Wijzigingsbesluit 2023-B van het Mandaatbesluit Nijmegen 2019

Het college van burgemeester en wethouders;

de burgemeester;

ieder voor zover bevoegd,

 

gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op de Omgevingswet,

 

besluit

 

vast te stellen de volgende wijziging 2023-B van het Mandaatbesluit Nijmegen 2019.

Artikel I  

Bijlage I behorende bij het Mandaatbesluit Nijmegen 2019 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    In het mandaatregister alle afdelingen worden na mandaat 39 de volgende nieuwe mandaten ingevoegd:

    39a

    Kennisgeving over samenhangende besluiten

    Art. 3:19 Awb

    B&W

    B

    M

     

    39b

    Uitvoeren van de coördinatieregeling als dit wettelijke is voorgeschreven of de bevoegde bestuursorganen een coördinatiebesluit hebben genomen

    Art. 3:21 t/m 3:27 Awb

    B&W

    M

     

  • B.

    In het mandaatregister afdeling stadsbeheer komt mandaat nr. 57, inclusief de aanhef, te luiden als volgt:

     

    Gedoogplichten

     

     

     

     

    57

    Het verlenen van rechthebbende als eigenaar van gronden waarin werken worden uitgevoerd als bedoeld in hoofdstuk 10 van de Ow. Gemeente Nijmegen treedt op als eigenaar van de gronden waarin de werken moeten worden gedoogd.

    H 10 Ow

    B&W

    B

    CM

     

  • C.

    In het mandaatregister afdeling stadsbeheer komt mandaat nr. 68, inclusief de aanhef, te vervallen en dit wordt aangeduid als volgt:

    vervallen

     

     

     

     

    68

    vervallen

     

     

     

     

  • D.

    In het mandaatregister afdeling stadsontwikkeling wordt mandaat nr. 7 tot en met 11 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    Onteigening

     

    7

    Voorbereiding, toezending, terinzagelegging en bekendmaking van de onteigeningsbeschikking

    16.33b t/m 16.33d Ow

    B&W

    B

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    8

    Verzoek tot bekrachtiging van een onteigeningsbeschikking

    16.93 Ow

    B&W

    B

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    9

    Reageren op bedenkingen tijdens het vooronderzoek van de rechtbank

    16.99 en 16.100 Ow

    B&W

    B

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    10

    Terinzagelegging en kennisgeving van de uitspraak

    16.114 en 16.115 Ow

    B&W

    B

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    11

    Vervallen

     

  • E.

    In het mandaatregister afdeling stadsontwikkeling wordt mandaat nr. 21 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    21

    Besluit tot het aangaan van een overeenkomst inzake kostenverhaal

    13.13 Ow

    B&W

    CM ST

    Indien het gaat om een overeenkomst die ziet op een particuliere/niet bedrijfsmatige ontwikkeling van maximaal twee woningen, niet op gemeentegrond.

    21a

    Verhaal van kosten vanwege een nieuw toegedeelde functie op grond van een AMvB.

    13.11 Ow

    B&W

    CM ST

  • F.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt een nieuw mandaat nr. 82 toegevoegd:

    82

    Besluit tot het aangaan van een overeenkomst inzake kostenverhaal

    13.13 Ow

    B&W

    CM SR

    Indien het gaat om een overeenkomst die ziet op een particuliere/niet bedrijfsmatige ontwikkeling van maximaal twee woningen, niet op gemeentegrond.

  • G.

    In het mandaatregister afdeling stadsontwikkeling wordt mandaat nr. 23 t/m nr. 25 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    Voorkeursrecht

     

    23

    Doorhaling in registers en mededeling van intrekking of vervallen van voorkeursrecht of van vernietiging van een voorkeursrechtbeschikking

    9.5, lid 2 en 3 Ow

    B&W

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    24

    Bevestiging van ontvangst uitnodiging tot onderhandeling over vervreemding

    9.12, lid 1 Ow

    B&W

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    25

    Beslissing bereidheid tot verkrijging

    9.13 Ow

    B&W

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    25a

    Verzoek aan rechtbank om oordeel over prijs

    9.16 Ow

    B&W

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

    25b

    Medewerking verlenen aan de totstandkoming van een notariële actie tot levering

    9.20 Ow

    B&W

    MW ST10: strategisch adviseur grondzaken

     

  • H.

