Nadere regels van college van burgmeester en wethouders over de haven Hoorn

Zaaknummer: 1981463

Grondslag:

Dit besluit is een nader gedelegeerd besluit ter uitvoering van artikel 7.13 van de Verordening Fysieke leefomgeving Hoorn.

Dit besluit geeft aan waar de benoemde typen vaartuigen uit de havenverordening een ligplaats mogen innemen.

Artikel 1 Definities

Deze bijlage is een gewaarmerkte kaart met bijbehorende legenda (zie onderaan de regeling en in de bijlage).

• 1. Charterschip met Hoorn als thuishaven: Een vaartuig:

• a. dat geheel of overwegend met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat verder voldoet aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn;

• b. dat is teboekgesteld overeenkomstig artikel 785 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

• c. dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsmatige chartervaart, hetgeen moet blijken uit een inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met Hoorn als vestigingsplaats en uit de meetbrief, het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid van het wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1985, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

• d. waarvoor een document als toelating en/of Certificaat van Onderzoek krachtens artikel 5, eerste lid, van de Binnenvaartwet of Certificaat van deugdelijkheid krachtens artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven;

• e. waarvan de eigenaar heeft voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 36, lid 2 van de Binnenvaartwet;

• 2. Charterschip bezoekend: Een vaartuig, niet zijnde een charterschip met Hoorn als thuishaven, dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsmatige chartervaart;

• 3. Historisch (zeilend bedrijfs) vaartuig: een schip dat geheel of overwegend met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat verder voldoet aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn;

• 4. Historisch schip: een historisch schip dat is gebouwd voor 1 januari 1945 en dat verder voldoet aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn;

• 5. Kleine boot: een vaartuig van maximaal zeven meter lang dat:

• a. direct geschikt is voor het varen op beschutte (binnen)wateren;

• b. onder de bruggen van de havens kan doorvaren, zonder dat de bruggen geopend hoeven te worden, ongeacht het waterpeil in de zomer- of winterperiode;

• c. als het voorzien is van een mast dit een strijkbare mast moet zijn.

• 6. Motorcharterschip: een vaartuig voortgestuwd door een motor, dat gebruikt wordt voor of bestemd is tot het vervoer van personen, niet zijnde een charterschip met Hoorn als thuishaven.

• 7. Pleziervaartuig: Een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige d.w.z. sportieve of recreatieve doeleinden.

• 8. Riviercruiseschip: Een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 50 personen, de bemanning daaronder niet begrepen, niet zijnde een veerboot, charterschip met Hoorn als thuishaven of charterschip bezoekend, rondvaartboot.

• 9. Rondvaartboot: een vaartuig dat gebruikt wordt voor of bestemd is tot het vervoer van personen, of om beschikbaar te worden gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende recreatie.

• 10. Sleepboot: een vaartuig dat sleepdiensten verricht.

• 11. Terrasboot: een dekschuit die wordt gebruikt als terras.

• 12. Veerdienst: een vaartuig dat bestemd is of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen buiten de bemanning en dat een vervoerdienst onderhoudt.

• 13. Visserschip: een schip dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige visvangst, met Hoorn als thuishaven.

• 14. Viskaar: een reservoir waar in vis in het water bewaard kan worden.

• 15. Watertaxi: een vaartuig waarmee zonder dat er sprake is van een dienstregeling tegen betaling het vervoer van personen wordt verzorgd.

Artikel 2 Terrasboten

In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “terrasboot”, wordt uitsluitend met een terrasboot ligplaats ingenomen welke in het bezit is van een vergunningen van het college.

• 1. Per aangewezen gedeelte mag maximaal één terrasboot worden afgemeerd.

• 2. Een terrasboot heeft een lengtemaat van maximaal 17 meter en een breedtemaat van maximaal 4,25 meter.

• 3. De lengte van de terrasboot mag niet de breedte van het bijbehorende exploiterende horecapand overschrijden.

• 4. De romp van een terrasboot mag niet uitsteken boven de kademuur waarlangs hij ligt afgemeerd.

