Wijziging Afkoppelbeleidsplan Maasgouw

De raad van de gemeente Maasgouw,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2022,

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.16, Invoeringsbesluit Omgevingswet, en het besluit bouwwerken leefomgeving,

gezien het advies van de commissie;

 

B E S L U I T :

 

Het Afkoppelbeleidsplan Maasgouw, conform dit raadsbesluit, te wijzigen:

 

Intitulé wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Afkoppelbeleidsplan Maasgouw

 

De raad van de gemeente Maasgouw;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Maasgouw d.d. 2 oktober 2014;

 

mede gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en voorts gelet op de Waterwet;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Afkoppelbeleidsplan Maasgouw van de gemeente Maasgouw

Afkoppelbeleidsplan Maasgouw

 

De raad van de gemeente Maasgouw;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Maasgouw d.d. 2 oktober 2014;

 

mede gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en voorts gelet op artikel 2.16 van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Afkoppelbeleidsplan Maasgouw van de gemeente Maasgouw

 

Hoofdstuk 2.1 Beleidskader hemelwater in Nederland en Europa wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

2.1 Beleidskader hemelwater in Nederland en Europa

 

Europees beleid - Kaderrichtlijn Water

 

Doel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is het beschermen en verbeteren van de ecologische toestand van oppervlaktewater, van de chemische kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, het duurzaam gebruik van water, het progressief reduceren van de emissies van prioritaire stoffen en het bijdragen aan het afzwakken van de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte.

 

Hoofddoel is het treffen van maatregelen die zijn gericht op het bereiken van de ‘goede toestand’ in de periode 2016-2021, uitlopend tot 2027. De goede toestand omvat een goede chemische en ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewater en een goede chemische waterkwaliteit en goede kwantitatieve toestand van grondwater.

 

Van Helder Naar Schoon: water in de beken moet er niet alleen helder uit zien, maar moet door verbeteringsmaatregelen schoon worden en blijven.

 

De maatregelen uit de KRW worden 'vertaald' in Nederlandse regels en beleid in de Waterwet en waterplannen. Afkoppelen wordt gezien als de meest doelmatige maatregel om de vuillast op oppervlaktewater terug te dringen.

 

Beleid Nationaal - Waterbeleid 21e eeuw

Het nationale beleid rondom het Waterbeheer in de 21ste eeuw (WB21, 2000) hanteert een stroomgebiedbenadering en heeft als doel het op orde brengen en houden van het regionale watersysteem. Dit met het oog op klimaatverandering, teneinde regionale wateroverlast en watertekort te beperken.

 

Beleid Nationaal - Nationaal Bestuursakkoord Water en Bestuursakkoord Water 2011

In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het nationale en regionale waterbeheer. Bij de actualisatie van het NBW in 2008 hebben partijen vastgelegd dat er normen voor regionale wateroverlast (en onderlast) worden ingevoerd.

 

In het Bestuursakkoord Water 2011 (BAW) zijn het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer overeen gekomen.

 

Het akkoord omvat zowel het watersysteem als de waterketen, waarbij partijen - vanuit de eigen verantwoordelijkheden - expertise en deskundigheid met elkaar delen. Het doel is om de kwaliteit van het beheer te vergroten tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.

 

Beleid Nationaal - nationaal Waterplan

De waterplannen van rijk en provincies geven het landelijke, respectievelijk regionale (strategische) waterbeleid weer. Voor het rijk is dit in het Nationaal Waterplan vastgelegd.

 

Het legt de hoofdlijnen vast van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid.

2.1 Beleidskader hemelwater in Nederland en Europa

 

Europees beleid - Kaderrichtlijn Water

 

Doel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is het beschermen en verbeteren van de ecologische toestand van oppervlaktewater, van de chemische kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, het duurzaam gebruik van water, het progressief reduceren van de emissies van prioritaire stoffen en het bijdragen aan het afzwakken van de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte.

 

Hoofddoel is het treffen van maatregelen die zijn gericht op het bereiken van de ‘goede toestand’ in de periode 2016-2021, uitlopend tot 2027. De goede toestand omvat een goede chemische en ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewater en een goede chemische waterkwaliteit en goede kwantitatieve toestand van grondwater.

 

Van Helder Naar Schoon: water in de beken moet er niet alleen helder uit zien, maar moet door verbeteringsmaatregelen schoon worden en blijven.

 

De maatregelen uit de KRW worden 'vertaald' in Nederlandse regels en beleid in de Omgevingswet en waterplannen. Afkoppelen wordt gezien als de meest doelmatige maatregel om de vuillast op oppervlaktewater terug te dringen.

 

Beleid Nationaal - Waterbeleid 21e eeuw

Het nationale beleid rondom het Waterbeheer in de 21ste eeuw (WB21, 2000) hanteert een stroomgebiedbenadering en heeft als doel het op orde brengen en houden van het regionale watersysteem. Dit met het oog op klimaatverandering, teneinde regionale wateroverlast en watertekort te beperken.

