Beleidsregels bijen

Burgemeester en wethouders van Texel;

 

Besluiten:

 

Vast te stellen: de Beleidsregels bijen

 

 

Inleiding

Deze beleidsregels zijn opgesteld ten behoeve van de vergunningverlening voor:

  • het vervoeren van bijen naar Texel;

  • het houden van bijen op Texel.

Deze vergunningplichten staan in artikel 4:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening Texel 2016 (APV).

 

De regels in de APV

Op 22 maart 2023 heeft de gemeenteraad artikel 4:24 van de APV gewijzigd. Deze wijziging is bekendgemaakt op 31 maart 2023, Gemeenteblad nr. 142278.

 

Artikel 4:24 luidt nu als volgt:

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college bijen naar Texel te vervoeren.

  • 2.

    Het is tevens verboden om zonder vergunning van het college bijen te houden.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning in ieder geval geweigerd als het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij (Apis mellifera mellifera) in gevaar komt of dreigt te komen.

  • 4.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

In de toelichting bij de wijziging is het volgende opgenomen:

In de huidige APV staat dat het verboden is om bijen naar Texel te vervoeren zonder ontheffing van het college. Deze bepaling blijft bestaan, waarbij de ontheffing wordt omgezet in een vergunning. Dit wordt uitgebreid met een vergunningstelsel voor het houden van bijen.

 

In het verleden is het vervoersverbod opgenomen om te voorkomen dat ziektes onder honingbijen naar Texel worden gebracht. Op die manier kon een belangrijke bijdrage geleverd worden aan het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij. Er wordt namelijk een groot belang gehecht aan het voortbestaan van deze bijensoort. Dat kan alleen als de Texelse zwarte honingbij zo zuiver mogelijk blijft en er geen vermenging met of verdringing door andere honingbijensoorten plaatsvindt.

 

Texelse zwarte honingbij

Op Texel leeft een bijzondere honingbijensoort, een soort nauw verwant aan het oerras van de Inheemse zwarte heidebij (Apis mellifera mellifera). Deze soort komt in Noord Europa bijna niet meer voor door inmenging van andere rassen en uitroeiing. Texel is een van de laatste refugia van deze oorspronkelijke honingbijensoort. Deze unieke situatie op Texel is ontstaan door het vervoersverbod van bijen naar Texel vastgelegd in de APV, waardoor veertig jaar lang geen andere bijensoorten zijn ingevoerd.

Wereldwijd staat de populatie van de honingbij onder grote druk. Inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat de Texelse zwarte bij als drager van uniek erfelijk materiaal, van groot belang is om de bijen in Nederland en daar buiten veilig stellen. De Stichting “De Duurzame Bij” onderzoekt met de Texelse bij als uitgangspunt, hoe te komen tot een gezonde populatie honing bijen in Europa. Daarnaast is de Texelse zwarte bij erkent als officieel ras door de “Stichting Zeldzame Huisdieren”.

Gebleken is dat het vervoersverbod onvoldoende handhaafbaar is en daarmee het doel van het behoud van de Texelse zwarte honingbij niet bereikt kan worden. Om die reden wordt voorgesteld tevens een vergunningstelsel in te voeren. Dit betekent dat iedereen die honingbijen naar Texel wil vervoeren of op Texel wil houden daarvoor een vergunning nodig heeft, ongeacht de locatie waar de bijenkast staat. Een vergunningstelsel biedt de mogelijkheid de Texelse zwarte honingbij te beschermen door op te nemen dat een vergunning niet wordt verleend als het voortbestaan van de Texelse zwarte honingbij wordt bedreigd.

Er wordt een overgangsbepaling opgenomen in artikel II. Hierin wordt bepaald dat op 1 januari 2024 de vergunningplicht gaat gelden. Iedereen die nu bijen houdt op Texel heeft dan voldoende tijd om de vergunning aan te vragen.

Voor zover bekend zijn er nu circa 20 imkers op Texel met bijenkasten, verspreid over ongeveer 40 locaties. Deze locaties wisselen overigens telkens, afhankelijk van de periode.

Nog steeds zijn er verschillende virussen, etc. die de bijen op Texel kunnen bedreigen, zodat maatregelen die de Texelse zwarte honingbij beschermen legitiem zijn.