    In het mandaatregister afdeling stadsontwikkeling wordt mandaat nr. 45 en 46 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    Archeologie

     

    45

    Het goedkeuren van archeologische rapporten en een programma van eisen

    Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) / Besluit archeologische monumentenzorg / Erfgoedwet

    B&W

    MW ST40: (senior) beleidsadviseur Archeologie

    MW ST40: adviseur Archeologie en Cultuurhistorie

     

    46

    Selectiebesluiten met betrekking tot archeologie

    Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) / Besluit archeologische monumentenzorg / Erfgoedwet

    B&W

    MW ST40: (senior) beleidsadviseur Archeologie

    MW ST40: adviseur Archeologie en Cultuurhistorie

     

  • I.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. 1 tot en met 5 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    Verordening nadeelcompensatie gemeente Nijmegen

     

    1

    Heffen van een recht

    Art. 2 Vo

    B&W

    M SR30

     

    2

    Uitvoering van de Verordening nadeelcompensatie

    Art. 3, lid 1 en 3 Art. 4, lid 1en 4 onder b.

    Art. 5, lid 1, 2,3,8, 10

    Art. 6

    B&W

    M SR30

     

    3

    Besluit tot het afwijzen van een verzoek om nadeelcompensatie wegens een kennelijk ongegrond verzoek en verjaring

    Art. 4:126 en 4:131 Awb

    B&W

    M SR30

     

    4

    Besluiten omtrent het verzoek om nadeelcompensatie

    Art. 4:126 Awb

    B&W

    CM

     

    5

    Verlenen van een voorschot op een toe te kennen nadeelcompensatie

    Art. 7 Vo

    B&W

    CM

     

    5a

    Verdaging en aanhouden beslistermijn

    Art 4:130, lid 2 en 3 Awb

    B&W

    M SR30

     

  • J.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. 9, inclusief aanhef tot en met 14 gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    Handhaving Omgevingswet, en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, regelingen of verordeningen. Handhaving van het verbod op geluidsoverlast APV artikel 4.6

    9

    Beslissen op een verzoek tot handhaving

    B&W

    M SR 40

    M SR 30

    10

    Vooraanschrijving bestuursdwang of last onder dwangsom

    B&W

    CM

    M SR30

    11

    Het opleggen en ten uitvoer leggen van een bestuurlijke sanctie zoals bestuursdwang of last onder dwangsom vanwege enig handelen of nalaten in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Ow.

    125 Gemeentewet jo 18.1 Ow en 5.32 Awb

    B&W

    CM

    M SR 30

    M SR 40

    Over een last onder dwangsom hoger dan € 25.000,00 wordt de portefeuillehouder vooraf geïnformeerd.

    12

    Het zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing stillegging van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning

    5:31 Awb jo 18.1 Ow

    B&W

    M SR30 Toezichthouder RO SR30

    13

    Beslissen op een verzoek tot opheffen dwangsom en wijzigen van de begunstigingstermijn

    Art. 5:34 Awb

    B&W

    M SR 40

    M SR 30

    Over een last onder dwangsom hoger dan € 25.000,00 wordt de portefeuillehouder vooraf geïnformeerd.

    14

    Besluit tot invordering van de verbeurde dwangsom (incl. kosten bestuursdwang of verbeurde dwangsommen)

    Art. 5:37 Awb, 4:86 Awb jo 5:25 lid 6 Awb

    B&W

    CM

    M SR 30

    M SR 40

    Het is hierbij niet van belang of het besluit tot opleggen van een dwangsom in (onder)mandaat is genomen of niet.

    14a

    Besluit om niet tot invordering over te gaan

    B&W

    CM

    M SR 30

    M S R40

    Over een last onder dwangsom hoger dan € 25.000,00 wordt de portefeuillehouder vooraf geïnformeerd.

  • K.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat 63, inclusief aanhef tot en met 78 ingetrokken, en dit wordt aangeduid als volgt:

    63 t/m 78

    vervallen

     

     

     

     

  • L.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. 15 en 16, inclusief de aanhef gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    15

    Besluit omtrent een aanvraag voor een gelijkwaardige maatregel.

    4.7 Ow

    B&W

    M SR 30

     

    16

    Besluiten omtrent maatwerkvoorschriften of het verbinden van voorschriften aan de vergunning.

