Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
|
2.1.1
|
Definities
|
|
|
2.1.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.1.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
2.1.1.4
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
2.1.1.5
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende normbouwkostenregeling en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 20% afwijken van deze normbouwkosten.
|
|
|
2.1.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven, Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
2.1.2.1
|
omgevingsoverleg;
|
|
|
2.1.2.2
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
2.1.2.3
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
2.1.2.4
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
2.1.2.5
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
2.1.2.6
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
2.1.2.7
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
2.1.2.8
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
2.1.3
|
Bepalen tarief
|
|
|
2.1.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.1.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
2.1.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
2.1.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
2.1.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
2.1.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2 Voorfase/indicatieverzoek
|
2.2.1
|
Omgevingsoverleg
|
|
|
2.2.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek (om vooroverleg of het beoordelen van een conceptaanvraag) in verband met het verkrijgen van een indicatie of een of meer activiteiten passen in de regelgeving en het overheidsbeleid over de fysieke leefomgeving, waaronder de omgevingsvisie van de gemeente en andere overheidsinstanties, en kansrijk is om verder te ontwikkelen
|
€ 815,40
|
|
2.2.1.2
|
Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2.1.1 klaarblijkelijk bij vergissing is ingediend dan wel op verzoek van de gemeente Schiedam wordt ingetrokken, bedraagt het tarief
|
|
|
2.2.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een gewenste ontwikkeling aan de omgevingstafel te bespreken met als hoofddoel dat een goed te behandelen vergunningaanvraag of meldng kan worden ingediend met een voor alle belanghebbenden acceptabele uitkomst
|
€ 2.195,40
|
|
2.2.1.4
|
Indien op grond van artikel 2.2.1.3 alleen de verkennende fase aan de omgevingstafel is doorlopen (en daarna blijkt dat de ontwikkeling toch niet wenselijk of haalbaar is)
|
€ 940,85
|
|
Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
2.3.1
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel), Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de vastgestelde bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:
|
|
2,500%
|
2.3.1.1.1
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 172,05
|
|
2.3.1.2
|
Indien de vastgestelde bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: vermeerderd met 2,3% van de vastgestelde bouwkosten > € 15.000,00:
|
€ 375,00
|
2,300%
|
2.3.1.3
|
Indien de vastgestelde bouwkosten € 50.000,00 tot € 100.000,00 bedragen: vermeerderd met 2,1% van de vastgestelde bouwkosten > € 50.000,00;
|
€ 1.180,00
|
2,100%
|
2.3.1.4
|
Indien de vastgestelde bouwkosten € 100.000,00 tot € 400.000,00 bedragen: vermeerderd 1,9% met van de vastgestelde bouwkosten > € 100.000,00;
|
€ 2.230,00
|
1,900%
|
2.3.1.5
|
Indien de vastgestelde bouwkosten € 400.000,00 tot € 4.000.000 bedragen: vermeerderd met 1,7% van de vastgestelde bouwkosten > € 400.000,00;
|
€ 7.930,00
|
1,700%
|
2.3.1.6
|
Indien de vastgestelde bouwkosten € 4.000.000,00 of meer bedragen: vermeerderd met 1,2% van de vastgestelde bouwkosten > € 4.000.000,00;
|
€ 69.130,00
|
1,200%
|
2.3.2.1
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden en gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel), Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.2.2
|
voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit): (binnenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 538,50
|
|
2.3.2.3
|
voor de bouwactiviteit die niet in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken, maar wel in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Ow (zie artikel 22.32 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het IbOw).
