TARIEVENTABEL LEGES Gemeente Zwijndrecht 2024
Behorende bij de Legesverordening Gemeente Zwijndrecht 2024 (met kenmerk 2023-0135269)
Hoofdstuk
1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Hoofdstuk
1 Algemene dienstverlening
Paragraaf
1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1
Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of een ceremoniële verbintenis
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
|
|
a.
|
maandag om 09.00 uur of 09.15 uur in de trouwkamer, uitsluitend mogelijk als één of beide partners in de gemeente woont:
|
Kosteloos
|
b.
|
maandag, dinsdag en donderdag tussen 10.00-12.00 uur in de trouwkamer, ceremonie duurt maximaal 15 minuten:
|
€ 254,00
|
c.
|
maandag tot en met vrijdag tussen 10:00 - 17:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 635,00
|
d.
|
maandag tot en met vrijdag tussen 17:00 - 22:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 935,00
|
e.
|
zaterdag tussen 10:00 - 17:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 935,00
|
f.
|
het reserveren van extra tijd bij de voltrekking in de trouwzaal, per 30 minuten of een gedeelte daarvan:
|
€ 63,50
|
g.
|
maandag tot en met zaterdag tussen 10.00-22.00 uur op een locatie die genoemd is in het "Aanwijzingsbesluit huwelijkslocaties":
|
€ 508,00
|
h.
|
indien gebruik gemaakt wordt van een locatie die niet in het "Aanwijzingsbesluit huwelijkslocaties" genoemd is, wordt het tarief verhoogd met:
|
€ 254,00
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:
|
|
a.
|
maandag om 09.00 uur en 09.15 uur in de trouwkamer, uitsluitend mogelijk als één of beide partners in de gemeente woont:
|
Kosteloos
|
b.
|
maandag, dinsdag en donderdag tussen 10.00-12.00 uur in de trouwkamer, ceremonie duurt maximaal 15 minuten:
|
€ 254,00
|
c.
|
maandag tot en met vrijdag tussen 10:00 - 17:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 635,00
|
d.
|
maandag tot en met vrijdag tussen 17:00 - 22:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 935,00
|
e.
|
zaterdag tussen 10:00 - 17:00 uur in de trouwzaal, ceremonie duurt maximaal één uur:
|
€ 935,00
|
f.
|
het reserveren van extra tijd bij de voltrekking in de trouwzaal, per 30 minuten of een gedeelte daarvan:
|
€ 63,50
|
g.
|
maandag tot en met zaterdag tussen 10.00-22.00 uur op een locatie die genoemd is in het "Aanwijzingsbesluit huwelijkslocaties":
|
€ 508,00
|
h.
|
indien gebruik gemaakt wordt van een locatie die niet in het "Aanwijzingsbesluit huwelijkslocaties" genoemd is, wordt het tarief verhoogd met:
|
€ 254,00
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
€ 254,00
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
€ 254,00
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:
|
€ 190,50
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:
|
€ 31,75
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum
|
|
Het tarief bedraagt voor het aanbrengen van een wijziging of een annulering, binnen vier weken voorafgaande aan de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
|
€ 95,25
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje:
|
€ 35,00
|
Artikel 1.9 Uittreksel, verklaring of afschrift van de burgerlijke stand
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
Artikel 1.10
Naamskeuze
|
|
Voor het in behandeling nemen van een verzoek om een dubbele geslachtsnaam te geven aan een kind geboren op of na 1 januari 2016 en vóór 1 januari 2024 geldt het wettelijke tarief dat bij ministeriële regeling is bepaald.
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.11 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een nationaal paspoort:
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
Wettelijke max. tarief*
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
Wettelijke max. tarief*
|
b.
|
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
Wettelijke max. tarief*
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
Wettelijke max. tarief*
|
c.
|
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
Wettelijke max. tarief*
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
Wettelijke max. tarief*
|
d.
|
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
Wettelijke max. tarief*
|
Artikel
1
.12 Nederlandse identiteitskaart
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
Wettelijke max. tarief*
|
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
Wettelijke max. tarief*
|
b.
|
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:
|
Wettelijke max. tarief*
|
Artikel 1.13 Modaliteiten
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a.
|
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.11 en 1.12, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:
|
Wettelijke max. tarief*
|
b.
|
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.11 en 1.12 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.11 en 1.12 en onder a genoemde bedragen:
|
Wettelijke max. tarief*
|
*Betreft het op het moment van aanvraag van toepassing zijnde, van rijkswege vastgestelde, ten hoogste te heffen tarief, afgerond op €0,05 naar beneden.
