Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2024

De raad van de gemeente Goirle;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2023;

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2024

Artikel 1 Definities

 

Deze verordening verstaat onder:

a. jaar: een kalenderjaar;

b. maand: een kalendermaand;

c. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

d. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

e. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende dan wel een in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

 

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

 

1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

 

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

1. voorwerpen die ingevolge een wettelijk voorschrift of anderszins rechtens moeten worden gedoogd op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

2. voorwerpen waarvoor de gemeente een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen of voorwerpen waarvan de gemeente eigenaar is en die niet in gebruik zijn bij een derde.

3. voorwerpen waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

 

1. Voor het hebben van een terras op openbare gemeentegrond bedraagt het tarief per m2 in gebruik genomen grond per jaar:

a. in het Centrumgebied van de kern Goirle (zoals aangeduid op de kaart) € 29,16;

b. buiten het Centrumgebied van de kern Goirle € 19,32;

2. Voor het innemen van een standplaats in de openlucht, waarvoor op grond van artikel 5.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief voor:

a. Locatie Kloosterplein - Goirle: € 122,16 per m2

b. Locatie Van Hogendorpplein - Goirle € 81,36 per m2

c. Locatie Dorpsplein - Riel € 38,76 per m2

d. Tijdelijke standplaats / seizoenplaats € 20,40 per dag

e. Stroom € 2,40 per dag

3. De tarieven genoemd in het lid 2, onderdelen a, b en c gelden per m2 per jaar, voor een halve dag. Voor een hele dag bedraagt de belasting 150% van het tarief genoemd in lid 2, onderdelen a, b of c.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

 

1. Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van eenheden van tijd of afmeting voor een volle eenheid gerekend.

2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

Artikel 7 Belastingtijdvak

 

1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

 

De precariobelasting wordt geheven bij wijze van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

 

1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

3. Ingeval het bedrag van de verschuldigde belasting eerst kan worden vastgesteld na afloop van het heffingstijdvak kan indien het naar verwachting verschuldigde bedrag daartoe aanleiding geeft een voorlopige aanslag worden opgelegd.

4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

 

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag in één termijn betaald worden, binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

 

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

 

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

 

1. De "Verordening precariobelasting 2023" vastgesteld door de raad van de gemeente Goirle op 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening precariobelasting 2024”.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 7 november 2023.

de raadsgriffier, de voorzitter,

Frits Harteveld Mark van Stappershoef

Naar boven