Gemeenteblad van Ouder-Amstel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ouder-Amstel | Gemeenteblad 2023, 527371 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ouder-Amstel | Gemeenteblad 2023, 527371 | beleidsregel |
Beleidsregels bijstand aan zelfstandigen Ouder-Amstel 2020
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE OUDER-AMSTEL;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de bevoegdheidsbepalingen in de Participatiewet en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
Overwegende dat het noodzakelijk is ter invulling van de beleidsruimte beleidsregels vast te stellen om kaders te stellen wat betreft het (her)onderzoek naar levensvatbaarheid van het bedrijf of het zelfstandig beroep en de terugvordering van de verleende bijstand;
Vast te stellen de Beleidsregels bijstand aan zelfstandigen Ouder-Amstel 2020
Hoofdstuk 2 Aanvraag en onderzoek
Het college onderzoekt of de aanvrager tot de doelgroep van het Bbz behoort en doet vervolgens onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf op basis van de door de zelfstandige overgelegde gegevens. Daarbij geldt dat een startende zelfstandige in ieder geval een ondernemingsplan over dient te leggen.
Indien nodig geeft het college opdracht aan een externe deskundige voor een levensvatbaarheidsonderzoek. Het college geeft in ieder geval opdracht voor een dergelijk onderzoek, als € 10.000,- of meer bedrijfskrediet wordt gevraagd. Bij een aanvraag voor een lager kredietbedrag beoordeelt de klantmanager Bbz of het inschakelen van een externe deskundige noodzakelijk is.
Artikel 6 - Beëindigingsonderzoek
Als uit het in het eerste lid bedoelde onderzoek blijkt dat sprake is van niet-verwijtbare beëindiging van bedrijf of zelfstandig beroep, dan wordt het resterende deel van de lening voor bedrijfskrediet vanaf het moment van beëindiging renteloos gemaakt. Hiervan wordt afgezien indien en voor zover de lening voor bedrijfskrediet onder hypothecair verband is verleend.
Op de in het eerste lid bedoelde terugvordering en op de invordering zijn de Beleidsregels terugvordering en invordering WWB 2013 en de Beleidsregels kwijtschelding vordering leenbijstand en, nadat deze zijn ingetrokken, de Beleidsregels terugvordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Ouder-Amstel 2020 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 – Moment van terugvordering verstrekt bedrijfskapitaal
Het college vordert het bedrijfskapitaal, dat is toegekend aan de gevestigde of beginnende zelfstandige op grond van artikel 20 en 24 Bbz 2004, terug als belanghebbende na een herinnering en een aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen voldoet.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel in de vergadering van 17 november 2020.
de burgemeester,
de secretaris,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 2 Aanvraag en onderzoek
In dit artikel wordt geregeld dat een startende zelfstandige bij de aanvraag een ondernemingsplan over dient te leggen.
Het inschakelen van een externe deskundige om de levensvatbaarheid van een bedrijf of zelfstandig beroep vast te stellen, is niet altijd nodig. In veel gevallen zal de klantmanager Bbz deze beoordeling zelf kunnen maken aan de hand van de beschikbare informatie. Daar waar nodig kan de klantmanager Bbz altijd besluiten advies te vragen aan een externe deskundige.
Indien € 10.000,- of meer bedrijfskrediet wordt gevraagd, is het raadplegen van een externe deskundige verplicht.
Artikel 3 – Opschortende voorwaarden
Bbz-uitkering en bedrijfskapitaal kunnen worden toegekend onder opschortende voorwaarden: de uitbetaling wordt opgeschort tot het moment dat de zelfstandige aan de voorwaarden heeft voldaan.
Bij een opschortende voorwaarde treed een besluit tot toekenning pas in werking, als aan die voorwaarde voldaan is. Indien niet wordt voldaan aan de opschortende voorwaarde, vervalt de toekenning van Bbz-faciliteiten. De zelfstandige kan gemotiveerd verzoeken om de termijn te verlengen.
Artikel 4 - Onderzoek en toekenning
In artikel 23 derde lid van het Bbz 2004 was de frequentie van het uitvoeren van levensvatbaarheidonderzoeken bij zelfstandigen bepaald. Door de wijziging van het artikel naar een bevoegdheid is het aan de gemeente te bepalen wanneer en hoe vaak zij een dergelijk onderzoek wil uitvoeren. In dit artikel wordt hier invulling aan gegeven.
In het vijfde lid is aangegeven dat bij het uitvoeren van de levensvatbaarheidsonderzoeken ook de rechtmatigheid van de verstrekte algemene bijstand wordt onderzocht.
Artikel 5 – Debiteurenonderzoek
In een debiteurenonderzoek worden de financiële omstandigheden onderzocht van degene aan wie het college betalings- en aflossingsverplichtingen heeft opgelegd met betrekking tot de verleende bijstand. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan het college besluiten tot wijziging van de opgelegde betalings- en aflossingsverplichtingen. In de Participatiewet zijn geen voorschriften opgenomen voor het uitvoeren van debiteurenonderzoeken. Het staat het college vrij om te bepalen of en op welke wijze debiteurenonderzoeken worden uitgevoerd.
De termijn van vierentwintig maanden, genoemd in het eerste lid was sluit aan bij de onderzoekfrequentie die door het college is vastgesteld voor debiteuren in het kader van de Participatiewet, IOAW en IOAZ.
Door het college kunnen afwijkende termijnen worden vastgesteld voor categorieën van vorderingen en van personen. In het tweede lid is bepaald dat geen onderzoek wordt uitgevoerd indien de debiteur de opgelegde betalingsverplichting netjes nakomt en de vordering in zijn geheel binnen vijf jaar kan worden afgelost.
Het derde lid bepaalt dat de financiële situatie van de debiteur op ieder moment kan worden onderzocht, wanneer hij niet of niet tijdig voldoet aan de afgesproken rente-en aflossingsverplichting. Ook wanneer door de debiteur gevraagd wordt om uitstel van aflossing kan diens financiële situatie worden onderzocht.
Artikel 6 – Beëindigingsonderzoek
In dit artikel wordt aangegeven dat het college gebruik maakt van de nu in artikel 43 derde lid van het Bbz 2004 gegeven bevoegdheid om een resterend deel van een lening in de daar geschetste situatie bij een niet verwijtbare beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep renteloos te maken vanaf de datum van beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.
Verwezen wordt naar de van toepassing zijnde beleidsregels terugvordering voor de Participatiewet, IOAW en IOAZ. De gemeente maakt gebruik van de terugvorderingsbevoegdheden beschreven in de Participatiewet artikel 58 tweede 2 van de Participatiewet en artikel 59 van de Participatiewet én de bevoegdheden beschreven in het Bbz 2004 - in artikel 12, artikel 39, artikel 41 en artikel 43.
Artikel 8 – Moment van terugvordering verstrekt bedrijfskapitaal
In dit artikel wordt geregeld wanneer bedrijfskapitaal wordt teruggevorderd.
Artikel 9 - Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien
Hierin is bepaald dat het college besluit in gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.
Artikel 10 – Hardheidsclausule
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 11 - Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregels werken terug tot 1 januari 2020 en hebben betrekking op aanvragen die vanaf 1 januari 2020 zijn ingediend. Aanvragen die voor 1 januari 2020 zijn ingediend worden afgehandeld op de wetgeving die op dat moment van toepassing was.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-527371.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.