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.14 Rijbewijzen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:
|
Wettelijk max. tarief*
|
Artikel 1.15 Modaliteiten
|
|
1.
|
Het tarief genoemd in artikel 1.14 wordt:
|
|
|
a. bij een spoedlevering vermeerderd met:
|
Wettelijk max. tarief*
|
* Betreft het op het moment van aanvraag van toepassing zijnde, van rijkswege vastgestelde, ten hoogste te heffen tarief, afgerond op €0,05 naar beneden.
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Artikel 1.16 Definitie
s
|
|
1.
|
Voor de toepassing van artikel 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van artikel 1.18 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.
|
|
Artikel 1.17 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:
|
€15,25
|
b.
|
Tot het verstrekken van gegevens, waarbij aanvraag en betaling via een online aanvraag is gedaan, per verstrekking:
|
€10,80
|
Artikel 1.18 Verstrekking van aangehaakte gegevens
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:
|
€15,25
|
Artikel 1.19 Schriftelijke verstrekking
|
|
In afwijking van de artikelen 1.17 en 1.18 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief zoals dat door het Ministerie van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld.
|
|
Artikel 1.20 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:
|
€31,75
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 1.5
Bestuursstukken
Artikel 1.21 Afschriften van
bestuursstukken
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
a.
|
een afschrift van de gemeentebegroting:
|
€63,50
|
b.
|
een afschrift van de gemeenterekening:
|
€63,50
|
c.
|
de stukken behorende bij een raadsvergadering, per boekje:
|
€19,10
|
Artikel 1.22 Abonnement op
bestuursstukken
|
|
Tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar de stukken behorende bij een raadsvergadering, per boekje:
|
€95,50
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.23 Plan of kaartinformatie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.24b, structuurplan of stadsvernieuwingsplan per pagina, op papier of digitaal:
|
|
a.
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 0,05
|
b.
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (kleur):
|
€ 0,20
|
c.
|
in formaat A3, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 0,10
|
d.
|
in formaat A3, per bladzijde (kleur):
|
€ 0,40
|
e.
|
in formaat A2, per bladzijde (zwart wit):
|
€10,00
|
f.
|
in formaat A2, per bladzijde (kleur):
|
€20,00
|
g.
|
in formaat A1, per bladzijde (zwart wit):
|
€12,50
|
h.
|
in formaat A1, per bladzijde (kleur):
|
€25,00
|
i.
|
in formaat A0, per bladzijde (zwart wit):
|
€15,00
|
j.
|
in formaat A0, per bladzijde (kleur)
|
€30,00
|
Artikel 1.24 Informatie uit registers
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:
|
|
a.
|
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:
|
€19,10
|
b.
|
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:
|
€19,10
|
c.
|
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente is verzonden, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:
|
€19,10
|
d.
|
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:
|
€19,10
|
e.
|
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet; per product:
|
€19,10
|
Artikel 1.25 Informatie uit adressenbestanden
|
|
a.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken of doen vervallen van aparte huisnummers voor zelfstandige onderdelen van een bestaand adres:
|
€317,50
|
b.
|
De aanvraag als bedoeld in artikel 1.25a wordt vermeerderd met een toeslag per vastgesteld huisnummer van:
|
€ 63,50
|
Paragraaf 1.7. Overige publiekszaken
Artikel 1.26 Gemeentegarantie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:
|
€127,00
|
Artikel 1.27 Overige publiekszaken
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag het maximum bedrag zoals dat op het moment van de aanvraag is vastgesteld in de ‘Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden'.
|
|
b.
|
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) het tarief zoals vastgelegd in artikel 1. Eerste lid van legesbesluit akten burgerlijke stand
|
|
c.
