Gemeenteblad van Beekdaelen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beekdaelen | Gemeenteblad 2023, 518905 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Beekdaelen | Gemeenteblad 2023, 518905 | beleidsregel |
Beleidsregel Sociaal Medische Indicatie Beekdaelen
Sinds 2005, het jaar van de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang (Wko), zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van *kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI). Gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, bijvoorbeeld omdat maar één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale en/of medische redenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen, kunnen in aanmerking komen voor SMI.
SMI kan dan primair worden ingezet als instrument om sociale of medische problematiek te verlichten.
Gemeenten hebben de vrijheid en de verantwoordelijkheid wat betreft het bepalen of iemand aanspraak kan maken op tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang, en vervolgens op welke wijze en aan wie die wordt verstrekt.
2: Beschrijving sociaal-medische doelgroep
Wanneer is kinderopvang de meest passende oplossing?
In een relatief eenvoudige situatie is er sprake van een handicap van de ouder, waardoor fulltime zorg door de ouders zonder gebruik van reguliere kinderopvang niet is op te brengen. Het gaat echter vaker om meervoudige problematiek van sociaal-medische aard.
Per casus dient onderzocht te worden of van een tegemoetkoming onder de noemer sociaal-medische doelgroep sprake kan zijn. Er moet maatwerk geleverd worden, zeker vanwege het beperkte budget.
Een praktische benadering is om vooral te kijken wie er niet in aanmerking komt voor een SMI.
Wanneer komen ouders in aanmerking voor kinderopvangtoeslag (en dus niet voor een SMI)?
Werkende ouders kunnen een tegemoetkoming krijgen in de kosten van kinderopvang via de belastingdienst (kinderopvangtoeslag) maar ook niet werkende ouders kunnen een toeslag krijgen via de belastingdienst.
Dit is van toepassing in de volgende situaties:
*Kinderopvang is een verzamelterm voor: gastouders, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang.
Welke andere oplossingen kunnen passend zijn?
Een adequate (opvang)voorziening in niet-professionele zin (hulp uit eigen netwerk) als alternatief dient onderzocht te worden.
Het gaat immers niet alleen om een financiële tegemoetkoming voor kinderopvang maar ook om een oplossing van het daadwerkelijke probleem voor deze groep: de fulltime zorg voor de kinderen is niet mogelijk zonder gebruik van reguliere kinderopvang;
3: Vaststelling noodzaak van kinderopvang
Ouders vullen/de ouder vult een aanvraagformulier in ten behoeve van de aanvraag van de SMI. Dit aanvraagformulier dient als basis voor een gemeentelijke tegemoetkoming.
Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:
De aanvraag dient met behulp van het door college vastgesteld en beschikbaar gestelde aanvraagformulier te geschieden. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede- ondertekend door de partner.
Naast maatwerk op het gebied van de afbakening en definiëring van de doelgroep, is maatwerk met betrekking tot de aanspraak noodzakelijk.
Indien er onvoldoende (medische) gegevens beschikbaar zijn om de aanvraag te beoordelen dient een externe instantie, bijvoorbeeld een medisch specialist of een andere professional (zoals de jeugdverpleegkundige, de -arts JGZ, de GGD-arts) of de huisarts, te beoordelen of er een beroep op een SMI kan worden gedaan. Tevens geeft de extern onderzoeker een advies over de duur en de omvang van de SMI.
Naast het advies van een (extern) deskundige ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag is afstemming met betrokkenen (bijvoorbeeld een consultatiebureau, een jeugdverpleegkundige, of de kinderopvang zelf) belangrijk.
Om te komen tot een goed besluit is het van belang dat er duidelijkheid is over het doel en het perspectief van de inzet van de kinderopvang.
*Een SMI is bedoeld om de ouders tijdelijk te ontlasten/ te ondersteunen. Het is de bedoeling dat ouder binnen een aantal maanden een meer structurele oplossing vindt; bijvoorbeeld kinderopvang binnen het eigen netwerk.
In de afweging dient tevens rekening gehouden te worden met het perspectief. Wat zijn de verwachtingen m.b.t. (volledig) herstel? Hoe lang denken de ouders/ denkt de ouder ondersteuning nodig te hebben? Wordt de behoefte aan opvang in de toekomst minder of juist meer? Hoe anticipeert het gezin hierop? etc.
*De SMI is een tijdelijke regeling. De gemeente kan ook nagaan of er andere voorliggende voorzieningen bestaan, zoals het netwerk van de ouders of andere regelingen binnen de gemeente, zoals de VVE (voor- en vroegschoolse educatie) of andere peuterregelingen, of een combinatie hiervan.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:
Het college kan een besluit nemen op basis van een uitgebracht indicatieadvies. Dit advies is echter niet bindend. Dit betekent dat het college van dat advies kan afwijken. Als het college een beschikking geeft die afwijkt van het uitgebrachte advies, zal het college de redenen voor de afwijking in de beschikking moeten motiveren (artikel 4:20 Awb). De motiveringverplichting geldt vooral voor het geval waarin een positief advies wordt gegeven en het college een afwijzend besluit neemt.
F. Ingangsdatum van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt, na een positief besluit, verleend met ingang van de datum waarop de externe adviseur adviseert dat kinderopvang op grond van de SMI noodzakelijk is.
Als op de datum van het besluit nog geen kinderopvang plaatsvindt (plaatsgevonden heeft), wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
De vergoeding wordt gebaseerd op de uur-prijs van de kinderopvang. De tarieven zijn te vinden op Externe link: https://financieel.infonu.nl/geld/189094-kinderopvangtoeslag-2019-kinderopvangtoeslagtabel-2019.html
H. De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
De tegemoetkoming wordt verleend voor een periode die volgens de adviseur noodzakelijk is, doch niet langer dan 3 maanden, met een maximale verlenging van nog eens drie maanden, indien noodzakelijk.
Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat noodzakelijk geacht wordt.
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
K. De bevoorschotting van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt na overlegging van een rekening van de kinderopvang, in de vorm van een voorschot, in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie.
L. Vaststelling definitieve tegemoetkoming
De kinderopvangorganisatie verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.
De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
M. Verplichtingen voor de ouder(s)
De ouder of de partner doet het college uit eigen beweging een schriftelijke mededeling van gegevens die kunnen leiden tot wijziging van de oorspronkelijke beschikking/ de gemeentelijke tegemoetkoming.
N. De kinderopvang/ het gastouderbureau moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-518905.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.