 

Beleid Nationaal - Nationaal Bestuursakkoord Water en Bestuursakkoord Water 2011

In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het nationale en regionale waterbeheer. Bij de actualisatie van het NBW in 2008 hebben partijen vastgelegd dat er normen voor regionale wateroverlast (en onderlast) worden ingevoerd.

 

In het Bestuursakkoord Water 2011 (BAW) zijn het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer overeen gekomen.

 

Het akkoord omvat zowel het watersysteem als de waterketen, waarbij partijen - vanuit de eigen verantwoordelijkheden - expertise en deskundigheid met elkaar delen. Het doel is om de kwaliteit van het beheer te vergroten tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.

 

Beleid Nationaal - nationaal Waterplan

De waterplannen van rijk en provincies geven het landelijke, respectievelijk regionale (strategische) waterbeleid weer. Voor het rijk is dit in het Nationaal Waterplan vastgelegd.

Het legt de hoofdlijnen vast van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke

 

Hoofdstuk 2.3 Beleidskader Gemeente wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

2.3 Beleidskader Gemeente

 

Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken (verkort: Wet gemeentelijke watertaken) in werking getreden. In deze wet heeft de gemeente drie zorgplichten gekregen. Dit zijn de inzameling en het transporteren van afvalwater, het inzamelen en de verwerking van overtollig hemelwater en het treffen van maatregelen bij structurele grondwateroverlast. De gemeente moet in het verbreed GRP opnemen hoe zij aan deze zorgplichten gaan voldoen. Gemeentelijke maatregelen kunnen bekostigd worden uit de nieuwe verbrede rioolheffing.

 

Een eerste uitgangspunt van de Wet gemeentelijke watertaken ten aanzien van hemelwater is het verwerken aan de bron. Met andere woorden: de perceeleigenaar moet het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken op eigen perceel. Een tweede uitgangspunt is dat hemelwater schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu te worden teruggebracht. In 2009 is deze wet opgegaan in de Waterwet.

2.3 Beleidskader Gemeente

 

Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken (verkort: Wet gemeentelijke watertaken) in werking getreden. In deze wet heeft de gemeente drie zorgplichten gekregen. Dit zijn de inzameling en het transporteren van afvalwater, het inzamelen en de verwerking van overtollig hemelwater en het treffen van maatregelen bij structurele grondwateroverlast. De gemeente moet in het verbreed GRP opnemen hoe zij aan deze zorgplichten gaan voldoen. Gemeentelijke maatregelen kunnen bekostigd worden uit de nieuwe verbrede rioolheffing.

 

Een eerste uitgangspunt van de Wet gemeentelijke watertaken ten aanzien van hemelwater is het verwerken aan de bron. Met andere woorden: de perceeleigenaar moet het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken op eigen perceel. Een tweede uitgangspunt is dat hemelwater schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu te worden teruggebracht. In 2009 is deze wet opgegaan in de Waterwet. De waterwet zal volledig opgaan in de omgevingswet, bij inwerkingtreding van de omgevingswet. 

 

Hoofdstuk 3.2 Wanneer afkoppelen wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

3.2 Wanneer afkoppelen

 

3.2.1Doelmatigheid

Afkoppelen wordt in principe altijd gedaan mits dit doelmatig is. De term “doelmatig” houdt in dat alleen afgekoppeld wordt in situaties waar een hoog rendement is te behalen. Met andere woorden; voldoende m2 verharding tegen acceptabele kosten.

 

De aanleiding om af te koppelen is te verdelen in enkele categorieën. De aanleiding van het afkoppelen geeft ook direct een relatie tussen noodzaak en urgentie weer:

 

  • 1.

    Noodzaak: Opheffen of verminderen wateroverlast

  • 2.

    Noodzaak: voldoen aan emissienormen op oppervlaktewater

Kansen om af te koppelen:

  • 3.

    Werk met werk maken bij reconstructiewerkzaamheden

  • 4.

    Lokale kansen benutten, waarbij tegen relatief lage kosten grote verhardingsoppervlakken kunnen worden afgekoppeld

Daarnaast is het vanuit wetgeving in een aantal situaties verplicht om af te koppelen. Dit is het geval bij nieuwbouwplannen en uitbreidingsplannen. In bestemmingsplannen wordt vastgelegd dat voldoende regenwater in het plangebied wordt vastgehouden. De provincie raadt dan ook aan om circa 10 % van het plangebied te reserveren voor waterberging.

3.2 Wanneer afkoppelen

 

3.2.1Doelmatigheid

Afkoppelen wordt in principe altijd gedaan mits dit doelmatig is. De term “doelmatig” houdt in dat alleen afgekoppeld wordt in situaties waar een hoog rendement is te behalen. Met andere woorden; voldoende m2 verharding tegen acceptabele kosten.

 

De aanleiding om af te koppelen is te verdelen in enkele categorieën. De aanleiding van het afkoppelen geeft ook direct een relatie tussen noodzaak en urgentie weer:

 

  • 1.

    Noodzaak: Opheffen of verminderen wateroverlast

  • 2.

    Noodzaak: voldoen aan emissienormen op oppervlaktewater

Kansen om af te koppelen:

  • 3.