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of portret:
|
€ 15,25
|
d.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het landelijk Register Kinderopvang voor een kinderopvang of gastouderbureau
|
€254,00
|
e.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het landelijk Register Kinderopvang voor een voorziening voor gastouderopvang
|
€127,00
|
f.
|
Voor het aanvragen van de Nederlandse Nationaliteit ingevolge de bepalingen opgenomen in de Rijkswet op het Nederlanderschap van 19 december 1984 (Staatsblad 629): geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit naturalisatiegelden, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
|
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.28 Naspeuringen in gemeentearchief
|
|
a.
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€31,75
|
b.
|
Stukken ouder dan 20 jaar zijn veelal vrijgesteld van leges.
|
|
Artikel 1.29 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
a.
|
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:
|
€ 0,05
|
b.
|
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:
|
€19,10
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.30 Huisvestingswet 2014
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Huisvestingsverordening:
|
€ 77,35
|
Artikel 1.31 Leegstandswet
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet:
|
€127,00
|
b.
|
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:
|
€ 63,50
|
c.
|
Indien aanvragen als bedoeld in de artikel 1.31a en 1.31b gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie of te koop staande huurwoningen waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.
|
|
Artikel 1.32 Wet op de kansspelen
|
|
1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
a. voor onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat:
|
€226,50*
|
|
b. voor onbepaalde tijd voor twee kansspelautomaten:
|
€362,50*
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):
|
€ 63,50
|
|
*Wettelijk gereguleerd tarief
|
|
Artikel 1.33 Telecommunicatiewet
|
|
1.
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, bedraagt:
|
€ 473,05
|
|
Het basistarief in onderdeel 1 wordt als volgt verhoogd:
|
|
|
a. voor een sleuflengte tot en met 200 meter, per strekkende meter
|
4,69
|
|
b. plus voor de meters van 201 tot en met 10.000 meter, per strekkende meter
|
€ 2,79
|
|
c. plus voor de meters vanaf 10.001 meter, per strekkende meter
|
€ 2,33
|
2.
|
In afwijking op het bepaalde in onderdeel 1. wordt bij een sleuflengte van minder dan 10 meter en eveneens van bijzondere aard en/of als er apparatuur (bv Cai-kast, handholes) wordt geplaatst, het tarief gesteld op:
|
€ 115,75
|
3.
|
Het tarief voor een melding vanwege werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Telecommunicatieverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,75
|
4.
|
Het tarief voor een melding vanwege spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Telecommunicatieverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,75
|
5.
|
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de aanbieder van het netwerk en/of andere beheerders van openbare grond, wordt het in onderdeel 1 genoemde basistarief verhoogd met:
|
€ 473,05
|
Artikel 1.34 Telecommunicatiewet (overige kabels en leidingen)
|
|
1.
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 4 van de Leidingenverordening, bedraagt:
|
€ 473,05
|
|
a. Het basistarief in onderdeel 1 wordt als volgt verhoogd:
|
|
|
b. voor een sleuflengte tot en met 200 meter, per strekkende meter
|
€ 4,69
|
|
c. plus voor de meters van 201 tot en met 10.000 meter, per strekkende meter
|
€ 2,79
|
|
d. plus voor de meters vanaf 10.001 meter, per strekkende meter
|
€ 2,33
|
2.
|
In afwijking op het bepaalde in artikel 1.34 onderdeel 1a wordt bij een sleuflengte van minder dan 10 meter en eveneens van bijzondere aard en/of als er apparatuur wordt geplaatst, het tarief gesteld op:
|
€ 115,75
|
3.
|
Het tarief voor een melding vanwege werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,75
|
4.
|
Het tarief voor een melding vanwege spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,75
|
5.
|
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de aanbieder van het netwerk en/of andere beheerders van openbare grond, wordt het in onderdeel 1a genoemde basistarief verhoogd met:
|
€ 473,05
|
Artikel 1.35 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990,
|
|
a.
|
voor het bord C17 voor de duur van één dag:
|
€ 12,70
|
b.
|
voor het bord C17 voor de duur van één jaar:
|
€ 63,50
|
c.
|
voor een parkeerschijfzone, voor bewoners voor de duur van één kalenderjaar ("bewonersontheffing"):
|
€ 46,15
|
d.
