Verordening Parkeerbelastingen 2024 inclusief tarieventabel

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 225, 234 en 235 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2024;

 

De raad van de gemeente Harlingen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2023;

 

Besluit

  • 1.

    De Verordening Parkeerbelastingen 2024 inclusief tarieventabel vast te stellen;

  • 2.

    Het van de gemeentelijke kosten ter zake van een naheffingsaanslag voor 2024 vast te stellen op € 76,70;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Harlingen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

  • b.

    deelauto: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;

  • d.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990; met uitzondering van woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen, tractor, landbouwvoertuig of ander voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • g.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven, indien sprake is van:

  • a.

    als zodanig herkenbare motorvoertuigen van de gemeente Harlingen;

  • b.

    als zodanig herkenbare motorvoertuigen van onderstaande hulpdiensten / instanties:

    • Ambulance;

    • Politie;

    • Brandweer;

    • Defensie;

    • Douane;

    • Marechaussee;

    • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

  • c.

    parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart. Hierbij dient de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig te zijn geplaatst. Daarnaast moet daarbij met behulp van een parkeerschijf de starttijd van het parkeren aangegeven worden in verband met de maximale parkeerduur op een gehandicaptenparkeerplaats;

  • d.

    de volgende nationale feestdagen (met uitzondering van de Waddenpromenade):

    • Nieuwjaarsdag: maandag 1 januari 2024;

    • Goede vrijdag: vrijdag 29 maart 2024;

    • Pasen: maandag 1 april 2024;

    • Koningsdag: zaterdag 27 april 2024;

    • Bevrijdingsdag: zondag 5 mei 2024;

    • Hemelvaartsdag: donderdag 9 mei 2024;

    • Pinksteren: maandag 20 mei 2024;

    • Kerstmis: woensdag 25 december 2024 en donderdag 26 december 2024.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 3.

    Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren;

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer;

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 11 Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 76,70;

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen, indien het verwijderden geschiedt:

    • a.

      tussen 08.00 – 18.00 uur: maandag t/m vrijdag € 45,00;

    • b.

      overig op werkdagen, weekend en feestdagen € 60,00.

  • 3.

    De kosten voor overbrengen en bewaring worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de vigerende Wegsleepverordening behorende tarieventabel.

  • 4.

    Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Parkeerbelastingen 2023' wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking één dag na die van bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024;

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Parkeerbelastingen 2024’.

Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 29 november 2023

, de voorzitter

, de raadsgriffier

Tarieventabel

 

Behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2024

 

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, lid a, bedraagt:

a

 

in gebied A, Waddenpromenade

1e 30 minuten

€ 0,55

Na 30 minuten, per uur

€ 2,50

Maximum dagtarief

€ 25,00

b

in gebied B, Voorstraat

1e uur

€ 1,10

Na 1 uur, per uur

€ 2,00

Maximum dagtarief

€ 15,00

c

in gebied C, Binnenstad

1e vier uur, per uur

€ 1,10

Na 4 uur, per uur

€ 2,00

Maximum dagtarief

€ 15,00

d

in gebied D, Schil dagparkeren

(Spoorstraat, Station, Nieuwe Vissershaven en Willemshaven)

1e acht uur, per uur

€ 0,35

Na 8 uur, per uur

€ 2,50

Maximum dagtarief

€ 10,00

e

In gebied E, Camperparkeerplaatsen

(Nieuwe Vissershaven)

24 uur

€ 12,50

f

In gebied F, Pleintje Noorderhaven

1e vier uur, per uur

€ 1,10

Na vier uur, per uur

€ 2,00

Maximum dagtarief

€ 15,00

g

In gebied G, Vignetgebied

1e acht uur, per uur

€ 0,25

Na acht uur, per uur

€ 2,50

Maximum dagtarief

€ 7,50

 

  • 2.

    Het tarief voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats als bedoeld in artikel 2, lid b, bedraagt op basis van:

a.

 

een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening 2024:

 

I.

gebied B en C, Voorstraat en Binnenstad

Voor de eerste bewonersvergunning per adres

kalenderjaar

€ 28,90

Voor de tweede bewonersvergunning per adres

kalenderjaar

€ 58,90

Voor volgende bewonersvergunning(en) per adres

kalenderjaar

€ 88,90

II.

gebied G, Vignetgebied

kalenderjaar

€ 2,90

III.

gebied H, Vijverbuurt

kalenderjaar

€ 28,90

Voor de eerste bewonersvergunning per adres

kalenderjaar

€ 28,90

Voor de tweede bewonersvergunning per adres

kalenderjaar

€ 58,90

Voor volgende bewonersvergunning(en) per adres

kalenderjaar

€ 88,90

 

b.

een bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Parkeerverordening 2024:

 

Gebied B, C en H, Voorstraat, Binnenstad en Vijverbuurt

dag

€ 6,00

week

€ 23,00

maand

€ 52,00

Voor de eerste bedrijfsvergunning per bedrijf digitaal

maand

€ 14,40

kalenderjaar

€ 173,30

Voor de eerste bedrijfsvergunning per bedrijf analoog

maand

€ 19,30

kalenderjaar

€ 231,00

Voor de volgende bedrijfsvergunning(en) per bedrijf digitaal

maand

€ 36,10

kalenderjaar

€ 433,10

Voor de volgende bedrijfsvergunning(en) per bedrijf analoog

maand

€ 40,90

kalenderjaar

€ 490,90

 

c.

 

een bezoekersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening 2024:

 

I.

Bezoekersvergunning Binnenstad

kalenderjaar

€ 21,00

Bezoekerskaart Binnenstad analoog

(alleen in uitzonderlijke gevallen na collegebesluit)

Per stuk / dag

€ 2,90

II.

Bezoekersvergunning Vignetgebied

kalenderjaar

€ 2,10

Bezoekerskaart Vignetgebied analoog

(alleen in uitzonderlijke gevallen na collegebesluit)

Per stuk / dag

€ 0,80

 

d.

 

een dienstenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de Parkeerverordening 2024:

 

digitaal

maand

€ 9,60

digitaal

kalenderjaar

€ 115,50

analoog

maand

€ 14,40

analoog

kalenderjaar

€ 173,30

 

e.

 

een werknemersvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de Parkeerverordening 2024:

 

I.

Werknemers Binnenstad

kalenderjaar

€ 34,70

II.

Werknemers Vignet

kalenderjaar

€ 34,70

 

f.

 

een stallingsbedrijvenvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel f, van de Parkeerverordening 2024:

 

kalenderjaar

€ 86,60

 

g.

 

Een short-stay vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel h van de Parkeerverordening 2024:

 

in gebied D, Schil dagparkeren

kalenderjaar

€138,60

 

h.

 

Een mantelzorgvergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel i van de Parkeerverordening 2024:

 

I.

gebied B en C, Voorstraat en Binnenstad

kalenderjaar

€ 28,90

II.

gebied G, Vignetgebied

kalenderjaar

€ 2,90

 

i.

 

Een deelautovergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel j van de Parkeerverordening 2024:

 

kalenderjaar

€ 28,90

Naar boven