Artikel 3 Vergunninghouders ligplaatsen

In de gedeelten van de havens die zijn aangeduid met de term “vergunninghouders ligplaats”, worden uitsluitend ligplaatsen ingenomen door:

• 1. historische schepen die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 27 meter en een minimale lengte van 17 meter en zijn voorzien van zeilen voor de ligplaatsen aan de westzijde van het Oostereiland, welke in het bezit zijn van een vergunning voor historisch (zeilende) bedrijfsvaartuigen;

• 2. historische schepen die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 27 meter en een minimale lengte van 17 meter en voorzien van zeilen voor de binnenste ligplaatsen direct langs de kade van de Veermanskade, welke in het bezit zijn van een vergunning voor historisch zeilende bedrijfsvaartuigen;

• 3. Historische schepen die zijn gebouwd voor één januari 1945 en die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn; met een maximale lengte van 12 meter en een minimale lengte van 9 meter, een diepgang van maximaal 1.20 meter en een maximale breedte van 4.50 mtr. direct langs de kade van de Korenmarkt, welke in het bezit zijn van een historisch schip vergunning.

• 4. charterschepen met Hoorn als thuishaven die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 25 meter en voorzien van zeilen voor de tweede rij ligplaatsen langs de Veermanskade, welke in het bezit zijn van een charterschip Hoorn vergunning;

• 5. historische schepen die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 25 meter en voorzien van zeilen voor de ligplaatsen tussen de Veermanskade en een punt 27 meter oostelijk daarvan, welke in het bezit zijn van een historisch schip vergunning;

• 6. charterschepen met Hoorn als thuishaven die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 28 meter voor de ligplaatsen direct gelegen ten noorden van het Houten Hoofd tussen het Houten Hoofd en het Hoofd, welke in het bezit zijn van een charterschip Hoorn vergunning;

• 7. charterschip met Hoorn als thuishaven die voldoen aan artikel 10 van het Beleid ligplaatsvergunningen Hoorn met een maximale lengte van 35 meter voor de ligplaats langs het Hoofd, gedeelte tussen de Hoofdtoren en het Oostereiland, welke in het bezit zijn van een charterschip Hoorn vergunning;

• 8. vissersschepen met een maximale lengte van 17 meter en met Hoorn als thuishaven voor een ligplaats aan de Veermanskade direct ten zuiden van de Hoge Brug, welke in het bezit zijn van een vissersschip vergunning;

• 9. watertaxi’s met een maximale lengte van 14 meter en een opbouw van maximaal 2,5 meter uitstekend boven de kade, boten voor verhuur, voor een ligplaats aan de westelijke kade van het Oostereiland, welke in het bezit zijn van een Oostereiland vergunning, rondvaartboten met een maximale lengte van 14 meter en een opbouw van maximaal 2,5 meter, voor een ligplaats aan de noordwest punt van het Oostereiland, welke in het bezit zijn van een Oostereiland vergunning;

• 10. De onderlinge afstand (gerekend in de lengterichting) tussen schepen genoemd onder 1. tot en met 8. in dit artikel is minimaal 2 meter.

Artikel 4 Vergunninghouders ligplaatsen kleine bootjes

In de gedeelten van de havens die zijn aangeduid met de term “vergunninghouders ligplaats”, worden uitsluitend ligplaatsen ingenomen door:

• 1. Kleine boten met een maximale lengte van 6 meter voor ligplaatsen langs:

• a. Achter op ’t Zand tegenover de huisnummers 1 tot en met 63;

• 2. Kleine boten met een maximale lengte van 7 meter voor ligplaatsen langs:

• a. Appelhaven tegenover de huisnummers 9 tot en met 23;

• b. Nieuwendam tegenover de huisnummers 18 tot en met 23;

• c. Venidse/achterzijde Bierkade achter de huisnummers Bierkade 1 tot en met 15;

• d. Bierkade tegenover de huisnummers 5 tot en met 10;

• e. Vollerswaal tegenover de huisnummers 6 tot en met 22 en 34 tot en met 57;

• f. Overslagkade tegenover de huisnummers 13 tot en met 59;

• g. Turfhaven;

• h. Oude Haven;

• i. Vollerswaal/achterzijde Zon achter de huisnummers Zon 2 tot en met 24; welke in het bezit zijn van een kleine boot vergunning;

• 3. Per aangewezen ligplaats voor een kleine boot genoemd onder 1. en 2. mag maximaal één kleine boot worden afgemeerd;

• 4. De aan het Achter op ’t Zand af te meren kleine boten dienen haaks langs de lange zijde van de steiger te worden afgemeerd.