|
voor een parkeerschijfzone, voor bezoekers van bewoners voor de duur van één kalenderjaar ("bezoekersontheffing"):
|
€ 63,50
|
e.
|
voor een parkeerschijfzone, voor bedrijven voor de duur van één kalenderjaar ("bedrijfsontheffing"):
|
€ 127,00
|
f.
|
voor een parkeerschijfzone, voor dienstenleveranciers voor de duur van één kalendermaand ("tijdelijke ontheffing"):
|
€ 12,70
|
g.
|
in alle overige situaties, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€ 31,75
|
h.
|
Het op grond van artikel 1.35g verschuldigde bedrag wordt voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.
|
|
i.
|
Indien de ontheffing als bedoeld in artikel 1.35c, 1.35d of 1.35e in de loop van het kalenderjaar ingaat, is zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde bedrag verschuldigd als er in dat jaar, na ingaan van de ontheffing nog volle kalendermaanden overblijven.
|
|
j.
|
Indien de ontheffing als bedoeld in artikel 1.35c, 1.35d of 1.35e in de loop van het kalenderjaar op verzoek wordt ingetrokken wordt teruggaaf van leges verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde bedrag als er in dat jaar, na intrekking van de ontheffing nog volle kalendermaanden overblijven.
|
|
Artikel 1.36 Wegenverkeerswetgeving
|
|
1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag,
|
|
|
a. tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het BABW:
|
€ 63,50
|
|
b. tot het nemen van een verkeersbesluit voor het beschikbaar stellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 29 van het BABW:
|
€ 127,00
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het ten behoeve van aanvrager:
|
|
|
a. plaatsen van een verkeersbord en een kentekenbord waarmee een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven als bedoeld in artikel 29 van het BABW:
|
€ 254,00
|
|
b. vervangen van een kentekenbord op een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 29 van het BABW:
|
€ 127,00
|
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.37 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksel
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 15,25
|
2.
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
|
a. per pagina, op papier of digitaal,
|
|
|
b. in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 0,05
|
|
c. in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (kleur):
|
€ 0,20
|
|
d. in formaat A3, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 0,10
|
|
e. in formaat A3, per bladzijde (kleur):
|
€ 0,40
|
|
f. in formaat A2, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 10,00
|
|
g. in formaat A2, per bladzijde (kleur):
|
€ 20,00
|
|
h. in formaat A1, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 12,50
|
|
i. in formaat A1, per bladzijde (kleur):
|
€ 25,00
|
|
j. in formaat A0, per bladzijde (zwart wit):
|
€ 15,00
|
|
k. in formaat A0, per bladzijde (kleur):
|
€ 30,00
|
3.
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€ 31,75
|
4.
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 15,25
|
Artikel 1.38 Diverse vergunningen of beschikkingen
|
|
1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
|
|
a.
|
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€127,00
|
b.
|
een vergunning voor het gebruik van gemeentegrond als bedoeld in artikel 2:10.a, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening, bij een gebruik van:
|
|
|
|
€ 63,50
|
|
- b.
meer dan 15 m2 tot en met 100 m2:
|
€127,00
|
|
|
€317,50
|
c.
|
indien het gebruik reclamedoeleinden dient voor een instelling met een CBF-keurmerk:
|
€ 0,00
|
|
Hierbij wordt de oppervlakte berekend aan de hand van de horizontale projectie van de betreffende voorwerpen dan wel, indien afgebakend, het totaal van het afgebakende gebied.
|
|
d.
|
een vergunning voor de verkoop van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€317,50
|
e.
|
een vergunning voor (licht)reclames:
|
€190,50
|
f.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening (parkeren grote voertuigen binnen bebouwde kom):
|
€317,50
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
- -
buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan en niet vergunningvrij voor het bouwen is.
|
|
|
- -
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan, niet vergunningvrij voor het bouwen is en een van de volgende categorieën gevallen betreft: - een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan bij een woning; - een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, niet hoger dan 10 m en de oppervlakte niet meer dan 50 m²; - een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.
|
|
|
- -
intaketafel: een vooroverleg dat zich afspeelt voordat de initiatiefnemer de vergunning aanvraagt. In dit vooroverleg zitten gemeentelijke adviseurs aan tafel om te beoordelen of er zwaarwegende redenen zijn om niet mee te werken aan een initiatief.
|
|
|
- -
omgevingstafel: een vooroverleg dat zich afspeelt voordat de initiatiefnemer de vergunning aanvraagt. In dit vooroverleg zit de initiatiefnemer met de vergunningverlener, gemeentelijke adviseurs en experts aan tafel om een aanvraag voor te bereiden en daarmee een initiatief te realiseren.
