Gemeenteblad van Beverwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beverwijk | Gemeenteblad 2023, 525076 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beverwijk | Gemeenteblad 2023, 525076 | beleidsregel |
Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Beverwijk
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
referteperiode; de volledige kalendermaand voorafgaand aan de datum aanvraag. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de referteperiode en de 3 daaraan voorafgaande kalendermaanden.
Artikel 4: Ambtshalve toekenning
Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:
ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve uiterlijk op 31 maart 2024.
Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen na de afhandeling van de ambtshalve toekenningen, of uiterlijk vanaf 1 januari 2024, een aanvraag indienen met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier Eenmalige energietoeslag 2023 via de website www.beverwijk.nl.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 6 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen door het Inlichtingbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ, of Bbz 2004 ontvangen of tussen 1 januari en 1 november minimaregelingen of bijzondere bijstand hebben gekregen.
In artikel 2 lid 4 en artikel 3 van deze beleidsregels wordt invulling gegeven wanneer een kostendeler recht heeft op de energietoeslag. De kostendeler die een energiecontract op naam heeft staan, komt het recht op de toeslag toe, mits er aan de overige voorwaarden worden voldaan. Indien er een medebewoner reeds de toeslag toegekend heeft gekregen, dan bestaat er op grond van artikel 2 lid 6 en artikel 3 geen recht op de toeslag.
In artikel 2 lid 5 onder b en c worden categorieën benoemd, die niet tot het huishouden behoren. Dit vereenvoudigt het proces om de generieke regeling te beoordelen. Echter, conform de landelijke richtlijnen van het ministerie kunnen zij gelet op hun individuele situatie wél in aanmerking komen voor de energietoeslag of bijzondere bijstand. Indien onder b en c genoemde doelgroep zelfstandig wonen en geconfronteerd worden met de kosten voor energie, kunnen zij op grond van artikel 5 van de beleidsregels in aanmerking komen voor de energietoeslag of bijzondere bijstand.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 6) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.
Voor zelfstandig ondernemers die al dan niet een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag ambtshalve worden toegekend. In dat geval kan het inkomen in eerste instantie aannemelijk worden gemaakt op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond op de eenmalige energietoeslag en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag worden teruggevorderd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-525076.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.