    4.5 Ow

    B&W

    M SR 30

     

  • M.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. 17 t/m 30, inclusief aanhef gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    17

    Besluit omtrent geluidwerende maatregelen aan gebouwen

    2.43 Ow

    B&W

    M SR 30

     

    18

    Afweging maatregelen naar aanleiding van resultaat monitoring inzake geluid door gemeentewegen en lokale spoorwegen

    3.28 Bkl

    B&W

    M SR 30

     

    19

    Het treffen van maatregelen bij een dreigende overschrijding

    3.45 Bkl

    B&W

    M SR 30

     

    20

    Besluit tot vaststelling geluidwerende maatregelen

    3.52 t/m 3.54 Bkl

    B&W

    M SR 30

     

    21 t/m 30

    vervallen

     

  • N.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. aanhef en 32 t/m 36, inclusief aanhef gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    32 t/m 36

    vervallen

     

     

     

     

  • O.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat aanhef en 47 tot en met 50, inclusief aanhef gewijzigd en komt te luiden als volgt:

    omgevingsplan

    47

    Besluiten omtrent een aanvraag om een omgevingsplanactiviteit (omgevingsvergunning) alsmede besluiten omtrent een tijdelijke vergunning, het actualiseren of intrekken van een vergunning en het verbinden van voorschriften aan een vergunning.

    H 5 Ow

    B&W

    M SR 30

    Er is geen mandaat indien er sprake is van ‘ernstig gevaar’ of ‘mindere mate van gevaar’ met of zonder advies van het Landelijk bureau Bibob.

    48

    Mededelingen, besluiten en handelingen in het kader van de procedure voor een omgevingsvergunning zoals een ontvangstbevestiging, het verlengen van een beslistermijn en het besluit om de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure toe te passen.

    Afdeling 16.5 en 16.7 van Hoofdstuk 16 Ow,

    Afdeling 10.6 Ob.

    B&W

    M SR 30

    49

    Verstrekken en beschikbaar stellen van gegevens

    Afdeling 10.8 Ob.

    B&W

    M SR 30

    50

    Vervallen

  • P.

    In het mandaatregister afdeling stadsrealisatie wordt mandaat nr. 51 t/m 62 inclusief de aanhef ingetrokken en dit wordt aangeduid als volgt:

    51 t/m 62

    Vervallen

     

     

     

     

  • Q.

    Aan het mandaatregister alle afdelingen wordt, na mandaat 9, een nieuwe mandaat toegevoegd, luidende als volgt:

    9a

    Aanwijzen van toezichthouders belast met toezicht op naleving van het bij of krachtens de betrokken wet bepaalde binnen hun ambtsgebied

    Art. 5.11 Awb

    Art. 18.6 ev Ow

    B&W

    CM

    M

     

Artikel II  

Aan het Mandaatbesluit Nijmegen 2019 wordt een nieuw artikel 7 toegevoegd:

 

Artikel 7 Overgangsrecht Omgevingswet

Voor verzoeken om nadeelcompensatie of planschade, voor gevallen genoemd in Hoofdstuk 3 van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet en voor onteigeningsprocedures, die voor de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt zijn gestart en op basis van het overgangsrecht worden behandeld volgens het oude recht, blijft het mandaatbesluit Nijmegen 2019 van toepassing zoals deze gold voor inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Artikel III  

Dit besluit treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

 

Aldus vastgesteld d.d. 5 december 2023,

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

De gemeentesecretaris

A.P.W. van de Klift

De burgemeester

H.M.F. Bruls

Aldus vastgesteld d.d. 5 december 2023,

De burgemeester

H.M.F. Bruls

Toelichting  

 

Artikelsgewijze toelichting

 

A Tegelijk met de Omgevingswet treedt een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking (Stb 2021/135). Hierin wordt geregeld dat het bestuursorgaan initiatiefnemers moet informeren over besluiten die nodig zijn om een bepaalde activiteit te verrichten. In de Awb wordt een nieuwe coördinatieregeling opgenomen voor de situatie dat meerder besluiten voor een activiteit nodig zijn waarvoor meerdere bestuursorganen zijn aangewezen.

 

B. De Belemmeringenwet privaatrecht vervalt. De bepalingen uit deze wet worden als gedoogplicht opgenomen in de Omgevingswet.