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
|
|
- -
onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
|
|
|
- -
onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
|
|
|
- -
onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.
|
tot het beoordelen van een conceptverzoek (vooroverleg) om een omgevingsvergunning
|
50%
|
|
met een minimum van:
|
€ 444,50
|
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om één of meerdere omgevingsvergunning(en) voor die activiteit of activiteiten zouden worden vastgesteld.
|
|
2.
|
die betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:
|
|
|
a. voor het in behandeling nemen van een initiatief op de intaketafel
|
€ 0,00
|
|
b. voor het in behandeling nemen van een initiatief op de omgevingstafel
|
€ 444,50
|
|
c. voor elke volgende omgevingstafel
|
€1.144,00
|
|
waarbij bij de beoordeling van onderzoeksrapporten de conform deze verordening geldende tarieven in rekening worden gebracht.
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
1%
|
|
Van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€127,00
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit
|
2,71%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 127,00
|
b.
|
voor binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht verhoogd met:
|
€ 444,50
|
c.
|
voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit verhoogd met:
|
€ 571,50
|
d.
|
oor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit verhoogd met:
|
€7.882,00
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 254,00
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten: reserveren
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€317,50
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€317,50
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht: reserveren
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed: reserveren
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 992,43
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€3.004,86
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.103,40
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€1.802,91
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€4.382,08
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€3.067,46
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.629,25
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€4.162,98
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.914,09
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.497,79
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€3.286,56
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.300,59
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€1.971,94
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€3.943,88
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€4.882,89
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€3.418,03
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€2.929,74
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€3.286,56
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Artikel 2.20.1 Samenloop van meerdere milieubelastende activiteiten uit verschillende bedrijfstakken
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 de aanvraag betrekking heeft op meerdere verschillende milieubelastende activiteiten behorend bij verschillende bedrijfstakken dan worden die milieubelastende activiteiten afhankelijk van het aantal bedrijfstakken gereduceerd in de heffing betrokken. Hierbij geldt de volgende staffel:
|
|
|
voor twee bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
10%
|
|
voor drie tot vijf bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
15%
|
|
voor vijf of meer bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
20%
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€420,68
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€841,36
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 317,50
|
2.
|
a. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in artikel 4 van de Leidingenverordening Zwijndrecht, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het basistarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 473,05
|
|
b. Het basistarief onder 2.a. wordt voor de strekkende meters tracé als volgt verhoogd:
|
|
|
voor een sleuflengte tot en met 200 meter, per strekkende meter:
|
€ 4,69
|
|
plus voor de meters vanaf 201 tot en met 10.000 meter, per strekkende meter:
|
€2,79
|
|
plus voor de meters vanaf 10.001 meter, per strekkende meter:
|
€ 2,33
|
|
c. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.23 lid 2 sub a wordt bij een sleuflengte van minder dan 10 meter en eveneens van bijzondere aard en/of als er apparatuur wordt geplaatst, het tarief gesteld op:
|
€ 115,76
|
|
d. Het tarief voor een melding vanwege werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,76
|
|
e. Het tarief voor een melding vanwege spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt:
|
€ 115,76
|
|
f. Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de aanbieder van het netwerk en/of andere beheerders van openbare grond, wordt het in artikel 2.23 lid 2 sub a genoemde basistarief verhoogd met:
|
€ 473,05
|
3.
|
Graven in een gebied met archeologische waarde: reserveren.
|
|
4.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
5.
|
Graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde: reserveren
|
|
6.
|
Reserveren
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde: reserveren
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€1.207,00
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 317,50
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 127,00
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
3,71 %
|
a.
