Verordening op het burgerinitiatief en burgermotie gemeente Eindhoven 2023

De gemeenteraad van de gemeente Eindhoven;

gezien het voorstel van de agendacommissie;

gelet op artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.5 van de Wet basisregistratie personen;

 

besluit:

 

  • 1.

    in te trekken de Verordening burgerinitiatief gemeente Eindhoven 2008;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende

Verordening op het burgerinitiatief en burgermotie gemeente Eindhoven 2023

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    agendacommissie: de agendacommissie zoals bedoeld in artikel 4 van het Reglement van orde;

  • b.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van inwoners van de gemeente aan de gemeenteraad om te bespreken en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel over een maatschappelijk initiatief;

  • c.

    initiatiefgerechtigde: iedereen die op grond van deze verordening een verzoek kan indienen.

  • d.

    burgermotie: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van inwoners van de gemeente aan de gemeenteraad om te bespreken en te besluiten over een door hen geformuleerde oproep/verzoek over een onderwerp, waarover de raad een oordeel, wens of verzoek uitspreekt;

  • e.

    meningsvormende vergadering: een vergadering waarin raads- en commissieleden inhoudelijk de besluitvorming van de gemeenteraad voorbereiden en overleggen met het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    raad: gemeenteraad Eindhoven

  • g.

    vertegenwoordiger: vertegenwoordiger van een burgerinitiatief of -motie

  • h.

    voorzitter: de voorzitter van de gemeenteraad

Artikel 2. Doelgroep

Inwoners van Eindhoven van twaalf jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief of burgermotie indienen.

Artikel 3. Reikwijdte

Een burgerinitiatief of burgermotie kan niet worden ingediend over de volgende onderwerpen, gebeurtenissen of situaties:

  • a.

    zaken die niet onder de competentie van de raad vallen;

  • b.

    uitvoering van aangelegenheden van hogere bestuursorganen waarover de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • c.

    de reden van het gevoerde of te voeren gemeentelijke beleid;

  • d.

    gemeentelijke procedures;

  • e.

    gemeentelijke organisatie;

  • f.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • g.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • h.

    besluiten over rechtspositionele regelingen;

  • i.

    benoeming en ontslag van personen en functioneren van personen

  • j.

    beleidsvoorstellen of beleidsvoorbereiding door het college;

  • k.

    handelingen en gedragingen van de burgemeester, de wethouders of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • l.

    zaken waartegen bezwaar of beroep kan worden aangetekend op grond van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • m.

    zaken waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • n.

    een onderwerp waarover in de twee jaar voorafgaand aan het indienen van het initiatief of de motie door de raad een besluit is genomen, tenzij ingrijpend gewijzigde omstandigheden tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

  • o.

    onderwerpen waarover de raad in diezelfde raadsperiode al een burgerinitiatief of burgermotie heeft behandeld of afgewezen;

  • p.

    een individueel en/of commercieel belang;

Artikel 4. Ondersteuningsverklaringen

  • 1.

    Een burgerinitiatief moet worden ondersteund door ten minste 250 initiatiefgerechtigden.

  • 2.

    Een burgermotie moet worden ondersteund door ten minste 250 initiatiefgerechtigden.

  • 3.

    De ondersteuning als bedoeld in het eerste of tweede lid bestaat uit een handtekening met vermelding van naam, adres en geboortedatum.

    Deze gegevens staan op een door de agendacommissie vastgesteld formulier en is aangehecht aan het burgerinitiatief.

  • 4.

    Inwoners zijn geïnformeerd bij hun steunbetuigingen dat hun persoonsgegevens raadpleegbaar zijn in de Basisregistratie personen. Zo worden de steunbetuigingen getoetst aan de eisen, zoals bedoeld in het derde lid.

Hoofdstuk 2: Burgerinitiatief

Artikel 5. Vorm en inhoud burgerinitiatief

  • 1.

    Het burgerinitiatief is een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van inwoners van de gemeente aan de gemeenteraad om te bespreken en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel over een maatschappelijk initiatief.

  • 2.

    Als het burgerinitiatief over een onderwerp gaat waarover de raad in de twee jaar voorafgaand aan de indiening van het initiatief al een besluit heeft genomen, moet de vertegenwoordiger motiveren hoe de omstandigheden sindsdien ingrijpend veranderd zijn.

  • 3.

    Als uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, geeft de vertegenwoordiger daarvan een globale schatting.

