Nadere regels deelmobiliteit

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de concerndirecteur Stadsontwikkeling d.d. 21 november 2023, kenmerk M2311-2273

 

gelet op artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012;

 

overwegende, dat op grond van artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 vergunning kan worden verleend voor het bedrijfsmatig aanbieden van voertuigen voor gebruik door derden op openbare plaatsen en het wenselijk is hiervoor nadere regels vast te stellen;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    deelmobiliteit: bedrijfsmatig plaatsen van voertuigen voor gebruik door derden op de weg in een servicegebied;

  • -

    deelvoertuig: voertuig, dat voor bepaalde duur en tegen betaling wordt aangeboden door een commerciële aanbieder in een servicegebied;

  • -

    bakfiets: motorrijtuig op twee of drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 25 kilometer per uur, uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW met een bak;

  • -

    e-bike: fiets met trapondersteuning voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 kilometer per uur bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen, met uitzondering van een bakfiets en e-step;

  • -

    e-scooter: elektrische brom- of snorfiets, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 kilometer per uur voor een elektrische bromfiets respectievelijk 25 kilometer per uur voor een elektrische snorfiets, uitgerust met een elektromotor;

  • -

    e-step: elektrische step met een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur die op grond van artikel 20b van de Wegenverkeerswet 1994 door de Minister is aangewezen als bijzondere bromfiets en een elektrische step met trapondersteuning;

  • -

    fiets: vervoermiddel met twee wielen dat met spierkracht via pedalen wordt aangedreven, met uitzondering van een bakfiets en step;

  • -

    interoperabiliteit: set aan standaarden en afspraken, gericht op wederzijdse openstelling van dienstverlening ten behoeve van Mobility as a Service (MaaS);

  • -

    MaaS: aanbod van verschillende soorten mobiliteitsdiensten, waarbij op maat gemaakte reismogelijkheden via een digitaal platform met real-time informatie aan gebruikers worden aangeboden, door gebruikers worden geboekt, betaald en transacties worden afgehandeld;

  • -

    servicegebied: gebied waarin een deelvoertuig gehuurd en ingeleverd kan worden;

  • -

    vergunning: vergunning zoals bedoeld in artikel 5.12a van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012;

  • -

    voertuigenplafond: maximum aantal deelvoertuigen per deelvoertuigcategorie waarvoor vergunning wordt verleend.

Artikel 2 Voertuigenplafond

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke deelvoertuigcategorieën in aanmerking komen voor een vergunning en wordt per deelvoertuigcategorie het voertuigenplafond vastgesteld:

Deelvoertuigcategorie

Voertuigenplafond

  • a.

    fiets/e-bike

3000

  • b.

    e-scooter

3000

  • c.

    bakfiets

750

Artikel 3 Bekendmaking openstellen tijdvak

  • 1.

    Het college stelt per deelvoertuigcategorie een tijdvak open waarbinnen vergunningaanvragen kunnen worden ingediend en geeft daarbij aan voor hoeveel deelvoertuigen een vergunning kan worden aangevraagd. Dit wordt bekendgemaakt in het gemeenteblad.

  • 2.

    De termijn tussen bekendmaking van het openstellen van een tijdvak en de aanvang van het tijdvak, bedraagt minimaal twee weken.

Artikel 4 Indieningsvereisten vergunningaanvraag

  • 1.

    Voor een vergunningaanvraag gelden de volgende indieningsvereisten:

    • a.

      de aanvraag wordt schriftelijk of langs elektronische weg ingediend via het in bijlage 1 opgenomen aanvraagformulier;

    • b.

      het aanvraagformulier is volledig ingevuld en is in ieder geval voorzien van de in het aanvraagformulier genoemde bijlagen;

    • c.

      de aanvraag is ingediend binnen het door het college opengestelde tijdvak;

    • d.

      de aanvraag is ingediend voor een deelvoertuigcategorie waarvoor een tijdvak is opengesteld;

    • e.

      de aanvraag mag het maximaal te vergunnen aantal deelvoertuigen voor een opengesteld tijdvak niet overschrijden.

  • 2.

    Indien de aanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager een termijn van tien werkdagen verleend om de aanvraag aan te vullen. De termijn gaat in op de eerste werkdag na verzending van het verzoek om aanvulling.

Artikel 5 Verdelingsprocedure vergunningen

  • 1.