|
van de aanlegkosten met een minimum van:
|
€ 127,00
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie: reserveren
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Zwijndrecht in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€127,00
|
|
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€190,50
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€190,50
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: Opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, waarbij een oppervlakte in gebruik wordt genomen van:
|
|
a.
|
tot en met 15 m²
|
€ 63,50
|
b.
|
meer dan 15 m² tot en met 100 m²
|
€127,00
|
c.
|
meer dan 100 m²
|
€317,50
|
Hierbij wordt de oppervlakte berekend aan de hand van de horizontale projectie van de betreffende voorwerpen dan wel, indien afgebakend, het totaal van het afgebakende gebied.
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€127,00
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€254,00
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€254,00
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
- 1.
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 508,00
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 508,00
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€2.103,40
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€1.262,04
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€2.103,40
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
- a.
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€2.103,40
|
|
- b.
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€2.103,40
|
|
- c.
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b, bedraagt het tarief:
|
€2.103,40
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 127,00
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
50%
|
|
van de op grond van dit hoofdstuk verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 127,00
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,
|
|
in behandeling is genomen, waardoor de aanvraag wijzigt:
|
€1.260,00
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
1.
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
|
1.
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€2.629,25
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
- 1.
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
- 2.
indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
|
|
- 1.
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
- 2.
indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig of archeologisch bodemrapport
|
|
|
voor particuliere locaties:
|
€ 525,00
|
|
voor bedrijfslocaties:
|
€1.050,00
|
|
voor uitsluitend een historisch onderzoek
|
€ 262,00
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 889,00
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 889,00
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
|
|
1. het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2. indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
|
|
- 1.
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
- 2.
indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een verplicht advies van de agrarische commissie:
|
€1.281,00
|
h.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
|
|
- 1.
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
- 2.
indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 444,00
|
b.
|
voor een extra welstandstoets wanneer zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen:
|
|
|
voor bouwkosten tot € 50.000,00:
|
€ 100,00
|
|
voor bouwkosten van € 50.000,00 tot 2.000.000,00
|
0,2 %
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
voor bouwkosten van € 2.000.000,00 tot 6.000.000,00:
|
€4.000,00
|
|
vermeerderd met (Bouwkosten -/- € 2.000.000,00) x 0,05%
|
|
|
voor bouwkosten van € 6.000.000,00 en hoger:
|
€6.000,00
|
|
vanaf 4e behandeling aanvraag omgevingsvergunning:
|
25%
|
|
van het geldende legestarief
|
|
|
de legeskosten worden naar boven afgerond op € 5,00
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente Zwijndrecht 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c en d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
Als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51
a
Ontheffing route gevaarlijke stoffen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, tot het verlenen van:
|
|
|
een eenmalige ontheffing
|
€ 262,93
|
|
een vervolgontheffing
|
€ 131,46
|
Artikel 2.51b Toestemming voor laden en lossen van gevaarlijke stoffen waaronder vuurwerk
|
|
1.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, in artikel 1 van bijlage 3 van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen jo. de artikelen 2, onderdeel c, en 1, eerste lid onderdeel b sub 2 van deze Regeling jo. artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen jo. artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, gelezen in samenhang met hoofdstuk 7.5, voorschrift 7.5.11-CV1 sub a en b en hoofdstuk 8.5, voorschrift S1-(4) sub a en b van de ADR (Europees verdrag voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), tot het verlenen van:
|
|
|
een eenmalige ontheffing
|
€ 420,68
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
a. van de voor het beoordelen van een conceptaanvraag (vooroverleg) geheven leges onder aftrek van:
|
€127,00
|
|
b. van de voor het houden van een omgevingstafel geheven leges, onder aftrek van:
|
€444,50
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
c. binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag: reserveren
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
De overeenkomstig 2.55 geheven leges worden eenmalig verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een nieuwe aanvraag voor hetzelfde (bouw)plan op dezelfde locatie,
|
|
indien deze aanvraag wordt ingediend, binnen 12 weken na de mededeling (van de beslissing) om de aanvraag, zoals bedoeld in 2.55, niet verder in behandeling te nemen.
