alinea worden twee keer de woorden ‘categorie 19.1 onder g, van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer’ vervangen door ‘het Besluit activiteiten leefomgeving of het Besluit geluidproductie sportmotoren’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-532090.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.