 

Nadere duiding

Artikel 4:24 APV en deze beleidsregels gaan uitsluitend over honingbijen en niet over wilde bijen. En meer specifiek over de Texelse zwarte bij, één van de soorten van de zwarte bijen die bekend zijn on de Latijnse naam Apis mellifera mellifera.

Onder het vervoeren van bijen naar Texel wordt verstaan het feitelijk naar Texel brengen van één of meer levende honingbijen of honingbijlarven. Dat kan gaan om een individuele bij, zoals een koningin, of een hele kast met bijen. Het maakt niet uit op welke wijze dit vervoer plaatsvindt. Degene die feitelijk het vervoer van de bij(en) doet heeft de vergunning nodig.

Overigens zijn alle delen van de bij relevant, zoals het sperma (ten behoeve van kunstmatige inseminatie). Op dit vlak zijn er nieuwe ontwikkelingen. De APV-bepaling zelf houdt daar echter nog geen rekening mee en gaat uit van de bij zelf en niet de onderdelen daarvan.

Onder het houden van bijen wordt verstaan het daadwerkelijk houden van honingbijen in een bijenkast (hieronder wordt ook verstaan een bijenkorf of een ander object waarin bijen worden gehouden). Degene die feitelijk de houder van de bijenkast is en daarvoor ook verantwoordelijk is, wordt als houder aangemerkt. Deze houder dient de vergunning aan te vragen.

Er worden geen nadere regels gesteld aan de persoon van de aanvrager, ook niet voor wat betreft het vereiste van een lidmaatschap van een belangenvereniging, zoals de Nederlandse bijenhoudersvereniging.

De herkomst van de bij is het belangrijkste beoordelingscriterium. Een bij die afkomstig is van een Texelse imker die Texelse zwarte bijen houdt op Texel geeft in voldoende mate de garantie dat de populatie zwarte bijen zo raszuiver mogelijk blijft. Een bij die van het vasteland naar Texel wordt gebracht is per definitie een bedreiging. Ook als het gaat om een koningin van een eerder geëxporteerde Texelse Zwarte bij, of een afstammeling daarvan.

De vergunning voor het houden van bijen wordt verleend aan de houder van de bijen en is niet gebonden aan een locatie of voor een bepaald (maximaal) aantal bijenvolken. De reden hiervoor is dat locaties waarop de bijenkasten worden geplaatst regelmatig (kunnen) wisselen, afhankelijk van waar de bloei van planten en gewassen waar de bijen van afhankelijk zijn. Ook kan het aantal volken per bijenhouder wisselen. Om die reden is de meest praktische oplossing een vergunning aan een bijenhouder te verlenen waarmee hij toestemming krijgt bijenkasten op iedere willekeurige plek op Texel te plaatsen. Voorwaarde hierbij is dat de bijenkasten worden voorzien van een kenmerk of nummer die op iedere bijenkast wordt aangebracht. Het gaat dan om een kenmerk/nummer dat aan iedere bijenhouder wordt uitgeven door het college. Hiermee kan iedere bijenkast worden geïdentificeerd.

Uiteraard zal voor de plaatsing van een bijenkast ook toestemming nodig zijn van de eigenaar/rechthebbende van de grond waarop de bijenkast wordt geplaatst. Dit is echter een privaatrechtelijk aspect waarmee geen rekening wordt gehouden met de beoordeling van de vergunningaanvraag.

 

De aanvraag

Een vergunning kan worden aangevraagd voor het vervoeren van bijen naar Texel en voor het houden van bijen. Voor het aanvragen kan gebruik worden gemaakt van een digitaal aanvraagformulier dat te vinden is op www.texel.nl. Ook kan een schriftelijk aanvraagformulier worden verstrekt, welke dan naar de gemeente kan worden gestuurd. In één aanvraag kan zowel het vervoer als het houden van bijen worden opgenomen. Ook alleen het vervoer of het houden kan worden aangevraagd.

 

Behandeling en beoordeling van de aanvraag

De termijn om op een aanvraag te beslissing is 8 weken, eenmalig te verlengen met 8 weken (artikel 1:2 APV). Wordt er niet tijdig een besluit genomen dan is gevraagde vergunning van rechtswege verleend (artikel 4:24, lid 4, APV).