|
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt:
|
€127,00
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
30%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt:
|
€127,00
|
Indien een aanvrager de aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift binnen 5 werkdagen en op advies van de gemeente intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, wordt een standaard tarief gehanteerd van:
|
|
Het bovengenoemde minimum bedrag is hierop niet van toepassing.
|
€ 63,50
|
|
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
30%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt:
|
€127,00
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
15%
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt:
|
€127,00
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
15%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt:
|
€127,00
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan € 127,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€762,00
|
b.
|
wijzigen van de persoon van de leidinggevende, niet zijnde de exploitant, op een verleende vergunning als bedoeld onder 3.1a:
|
€127,00
|
c.
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 95,25
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:
|
€317,50
|
b.
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:
|
€ 31,75
|
c.
|
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:
|
€127,00
|
d.
|
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:
|
€127,00
|
e.
|
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:
|
€ 31,75
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:
|
|
verlenen van een exploitatievergunning of wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging als bedoeld in artikel 3.4
|
|
a.
|
voor een seksinrichting:
|
€1.270,00
|
b.
|
voor een escortbedrijf:
|
€1.270,00
|
Artikel 3.4 Wijzigingen vergunning seksbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:
|
|
wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
a.
|
voor een seksinrichting:
|
€ 127,00
|
b.
|
voor een escortbedrijf:
|
€ 127,00
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
|
|
a.
|
het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:
|
€ 127,00
|
b.
|
het wijzigen van een in artikel 3.9a. bedoelde ontheffing:
|
€ 63,50
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen
Artikel 3.
6
Organiseren evenement
uitgangspunten
|
|
a.
|
De categorisering van evenementen als bedoeld in artikel 3.4 van deze verordening vindt plaats op basis van de "Handreiking Publieksevenementen Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid".
|
|
b.
|
Onder "evenement zonder winstoogmerk" wordt in artikel 3.7 van deze verordening verstaan, een evenement georganiseerd door of namens een instelling die blijkens haar statuten activiteiten ten doel stelt van lokale maatschappelijke, sociale, sportieve of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verzorgt door vrijwilligers, en deze geen commerciële doelstelling heeft.
|
|
c.
|
Indien met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in deze Paragraaf advies nodig is van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, worden de bedragen in deze Paragraaf verhoogd met de voorafgaande aan de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 3.7 Organiseren evenement
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:
|
|
a.
|
een categorie A evenement, zonder winstoogmerk:
|
€ 15,35
|
b.
|
een categorie A evenement, gedurende maximaal één dag:
|
€ 63,50
|
c.
|
een categorie A evenement, gedurende meer dan één dag:
|
€ 127,00
|
d.
|
een categorie B evenement , zonder winstoogmerk:
|
€ 63,50
|
e.
|
een categorie B evenement, gedurende maximaal één dag:
|
€ 254,00
|
f.
|
een categorie B evenement, gedurende meer dan één dag:
|
€ 508,00
|
g.
|
een categorie C evenement, zonder winstoogmerk:
|
€ 635,00
|
h.
|
een categorie C evenement, gedurende maximaal één dag:
|
€1.270,00
|
i.
|
een categorie C evenement, gedurende meer dan één dag:
|
€2.540,00
|
Paragraaf 3.5 Marktstandplaatsen
Artikel 3.
8
Markstandplaatsvergunningen en andere vergunning op markt
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
|
|
a.
|
het inschrijven op de wachtlijst:
|
€ 63,50
|
b.
|
het verlengen van de inschrijving:
|
€ 31,75
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.
9
Vergunning
opkoopbescherming
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verlenen van een vergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 41 Huisvestingswet 2014
|
€592,50
|
Paragraaf 3.7 In dit Hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Artikel 3.
10
Niet benoemd besluit op aanvraag
|
|
a.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of nemen van een andere, in dit Hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of beschikking, voor ieder daaraan besteed kwartier:
|
€31,75
|
b.
|
Het op grond van artikel 3.10a verschuldigde bedrag wordt voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.
|
|
Behorend bij het raadsbesluit, 7 november 2023
De griffier van de Gemeente Zwijndrecht,
I. Odinot