    Aanvragen voor vergunningen worden verdeeld op grond van een vergelijkende toets.

  • 2.

    Het college beoordeelt uitsluitend aanvragen die voldoen aan de indieningsvereisten genoemd in artikel 4 en waarop geen weigeringsgrond als genoemd in de artikelen 1:6, 1:8 en 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 van toepassing is.

  • 3.

    Bij de vergelijkende toets worden aan de aanvragen punten toegekend op basis van de in bijlage 2 opgenomen toetsingscriteria en de daaraan gekoppelde wegingsfactoren.

  • 4.

    Het college rangschikt de aanvragen op volgorde van het aantal behaalde punten waarbij de aanvraag met het hoogste aantal punten de hoogste plaats in de rangschikking krijgt.

  • 5.

    De verdeling van vergunningen vindt plaats op basis van de rangschikking waarbij het maximaal aantal te vergunnen deelvoertuigen zoals bekendgemaakt op grond van artikel 2 niet wordt overschreden.

  • 6.

    Indien het maximaal aantal te vergunnen deelvoertuigen niet wordt bereikt, wordt de daaropvolgende partij volgens de rangschikking van de vergelijkende toets in de gelegenheid gesteld om een vergunning te krijgen voor het overgebleven aantal deelvoertuigen. Als deze partij daarvan afziet, wordt deze werkwijze herhaald. Indien geen opvolgende partij accepteert, wordt de overgebleven ruimte niet toegekend. Het college kan voor het overgebleven aantal deelvoertuigen een nieuw tijdvak openstellen.

  • 7.

    Indien aan aanvragers een gelijk aantal punten is toegekend en gelet op het maximaal aantal te vergunnen deelvoertuigen niet aan elk van die aanvragers het volledige aantal aangevraagde deelvoertuigen kan worden verleend, wordt met een loting door een notaris bepaald aan welke aanvrager de vergunning wordt verleend. De andere partij wordt in de gelegenheid gesteld om het aangevraagde aantal deelvoertuigen aan te passen aan het resterend beschikbare aantal deelvoertuigen.

Artikel 6 Tijdelijke ophoging vergunning

Het college kan in gebieden waar een vermindering van vervoersmogelijkheden optreedt tijdelijk afwijken van het voertuigenplafond en aan aanbieders die beschikken over een vergunning toestaan dat er tijdelijk meer deelvoertuigen worden geëxploiteerd voor een periode van ten hoogste twaalf maanden en per aanbieder voor ten hoogste twintig procent van het totaal aantal aan hen vergunde deelvoertuigen binnen de voertuigcategorie.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels deelmobiliteit.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 november 2023.

De secretaris,

De burgemeester,

Bijlage 1: Aanvraagformulier

 

* = verplicht veld

 

 

 

Uw gegevens

 

Nummer KvK / Ondernemingsnummer: *

 

Naam organisatie: *

 

Voorletter(s): * 

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Postadres: *

Postcode

 

 

 

Huisnummer

 

 

 

Plaats

 

 

 

Straatnaam

 

 

Vestigingsnummer: *

 

Rechtsvorm: *

 

 

 

Aanvullende gegevens

 

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

Herhaal e-mailadres: *

 

 

 

Aanvraaginformatie

 

Bent u directeur of Vennoot? *

o Ja

o Nee

Indien nee, graag machtiging als bijlage toevoegen waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid namens de onderneming blijkt.

 

Welke type deelvoertuig wilt u exploiteren?*

o (Elektrische) fietsen

o Elektrische scooters

o Bakfietsen

Hoeveel deelvoertuigen wilt u exploiteren?*

 

Gaat het om voertuigen die voorzien zijn van een verbrandingsmotor?*

o Ja

o Nee

Voldoen de voertuigen aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde eisen?*

o Ja

o Nee

 

 

Contactpersonen

 

Geef minstens twee contactpersonen aan waarvan minimaal een directeur of vennoot.

 

 

Directeur en/of vennoot

 

Voorletter(s): * 

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

 

 

Contactpersoon

 

Voorletter(s): * 

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

 

 

Wilt u extra contactpersonenopgeven?

- Kies een waarde -

 

 

Aansprakelijkheidsverzekering

 

Voor de exploitatie heeft u een aansprakelijkheidsverzekering nodig die zowel materiële schade als letselschade dekt die voortvloeit uit de exploitatie. U bent in staat om uiterlijk twee weken voor aanvang exploitatie een afschrift van het polisblad aan het college te verstrekken.