|
€ 538,50
|
|
2.3.2.4
|
voor een andere bouwactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan - maar het toch wenselijk is de bouwactiviteit toe te staan omdat dit bijdraagt aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (buitenplanse omgevingsplan activiteit):
|
|
|
2.3.2.4.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 400.000,00 bedragen
|
€ 3.266,05
|
|
2.3.2.4.2
|
indien de bouwkosten € 400.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen
|
€ 6.677,95
|
|
2.3.2.4.3
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen
|
€ 10.091,25
|
|
2.3.2.4.4
|
indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 4.000.000,00 bedragen
|
€ 13.355,90
|
|
2.3.2.4.5
|
indien de bouwkosten € 4.000.000,00 of meer bedragen
|
€ 20.034,05
|
|
2.3.3
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk, Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: 1,1% van de kosten,
|
|
1,100%
|
2.3.3.1
|
met een minimum van:
|
€ 255,70
|
|
2.3.3.2
|
en een maximum van:
|
€ 1.134,10
|
|
Paragraaf 4 Omgevingsactiviteit buitenplans (zonder bouwactiviteit)
|
2.4.1
|
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (waarbij geen spake is van een bouwactiviteit)
|
|
|
2.4.1.1
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 538,50
|
|
2.4.1.2
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
|
|
2.4.1.2.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 400.000,00 bedragen
|
€ 3.266,05
|
|
2.4.1.2.2
|
indien de bouwkosten € 400.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen
|
€ 6.677,95
|
|
2.4.1.2.3
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen
|
€ 10.091,25
|
|
2.4.1.2.4
|
indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 4.000.000,00 bedragen
|
€ 13.355,90
|
|
2.4.1.2.5
|
indien de bouwkosten € 4.000.000,00 of meer bedragen
|
€ 20.034,05
|
|
Paragraaf 5 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
2.5
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
2.5.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a (in geval van een rijksmonument onder b), van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.5.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: 1,1% van de kosten
|
|
|
2.5.1.1.1
|
met een minimum van:
|
€ 255,70
|
|
2.5.1.1.2
|
en een maximum van:
|
€ 693,50
|
|
2.5.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: 1,1% van de kosten
|
|
|
2.5.1.2.1
|
met een minimum van:
|
€ 255,70
|
|
2.5.1.2.2
|
en een maximum van:
|
€ 693,50
|
|
2.5.1.3
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in deze paragraaf genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 255,70
|
|
2.5.1.4
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening 2022 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
2.5.2
|
Sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.5.2.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: 1,1% van de kosten
|
|
|
2.5.2.1.1
|
met een minimum van:
|
€ 255,70
|
|
2.5.2.1.2
|
en een maximum van:
|
€ 693,50
|
|
2.5.3
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Paragraaf 6 Milieubelastende activiteiten
|
2.6.1
|
Omgevingsplanactiviteit: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidschat), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.503,05
|
|
2.6.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten:
- -
die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2;
- -
in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4;
- -
in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5;
- -
in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6;
- -
in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7;
- -
in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8;
- -
in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9;
van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 4.056,30
|
|
Paragraaf 7 Lozingsactiviteiten
|
2.7.1
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
2.7.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.145,80
|
|
2.7.2
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
2.7.2.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.537,90
|
|
Paragraaf 8 Aanlegactiviteiten
|
2.8.1
|
Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven (gereserveerd)
|
|
|
2.8.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel [...] van het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 256,95
|
|
2.8.1.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in artikel [...] van het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 256,95
|
|
2.8.1.3
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in een gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in artikel [....] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 383,20
|
|
2.8.1.4
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 383,20
|
|
2.8.1.5
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 383,20
|
|
2.8.2
|
Overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
2.8.2.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
- a.
aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
- b.
indrijven van voorwerpen,
- c.
- d.
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 383,20
|
|
2.8.3
|
Aanleggen of veranderen weg waarbij een geluidsgevoelig gebouw is toegelaten
|
|
|
2.8.3.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 226,60
|
|
2.8.4
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
2.8.4.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening 2013 Schiedam in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 226,60
|
|
2.8.5
|
Uitweg/uitrit
|
|
|
2.8.5.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schiedam 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 226,60
|
|
2.8.6
|
Overige aanlegactiviteiten
|
|
|
2.8.6.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 372,05
|
|
Paragraaf 9 Overige activiteiten
|
2.9.1
|
Kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
2.9.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3 van de bomenverordening Schiedam 2011 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het basistarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor één boom:
|
€ 309,60
|
|
2.9.1.1.1
|
vermeerderd voor 2 of meer bomen, per boom met:
|
€ 24,70
|
|
2.9.1.1.2
|
met een maximum van:
|
€ 853,00
|
|
2.9.2
|
Reclame
|
|
|
2.9.2.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening Schiedam 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten
|
€ 256,95
|
|
2.9.3
|
Andere activiteiten
|
|
|
2.9.3.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit of een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 256,95
|
|
Paragraaf 10 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
2.10.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.10.1.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
- a.