• 5. De volgende kleine boten dienen in de lengte langs de kademuur te worden afgemeerd:

• a. Appelhaven tegenover de huisnummers 9 tot en met 23;

• b. Nieuwendam tegenover de huisnummers 18 tot en met 23;

• c. Venidse/achterzijde Bierkade achter de huisnummers Bierkade 1 tot en met 15;

• d. Bierkade tegenover de huisnummers 5 tot en met 10;

• e. Vollerswaal tegenover de huisnummers 6 tot en met 22 en 34 tot en met 57;

• f. Overslagkade tegenover de huisnummers 13 tot en met 59;

• g. Turfhaven,

• h. Oude Haven,

• i. Vollerswaal/achterzijde Zon achter de huisnummers Zon 2 tot en met 24;

• 6. De onderlinge afstand (gerekend in de lengterichting) tussen kleine boten genoemd in artikel 1, i is minimaal 1 meter.

• 7. De vaartuigen genoemd onder a tot en met d en g van dit artikel zijn verplicht om met de boegzijde richting de ingang van de binnenhaven af te meren.

Artikel 5 Bunkerstation/winkelschip

• 1. In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “bunkerstation/winkelschip”, wordt uitsluitend met een bunkerstation/winkelschip ligplaats ingenomen.

• 2. Een bunkerstation heeft uitsluitend de functie van brandstofinnamepunt en afgiftepunt van bilge/vuilwater voor vaartuigen die gebruik maken van de havens.

• 3. In het aangewezen gedeelte mag maximaal één bunkerstation / winkelschip worden afgemeerd.

Artikel 6 Viskaar

• 1. In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “viskaar”, worden uitsluitend met viskaren ligplaatsen ingenomen, welke in het bezit zijn van een viskaar vergunning;

• 2. In het aangewezen gedeelte mag maximaal één viskaar aanwezig zijn.

Artikel 7 Ankergebied

In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “Ankergebied” mogen schepen in de periode van 1 mei tot 1 oktober ten anker komen of ten anker liggen. In de periode van 1 oktober tot 1 mei is dit verboden.

Artikel 8 Riviercruiseschepen en bezoekende charterschepen

• 1. In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “Riviercruiseschepen en bezoekende charterschepen” worden uitsluitend met riviercruiseschepen en bezoekende charterschepen ligplaatsen ingenomen.

• 2. Aan de twee steigers aan de oostzijde van het Oostereiland mogen per steiger maximaal twee riviercruise schepen ligplaatsen innemen.

• 3. Aan het Houten Hoofd mogen uitsluitend ligplaats worden ingenomen door bezoekende charterschepen en charterschepen met thuishaven Hoorn.

Artikel 9 Charterschepen bezoekend

• 1. In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “Charterschepen bezoekend” worden uitsluitend met bezoekende charterschepen ligplaatsen ingenomen.

• 2. Voor wat betreft het gedeelte dat voor deze schepen is aangewezen langs de Veermanskade geldt een maximale lengte van 25 meter en de verplichting om met de boegzijde richting de ingang van de binnenhaven af te meren.

Artikel 10 Passantengebied zomerperiode

In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “Passantengebied” worden van 1 mei tot 1 oktober uitsluitend met pleziervaartuigen ligplaatsen ingenomen. Een pleziervaartuig meert af met de boegzijde richting de ingang van de binnenhaven.

Artikel 11 Passantengebied winterperiode

• 1. In het gedeelte van de havens dat is aangeduid met de term “Passantengebied” kan van 1 oktober tot 1 mei langs de zijde van het Baatland met alle vaartuigen ligplaatsen ingenomen worden en langs de zijde van de Oude Doelenkade uitsluitend met niet-plezier vaartuigen langer dan 15 meter.

• 2. Pleziervaartuigen en niet-pleziervaartuigen meren af met de boegzijde richting de ingang van de binnenhaven.

Artikel 12

Deze kaart maakt onderdeel uit van de regels aan het college van burgemeester en wethouders over de haven.

Havenatlas zomer

https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/CVDR/CVDR450226/1/xml/i290286.pdf

Havenatlas Winter

https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/CVDR/CVDR450226/1/xml/i290287.pdf

Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Citeertitel

Deze nadere regels wordt aangehaald als: Nadere regels van college van burgmeester en wethouders over de haven in Hoorn.

Aldus vastgesteld, 19 september 2023

College van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

Kaart 1 Zomer

Kaart 2 Winter