Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Eemsdelta 2022

De raad van de gemeente Eemsdelta,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT

Artikel I

de 2e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Eemsdelta 2022 als volgt vast te stellen:

A.

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

2. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B.

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C.

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D.

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E.

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F.

Artikel 2.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:2 Verblijfsontzeggingen

1. Het is degene aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde is bekendgemaakt, verboden zich te bevinden op of aan de in de bekendmaking aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarin genoemd (verblijfsontzegging).

2. Een ieder aan wie een verblijfsontzegging is opgelegd, is verplicht, op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van de politie, zich te verwijderen van de gebieden als vermeld in de verblijfsontzegging.

3. De burgemeester beperkt de in het eerste lid genoemde verbod, indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is.

4. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod.

5. Het in het eerste lid gestelde is niet van toepassing op personen, die op de aangewezen plaatsen:

a. zich bevinden in een middel van openbaar vervoer;

b. aldaar werkzaam zijn dan wel aldaar staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling;

c. volgens de bevolkingsadministratie aldaar woonachtig zijn.

G.

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid vervalt en de leden 7, 8 en 9 worden vernummerd tot 6, 7 en 8.

2. Het zevende lid (nieuwe nummering) komt te luiden:

7. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

H.

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

2. Het derde lid (nieuwe nummering) komt te luiden:

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

I.

Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

 

1. Het tweede lid, sub d vervalt en sub e wordt vernummerd tot sub d.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

J.

Artikel 2:14, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

K.

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

L.

Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

M.

1. Artikel 2:29, vijfde lid, komt te luiden:

5. Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

2. Artikel 2:29, zesde lid vervalt en lid 7 wordt vernummerd tot lid 6.

N.

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

O.

Artikel 2:57 komt te luiden:

Artikel 2:57 Loslopende honden

1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

a. binnen de bebouwde kom op een openbare plaats als de hond niet is aangelijnd;

b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

c. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingericht sportveld, strand of begraafplaats of op een andere door het college aangewezen plaats als de hond niet is aangelijnd;

d. op een openbare plaats als die hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a en c niet geldt.

3. Het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

P.

Artikel 2:58, vierde lid, komt te luiden:

4. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste en tweede lid niet geldt.

Q.

Artikel 2:63, derde lid, komt te luiden:

1. Het derde lid wordt vernummerd tot het vierde lid.

2. Het derde lid (nieuwe nummering) komt te luiden:

3. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de provinciale omgevingsverordening.

R.

Artikel 2:64, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

S.

In artikel 2:71 komt de definitie van Consumentenvuurwerk als volgt te luiden:

Consumentenvuurwerk: vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

T.

Het volgende artikel 2:80 wordt ingevoegd:

Artikel 2:80 Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

1. De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

2. Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot de sluiting als omschreven in het eerste lid tevens bekend gemaakt door het aanbrengen van een afschrift van dat bevel op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf, het perceel of perceelsgedeelte.

3. Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden. De burgemeester kan zich ter beoordeling hiervan laten adviseren door de politie en/of een andere deskundig te achten instantie of persoon.

4. Het is een ieder verboden om, nadat de sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf te betreden.

U.

Artikel 3:7, eerste lid, onder vernummering van de tweede subs a en b tot i en j, komt j (nieuwe nummering) te luiden:

j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

V.

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

W.

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

X.

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

Y.

Artikel 4:5b, vijfde lid, komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

Z.

Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

AA.

Artikel 4:10 wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste lid, sub a vervalt en de subs b tot en met k worden vernummerd tot a tot en met j.

AB.

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AC.

Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

AD.

Artikel 4:17 komt te luiden:

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

AE.

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

AF.

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

AG.

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

AH.

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AI.

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AJ.

Artikel 5:24, vijfde lid, komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

AK.

Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

AL.

Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

 

AM.

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

AN.

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

AO.

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

Artikel II

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen W en X van artikel I in werking op 31 december 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2023

De raad van de gemeente Eemsdelta

B. Visser

Voorzitter

T.G.C. Kramer-Klein

Griffier

Naar boven