Heeft u op dit moment een aansprakelijkheidsverzekering? *

o Ja

o Nee

 

 

Exploitatieplan

 

U dient te beschikken over een exploitatieplan waarin de volgende onderdelen goed onderbouwd worden beschreven:

  • een algemene omschrijving van de deelvervoerdienst en de te gebruiken voertuigen;

  • klachten;

  • onderhoud;

  • overlast;

  • traceerbaarheid;

  • interoperabiliteit en samenwerking met andere mobiliteitsaanbieders en MaaS;

  • data en persoonsgegevens;

  • aansluiting op ambities van Rotterdam;

  • marketing en aanbod.

 

Het exploitatieplan wordt beoordeeld op grond van de toetsingscriteria vergunningsaanvragen artikel 5.12a APV zoals opgenomen als bijlage 2 van de Nadere regels deelmobiliteit.

Heeft u een exploitatieplan *

o Ja

o Nee

□ Ik verklaar dat bovenstaande gegevens juist zijn en naar waarheid zijn ingevuld.*

 

 

 

Benodigde bijlagen

 

Voeg hieronder de volgende bijlagen toe:

 

Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan drie maanden;

 

Indien van toepassing een machtiging waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de aanvrager blijkt;

 

De statuten van de onderneming;

 

Privacyverklaring in de Nederlandse taal;

 

Een uittreksel van voorgenomen verwerkingen in het register van de Algemene verordening Gegevensverwerking;

 

Indien van toepassing: een kopie van de verwerkersovereenkomst;

 

Indien van toepassing het polisblad van uw aansprakelijkheidsverzekering;

Bijlage 2: Toetsingscriteria vergunningsaanvragen 5:12a APV

 

Tabel 1

Beschrijving puntenaantal

Aantal punten

Definitie

Beschrijving

0

Niet genoemd

De aanvrager geeft geen beschrijving hoe voldaan wordt aan het toetsingscriterium.

1

Onvoldoende

De aanvrager geeft een beschrijving hoe voldaan wordt aan het toetsingscriterium, de beschrijving voldoet niet aan de gevraagde kwaliteit.

2

Voldoende

De aanvrager geeft een beschrijving hoe voldaan wordt aan het toetsingscriterium die voldoet aan de gevraagde kwaliteit.

3

Goed

De aanvrager geeft een beschrijving hoe voldaan wordt aan het toetsingscriterium die meer dan voldoende voldoet aan de gevraagde kwaliteit.

 

Tabel 2

Toetsingscriteria en wegingsfactor per toetsingscriterium

 

Klachtenparagraaf

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

Klachten van derden (niet-gebruikers) en gebruikers kunnen zowel telefonisch (maandag tot en met vrijdag tussen 9 en 17 uur (nationale feestdagen uitgezonderd)) als per e-mail (7 dagen in de week) bij de aanvrager worden ingediend in de Nederlandse taal.

3

b.

Klachten van derden (niet-gebruikers) en gebruikers kunnen zowel telefonisch (maandag tot en met vrijdag tussen 9 en 17 uur (nationale feestdagen uitgezonderd)) als per e-mail (7 dagen in de week) bij de aanvrager worden ingediend in de Engelse taal.

1

c.

De aanvrager beschrijft de wijze waarop binnenkomende klachten en de afhandeling daarvan worden geregistreerd, waarin het aantal klachten (anoniem) wordt weergegeven per type klacht. De aanvrager rapporteert in de periodieke rapportage aan de gemeente per type klacht het aantal klachten (anoniem), inclusief afhandelingstijd en de wijze waarop de klacht feitelijk op straat is afgehandeld.

3

d.

De aanvrager overlegt een onderbouwing waarmee wordt aangetoond dat klachten of meldingen van de gemeente binnen 24 uur feitelijk op straat worden afgehandeld (ook in weekenden en feestdagen). De afhandeling wordt teruggekoppeld aan de indiener.

3

 

Onderhoudsparagraaf

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager zorgt ervoor dat deelvoertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die via de Wegenverkeerswet aan voertuigen zijn gesteld of anderszins defect of onbruikbaar zijn (waaronder in ieder geval defecten worden begrepen die een comfortabel en veilig gebruik in de weg staan en defecten aan het GPS tracking systeem), binnen 24 uur nadat de aanvrager redelijkerwijs bekend kon zijn met het defect of de onbruikbaarheid van straat worden gehaald of ter plaatse gerepareerd (zonder hinder of overlast ter plaatse). De aanvrager informeert de gemeente in de periodieke rapportage de termijn waarbinnen de voertuigen zijn gerepareerd dan wel van straat zijn gehaald.