 

C. Dit mandaat kan vervallen omdat de Bouwverordening van rechtswege vervalt. De grondslag voor de bouwverordening, artikel 8 van de Woningwet vervalt namelijk. De wijze waarop bij een aanvraag om een omgevingsvergunning de parkeereis voor auto en fiets berekend en onderbouwd moeten worden, wordt vanaf 1 juli 2018 gereguleerd via het bestemmingsplan (straks omgevingsplan) en de beleidsregels parkeren 2022.

 

D De Onteigeningswet gaat grotendeels over naar de Omgevingswet op grond van de Aanvullingswet Grondeigendom. Alleen de bepalingen over onteigening bij calamiteiten blijven in de Onteigeningswet staan. De onder de Onteigeningswet nog vòòr de inwerkingtreding van de Omgevingswet opgestarte administratieve onteigeningen (een aan de Kroon verzonden verzoekbesluit van de raad) worden verder voortgezet met toepassing van de procedure van de Onteigeningswet ofwel het recht zoals dat gold voor de Omgevingswet. Op grond van het nieuwe artikel 7 van het Mandaatbesluit blijven de hiervoor benodigde mandaten gelden zoals die tot de Omgevingswet golden.

 

E. Het afsluiten van een overeenkomst ten behoeve van kostenverhaal, voorheen bekend als een anterieure overeenkomst, wordt opgenomen in de Omgevingswet. De grondslag van het mandaat wordt hierop aangepast. In sommige gevallen is bij AMvB bepaalt dat het bestuursorgaan kosten verplicht moet verhalen. Deze bevoegdheid wordt ook gemandateerd.

 

F. Ook bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan een overeenkomst ten behoeve van kostenverhaal worden afgesloten.

 

G. De Wet voorkeursrecht gemeente vervalt. De bepalingen uit deze wet worden opgenomen in de Omgevingswet. De grondslag van het mandaat wordt hierop aangepast.

 

H. De voorgestelde wijzigingen staan los van de Omgevingswet. De grondslag van de mandaten is nauwkeuriger omschreven en het mandaat is ook aan de adviseur Archeologie en Cultuurhistorie verstrekt.

 

I. Het mandaat op grond van de Bouwverordening kan vervallen. Zie hierboven bij de toelichting op onderdeel C.

Tegelijk met de Omgevingswet treedt een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in werking (Stb 2013/50). De mandaten genoemd onder 2 t/m 5 kunnen vervallen omdat de Nadeelcompensatieverordening vervalt (raadsbesluit d.d. 30 november 2022, 84/2022). Zie ook hieronder bij de toelichting op onderdeel P. Wel zijn mandaten nodig voor de uitvoering van de nieuwe Verordening nadeelcompensatie gemeente Nijmegen. Het toekennen van meer dan € 50.000,- wordt niet gemandateerd. Omdat oude verzoeken om nadeelcompensatie en planschade worden behandelend volgens het oude recht (NB, dit is bij wet geregeld), is in artikel II vastgelegd dat hiervoor de mandaten blijven gelden zoals deze tot de Omgevingswet golden.

 

J. De mandaten voor handhaving van milieuregels zijn samengevoegd met de mandaten voor handhaving bestemmingsplan (straks omgevingsplan). De Omgevingswet voegt deze wettelijke kaders samen. De Wet Bodembescherming, vermeld in de aanhef, wordt ingetrokken op grond van de Aanvullingswet Bodem. De bepalingen komen terug in de Omgevingswet. De Wet Geluidhinder wordt ingetrokken op grond van de Aanvullingswet Geluid.

 

K. Zie de toelichting hierboven op onderdeel J.

 

L. Het Besluit lozen buiten inrichtingen vervalt op grond van het Invoeringsbesluit Omgevingswet. De bepalingen komen terug in de Omgevingswet. In het Invoeringsbesluit is een transponeringstabel opgenomen zodat zichtbaar is waar deze bepalingen in de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving terugkomen. Het Besluit lozing afvalwater huishoudens vervalt eveneens op grond van het Invoeringsbesluit Omgevingswet. De regels komen terug in de bruidsschat. Omdat van deze bevoegdheden in de praktijk geen gebruik wordt gemaakt, wordt deze niet langer gemandateerd. Wel wordt een mandaat opgenomen voor het vaststellen van een gelijkwaardige maatregel, het stellen van maatwerkvoorschriften of het verbinden van voorschriften aan een vergunning.

