|
B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde in het economisch verkeer te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) van het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt: een raming van de aan een derde in het economisch verkeer te betalen prijs voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW).
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
2.3.3
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
2.3.4
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
|
|
|
2.4.1
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
40%
|
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten zouden worden vastgesteld, met een minimum van:
|
€ 365,00
|
2.4.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan (of een vergunningsvrij-toets)
|
€ 285,00
|
2.4.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1 lid 3
|
€ 6.572,00
|
2.4.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan ten behoeve van een omgevingsvergunning met milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.11 t/m 2.19
|
€ 783,00
|
2.4.5
|
Voor ruimtelijke initiatieven die in de regionale omgevingstafel integraal worden besproken met de ketenpartners bedraagt het tarief:
|
€ 4.600,00
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000:
|
2,95%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 356,00
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000 of meer:
|
1,95%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 31.000,00
|
|
en een maximum van:
|
€ 800.000,00
|
c.
|
In afwijking van artikel 2.5 lid a en b bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 per Wp:
|
€ 0,00687
|
d.
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
10%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
e.
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
10%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 309,80
|
a.1
|
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, wordt het verschuldigde bedrag onder art. 2.5 vermeerderd met:
|
0,3%
|
|
van het bedrag van de bouwkosten tot € 230.000,- met een minimum te berekenen bedrag van:
|
€ 84,20
|
a.2
|
verhoogd met:
|
0,05%
|
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 230.000,- tot € 455.000,-
|
|
a.3
|
verhoogd met:
|
0,025%
|
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 455.000,- tot € 680.000,-
|
|
a.4
|
verhoogd met
|
0,0125%
|
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 680.000,- en meer
|
|
a.5
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.5 lid b wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:
|
0,0125%
|
|
De ingevolge onderdelen 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.5 verschuldigde leges worden naar beneden afgerond op hele euro’s.
|
|
b.
|
Verplicht agrarisch commissie
|
|
b.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 1.195,60
|
b.2
|
Onverminderd het bepaalde in art. 2.6 lid b.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag waarvoor een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld
|
€ 516,40
|
c.
|
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, vermeerderd met:
|
€ 309,80
|
d.
|
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:
|
€ 309,80
|
e.
|
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie als bedoeld in artikel 22.30 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:
|
€ 309,80
|
f.
|
voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 6.247,00
|
g.
|
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd:
|
€ 6.247,00
|
h.
|
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd
|
€ 12.527,40
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
- tot 50 m3
|
€ 247,80
|
|
- van 50 m3 tot 100 m3
|
€ 743,50
|
|
- van 100 m3 tot 150 m3
|
€ 1.363,10
|
|
- van 150 m3 tot 400 m3
|
€ 2.069,60
|
|
- van 400 m3 en meer
|
€ 3.470,80
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
2.8.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: a. een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument; b. een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument, c. een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet; bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.8.1.a
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
|
|
- tot 50 m3
|
€ 247,80
|
|
- van 50 m3 tot 100 m3
|
€ 743,50
|
|
- van 100 m3 tot 150 m3
|
€ 1.363,10
|
|
- van 150 m3 tot 400 m3
|
€ 2.069,60
|
|
- van 400 m3 en meer
|
€ 3.470,80
|
2.8.1.b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
|
|
- tot 50 m3
|
€ 247,80
|
|
- van 50 m3 tot 100 m3
|
€ 743,50
|
|
- van 100 m3 tot 150 m3
|
€ 1.363,10
|
|
- van 150 m3 tot 400 m3
|
€ 2.069,60
|
|
- van 400 m3 en meer
|
€ 3.470,80
|
Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: Beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.9.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
- tot 50 m3
|
€ 247,80
|
|
- van 50 m3 tot 100 m3
|
€ 743,50
|
|
- van 100 m3 tot 150 m3
|
€ 1.363,10
|
|
- van 150 m3 tot 400 m3
|
€ 2.069,60
|
|
- van 400 m3 en meer
|
€ 3.470,80
|
2.9.2
|
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: Overig cultureel erfgoed en wereldgoed
|
|
2.10.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
- tot 50 m3
|
€ 247,80
|
|
- van 50 m3 tot 100 m3
|
€ 743,50
|
|
- van 100 m3 tot 150 m3
|
€ 1.363,10
|
|
- van 150 m3 tot 400 m3
|
€ 2.069,60
|
|
- van 400 m3 en meer
|
€ 3.470,80
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.13 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.14 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.15 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.18 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.19 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
Artikel 2.20 (gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Indien de aanvraag van een omgevingsvergunning met milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.11 t/m 2.19 binnen 4 weken wordt ingetrokken bedraagt het tarief:
|
€ 1.566,50
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.481,20
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.481,20
|
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
2.23.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
2.23.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
2.23.3
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
2.23.4
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