3

b.

De aanvrager controleert de deelvoertuigen preventief op gebreken, en geeft aan op welke gebreken en hoe vaak deelvoertuigen preventief worden gecontroleerd, en hoe – indien van toepassing - deze voertuigen van straat worden gehaald voor de controles.

3

c.

De aanvrager gebruikt alleen emissievrije voertuigen om deelvoertuigen van straat te halen en controles/reparaties ter plaatse uit te voeren of voert deze handelingen uit zonder dat hierbij emissie plaatsvindt. Hierbij gaat het om werkzaamheden zoals het verwijderen van voertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die bij of krachtens de Wegenverkeerswet aan voertuigen zijn gesteld of anderszins defect of onbruikbaar zijn, het herverdelen van voertuigen bij ophoping, of het verwisselen van accu’s.

3

d.

Indien het voertuig een accu heeft, heeft de aanvrager een automatisch systeem waarmee de bestuurder van het deelvoertuig te allen tijde kan zien wat de status van de accu is.

1

e.

Indien het voertuig een accu heeft, beschrijft de aanvrager hoe accu’s veilig en duurzaam worden opgeladen.

1

f.

Indien het voertuig een accu heeft, voorkomt de aanvrager dat voertuigen met (bijna) lege accu’s op straat staan en heeft bij de aanvraag beschreven hoe hij dat doet. Onder bijna lege accu’s wordt verstaan accu’s met minder dan 10% accu capaciteit.

1

g.

De aanvrager heeft een automatisch systeem waarmee hij op afstand kan zien of er een defect is en om welk defect het gaat.

1

h.

De aanvrager beschrijft hoe voertuigen bestand zijn tegen grof gebruik, vandalisme en diefstal.

1

 

Overlastparagraaf

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager neemt maatregelen om deelvoertuigen te herverdelen wanneer deelvoertuigen te veel clusteren op een locatie en daardoor overlast veroorzaken, en heeft deze maatregelen beschreven in de aanvraag. Bij het bepalen of deelvoertuigen te veel clusteren worden in ieder geval de klachten die hierover zijn binnengekomen bij de gemeente of de aanvrager meegenomen.

3

b.

De aanvrager neemt maatregelen om de deelvoertuigen te herverdelen wanneer deelvoertuigen langer dan vier dagen stil hebben gestaan, en heeft deze maatregelen beschreven in de aanvraag. Voor deelfietsen geldt dat de aanvrager maatregelen neemt wanneer deelfietsen langer dan zeven dagen stil hebben gestaan.

2

c.

De aanvrager beschrijft de wijze waarop eindgebruikers in de Nederlandse taal worden geïnstrueerd om te voorkomen dat de voertuigen negatieve externe effecten hebben op de openbare ruimte en de verkeersveiligheid. Het gaat hierbij onder meer over het communiceren over:

  • -

    De gebruiksaanwijzing

  • -

    De juiste manier van het stallen/parkeren van de deelfietsen en e-scooters

  • -

    Verkeersregels zoals het dragen van een helm, correct gedrag in het verkeer en de juiste plaats op de weg als weggebruiker.

3

d.

De aanvrager beschrijft de wijze waarop de aanvrager de eindgebruikers via (indirecte) beloning en straffuncties vanuit de app het parkeer -en stalgedrag op een positieve manier weet te beïnvloeden om te voorkomen dat de voertuigen negatieve externe effecten hebben op de openbare ruimte en voor kwetsbare doelgroepen (bijv. blinden en slechtzienden; ouderen; ouders met kinderwagens).

2

 

Traceerbaarheid

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager gebruikt een techniek waarmee het deelvoertuig voor hem in real time met de nauwkeurigheid van maximaal 10 meter traceerbaar is indien deze geparkeerd of uitgelogd is en heeft deze techniek in de aanvraag beschreven.

1

b.

De aanvrager gebruikt een techniek waarmee het deelvoertuig voor hem real time met de nauwkeurigheid van tussen de 10 en 30 meter traceerbaar is indien deze geparkeerd of uitgelogd is en heeft deze techniek in de aanvraag beschreven.

