Tweede wijziging van Algemene plaatselijke verordening Gemeente Roermond

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 28 november 2023 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2023, 504336.

Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel I onderdelen A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, V, W, Y, Z, AA, AB, AC, AD, AE, AF, AG, AH, AI, AJ, AK verwerkt worden.] 

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

gezien het advies van de commissie RU van 25 oktober 2023;

 

overwegende dat het noodzakelijk is om een aantal technische aanpassingen door te voeren in de Algemene plaatselijke verordening om na inwerkingtreding van de Omgevingswet met deze verordening te kunnen blijven werken;

 

gelet op het bepaalde in de artikel 149 van de Gemeentewet;

 

 

besluit:

 

Vast te stellen de tweede wijziging van Algemene plaatselijke verordening Gemeente Roermond.

Artikel I  

 

De Algemene plaatselijke verordening Gemeente Roermond wordt in verband met de inwerkingtreding van de omgevingswet als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

    • j.

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B

 

Artikel 1:2, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid vervalt en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 3.

      Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

G

 

Artikel 2:10a, tweede lid, onder a, komt te luiden:

  • a.

    Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

H

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid vervalt en de leden 3 tot en met 5 worden vernummerd tot 2 tot en met 4.

  • 2.

    Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 4.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

I

 

Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

J

 

Artikel 2:14 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      De rechthebbende op een bedrijf dat winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht:

      • a.

        ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en

      • b.

        de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

  • Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

K

 

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

L

 

Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

M

 

Artikel 2:28, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning in ieder geval als de vestiging of exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het omgevingsplan.

N

 

Artikel 2:29, achtste lid, komt te luiden:

  • 8.

    Het in het eerste, tweede lid en zevende lid bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

O

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

  • b.

    de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

P

 

Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

Q

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

R

 

Artikel 3:13, eerste lid, onder b, komt te luiden:

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met het omgevingsplan.

S

 

Artikel 3a:6, eerste lid, onder f, komt te luiden:

  • f.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het omgevingsplan.

T

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      Besluit: het Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen, die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen, behorende bij de betreffende inrichting.

U

 

Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden:

    • 1

      Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of het Besluit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening dan wel het een toestel betreft dat deel uitmaakt van een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

V

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

    • 1.

      In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, kan het college plaatsen aanwijzen die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg zijn gelegen, waar het verboden is de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

W

 

Artikel 4:15, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

X

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

Y

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

Z

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

AA

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

AB

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AC

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Artikel 5:18, eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AD

 

Artikel 5:23, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De burgemeester weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AE

 

Artikel 5:25, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    De verboden in het eerste en derde lid zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepsverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

AF

 

Artikel 5:26, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, het Wetboek van Strafrecht, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

AG

 

Artikel 5:27, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AH

 

Artikel 5:29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

AI

 

Artikel 5:31, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AJ

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

AK

 

Artikel 5:34, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen T en U van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 9 november 2023.

De griffier,

J. Vervuurt

De voorzitter,

Y.F.W. Hoogtanders

Naar boven