Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidie gemeente Groningen

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GROINGEN

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeenten Groningen 2029;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de volgende Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidie gemeente Groningen.

Artikel I Wijziging Nadere regels

De Nadere regels subsidie gemeente Groningen worden gewijzigd als volgt:

 

In Hoofdstuk 8 wordt na paragraaf 15 een nieuwe paragraaf ingevoegd die komt te luiden:

 

Paragraaf 8.16 Verduurzaming gemeentelijke monumentale bedrijfspanden

 

2. Artikel 8:110 Begripsbepaling

In deze paragraaf gelden, in aanvulling op de bepalingen in de ASV de volgende begripsbepalingen:

  • 1.

    Bedrijf: een actieve onderneming met rechtspersoonlijkheid welke ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel.

  • 2.

    Bedrijfspand: een pand dat (deels) een bedrijfsfunctie heeft, bijvoorbeeld kantoor, detailhandel, dienstverlening of horeca. Een bedrijf aan huis wordt niet gezien als een bedrijfsfunctie. Het pand moet bij de gemeente geregistreerd staan als bedrijfspand. Is dit niet het geval, dan kan met foto’s van de bedrijfsruimten/activiteiten aangetoond worden dat het pand een bedrijfsfunctie heeft.

  • 3.

    Monument: een pand dat de gemeentelijk monumentenstatus of gemeentelijk monument light status heeft op basis van de Erfgoedverordening Groningen of Omgevingswet.

  • 4.

    Monumentenverduurzamingsadvies: verduurzamingsadvies, conform minimaal niveau 1 van de Uitvoeringsrichtlijn 2001 van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg, dat is opgesteld door een externe Energieadviseur, welke niet in dienst is van gemeente Groningen of de aanvrager, met kennis van monumenten.

  • 5.

    Monumentinclusief verduurzamen: het verduurzamen van een monument door middel van het treffen van verduurzamingsmaatregelen waarbij de monumentale karakteristieke eigenschappen worden gerespecteerd en in stand worden gehouden.

  • 6.

    Pand: bouwkundige eenheid.

  • 7.

    Gebouwgebonden energetische maatregel: verduurzaming van het energiegebruik door middel van maatregelen die zien op een gebouw of een deel daarvan.

3. Artikel 8:111 Doel

Het doel van de subsidie is:

  • 1.

    De CO2-uitstoot terug te dringen door het energieverbruik van bedrijven die gevestigd zijn in een monument terug te dringen;

  • 2.

    De betaalbaarheid van verduurzamingsmaatregelen aan monumenten te vergroten door tegemoet te komen in de meerkosten van de verduurzaming van een monument ten opzichte van een niet-monument.

  • 3.

    Deze panden monumentinclusief en toekomstbestendig te verduurzamen.

4. Artikel 8:112 Doelgroep

De doelgroep voor deze regeling zijn eigenaren van een monument in de gemeente Groningen waarin één of meerdere bedrijven zijn gehuisvest.

 

5. Artikel 8:113 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen indien het een monument betreft dat (deels)wordt gebruikt ten behoeve van de huisvesting van een bedrijf. De volgende activiteiten zijn subsidiabel:

  • a.

    de kosten voor het laten opstellen van een monumentenverduurzamingsadvies met daarin onder andere gebouwgebonden energetische maatregelen, mits er uitvoering wordt gegeven aan (een deel van) de gebouwgebonden energetische maatregelen;

  • b.

    de kosten voor planvoorbereiding;

  • c.

    de kosten van de gebouwgebonden energetische maatregelen op basis van het monumentenverduurzamingsadvies.

6. Artikel 8:114 Subsidie per activiteit

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de kosten voor het laten opstellen van een monumentverduurzamingsadvies indien het advies leidt tot het uitvoeren van (een deel van) de geadviseerde verduurzamingsmaatregelen;

  • 2.

    De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten voor de planvoorbereiding en de uitvoering van verduurzamingsmaatregelen voortvloeiend uit het uitgevoerde monumentverduurzamingsadvies;

  • 3.

    De totale subsidie bedraagt minimaal € 3.000,- en maximaal € 15.000,- per adres.

7. Artikel 8:115 Indieningsvereisten/Procedurebepalingen

  • 1.

    Bij de aanvraag om verlening van subsidie dient aanvrager alle gegevens te overleggen die nodig zijn om voldoende inzicht in de uitvoering van de werkzaamheden te krijgen. In elk geval worden de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier, als vastgesteld door het college en te vinden op de gemeentelijke website;

    • b.

      een gespecificeerde offerte van de kosten, uitgesplitst naar manuren en materieel per verduurzamingsmaatregel en voorzien van een beschrijving van de uit te voeren maatregelen en werkwijze;

    • c.

      een monumenten verduurzamingsadvies;

    • d.

      een bescheiden waaruit blijkt dat er een bedrijf is gevestigd en bijbehorende bedrijfsactiviteiten worden verricht in het pand waar subsidie voor wordt aangevraagd. Dit kan bijvoorbeeld door het meesturen van een KvK-uittreksel.

  • 2.

    De aanvraag voor de subsidie kan met ingang van 5 februari 2024 tot en met 31 december 2024 ingediend worden.