2.23.5
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
b. indrijven van voorwerpen,
c. ophogen van de grond, of
d. verharden van de grond,
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.740,60
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 70,00
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 894,50
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 881,30
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, zoals bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 70,00
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 41,90
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een bouwactiviteit conform onderdeel 2.5 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 519,50
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 56,10
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 56,10
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening [in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 70,00
|
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.740,60
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.740,60
|
Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
2.34.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.740,60
|
2.34.2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.740,60
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.740,60
|
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel
|
|
2.36.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 100,00
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 100,00
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur
|
€ 100,00
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 100,00
|
2.36.2
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
|
|
Artikel 2.37 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 70,00
|
Artikel 2.38 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 345,70
|
Artikel 2.40 Natura 2000-activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 340,80
|
Artikel 2.41 Flora- en Fauna-activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 340,80
|
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
Artikel 2.43 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 340,80
|
Artikel 2.44 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 12.527,30
|
Artikel 2.45 Weigeren van medewerking van een omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor uitvoeren van een besluit tot het weigeren van medewerking aan een herziening, wijziging of uitwerking van een omgevingsplan in het persoonlijk belang van de aanvrager:
|
€ 1.003,30
|
Artikel 2.46 Principeverzoek omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit voor een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 1.156,50
|
Artikel 2.47 principebesluit opgevolgd door een definitieve aanvraag
|
|
|
Indien een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit opgevolgd wordt door een definitieve aanvraag, dan worden de in rekening te brengen leges voor het wijzigen van het omgevingsplan met de leges voor principebesluiten, zoals vermeld in artikel 2.46 in mindering gebracht.
|
|
Artikel 2.48 Voorbereidingsbesluit
|
|
|
Het tarief voor het nemen en bekendmaken van een voorbereidingsbesluit:
|
€ 2.211,40
|
Artikel 2.49 Verstrekken van perceel gebonden informatie
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake (ontwerp) omgevingsplan, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en aanschrijvingen
|
€ 91,10
|
Artikel 2.50 Verstrekken van perceel gebonden informatie overig
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake milieuvergunning, bodemonderzoek en onder- en bovengrondse tanks
|
€ 18,20
|
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
|
|
Artikel 2.51 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde bouwactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.6, worden de op grond van artikel 2.7 of de paragrafen 2.4 tot en met 2.7 verschuldigde leges:
|
|
a.
|
voor een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan ((buitenplanse kleine afwijking):) verhoogd met:
|
€ 309,80
|
b.
|
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd:
|
€ 6.247,00
|
c.
|
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd
|
€ 12.527,40
|
Artikel 2.52 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:
|
|
Artikel 2.53 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
10%
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 7.397,55
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 7.397,55
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 7.397,55
|
Artikel 2.54 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 492,60
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 492,60
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 250,80
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 301,70
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 250,80
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 250,80
|
g.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 250,80
|
Artikel 2.55 Advies
|
|
2.48.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.48.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.56 Instemming
|
|
2.49.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.49.2
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.12 Vermindering
|
|
Artikel 2.57 Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
2.50.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
2.50.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
c.
|
binnen 24 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
Artikel 2.58 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. De vermindering bedraagt:
|
|
a.
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
10%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
15%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
20%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.60 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
85%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.61 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
Artikel 2.62 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
Artikel 2.63 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.64 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.65 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.
|
|
Artikel 2.66 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 10 wordt niet teruggegeven.
|
|