    Werk met werk maken bij reconstructiewerkzaamheden

  • 4.

    Lokale kansen benutten, waarbij tegen relatief lage kosten grote verhardingsoppervlakken kunnen worden afgekoppeld

Daarnaast is het vanuit wetgeving in een aantal situaties verplicht om af te koppelen. Dit is het geval bij nieuwbouwplannen en uitbreidingsplannen. In het omgevingsplan wordt vastgelegd dat voldoende regenwater in het plangebied wordt vastgehouden. De provincie raadt dan ook aan om circa 10 % van het plangebied te reserveren voor waterberging.

 

Hoofdstuk 3.6 Aandachtspunten bij afkoppelen

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

3.6.1 Voorkomen van overlast bij gebouwen

 

Aandachtspunten zijn:

 

  • Stuur het water van de gevel af.

    Dit kan door middel van een ‘afkoppelsteen’ of bochtstuk

  • Water sturen tot afkoppelvoorziening (voorkeursvolgorde bovengronds-ondergronds)

    Bij voorkeur met een molgoot, anders lijngoot, anders met leidingen

  • Verbeteren ont-/ beluchtingsituatie

    Ontluchting van het rioolstelsel gebeurt in Nederland via de woningen: middels de vuilwater-standleiding (tot boven het dak) en via de regenpijpen. Afkoppelen van regenpijpen verminderd de ontluchtingsmogelijkheden van het riool. Bij de woning dient bekeken te worden of de vuilwater-standleiding tot boven het dak komt.

     

    Dit is een wettelijke verplichting voor de woningeigenaar die ook is vastgelegd in het bouwbesluit. In reconstructies en bij bouwplannen is de ont- en beluchting vaak een onderbelicht aspect. Bij bouwtoezicht en bij rioolwerkzaamheden zal hier in de toekomst strenger op gehandhaafd moeten worden

3.6.2 Voorkomen foutieve rioolaansluitingen

  • Voorkomen vuilwater op regenwaterriolering (met als gevolg mogelijke verontreiniging in de bodem of oppervlaktewater)

  • Voorkomen regenwater op vuilwaterriolering (met als gevolg een verhoogde kans op water op straat)

In Maasgouw komen situaties voor waarbij vuilwater-afvoerleidingen zijn aangesloten op de hemelwaterafvoer (zie foto). Dit is conform het bouwbesluit niet toegestaan. In geval van afkoppelen is een dergelijke situatie zeer lastig, omdat afvalwater in een infiltratievoorziening kan komen. Als deze situatie zich voordoet bij een rioolreconstructie dient de eigenaar het afvalwater aan te sluiten op zijn vuilwaterafvoer.

 

Om foutieve aansluitingen, en daarmee de gevolgen ervan, te voorkomen is er behoefte aan strenger toezicht en handhaving.

3.6.1 Voorkomen van overlast bij gebouwen

 

Aandachtspunten zijn:

 

  • Stuur het water van de gevel af.

    Dit kan door middel van een ‘afkoppelsteen’ of bochtstuk

  • Water sturen tot afkoppelvoorziening (voorkeursvolgorde bovengronds-ondergronds)

    Bij voorkeur met een molgoot, anders lijngoot, anders met leidingen

  • Verbeteren ont-/ beluchtingsituatie

    Ontluchting van het rioolstelsel gebeurt in Nederland via de woningen: middels de vuilwater-standleiding (tot boven het dak) en via de regenpijpen. Afkoppelen van regenpijpen verminderd de ontluchtingsmogelijkheden van het riool. Bij de woning dient bekeken te worden of de vuilwater-standleiding tot boven het dak komt.

     

    Dit is een wettelijke verplichting voor de woningeigenaar die ook is vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). In reconstructies en bij bouwplannen is de ont- en beluchting vaak een onderbelicht aspect. Bij bouwtoezicht en bij rioolwerkzaamheden zal hier in de toekomst strenger op gehandhaafd moeten worden

3.6.2 Voorkomen foutieve rioolaansluitingen

  • Voorkomen vuilwater op regenwaterriolering (met als gevolg

    mogelijke verontreiniging in de bodem of oppervlaktewater)

  • Voorkomen regenwater op vuilwaterriolering (met als gevolg een verhoogde kans op water op straat)

In Maasgouw komen situaties voor waarbij vuilwater-afvoerleidingen zijn aangesloten op de hemelwaterafvoer (zie foto). Dit is conform het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) niet toegestaan. In geval van afkoppelen is een dergelijke situatie zeer lastig, omdat afvalwater in een infiltratievoorziening kan komen. Als deze situatie zich voordoet bij een rioolreconstructie dient de eigenaar het afvalwater aan te sluiten op zijn vuilwaterafvoer.

 

Om foutieve aansluitingen, en daarmee de gevolgen ervan, te voorkomen is er behoefte aan strenger toezicht en handhaving.

 

1. Citeertitel

Dit beleidsplan wordt aangehaald als “Wijziging Afkoppelbeleidsplan Maasgouw”.

 

2. Inwerkingtreding

Dit gewijzigde beleidsplan treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw van 20 december 2022.

Naar boven