2

 

Interoperabiliteit, samenwerking met andere mobiliteitsaanbieders en MaaS

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager heeft in zijn aanvraag beschreven op welke wijze hij het concept MaaS (Mobility as a Service) op dit moment faciliteert.

3

b.

De aanvrager beschrijft zijn visie en intentie op de samenwerking met bestaande en toekomstige MaaS-platforms en andere dataplatform aanbieders. Hierbij dient eigenaarschap, techniek en data uitwisseling te worden toegelicht.

2

c.

Aanbieder is bereid samen te werken met andere mobiliteitsaanbieders. Aanbieder levert concrete voorbeelden van contact of projecten aan waarmee samenwerking wordt gezocht binnen het mobiliteitsecosysteem.

2

 

Data en persoonsgegevens

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager heeft een privacyverklaring zowel in het Nederlands als Engels

1

b.

De aanvrager beschrijft hoe met data wordt omgegaan op het gebied van transparantie, privacy, verantwoording, eigendom, beheersbaarheid en ethiek

1

c.

De aanvrager geeft de gemeente toestemming om te allen tijde een audit te doen naar de mate waarin de verwerking van data en persoonsgegevens in overeenstemming is met de op dit punt geldende wet- en regelgeving.

1

d.

De aanvrager is bereid de gebruikers van de deelvoertuigen toestemming te vragen om hun gegevens in geanonimiseerde vorm aan de gemeente te verstrekken ten behoeve van monitorings- en evaluatiedoeleinden.

1

 

Aansluiting op ambities van Rotterdam

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager licht toe hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid bijvoorbeeld door circulair te werk te gaan, een emissievrije of klimaat neutrale organisatie, productie, gebruik, transport en afdanking te hebben.

2

b.

De aanvrager licht toe hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam op het gebied van bereikbaarheid in een stad die groeit en verdicht.

2

c.

De aanvrager licht toe hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam om deelvervoer breder toegankelijk te maken (bijvoorbeeld door het aanbieden van speciale tarieven, het garanderen van aanbod in gebieden waar voertuigbezit lager is of waar minder OV aanwezig is).

2

 

Marketing en aanbod

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

a.

De aanvrager geeft aan welke stimuleringsmaatregelen worden genomen om duurzamere verplaatsingen te maken, bijvoorbeeld door het vervangen van autoritten en/of autobezit en te voorkomen dat ritten verplaatsingen te voet, met de fiets of het OV vervangen. Hierbij wordt in ieder geval ingegaan op:

  • -

    Communicatie en marketing

  • -

    Effectieve maatregelen om gebruik van de deelvoertuigen te vergroten.

2

b

De aanvrager beschrijft de technologische mogelijkheden die de aanvrager gebruikt om te voorkomen dat deelvoertuigen worden gebruikt, aangeboden of geparkeerd op die plekken die de gemeente heeft aangewezen als gebieden waar geen deelvoertuigen mogen worden gebruikt, aangeboden of worden geparkeerd, waarbij onder meer wordt ingegaan op de nauwkeurigheid van deze technologische mogelijkheden.

1

 

Toelichting

In deze Nadere regels deelmobiliteit wordt vastgelegd hoe de vergunningprocedure voor (deel)voertuigen op grond van artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 verloopt. Opgenomen is voor welke categorieën deelvoertuigen vergunningen kunnen worden verleend en voor hoeveel deelvoertuigen. Daarnaast zijn in het kader van de vergelijkende toets toetsingscriteria opgesteld waarin specifieke kwaliteitseisen worden gesteld op grond waarvan een verdeelprocedure wordt gevolgd. Hiermee wordt sturing gegeven aan een zo goed mogelijke inpassing van deelmobiliteit in de openbare ruimte en het terugdringen van overlast. Op deze manier kan worden voorkomen dat er negatieve gevolgen ontstaan voor de kwaliteit, leefbaarheid, of veiligheid in de openbare ruimte.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2 Voertuigenplafond

Deelmobiliteit heeft invloed op de (schaarse) openbare ruimte. Met het voertuigenplafond wordt ervoor gezorgd dat er geen onevenredig beslag wordt gelegd op de openbare ruimte.

 

In de tabel wordt aangegeven welke deelvoertuigcategorieën in aanmerking komen voor een vergunning en wat per deelvoertuigcategorie het voertuigenplafond is.