  • 4.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van minimaal één en maximaal drie personen als vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van het burgerinitiatief.

Artikel 6. Indiening en agendering burgerinitiatief

  • 1.

    De vertegenwoordiger dient een burgerinitiatief schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter brengt het initiatief direct ter kennis van de raad en het college.

  • 3.

    De agendacommissie beoordeelt of het initiatief voldoet aan de gestelde eisen in artikelen 3, 4 en 5 en adviseert de raad over het in behandeling nemen van het initiatief.

  • 4.

    Voor het beoordelen aan de gestelde eisen in artikel 4 kan de agendacommissie besluiten de ondersteuningen te laten controleren in de Basisregistratie personen. Zij kan besluiten voor een volledige controle of een steekproef.

  • 5.

    Als de agendacommissie concludeert dat er gebreken zijn, krijgt de vertegenwoordiger maximaal twee weken tijd om de gebreken te herstellen of aan te vullen.

  • 6.

    Als de agendacommissie ook na de in het vijfde lid bedoelde hersteltermijn concludeert dat het initiatief niet voldoet aan de gestelde eisen in de artikelen 3, 4 en 5, neemt zij het burgerinitiatief niet in behandeling. De agendacommissie brengt de vertegenwoordiger, de raad en het college direct op de hoogte.

  • 7.

    Als de agendacommissie concludeert dat het initiatief voldoet aan de gestelde eisen in artikelen 3, 4 en 5, brengt zij de vertegenwoordiger, de raad en het college direct op de hoogte.

  • 8.

    De raad beslist in de eerstvolgende raadsvergadering na kennisgeving uit het zesde en zevende lid of hij het beoordeelde burgerinitiatief in behandeling neemt.

  • 9.

    Als de raad beslist dat hij het initiatief in behandeling neemt, zorgt de agendacommissie voor de agendering. De eerste behandeling in een meningsvormende vergadering vindt maximaal drie maanden na ontvangst van het initiatief plaats. De maanden juli en augustus worden hierin niet meegeteld. Als deze termijn niet kan worden gehaald brengt de agendacommissie de vertegenwoordiger hiervan op de hoogte.

Artikel 7. Intrekken van een burgerinitiatief

Een burgerinitiatief kan te allen tijde door de vertegenwoordiger(s) worden ingetrokken. Wel uiterlijk voordat de raad besluit over het in behandeling nemen of afwijzen van het initiatief, zoals bedoeld in artikel 6, achtste lid.

Artikel 8. Behandeling burgerinitiatief

  • 1.

    Het college mag zijn mening over het burgerinitiatief geven voor de behandeling in de meningsvormende vergadering als bedoeld in artikel 6, negende lid. Dit doet hij schriftelijk aan de raad.

  • 2.

    De vertegenwoordigers mogen tijdens de meningsvormende vergadering het burgerinitiatief mondeling toelichten.

  • 3.

    De meningsvormende vergadering adviseert, na behandeling van het burgerinitiatief, de agendacommissie over de wenselijkheid om het burgerinitiatief voor besluitvorming te agenderen voor de raadsvergadering en de behandelwijze van het initiatief.

  • 4.

    Als de agendacommissie vervolgens besluit het burgerinitiatief voor besluitvorming te agenderen voor een raadsvergadering stelt zij de behandelwijze vast.

  • 5.

    Voorafgaand aan de behandeling in de raadsvergadering krijgen de vertegenwoordigers de gelegenheid om de raad toe te spreken over het burgerinitiatief. De vertegenwoordigers mogen niet deelnemen aan de bespreking in de raadsvergadering.

Hoofdstuk 3: Burgermotie

Artikel 9. Vorm en inhoud burgermotie

  • 1.

    Een burgermotie is een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van inwoners van de gemeente aan de gemeenteraad om te bespreken en te besluiten over een door hen geformuleerde oproep/verzoek over een onderwerp, waarover de raad een oordeel, wens of verzoek uitspreekt.

  • 2.

    Als een burgermotie over een onderwerp gaat waarover de raad in de twee jaar voorafgaand aan de indiening van de motie al een besluit heeft genomen, moet de vertegenwoordiger motiveren hoe de omstandigheden sindsdien ingrijpend veranderd zijn.

  • 3.

    Als uit de realisering van de burgermotie kosten voortvloeien, geeft de vertegenwoordiger daarvan een globale schatting.

  • 4.

