Reglement van orde adviescommissie ruimtelijke kwaliteit Leusden

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Leusden (ARK) legt met dit reglement van orde de werkwijze van de commissie vast alsmede de manier waarop geadviseerd wordt op initiatieven.

In de onlangs vastgestelde Verordening Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Leusden 2022, wordt in artikel 12 bepaald wat ten minste moet worden opgenomen in het reglement van orde.

Artikel 12. Reglement van orde

• 1. De commissie legt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

• 2. In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

  • a. de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

  • b. het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen de toelichtende fase, waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend, en de beraadslagingen;

  • c. de notulering en dossiervorming;

  • d. de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

  • e. de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 9;

  • f. de selectie en voordracht van kandidaat-leden.

• 3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde in het elektronisch gemeenteblad.

Het college van de gemeente Leusden

maakt bekend dat door de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit het volgende reglement is vastgesteld in de vergadering van 9 mei 2022.

§ 1 Samenstelling en Adviestaken

De ARK is een commissie die onafhankelijk is van de lokale politiek, gemeentebestuur en ambtelijke organisatie van de gemeente Leusden. De commissie adviseert de raad en burgemeester en wethouders bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheid.

De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

De ARK bestaat uit ten minste drie en maximaal 5 leden en maximaal 3 plaatsvervangende leden. Deze leden worden door de raad benoemd en ontslagen.

De welstandsarchitect wordt door de raad in functie benoemd.

De leden vertegenwoordigen diverse disciplines die noodzakelijk zijn bij de advisering die in de taken aan de commissie zijn toebedeeld. Zie voor de vereiste disciplines artikel 4 lid 3 en 4 van de Verordening ARK 2022.

Op verzoek en onder regie van de gemeente kan noodzakelijk worden geacht dat er vooroverleg plaatsvindt met betrokkenen bij de voorbereiding van bouw- en monumentenplannen.

Adviestaken:

De commissie heeft als taak te adviseren over:

• 1. Aanvragen of ontwerpbesluiten voor een omgevingsvergunning voor:

  • a. een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument

  • b. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een gemeentelijk monument of een voorbeschermd gemeentelijk monument of cultuurhistorisch waardevol object zoals beschreven in het paraplubestemmingsplan Cultureel Erfgoed Leusden

• 2. De aanwijzing door de bevoegde minister van een onroerende zaak als Rijksmonument of over het aan een onroerende zaak of locatie toekennen van de functie-aanduiding gemeentelijk monument.

• 3. Stedenbouwkundige en architectonische alsook landschappelijke ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit binnen de gemeentegrenzen.

• 4. In de overige gevallen die in de Erfgoedverordening of Verordening ARK zijn bepaald.

De technisch voorzitter heeft afdoening bij mandaat in de volgende gevallen:

• 1. (Bouw)plannen tot een maximum van € 300.000,00; het college mandateert de beoordeling of een plan voor een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand aan de contactmanager vergunningen, indien de welstandscriteria voor die bouwwerken in de welstandsnota of het bestemmingsplan / beeldkwaliteitsplan zijn opgenomen (Kan-bepaling).

• 2. In het geval van twijfel legt de gemandateerde het plan als bedoeld onder 1 alsnog voor aan zijn sparringpartner (welstandsarchitect).

• 3. (Bouw)plannen/projecten groter dan € 300.000,00 worden om advies aan de sparringpartner (welstandsarchitect) en/of één van de andere adviseurs voorgelegd;

• 4. (Bouw)plannen/projecten met cultuurhistorische waarde worden om advies aan de sparringpartner (welstandsarchitect) en één van de andere adviseurs voorgelegd;

• 5. Complexe (bouw)plannen met een monument of een gebied met cultuurhistorische waarde worden om advies voorgelegd aan de adviescommissie. Bij (bouw)plannen voor rijksmonumenten wordt ook de provincie en de rijksdienst voor het cultureel erfgoed om advies gevraagd.

§ 2 Wijze van advisering

• 1. De commissie kan zich naar eigen inzicht in haar adviezen laten bijstaan door extra adviseurs indien dit nodig wordt geacht. Deze externe specialisten hebben geen stemrecht.

• 2. Het advies dat wordt uitgebracht is gebaseerd op de welstandscriteria en het gemeentelijk beleid zoals vastgelegd in de Welstandsnota 2018.