 

M. De Wet geluidhinder wordt ingetrokken op grond van de Aanvullingswet Geluid. Het vaststellen van zones vindt plaats in het omgevingsplan. De voorbereiding van een zone gaat mee in het proces van de voorbereiding van een aanpassing van een nieuw omgevingsplan. Voor dit onderdeel is geen nieuwe mandaat nodig.

Geluid rondom gemeentelijke wegen en lokale spoorwegen wordt geregeld in artikel 3.26 en verder van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In artikel 3.28 Bkl is de bevoegdheid opgenomen vast te stellen welke geluidbeperkende maatregelen of geluidwerende voorzieningen nodig zijn in het geval de basisgeluidemissie wordt overschreden. In artikel 3.45 Bkl is de bevoegdheid opgenomen om maatregelen te treffen in het geval een geluidproductieplafond als omgevingswaarde dreigt te worden overschreden. Tot slot is in artikel 3.52 t/m 3.54 Bkl de bevoegdheid opgenomen om te besluiten tot het treffen van geluidwerende maatregelen. Hiervoor worden mandaten opgenomen.

 

N. De Wet bodembescherming wordt ingetrokken op grond van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet. Ook het Besluit Uniforme Saneringen en de Regeling Uniforme Saneringen worden ingetrokken. Het mandaat voor het Lozingenbesluit bodembescherming wordt ingetrokken omdat dit besluit al enige tijd is vervallen.

 

O. De Wet ruimtelijke ordening wordt ingetrokken. De coördinatieregeling (3.31 Wro) komt terug in de uniforme coördinatieregeling in de Awb die het bevoegd gezag van toepassing kan verklaren. Zie hierboven de toelichting op onderdeel A. De bevoegdheid om besluiten omtrent een aanvraag om een omgevingsplanactiviteit te nemen, omvat ook een ambtshalve besluit over een revisievergunning (5.43 Ow), het verbinden van voorschriften aan een vergunning (5.34 Ow en 5.36 Ow), het verbinden van termijnen aan een vergunning (5.36 Ow en 5.36a Ow) en het aanwijzen van vergunninghouder (5.37 Ow). Omdat voor een omgevingsvergunning ook een onderzoek op grond van de Wet Bibob kan worden gedaan, is een beperking hiervoor opgenomen. Ook mededelingen en besluiten die tijdens de procedure kunnen worden genomen, zoals het verlengen van de beslistermijn, worden gemandateerd. Tot slot wordt het beschikbaar stellen van gegevens, bijvoorbeeld over externe veiligheid en geluid, aan hogere overheden, gemandateerd.

 

P. De Omgevingswet voegt de wettelijke kaders voor planschade en nadeelcompensatie samen. Zie hierboven de toelichting op onderdeel I.

 

Q. Het aanwijzen van toezichthouders was alleen gemandateerd op de afdeling Stadsrealisatie en publiekszaken. Het mandaat voor stadsrealisatie wordt ingetrokken, zie onderdeel K. Omdat dit mandaat voor de hele organisatie relevant kan zijn en vooral over bedrijfsvoering gaat, is een algemeen mandaat opgenomen in het register voor alle afdelingen. Bij het aanwijzen van toezichthouders op grond van de Omgevingswet kan ook worden bepaald dat een toezichthouder een woning mag betreden zonder toestemming van de bewoner. Hiervoor geldt een verzwaarde motiveringsplicht (artikel 18.7 Ow). En in alle gevallen is op grond van de Algemene wet op het binnentreden altijd een voorafgaande machtiging vereist (tenzij spoedeisende situatie).

 

Artikel II

Verzoeken om planschade of nadeelcompensatie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden behandeld op grond van het oude recht. Hetzelfde geldt voor bepaalde gevallen waarop de Wet bodembescherming van toepassing is. Het gaat dan bijvoorbeeld om saneringen die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn gestart. Hetzelfde geldt ook voor onteigeningsprocedures die voor dat moment zijn gestart.

 

Artikel III

Medio november 2024 staat nog altijd niet vast op welk moment de Omgevingswet in werking zal treden. Daarom is de datum waarop onderhavig besluit in werking zal treden zo geformuleerd dat dat moment gelijk valt met het moment waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Naar boven