8. Artikel 8:116 Bevoorschotting en betaling

Het college verstrekt bij verlening een voorschot van 20% van het verleende subsidiebedrag en maakt dit over op het bij de aanvraag door de subsidieontvanger verstrekte zakelijke bankrekeningnummer.

 

9. Artikel 8:117 Eindverantwoording

  • 1.

    Subsidieontvanger dient uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    Bij de aanvraag overlegt de subsidieontvanger in ieder geval:

    • a.

      Omschrijving van de uitgevoerde verduurzamingsmaatregelen;

    • b.

      Facturen horend bij de subsidiabele activiteiten;

    • c.

      Kopie van de verleende omgevingsvergunning, wanneer deze verplicht is voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 3.

    Het college kan naar aanleiding van de aanvraag om vaststelling van de subsidie controle verlangen van de uitgevoerde maatregelen. De aanvrager van de subsidie zal hiertoe de benodigde medewerking verlenen.

  • 4.

    Wanneer bij vaststelling blijkt dat er voor de uitgevoerde gesubsidieerde activiteiten een omgevingsvergunning verplicht is, maar aanvrager geen omgevingsvergunning kan overleggen kan de subsidie lager of op € 0,- vastgesteld worden.

  • 5.

    In geval uit controle naar de uitvoering van de maatregelen naar het oordeel van het college is gebleken dat de maatregelen niet, niet geheel conform de aanvraag of ondeskundig zijn aangelegd, kan in het geval van subsidieverlening de subsidie op een lager bedrag of op € 0,- worden vastgesteld en reeds betaalde subsidie worden teruggevorderd.

  • 6.

    In het geval de subsidie direct is vastgesteld kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of gewijzigd. Reeds betaalde subsidie kan worden teruggevorderd.

  • 7.

    Het subsidiebedrag wordt bij vaststelling, na aftrek van de bevoorschotting, overgemaakt op het bij de aanvraag door de subsidieontvanger verstrekte zakelijke bankrekeningnummer.

10. Artikel 8:118 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

  • 1.

    De ontvanger van de subsidie is verplicht om:

    • a.

      De activiteiten conform de aanvraag uit te voeren;

    • b.

      Vooraf zelf na te gaan of de uit te voeren activiteiten vergunninsgplichtig zijn;

    • c.

      Uiterlijk binnen 6 maanden na de verstrekking van de subsidie te zijn gestart met de activiteit;

    • d.

      In geval van vergunningsplichtige activiteiten pas te starten met de uitvoering daarvan als de benodigde vergunningen zijn verleend;

    • e.

      Uiterlijk binnen 18 maanden na verstrekking van de subsidie de activiteit te hebben gerealiseerd;

    • f.

      schriftelijk een melding te doen wanneer er (deels) niet aan de verplichtingen voldaan kan worden.

  • 2.

    Subsidie wordt verleend als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het dient te gaan om een door de gemeente aangewezen monument in de gemeente Groningen in de zin van de Erfgoedverordening dan wel in de zin van de Omgevingswet.

    • b.

      het dient te gaan om verduurzamingsmaatregelen die niet op basis van een rijkssubsidieregeling gesubsidieerd kunnen worden.

  • 3.

    Per zakelijk gerechtigde kan eenmalig subsidie worden aangevraagd voor maximaal één pand.

  • 4.

    Indien de omgevingsvergunning met succes in rechte wordt aangevochten, zal de subsidieverleningsbeschikking of, indien aan de orde de vaststellingsbeschikking worden ingetrokken of gewijzigd.

  • 5.

    De aanvrager dient gerechtigde van het monument te zijn. Hieronder wordt verstaan:

    • a.

      de natuurlijke of andere rechtspersonen die voor 100% het juridische en het economische eigendom bezit van het onroerend goed;

    • b.

      vereniging van eigenaren;

    • c.

      de erfpachter of opstaller;

    • d.

      de houder van een appartementsrecht als bedoeld in artikel 875a van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten is verleend, die recht geven op het gebruik van een bedrijfspand.

  • 6.

    In het pand dient een bedrijf te zijn gevestigd, en dit dient aangetoond te worden door bijvoorbeeld een KVK-inschrijving.

11. Artikel 8:119 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in artikel 9 ASV, kan het college de subsidie weigeren indien:

    • a.

      De aanvraag, of de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd, niet in overeenstemming is met het bepaalde in deze paragraaf;

    • b.

      Er al eerder subsidie is verleend voor de activiteiten bedoeld in deze paragraaf in de twee jaren voorafgaand aan de aanvraag.

    • c.

      Het bedrijfspand waarvoor subsidie wordt aangevraagd, niet in de gemeente Groningen ligt.

    • d.

      Er geen monumentenverduurzamingsadvies aan de verduurzamingsmaatregelen ten grondslag ligt.

    • e.

      Er voor de subsidiabele activiteiten subsidie vanuit een subsidieregeling, anders dan een gemeentelijke subsidieregeling, is aangevraagd of toegekend voor in totaal meer dan 50% van de totale kosten.

12. Artikel 8:120 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt € 270.000,- voor de periode genoemd in artikel 7;

  • 2.

    Als het totaal van de subsidieaanvragen hoger is dan het beschikbare (deel)budget, dan wordt dat (deel)budget over de op tijd ingediende en complete aanvragen verdeeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 4.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekenmaking.

Gedaan te Groningen 7 november 2023

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda

Naar boven