• 3. De commissie brengt heldere en goed beargumenteerde adviezen uit aan het college.

  Dit advies bevat ten minste de volgende onderdelen:

  • a. een verwijzing naar de in het geding zijnde (monumentale) cultuurhistorische en/of landschappelijke/stedenbouwkundige waarden;

  • b. analyse van de consequenties voor de (monumentale) cultuurhistorische en/of landschappelijke/stedenbouwkundige waarden;

  • c. bevindingen en oordeel van de commissie;

  • d. indien van toepassing: aanbevelingen en/of suggesties.

• 4. De commissie is eindverantwoordelijk voor het advies.

• 5. Alle adviezen worden schriftelijk uitgebracht en ondertekend door de technisch voorzitter.

• 6. Negatieve adviezen worden gemotiveerd o.a. met een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria.

• 7. Positieve adviezen worden alleen gemotiveerd als daarom specifiek wordt verzocht.

• 8. De commissie wordt geïnformeerd over de besluiten van het college waarin wordt afgeweken van het advies van de commissie.

• 9. De leden die betrokken zijn bij een door de commissie te beoordelen omgevingsvergunning, onthouden zich van medewerking aan de beoordeling daarvan en zijn niet betrokken bij beraadslaging, beoordeling en advisering over die aanvraag.

• 10. Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste 3 leden. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een monumentenactiviteit met betrekking tot een rijks of gemeentelijk monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

• 11. Leden van de commissie worden bij afwezigheid in de vergadering, in de gelegenheid gesteld per email of op andere wijze hun advies uit te brengen.

• 12. De adviescommissie brengt het advies uit binnen tien werkdagen nadat door of namens burgemeester en wethouders om advies is verzocht.

• 13. Betreft het advies een aanvraag voor de activiteit monument, ook indien de vergunningsaanvraag betrekking heeft op een deel van een project of het een gefaseerde aanvraag betreft, dan brengt de commissie een gemotiveerd advies binnen vier weken uit zoals omschreven in artikel 13 van de Erfgoedverordening 2022 of de Verordening ARK Leusden 2022.

• 14. Bij het voornemen tot aanwijzing van een gemeentelijk monument vraagt het college de ARK advies zoals bedoeld in de Omgevingswet artikel 17.9 en de Verordening ARK 2022. Hierop adviseert de ARK schriftelijk binnen acht weken, conform artikel 8 van de Erfgoedverordening.

§ 3 Vergaderingen en verslaglegging

• 1. De vergaderingen, waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door de commissie worden vastgesteld, zijn in principe openbaar.

• 2. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. De openbaarheid geldt voor de beraadslagingen, de beoordeling en de besluitvorming over het advies.

• 3. Burgemeester en wethouders kunnen verzoeken dat de vergadering over adviezen als bedoeld in lid 1 in beslotenheid worden gehouden. Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen.

• 4. Opdrachtgevers en/of ontwerpers, of direct belanghebbenden wordt, zodra bekend is wanneer dit behandeld zal worden, door de technisch voorzitter gevraagd of zij hun plan toe willen lichten tijdens de vergadering.

• 5. Opdrachtgevers en/of ontwerpers, of direct belanghebbenden hebben spreekrecht. Spreektijd kan slechts worden gebruikt voor het geven van een visie op de welstandsaspecten van het plan. Een beoordeling of belangenafweging anders dan op basis van de vastgestelde welstandscriteria vindt niet plaats tijdens de welstandsbeoordeling. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

• 6. De commissie behoudt zich het recht voor buiten de vergadering om te beraadslagen om te komen tot een advies.

• 7. Zie onder § 2 artikel 10 het vereiste quorum om in de vergadering te komen tot een besluitvormend advies.

• 8. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt door de ambtelijk secretaris met daarin de samengevatte adviezen van de commissie alsook een beknopt verslag van de besproken onderwerpen.

• 9. Het verslag van de vergadering wordt openbaar gemaakt via de website van de gemeente.

• 10. De commissie maakt jaarlijks voor 1 april een verslag over haar werkzaamheden van het voorgaande jaar. Dit verslag wordt bekend gemaakt aan het college en de gemeenteraad. Het jaarverslag dat openbaar is, wordt eveneens op de website van de gemeente Leusden gepubliceerd.