Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2023, 518513 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2023, 518513 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2024
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2023;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergaderingen van 24 oktober 2023;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergaderingen van 31 oktober 2023;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2024
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 6. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving (waaronder mede een bon, nota en factuur worden begrepen). Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Tijdstip ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 10,-, doch minder is dan € 9.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 11. Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven voor zowel het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn, of door de gemeente in beheer of in onderhoud zijn gegeven.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 11, gebruik maakt.
De overige rechten genoemd in artikel 11, tweede lid, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving (waaronder mede een bon, nota en factuur worden begrepen), waarop het verschuldigde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 16. Tijdstip ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien met betrekking tot het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien met betrekking tot het recht genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 17. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 10,-, doch minder is dan € 9.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 19. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening reinigingsheffingen 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2024
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Het bedrag genoemd in hoofdstuk 2.1 is exclusief omzetbelasting.
Deze tarieventabel maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 7 november 2023 tot vaststelling van de Verordening reinigingsheffingen 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-518513.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.