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
- 1.
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 2.
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- 3.
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
- 4.
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
- b.
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 721,70
|
|
2.10.2
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
|
2.10.2.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op één of meerdere milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 2.268,20
|
|
2.10.3
|
Geluidproducerende activiteiten
|
|
|
2.10.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Schiedam 2013
|
€ 343,20
|
|
2.10.3.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing bouwlawaai als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (en voor zover noodzakelijk in combinatie met een ontheffing van het verbod op het veroorzaken van geluid hinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Schiedam 2013)
|
€ 343,20
|
|
2.10.3.3
|
Indien het college oordeelt dat voor de beoordeling van de aanvraag akoestisch advies dient te worden ingewonnen wordt het onder lid 1 en lid 2 verschuldigde bedrag verhoogd met een opslag van
|
€ 343,20
|
|
2.10.4
|
Overige activiteiten
|
|
|
2.10.4.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in paragraaf 2.10 bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 721,70
|
|
Paragraaf 11 Overige tarieven
|
2.11.1
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
2.11.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 232,10
|
|
2.11.2
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
2.11.2.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld substantiële wijziging in het project, is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
2.11.2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 232,10
|
|
2.11.3
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
2.11.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 146,65
|
|
2.11.4
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
2.11.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.1.2.2, in behandeling is genomen:
|
€ 146,65
|
|
2.11.5
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
2.11.5.1
|
De in artikel 2.12.3 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit
|
€ 146,65
|
|
2.11.6
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
2.11.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 232,10
|
|
Paragraaf 12 Modaliteiten
|
2.12.1
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.12.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.9 verschuldigde leges verhoogd met 10%:
|
|
|
2.12.1.2
|
met een maximum van
|
€ 1.380,25
|
|
2.12.2
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
2.12.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
2.12.2.1.1
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 1.237,20
|
|
2.12.2.1.2
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in artikel 2.12.2.1.1
|
€ 721,70
|
|
2.12.3
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
2.12.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
2.12.3.1.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 339,15
|
|
2.12.3.1.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 339,15
|
|
2.12.3.1.3
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 339,15
|
|
2.12.3.1.4
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 339,15
|
|
2.12.3.1.5
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 339,15
|
|
2.12.3.1.6
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 1.840,25
|
|
2.12.3.1.7
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 339,15
|
|
2.12.4
|
Advies
|
|
|
2.12.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
2.12.4.1.1
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 579,00
|
|
2.12.4.1.2
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:
|
|
|
2.12.4.1.3
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2.12.4.1.2:
|
|
|
2.12.5
|
Instemming
|
|
|
2.12.5.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
2.12.5.2.
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.12.5.3.
|
Het bedrag bedoeld in het tweede lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 13 Vermindering
|
2.13.1
|
Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
2.13.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.1.2, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.9, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.1.2, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 100% van de voor het omgevingsoverleg geheven leges:
|
|
|
2.13.1.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
- a.
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
- b.
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
- c.
binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
2.13.1.3
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: nul euro
|
|
|
2.13.2
|
Vermindering na meervoudige aanvraag
|
|
|
2.13.2.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.6 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt
|
|
|
2.13.2.1.1
|
2% bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.13.2.1.2
|
4% bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
2.13.2.1.3
|
5% bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
Paragraaf 14 Teruggaaf
|
2.14.1
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
2.14.1.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 85% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
2.14.2
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
2.14.2.1
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt 85% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
2.14.3
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift
|
|
|
2.14.3.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.14.3.2
|
75% bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.14.3.3
|
50% bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
2.14.3.4
|
100% bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het college van burgemeester en wethouders: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
2.14.4
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning
|
|
|
2.14.4.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
2.14.5
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
|
2.14.5.1
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 40% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
2.14.5.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.14.6
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
2.14.6.1
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op paragraaf 2.12 modaliteiten
|
|
|
2.14.7
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
2.14.7.1
|
Bij teruggaaf als bedoeld in paragraaf 2.14 blijft tenminste verschuldigd het minimumbedrag van € 100,00
|
|
|