Na ontvangst van een aanvraag wordt eerst beoordeeld of deze volledig is. Zo niet, dan wordt een termijn gegeven de aanvraag aan te vullen. Gedurende die termijn wordt de beslistermijn opgeschort.

Is de aanvraag volledig dan vindt er een inhoudelijke beoordeling plaatst.

 

Het beoordelingskader van aanvragen wordt hierna gegeven.

Bescherming Texelse zwarte bij

De vergunningplichten zijn vooral ingevoerd om het voortbestaan van de Texels zwarte honingbij te kunnen waarborgen. Dat kan alleen als er geen vermenging of vervuiling met andere honingbijensoorten plaatsvindt. Vermenging of vervuiling kan plaatsvinden als een koningen die niet een Texels zwarte bij is of niet van Texel afkomstig is, in een bijenkast op Texel wordt geplaatst. Ook kan vermenging of vervuiling plaatsvinden als er een koningin van de Texelse Zwarte bij op een bruidsvlucht bevrucht wordt door één of meer darren die niet een herkomst van Texel hebben, dan wel geen Texelse zwarte bij zijn, omdat de afstand tot het vasteland daarvoor normaal gesproken te groot is. Dit maakt de natuurlijke bevruchting door de overkantse darren nagenoeg onmogelijk. Hiermee staat het belang van het vervoersverbod vast. Dit alleen is onvoldoende, omdat het toezicht op de naleving van het vervoersverbod daarop zeer moeilijk is. Een enkele bij kan namelijk betrekkelijk eenvoudig in een klein pakje in de binnenzak worden meegenomen. Zelfs verzending per post is mogelijk. Dit is niet te controleren. Daarom is naast de vergunningplicht voor het vervoer ook een vergunningplicht voor het houden van bijen opgenomen. Hiermee is er een toetsingskader aan de voorkant.

Wanneer er op Texel andere honingbijsoorten dan de Texelse zwarte bij worden gehouden is dit in beginsel een directe bedreiging voor het voortbestaan van de Texelse zwarte bij. Dit gezien de relatief korte afstanden op Texel. Hoofdregel is daarom dat er geen vergunning wordt verleend voor andere honingbijensoorten dan de Texelse zwarte bij. Alleen als aanvrager kan aantonen dat een andere honingbijsoort geen bedreiging vormt voor de Texelse zwarte bij kan daarvoor een vergunning worden verleend. In welke situaties of in welke omstandigheden dat mogelijk is kan niet vooraf worden bepaald. Zo nodig kan hierover advies worden ingewonnen bij deskundigen.

De herkomst van de bijen is van belang om te bepalen of de bijen een bedreiging vormen of niet. Met de herkomst van de bijen wordt heel concreet bedoeld: door wie zijn de bijen geleverd, dan wel van wie zijn de bijen afgenomen. Onder bijen (meervoud) wordt mede verstaan een enkele bij (enkelvoud). Op basis hiervan kan met grote mate van zekerheid worden bepaald of de bijen waarvoor vergunning wordt gevraagd een bedreiging vormen voor het voorbestaan van de Texelse zwarte bij.

Onderdeel van de beoordeling van de vergunningaanvraag is niet dat de bijen voorafgaande aan de vergunningverlening worden getest of gecontroleerd. Wel moet aanvrager hierover vragen beantwoorden in het aanvraagformulier. Deze vragen moeten naar waarheid worden ingevuld.

 

Afstanden

Om te voorkomen dat bijen hinder of overlast veroorzaken aan personen dient er afstand tot bebouwing en de weg te worden aangehouden. Onderstaande voorwaarden worden als voorschrift aan een vergunning voor het houden van bijen verbonden.

Een bijenkast wordt geplaatst op:

  • minimaal 30 meter van de weg;

  • minimaal 30 meter van een woning een ander gebouw overdag mensen verblijven.

Wanneer niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan dan kan een bijenkast alsnog worden geplaatst als alle direct omliggende bebouwing eigendom is van de aanvrager en er voldoende maatregelen worden genomen om andere personen te beschermen tegen het laag in- en uitvliegen van bijen. Dit kan door een afscheiding van 2 meter hoog te maken en de afscheiding op minimaal 6 meter afstand van de bijenkast te plaatsen.