    De burgermotie bevat een begeleidende brief met daarin vermeld:

    • a.

      een korte toelichting op de aanleiding voor het indienen van de burgermotie;

    • b.

      een korte omschrijving van het maatschappelijk belang van het in de burgermotie beschreven onderwerp;

    • c.

      de naam, het adres en de geboortedatum van minimaal één en maximaal drie personen als vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van de burgermotie.

Artikel 10. Indiening en agendering burgermotie

  • 1.

    De vertegenwoordiger dient een burgermotie schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter brengt de motie direct ter kennis van de raad.

  • 3.

    De agendacommissie beoordeelt of de motie voldoet aan de eisen gesteld in artikelen 3, 4 en 9 en adviseert de raad over het in behandeling nemen van de motie.

  • 4.

    Voor het beoordelen aan de gestelde eisen in artikel 4 kan de agendacommissie besluiten de ondersteuningen te laten controleren in de Basisregistratie personen. Zij kan besluiten voor een volledige controle of een steekproef.

  • 5.

    Als de agendacommissie concludeert dat er gebreken zijn, krijgt de vertegenwoordiger maximaal twee weken tijd om de gebreken te herstellen of aan te vullen.

  • 6.

    Als de agendacommissie ook na de in het vijfde lid bedoelde hersteltermijn concludeert dat de motie niet voldoet aan de gestelde eisen in de artikel 3, 4 en 9, neemt zij de burgermotie niet in behandeling. De agendacommissie brengt de vertegenwoordiger en de raad direct op de hoogte.

  • 7.

    Als de agendacommissie concludeert dat de motie voldoet aan de gestelde eisen in artikelen 3, 4 en 9 neemt de raad de motie in behandeling. De agendacommissie brengt de vertegenwoordiger, het college en de raad direct op de hoogte.

  • 8.

    Als de raad de burgermotie in behandeling neemt, zorgt de agendacommissie voor de agendering. De eerste behandeling in een meningsvormende vergadering vindt maximaal drie maanden na ontvangst van de motie plaats. De maanden juli en augustus worden hierin niet meegeteld. Als deze termijn niet kan worden gehaald brengt de agendacommissie de vertegenwoordiger hiervan op de hoogte.

Artikel 11. Intrekken van een burgermotie

Een burgermotie kan te allen tijde door de vertegenwoordigers worden ingetrokken. Wel uiterlijk voordat de agendacommissie besluit over de geldigheid van de motie, zoals bedoeld in artikel 10, zevende lid.

Artikel 12. Behandeling burgermotie

  • 1.

    De vertegenwoordigers mogen tijdens de meningsvormende vergadering de burgermotie mondeling toelichten.

  • 2.

    Het college mag tijdens de meningsvormende vergadering zijn mening over de burgermotie mondeling geven.

  • 3.

    De meningsvormende vergadering adviseert, na de behandeling van de burgermotie, de agendacommissie over de wenselijkheid om de burgermotie voor besluitvorming te agenderen voor de raadsvergadering.

  • 4.

    Als de agendacommissie besluit de burgermotie voor besluitvorming te agenderen voor een raadsvergadering wordt deze behandeld bij het agendapunt direct na de raadsvoorstellen. De behandeling vindt plaats in één termijn.

  • 5.

    Voorafgaand aan de behandeling van de burgermotie in de raadsvergadering krijgen de vertegenwoordigers de gelegenheid de raad toespreken. De vertegenwoordigers mogen niet deelnemen aan de bespreking in de raadsvergadering.

Hoofdstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 13. Communicatie

  • 1.

    De raad bericht de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, derde lid over zijn besluit. Dit gebeurt uiterlijk binnen twee weken na besluitvorming over het burgerinitiatief of de burgermotie in de raadsvergadering. Als de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief of de burgermotie, geeft hij de reden daarvoor aan.

  • 2.

    Als de raad geheel of gedeeltelijk volgens het burgerinitiatief of de burgermotie besluit, informeert het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid, over wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit of de motie wordt gestart. Ook informeert het college de vertegenwoordigers wie hun contactpersoon bij de gemeente Eindhoven is voor nadere inlichtingen.

Artikel 14. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de raad, op voorstel van de agendacommissie, in overleg met de voorzitter van de raad en de griffier.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op het burgerinitiatief en burgermotie gemeente Eindhoven 2023’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 november 2023.

J. Jongbloed, griffier.

Naar boven