Verordening BIZ Vastgoed Heemstede Centrum 2024-2028

De raad van de gemeente Heemstede;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2023;

 

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

gezien de uitvoeringsovereenkomst van 22 september 2023 gesloten met de Stichting BIZ Vastgoed Heemstede Centrum ;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening BIZ Vastgoed Heemstede Centrum 2024-2028.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

 

  • -

    BIZ: Bedrijveninvesteringszone: het aangewezen en gearceerde gebied op de van deze verordening deel uitmakende, en als bijlage 1 toegevoegde, kaart;

  • -

    BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de Stichting is opgesteld waarin is aangegeven hoe de Stichting voornemens is de BIZ-subsidie te besteden;

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede;

  • -

    de Stichting: Stichting BIZ Vastgoed Heemstede Centrum;

  • -

    de uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Heemstede en de Stichting BIZ Vastgoed Heemstede Centrum gesloten uitvoeringsovereenkomst van 22 september 2023, als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • -

    de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 2 Aanwijzing Stichting

De Stichting BIZ Vastgoed Heemstede Centrum wordt aangewezen als Stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de BIZ gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de BIZ of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BIZ.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2.

    Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak.

  • 2.

    Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de Basisregistratie Kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 7 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

  • e.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt

  • f.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

  • j.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • k.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - die zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • l.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • m.

    onroerende zaken die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

  • n.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • o.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

  • p.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • q.

    onbebouwde kavels c.q. braakliggende bouwterreinen;

  • r.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het verlenen van (medische) zorg en verpleging;

  • s.

    onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor levering van energie, water en telecommunicatie.

Artikel 8 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak € 350,-.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van vijf jaar.

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

Artikel 12 Algemeen

Op de subsidie op grond van deze verordening is de vigerende Algemene subsidieverordening Heemstede niet van toepassing.

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    De Stichting is verplicht om binnen drie maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    In de uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 4.

    De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk zes weken na ontvangst van de in het eerste lid genoemde stukken.

Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen

De Stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

 

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;

  • -

    een wijziging van de statuten;

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BIZ Vastgoed Heemstede Centrum 2024-2028.

Vastgesteld door de raad op 19 oktober 2023.

Bijlage 1 behorende bij de Verordening BIZ Vastgoed Heemstede Centrum 2024 – 2028

Het aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening BIZ Vastgoed Heemstede Centrum 2024 – 2028 is het gebied dat is aangegeven op de onderstaande kaart.

 

 

Het gaat hier om de WOZ objecten gelegen aan de onderstaande straten met bijbehorende straatnummers:

 

  • Raadhuisstraat 4 t/m 103

  • Binnenweg 1 t/m 211

  • Julianalaan 2 t/m 6

  • Bronsteeweg 2 t/m 8

  • Blekersvaartweg 57, 72t/m 84

  • Binnendoor 1 t/m 13

  • Raadhuisplein 1

  • Haemstedelaan 2A

  • Kerklaan 1

Het gebied telt naar de stand van 26 juni 2023 in totaal 199 bijdrageplichtige WOZ objecten.

 

Naar boven