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van deze voorwaarden. Afwijken kan als aannemelijk is dat er geen hinder of overlast zal worden veroorzaakt.

 

Termijn vergunning

De vergunning voor het vervoeren van bijen naar Texel wordt verleend voor een éénmalig vervoer. Er wordt geen vergunning verleend die het mogelijk maakt vaker of met regelmaat bijen naar Texel te vervoeren.

De duur van de vergunning voor het houden van bijen is voor onbepaalde tijd. De vergunning is persoonsgebonden (artikel 1:5 APV) en niet overdraagbaar aan iemand anders. Wanneer de bijenkasten door iemand worden overgenomen die nog niet in het bezit is van een vergunning dan zal deze zelf een vergunning moeten aanvragen.

De vergunning is niet locatie-gebonden. Dit betekent dat vergunninghouder de bijenkasten op iedere willekeurige plek op Texel mag plaatsen.

De vergunning wordt ook niet verleend voor een bepaald (minimum of maximum) aantal bijenkasten.

Een vergunning voor het houden van bijen kan worden ingetrokken als er geen gebruik van wordt gemaakt binnen een redelijke termijn. De redelijke termijn wordt gesteld op één jaar na het verlenen van de vergunning.

 

Kenmerk/nummer

Iedere vergunninghouder krijgt een eigen uniek kenmerk/nummer. Dit kenmerk/nummer moet op iedere bijenkast duidelijk zichtbaar aan de buitenkant worden aangebracht.

Hiermee is duidelijk of voor de bijenkast een vergunning is verleend wie de houder van de vergunning is.

Tegen bijenkasten zonder kenmerk/nummer kan handhavend worden opgetreden.

 

Toezicht en handhaving

In het kader van het toezicht kunnen er monsters worden genomen van bijenkasten door of onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijke toezichthouder. Dit betekent dat er een aantal bijen uit een kast worden gevangen die dan worden onderzocht. Op basis van morfologisch en/of vleugelindexonderzoek kan worden vastgesteld om welke soort honingbij het gaat.

 

De werkwijze is in beginsel als volgt.

De monsterneming wordt gedaan door iemand aangewezen door het college of door het bestuur van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV), afdeling Texel, in het bijzijn van een toezichthouder van de gemeente. Hiervan wordt een opnamerapport gemaakt.

Iemand aangewezen door het college of het bestuur van de NBV zal een eerste morfologisch onderzoek en/of een indicatieve meting van de vleugels doen van de bemonsterde bijen. Wanneer op basis van die meting de conclusie is dat er geen sprake is van een Texelse zwarte bij, of daar twijfel over is, zal er door het college een andere onafhankelijke onderzoeker worden ingeschakeld. Hiervoor kan een nieuw monster worden genomen.

Wanneer uit onderzoek naar voren komt dat een bijenkast geen Texelse zwarte bijen bevatten, dan moet hieruit de conclusie worden getrokken dat onjuiste informatie is gegeven bij de aanvraag. Dit kan reden zijn de vergunning in te trekken en handhavend op te treden. Handhavend optreden houdt dan in dat de bijenkasten (met de bijen) moeten worden verwijderd van Texel.

Periodiek kunnen monsters worden genomen van iedere bijenkast. Hiermee kan worden gemonitord hoe het met de zuiverheid van de Texelse zwarte bij is gesteld.

 

Adviseur college

Het bestuur van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) wordt aangemerkt als adviseur van het college, meer specifiek het bestuur van de afdeling Texel.

Hoewel dit bestuur en de leden daarvan, zelf een belang hebben bij de vergunningverlening en niet als onafhankelijk zijn aan te merken, hebben zij wel specifieke kennis van bijen in het algemeen en de Texelse zwarte bij in het bijzonder. Deze kennis is waardevol en onontbeerlijk om op goede wijze het vergunningenstelsel uit te voeren.

Vergunningaanvragen kunnen voor advies aan het NBV-bestuur worden voorgelegd. Specifiek kan in het advies dan worden aangegeven of het voortbestaan van de Texelse zwarte bij wordt gewaarborgd.

 

Vastgesteld in de vergadering van 28-11-2023,

Burgemeester & wethouders van Texel,

De secretaris, De burgemeester,

E. Wolfkamp R.J. van der Zwaag

Naar boven