Er is voor gekozen om vergunningen te verlenen voor deelvoertuigen in de aangegeven categorieën omdat deze bijdragen aan de opgaven: 1) verdichting van de bestaande stad (slim omgaan met schaarse ruimte), 2) een veilige en aantrekkelijke buitenruimte, 3) bereikbaarheid voor iedereen, en 4) schoon en slim vervoer. Daarnaast is er ook met betrekking tot deze categorie voldoende kennis en ervaring hoe om te gaan met negatieve effecten zoals overlast en verrommeling.

 

Een deelvoertuigcategorie die niet wordt genoemd in de tabel, zoals bijvoorbeeld de e-step, komt dus niet in aanmerking voor een vergunning.

 

De fiets en e-bike vallen onder één deelvoertuigcategorie. Het genoemde maximum voor deze categorie is het totaal aan fietsen en e-bikes dat in de openbare ruimte kan worden geplaatst. Ditzelfde geldt voor de voertuigcategorie e-scooters, waaronder snorfietsen en bromfietsen vallen. Het is aan de aanvrager zelf om te bepalen in welke verhouding hij de voertuigen (fiets/e-bike of elektrische snor-/bromfiets) wil aanvragen en aanbieden binnen de deelvoertuigcategorie.

 

Artikel 3 Bekendmaking openstellen tijdvak

De openstelling van een tijdvak voor een deelvoertuigcategorie wordt in het gemeenteblad gepubliceerd en op de website van de gemeente Rotterdam geplaatst.

Bij het openstellen van een tijdvak geeft het college aan voor welke deelvoertuigcategorie een vergunning kan worden aangevraagd en voor welk maximum aantal voertuigen.

 

Artikel 4 Indieningsvereisten vergunningaanvraag

Aanvragen voor vergunningen op grond van artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 kunnen schriftelijk en langs elektronische weg worden ingediend. Aanvragers die hun aanvraag langs elektronische weg willen indienen, kunnen dit doen via de website van de gemeente Rotterdam.

 

In artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat voor het indienen van een aanvraag gebruik wordt gemaakt van een door het bevoegde bestuursorgaan vastgesteld aanvraagformulier. Het aanvraagformulier voor een vergunning deelmobiliteit is vastgesteld door het college en opgenomen in bijlage 1 van de nadere regels deelmobiliteit.

 

Als een aanvraag niet compleet is of onvoldoende is voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, kan het college op grond van artikel 4:5, eerste lid, onderdeel c, van de Awb aanvrager een termijn geven om de aanvraag hierop aan te vullen. De termijn voor het aanvullen van een aanvraag voor deze vergunning bedraagt in Rotterdam 10 werkdagen. Het college kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de indieningsvereisten.

 

Bij de aanvraag van een vergunning worden op grond van de Algemene legesverordening Rotterdam leges in rekening gebracht voor de kosten die gemoeid zijn met de behandeling van de vergunning.

 

Artikel 5 Verdelingsprocedure vergunningen

De verdelingsprocedure van vergunningen deelmobiliteit vindt plaats op basis van een vergelijkende toets aan de hand van de in bijlage 2 vastgestelde toetsingscriteria. Het college besluit op grond van de aanvraag, de daarbij behorende gegevens en bescheiden en de vergelijkende toets aan welke aanvrager(s) een vergunning wordt toegekend of afgewezen. Alleen aanvragen die volledig zijn ingevuld en zijn voorzien van alle relevante bijlagen komen in aanmerking voor de vergelijkende toets. Bovendien mag geen van de weigeringsgronden (op voorhand) aan de orde zijn. Aanvrager(s) worden geïnformeerd over de uitkomst van de vergelijkende toets.

 

Indien een loting aan de orde is, geschiedt deze door een notaris. De betrokken aanvragers worden in de gelegenheid gesteld om bij de loting aanwezig te zijn.

 

Artikel 6 Tijdelijke ophoging vergunning

Het college kan van deze bevoegdheid gebruik maken in gebieden waar tijdelijk als gevolg van bijvoorbeeld grote projecten een vermindering van vervoersmogelijkheden optreedt. Dit kan maximaal voor een periode van 12 maanden en per aanbieder voor ten hoogste 20 procent van het totaal aantal aan hen vergunde deelvoertuigen binnen de voertuigcategorie.

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven