Gemeenteblad van Veere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 509899 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 509899 | beleidsregel |
Met veel genoegen en enthousiasme presenteren we u het beleidsplan voor een groenere toekomst in onze prachtige gemeente. We zijn in Veere trots op ons groen. Het groen in de kernen en het groene landschap er om heen. En we doen er alles aan om de schoonheid van onze omgeving te behouden.
Er is een sterke relatie tussen natuur en landschap en ons geluksgevoel. We wonen hier graag vanwege het groene karakter. Ook onze bezoekers fietsen, wandelen en genieten van het groen in onze gemeente.
Samen met onze groene partners zoals het Waterschap Scheldestromen, Staatsbosbeheer, de provincie Zeeland, het Zeeuwse Landschap en vele particulieren en agrariërs en de gemeenten Vlissingen en Middelburg beheren we het landschap van Walcheren. Het groen en het landschap is ons kapitaal en is ons heel wat waard. Dit willen we zo houden en liefst nog verbeteren.
Vermindering van biodiversiteit en het veranderende klimaat zetten ons aan het denken. We moeten actie ondernemen! Dat kunnen we als gemeente doen op verschillende manieren. Meer groen en bomen aanplanten in de kernen, meer ruimte reserveren voor groen, groen meer bio divers maken door het gebruik van inheemse soorten. Maar ook onze inwoners stimuleren om hun tuinen groener te maken.
Het verhogen van biodiversiteit en het aanpakken van klimaatverandering zijn belangrijke pijlers in dit beleidsplan. Deze thema’s zijn naar voren gekomen uit het participatietraject dat we hebben uitgevoerd. We hebben een enquête gehouden en zijn langs verschillende dorps- en stadsraden gegaan om input te verzamelen.
Tijdens de gesprekken en enquête hebben we gemerkt dat er behoefte is aan meer kleur en fleur en mooiere entrees voor onze kernen. Ook willen de bewoners graag betrokken worden en zelfbeheer kunnen uitvoeren. Daarnaast is er vraag naar groene bestrating.
We richten ons bij het groenbeheer op vier principes:
1. We zorgen voor gevarieerd bereikbaar en gezond groen voor alle inwoners van Veere.
2. We zorgen dat groen bijdraagt aan het behouden van droge voeten, een koel hoofd en een gezonde bodem.
3. De kernen worden natuurinclusief en duurzaam aangelegd en beheerd.
4. We doen allemaal wat we kunnen én doen het samen.
Daar gaan we de komende 8 jaar mee aan de slag!
Groen is essentieel. Groen verbetert het milieu, zorgt voor een rijke biodiversiteit, vermindert luchtvervuiling, zorgt voor waterberging, dempt geluidshinder en verkoelt in warme periodes. Groen is essentieel voor een klimaatbestendige en duurzame omgeving. Daarnaast is er een aangetoond positief effect op de gezondheid en sociale interactie van mensen die in een groene omgeving wonen, werken en recreëren. Kortom, alle reden om goed te zorgen voor het groen in onze gemeente.
En onze gemeente vindt groen belangrijk. In zowel de Omgevingsvisie als de Integrale Visie voor de Openbare Ruimte (IVOR) worden ambities beschreven waarin groen een belangrijke rol speelt. Ook Veerenaren waarderen het huidige groen enorm en willen niet alleen meer groen (en bomen), maar ook dat het huidige groen goed wordt onderhouden en behouden. Dit bleek uit zowel de enquête (317 respondenten) als interviews met stads- en dorpsraden. Het behouden van de historische identiteit en het karakter binnen de kern wordt heel belangrijk gevonden. De inwoners zijn trots op hun unieke landschap en zien kansen voor het versterken hiervan.
Dit vraagt om een manier van inrichten en onderhouden waarbij het belang van groen vanuit verschillende perspectieven wordt bekeken, zodat we alle kansen die groen biedt, kunnen benutten. De focus in dit plan ligt op acht hoofdopgaven uit de Omgevingsvisie en de IVOR. Deze hoofdopgaven zijn teruggebracht naar vier hoofdprincipes met daarbij uitgangspunten voor het Veerse groen.
We maken de openbare ruimte groener waar we kunnen. Dit doen we onder andere door het principe ‘groen tenzij’ toe te passen. Straten en pleinen worden groen, behalve als andere functies dat onmogelijk maken. Sporten, spelen en bewegen gebeurt, zoveel mogelijk, in het groen. Met het groener maken van de leefomgeving stimuleren we zowel de fysieke als de mentale gezondheid van onze inwoners, ondernemers en bezoekers.
Het klimaat verandert, dus we moeten onze omgeving bestand maken tegen weersextremen. We richten onze openbare ruimte steeds groener in, zodat deze wateroverlast door hevige regenval beperkt, regenwater opvangt en bergt voor droge periodes en hittestress vermindert door schaduw van bomen. We investeren in een gezonde bodem, zodat alles zowel onder als boven de grond tot zijn recht kan komen.
We slaan graag de handen ineen met bewoners, ondernemers, woningbouwcorporaties en andere organisaties (waaronder andere overheden) om samen te werken aan een groenere leefomgeving. We moedigen bewoners, bedrijven en organisaties aan hun eigen buitenruimte groener te maken. Ook willen we inwoners betrekken bij de inrichting, het beheer van groen samen uit te voeren of een deel over te dragen via een afspraak voor zelfbeheer.
Het werken volgens de principes gebeurt deels al dagelijks in zowel het onderhoud en het vervangen van groen, in de communicatie met inwoners, bij herinrichtingen van de openbare ruimte en bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. We zien echter ook dat we niet van vandaag op morgen volledig volgens de principes werken. De beleidsuitgangspunten helpen ons om anders te gaan werken en te werken aan een groener en gezonder Veere.
Het werken volgens de principes gebeurt deels al dagelijks in zowel het onderhoud en het vervangen van groen, in de communicatie met inwoners, bij herinrichtingen van de openbare ruimte en bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. We zien echter ook dat we niet van vandaag op morgen volledig volgens de principes werken. De beleidsuitgangspunten helpen ons om anders te gaan werken en te werken aan een groener en gezonder Veere.
Groen is essentieel. Groen verbetert het milieu, zorgt voor een rijke biodiversiteit, vermindert luchtvervuiling, zorgt voor waterberging, dempt geluidshinder en verkoelt in warme periodes. Groen is essentieel voor een klimaatbestendige en duurzame omgeving. Daarnaast is er een aangetoond positief effect op de gezondheid en sociale interactie van mensen die in een groene omgeving wonen, werken en recreëren. Kortom, alle reden om goed te zorgen voor het groen in onze gemeente.
Dit Groenbeleidsplan is een verdere uitwerking van de ambities die beschreven staan in de Omgevingsvisie Veere 2047 en de Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR) die in 2021 is vastgesteld door de gemeenteraad. Vanuit die visies werkt de gemeente aan aantrekkelijke en prettige kernen met rust en ruimte. De acht Veerse opgaven uit de Omgevingsvisie en de IVOR zijn daarbij de belangrijkste speerpunten.
Figuur 1.1: de 8 Veerse opgaven uit de omgevingsvisie en IVOR.
De focus voor het groen wordt vertaald aan de hand van de hoofdopgaven uit deze visies (figuur 1.2). Deze hoofdopgaven zijn in dit Groenbeleidsplan uitgewerkt in vier leidende principes voor het Veerse groen:
• Aantrekkelijk, bereikbaar en gezond Veere: We zorgen voor gevarieerd en bereikbaar groen voor alle inwoners van Veere.
• Klimaatbestendig Veere: We zorgen dat groen bijdraagt aan het behouden van droge voeten, een koel hoofd en een gezonde bodem.
• Natuurlijk en duurzaam Veere: De kernen worden natuurinclusief en duurzaam aangelegd en beheerd
• Leefbaar en ondernemend Veere: We doen allemaal wat we kunnen én doen het samen.
Figuur 1.2: vertaling van de 8 Veerse opgaven naar de groenprincipes.
• Heeft betrekking op het openbare, gemeentelijke groen wat zich binnen de bebouwde kom grenzen van de gemeente Veere met een doorkijk naar het omliggende landschap.
• Geeft richting aan de ambities en thema’s uit de IVOR en de Omgevingsvisie.
• Legt de kaders vast voor uitbreidingsplannen, herinrichtingen, (onderhouds)bestekken, gewenst gebruik en communicatie over het groen in Veere.
• Biedt handvatten voor verdere uitwerkingen in het Groenbeheerplan en voor de toekomstige actualisatie van de groene invulling van het Handboek Inrichting Openbare Ruimte, zie figuur 1.3.
• Inspireert en stimuleert partners in de kernen, denk hierbij aan inwoners, het bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en andere overheidsinstellingen.
Figuur 1.3: positionering van het Groenbeleidsplan ten opzichte van de andere plannen
Dit Groenbeleidsplan is tot stand gekomen via een interactief proces met inwoners, stads- en dorpsraden en medewerkers van de gemeente. Beheerders en beleidsadviseurs vanuit verschillende thema’s zoals duurzaamheid, klimaat, sport en spelen, ruimtelijke ontwikkeling, groenbeheer, economie zijn betrokken geweest. Via een raadsinformatieavond is de gemeenteraad geïnformeerd en naar hun mening gevraagd. Inwoners zijn gevraagd hun mening te geven over het groen via een enquête. Daarnaast zijn alle stads- en dorpsraden uitgenodigd voor gesprekken en hebben vijf stads- en dorpsraden aangegeven mee te willen doen. Er hebben diepte-interviews plaatsgevonden met leden van de kernen Veere, Meliskerke, Zoutelande, Serooskerke en Domburg.
Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit Groenbeleidsplan.
Hoofdstuk 2 geeft een beknopt overzicht van het huidig beleid; een analyse van het huidige beleid en de belangrijkste uitgangspunten voor het groen.
Hoofdstuk 3 beschrijft wat we beheren, wat de huidige kwaliteit en beleving is van het groen en geeft een beschrijving van de functiegebieden en groenstructuren.
Hoofdstuk 4 beschrijft het belang van groen, behandelt de belangrijkste uitdagingen in de gemeente en geeft voorbeelden hoe het groen in de gemeente nu al bijdraagt aan de Veerse ambities.
Hoofdstuk 5 gaat in op wat we willen en hoe we dat gaan bereiken aan de hand van vier leidende principes.
Hoofdstuk 6 gaat over wat de organisatie gaat doen. Dit gaat over beleidskaders, werkwijze, financiering, kennis, communicatie & samenwerking en evalueren & onderzoeken. Hier staat ook een korte uitleg over het uitvoeringsprogramma.
Ten aanzien van het beheren en inrichten van de groene openbare ruimte zijn er in diverse plannen van de gemeente Veere uitgangspunten vastgelegd.
We benoemen de belangrijkste uit de volgende gemeentelijke plannen:
• Omgevingsvisie Veere 2047 (vaststelling maart 2023)
• Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR)
• Hoofdlijnenakkoord 2022-2026, Veere breed verbinden
• Gedragscode Flora en Fauna (concept)
• Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025
• Omgevingsverordening 2018 (met daarin opgenomen het Natuur Netwerk Zeeland)
• Klimaat Adaptatie strategie Zeeland
Dit hoofdstuk is een beknopte samenvatting van al deze plannen met daarbij de belangrijkste uitgangspunten op een rijtje gezet. Voor de volledigheid van dit Groenbeleidsplan is in bijlage 1 een beschrijving gegeven per beleidsstuk van de essentie met een aantal belangrijke ambities, doelstellingen die betrekking hebben op het groen.
Aan de hand van de 8 Veerse opgaven uit de Integrale Visie Openbare Ruimte en Omgevingsvisie zijn deze uitgangspunten gestructureerd.
Figuur 2.1: 8 Veerse thema’s uit de IVOR
Hoofddoelen gemeentelijk en provinciaal beleid in relatie tot het groen
Wat is kenmerkend voor het groen in Veere, hoeveel groen beheert de gemeente en wat is de kwaliteit daarvan? In dit hoofdstuk wordt dat besproken. Daarnaast gaan we in op de mening van de inwoners ten aanzien van het groen en definiëren we functiegebieden en de groenstructuren.
Het gemeentelijke groen is alles dat binnen de bebouwde kom van de gemeente ligt. Het omliggende landschap is verbonden aan het gemeentelijke groen in de kernen, maar is niet in het beheer en eigendom van de gemeente. Echter zijn deze gebieden ook kenmerkend voor gemeente Veere.
Wat kenmerkt het groen in Veere?
Veere is een aantrekkelijke gemeente met een rijke historie en heeft een aantal kernen met prachtige architectuur. Door de eeuwen heen kende de gemeente Veere ook een bijzondere groene ontwikkeling. Zo zijn in Veere de voormalige verdedigingswallen nu groene recreatieplekken waar mensen de cultuurhistorie beleven en ontspannen door er te wandelen en te picknicken.
Ook de zee heeft tot op de dag van vandaag invloed op de ontwikkeling van het huidige landschap. Stormvloeden in de vroege Middeleeuwen zorgden ervoor dat er een netwerk van kreken in het veenlandschap ontstond. Deze venen klonken in en na verloop van tijd ontstond er land. Daardoor is het voor Walcheren zo karakteristieke kreekruggenlandschap ontstaan met de lagergelegen poelgronden.
Het groen in de kernen zorgt, samen met de wegen, voor structuur. Veelal lopen deze groenstructuren richting de kern van de stad/dorp waar een oude kerk staat omgeven door oude bomen en hagen. Het groen structureert de kernen en is bepalend voor de identiteit.
De gemeente heeft prachtige groengebieden (deels) in haar beheer. Enkele voorbeelden:
Het groenareaal bestaat uit bomen, beplanting, grassen, hagen en watergangen zoals in beheer bij gemeente Veere. De gemeentelijke sportaccommodaties en begraafplaatsen behoren ook tot dit Groenbeleidsplan. In totaal beheren we ongeveer 220 hectare (2,2 miljoen m2 ) groen en water.
Figuur 4.1: Groenareaal gemeente Veere juli 2022.
Wat is de huidige kwaliteit van het groen?
Het huidige ambitieniveau van de gemeente is vastgesteld op een basisniveau (B), met de uitzondering van gras in landschap en recreatiezone (C) en met een A-niveau in de centra en op de begraafplaatsen.
Uit de schouwresultaten van 2015 t/m 2021 blijkt gemiddeld genomen op alle geschouwde locaties (+/-100 per jaar) een A-B kwaliteit is gemeten voor de heesters, hagen en bomen (groene en gele kleur). Alleen het gras scoort gemiddeld lager, een C kwaliteit (zie figuur 4.2).
Op een aantal locaties is een hoger onderhoudsniveau waargenomen dan de vastgestelde B-kwaliteit. Gezien het geringe aantal schouwlocaties geven de scores slechts een eerste indicatie voor de gehele groene buitenruimte van Veere.
Figuur 4.2: Schouwresultaten gemeente Veere 2015 t/m 2021
De algemene norm geeft aan dat 10% van het areaal een lagere score mag hebben dan het ambitieniveau van de gemeente (CROW-norm). Omdat het groenareaal gedurende de levensduur in kwaliteit afneemt, mag een deel van je areaal afwijken van het ambitieniveau, omdat het niet werkbaar is om al het groenareaal op dit ambitieniveau te behouden.
Over het algemeen bekeken gaat het dus redelijk goed met de kwaliteit van de beplanting, hagen en bomen. Een groter gedeelte dan we zouden willen scoort laag.
Twee keer per jaar worden er door de eigen dienst schouwen uitgevoerd om de kwaliteit van het groen te meten. De eerste schouwronde vindt plaats in juni-juli en de tweede in oktober. Gemiddeld worden er zo’n 100 locaties geschouwd per jaar.
Van de geschouwde locaties, scoort veel gras laag (84%). Doordat de schouwen in juni-juli en oktober worden uitgevoerd, heeft dit invloed op de kwaliteit van het gras. Dit zijn periodes waarin er veel droogte is (en afgewisseld met hevige regenval). Dit heeft invloed op de bomen, gras, hagen en de beplanting. Gras kan er dor en droog uitzien of juist enorm snel groeien, waardoor het beeld er slecht uitziet. 26% van de beplanting scoort laag en 19% van de hagen en de bomen scoren laag.
Wanneer we kijken naar de schouwperiode 2015 t/m 2021 gaat het over het algemeen steeds beter met de beplanting en hagen (figuur 4.3). De bomen blijven gedurende deze periode redelijk stabiel qua geschouwde kwaliteit. De kwaliteit van het gras schommelt. Dit komt vooral door de manier van schouwen, er wordt vergeleken met een perfect gazon terwijl we een ander beeld als wenselijk zien (meer bloemen en kruiden). Deze beeldmeetlat passen we dus aan.
Figuur 4.3: schouwgegevens groen 2015 t/m 2021.
Wat vinden de inwoners van het groen?
Om uit te zoeken wat de inwoners en ondernemers van Veere vinden van het groen is er een enquête uitgezet (317 respondenten). Ook de gemeenteraad, stads- en dorpsraden en de jeugdraad zijn apart benaderd om de enquête in te vullen. Zie bijlage 4 voor meer informatie over de enquête. Daarnaast vonden er diepte-interviews plaats met een aantal leden van de stads- en dorpsraden van Veere, Meliskerke, Zoutelande, Serooskerke en Domburg. Via vooraf bedachte routes (eventueel met locaties die de deelnemers aangaven) is er rondgefietst door de kernen met ongeveer 2 vertegenwoordigers van de betreffende stads- of dorpsraad. Op 5 tot 8 plekken is stilgestaan en gepraat over de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen voor dat gebied of de gehele kern qua groen. In bijlage 5 is een totaaloverzicht opgenomen van de uitkomsten van alle diepte-interviews.
Veerenaren geven aan dat ze het huidige groen enorm waarderen en willen niet alleen meer groen (en bomen), maar ook dat het huidige groen goed wordt onderhouden en behouden. Het behouden van de historische identiteit en het karakter binnen de kern wordt heel belangrijk gevonden. De inwoners zijn trots op hun unieke landschap en zien kansen voor het versterken hiervan. Ze vinden groen om water op te vangen tijdens hevige regenbuien, groen dat zorgt voor verkoeling op hete dagen en groen om het aantal insecten en bijen te stimuleren de belangrijkste opgaven waar groen aan kan bijdragen. Aantrekkelijke dorpsentrees met veel kleur en fleur wordt als een van de kansen benoemd. Daarbij is de wens voor meer diversiteit en kleur en fleur om bijvoorbeeld ziektes in beplanting of bomen te voorkomen en om een bijdrage te leveren aan het versterken van de biodiversiteit.
“Wat minder kort afmaaien (soms is het tot op grond afgemaaid) en ook wat meer ongemaaid gras in verband met de diversiteit van bloemen en insecten.”
89,6% van de inwoners en ondernemers van Veere kiest voor verschillende typen bomen, in plaats van een rij met dezelfde soort, om boomziektes te voorkomen.
In de eigen woonwijk is het groen om de natuur te ervaren en voor spelen, sporten en bewegen het meest van belang. De meeste inwoners willen een bijdrage leveren door water op te vangen op eigen terrein, mee te doen in het groenonderhoud of groen adopteren.
“Laat bewoners de stoep (althans een gedeelte ervan) adopteren: stel aarde en planten beschikbaar. Voorbeeld: Tegel eruit, groen erin.”
Ruimte voor parkeren en een groenere buitenruimte blijft een vraagstuk. De meningen zijn erover verdeeld, maar het merendeel (80%) heeft liever ruimte voor groen dan parkeren. Ook is het merendeel ermee eens dat als de gemeente een straat opnieuw inricht, deze groener moet worden dan de straat nu is, ook als dit ten koste gaat van parkeerruimte.
“De meerwaarde van een groene woonomgeving weegt op tegen de mogelijke overlast van het openbaar groen.”
Veel inwoners geven aan dat ze een prachtige omgeving hebben, maar dat er beter onderhoud nodig is. Daarbij is de wens vanuit de inwoners voor minder snippergroen en meer grotere aaneengesloten stukken groen.
“Groen verhoogt het woongenot, dus het is belangrijk dat het er goed bij ligt en bijdraagt aan bijvoorbeeld klimaatadaptatie en versterken van de biodiversiteit.”
Diepte-interviews met stads- en dorpsraden
Aan de hand van de diepte-interviews is een SWOT-analyse van gemaakt. In de tabel worden de hoofdconclusies van de 5 fietsrondes weergegeven.
Hoe delen we onze groene openbare ruimte in?
De gemeente Veere is in dit plan opgedeeld in zeven verschillende functiegebieden. Vijf daarvan komen uit de IVOR en deze zijn aangevuld met begraafplaatsen en sportparken, omdat we voor het groen op en rondom de begraafplaatsen en de sportparken specifieke ambities hebben voor het beheer en de inrichting:
• Sportparken (Groenbeleidsplan)
• Begraafplaatsen (Groenbeleidsplan)
De functiegebieden verschillen in de manier waarop ze worden gebruikt. Dit vraagt per functiegebied om specifiek beheer, een andere inrichting en eigen ambities. Hieronder wordt de huidige situatie van de functiegebieden vanuit een groene blik beschreven.
Er is over het algemeen minder groen in de centra van de kernen dan in de wijken, maar het groen dat er is, heeft een hogere inrichtingskwaliteit. Dit is terug te zien in het gebruik van typen vaste planten bij (de entrees) van centra, waardevolle groenelementen zoals de bomen rond de kerk in Serooskerke en op het Oranjeplein in Veere. Er wordt intensief gebruik gemaakt van deze plekken door inwoners en toeristen. De houdbaarheid van de openbare ruimte is beperkter dan woonwijken doordat er vaker schade is en de centra onderhevig zijn aan trends. Een inrichting die twintig jaar geleden modern was met bijvoorbeeld rozen, wordt nu gedateerd en ouderwets gevonden.
De woongebieden kenmerken zich over het algemeen door wegen, verhoogde stoepen en voldoende ruimte voor parkeren. Hierdoor staan er veel auto’s op of naast de rijbaan. Vooral oudere woonwijken zijn verhard en kenmerken zich door een brede rijbaan met aan beide zijden trottoir. Er is meer ruimte voor groen dan in de centra en het groene karakter wordt voor een groot deel ook bepaald door de aanwezigheid van particulier groen.
Kenmerkend voor de twaalf bedrijventerreinen in de gemeente Veere is dat ze functioneel zijn ingericht en bestaan uit veel verharding en weinig tot geen groen. Er zijn weinig woningen en er staan veel loodsen en soms kantoorpanden. Functionaliteit en de begrippen schoon, heel en veilig staan voorop. Dit is terug te zien in brede wegen en grasbermen. De openbare ruimte wordt soms ook als opslagplaats gebruikt, door geparkeerde auto’s en grote wagens op de momenten dat er geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden.
Het buitengebied van Veere is door de relatief kleine kernen nooit ver weg. Vaak is het onderscheid tussen bebouwing en buitengebied abrupt. In het groene buitengebied zijn er plekken om te bewegen. Het buitengebied is niet in beheer en eigendom van de gemeente, om ambities te verwezenlijken is de gemeente (sterk) afhankelijk van haar partners: Waterschap, de Provincie Zeeland en Rijkswaterstaat.
De recreatieparken kenmerken zich door de aanwezigheid van vele vakantiewoningen. De uitstraling van deze parken is een stuk natuurlijker en rustiger dan de woongebieden. Er zijn minder trottoirs, alleen langs de hoofdrijbanen. Parkeren gebeurt op eigen terrein, waardoor er weinig auto’s op straat staan. Er is daardoor ook meer ruimte voor openbaar groen. Doordat er weinig inrichtingselementen zijn, hebben recreatieparken een natuurlijke uitstraling.
Naast de recreatieparken beheren we gedeeltelijk ook het Rijksmonumentale Park Welgelegen in Serooskerke, een park in Engelse landschapsstijl, ontworpen door Louis Paul Zocher. Recreatie en ontspanning staan hier voorop.
De bossen en Natura-2000-gebieden zoals bij Domburg, zijn veelal in beheer van Staatsbosbeheer.
De sportparken zijn over het algemeen functioneel ingericht en liggen vaak aan de randen van de kernen. We beheren enkel het groen rondom de sportparken.
Begraafplaatsen zijn bijzondere en rustige, groene plekken in de gemeente met vaak een lange historie. Het zijn stille plekken om graven te bezoeken en verzorgen. Begraafplaatsen dragen als cultuurhistorische en groene, boomrijke locaties in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de gemeente.
De groenstructuur is gemeente-eigendom overstijgend, moet op elkaar aansluiten om robuust en sterk te zijn en voor flora en fauna de verbinding leggen tussen leef- en foerageergebieden.
Binnen de groenstructuur van Veere vallen ook meer bijzondere gebieden die ook wettelijk beschermd zijn:
• Natura 2000-gebieden: Een Europees beschermd natuurgebied. In deze Natura 2000-gebieden worden bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit (soortenrijkdom) te behouden. Het gebied tussen Domburg en Breezand is grotendeels Natura 2000. Een klein deel hiervan ligt in gemeentelijk eigendom.
• Cultuurhistorische elementen: Een vorm van groenaanleg die terug te voeren is op cultuurhistorische en maatschappelijke ontwikkelingen of gebeurtenissen. De aanleg zegt iets over de levens- en denkwijze van de eigenaar en/of gebruikers. In de gemeente Veere gaat het om Park Welgelegen (deels gemeentelijk eigendom?), de oude begraafplaatsen in diverse kernen en kerkringen.
De gemeentelijke groenstructuur bestaat uit groenelementen die van betekenis zijn voor de kernen als geheel. De groenstructuur vervult meerdere functies en is duidelijk herkenbaar in de kernen. Groen behoort tot de gemeentelijke groenstructuur als het in eigendom en beheer is van de gemeente Veere én een functie vervult in één of meer van de volgende situaties:
• het draagt bij aan een min of meer aaneengesloten groen netwerk;
• het is bepalend voor de identiteit van een kern;
• het behoort tot een belangrijke recreatieve plek van de gemeente;
• het begeleidt een (recreatieve) hoofdroute;
• het heeft een belangrijke betekenis voor de ecologische structuur;
• het draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid van de gemeente.
Elementen gemeentelijke groenstructuur
De groenstructuur is per kern op kaart aangegeven (zie bijlage 3).
De groenstructuur bestaat uit:
• Groen en bomen langs de belangrijkste wegen (hoofdstructuur)
• Entrees en markante groene plekken (hoofdstructuur)
• Grote groene gebieden als parken, begraafplaatsen en sportparken*
• Groene buffers langs de kernen
• Ecologisch belangrijke elementen
De groenstructuur is van belang voor de leefbaarheid in de kernen. Daarom is de gemeentelijke visie dat al het groen binnen de gemeentelijke hoofdgroenstructuur behouden moet blijven. Samen met onze groene partners zetten we daarnaast in op een robuuste groenstructuur met onderlinge verbindingen. Deze ruimtelijke ambitie is als te ontwikkelen groenstructuur op de kaarten aangegeven.
*Voor begraafplaatsen en sportparken geldt dat de functie van deze gebieden voorop staat: bij uitbreidingen is het groen ondergeschikt. Maar ook bij die gebieden liggen kansen om de groenstructuur robuuster en biodiverser te maken.
Groen is essentieel. Het klimaat verandert, het aantal kinderen, jongeren en volwassenen met (ernstig) overgewicht stijgt , het aantal toeristen en inwoners neemt toe, dat heeft allemaal invloed op het gebruik van het groen. Groen zorgt ervoor dat Veere een fijne plek blijft voor mensen en dieren. Dat komt vooral door het effect dat het groen heeft op:
• de aantrekkelijkheid van onze kernen;
• de gezondheid van onze inwoners en bezoekers;
• de leefbaarheid van de openbare ruimte;
Aantrekkelijk en leefbaar Veere
Hoe draagt groen bij aan een aantrekkelijk en leefbare leefomgeving?
Groen verhoogt de aantrekkelijkheid van een gebied en verbetert het vestigingsklimaat, zowel voor burgers als voor bedrijven. Een aantrekkelijke en leefbare omgeving bestaat vaak uit groene plekken. Wanneer de leefomgeving aantrekkelijk en uitnodigend is, gaan mensen eerder naar buiten. Zo kan groen bijdragen aan ontmoeting en sociale binding en het verminderen van eenzaamheid.
Welke uitdagingen zien we in Veere?
• Vaak is de druk op de openbare ruimte in onze kernen hoog. Er zijn vele functies in de openbare ruimte die gecombineerd moeten worden in de beperkte ruimte. Zoals bijvoorbeeld parkeren, energietransitie, toerisme. Bestaand groen lijdt hieronder en het is lastig nieuw groen te ontwikkelen. Op uitvoeringsniveau hebben we vaak discussies met inwoners over bijvoorbeeld het belang van groen ten opzichte van bijvoorbeeld het parkeren voor de deur.
• Ook onze ambitie om tot en met 2030 850 extra woningen te bouwen betekent een grotere druk op de beschikbare ruimte. Bij de keuze voor nieuwbouwlocaties wordt allereerst gekeken naar inbreidingsmogelijkheden in de kern (zie concept Omgevingsvisie 2047). Hierdoor blijft het omringende landschap behouden, maar komt het groen in de kernen onder druk te staan.
• Een groot deel van gemeente Veere bestaat uit particulier groen: voor- en achtertuinen, groene daken, bedrijventerreinen etc. Ook die plekken kunnen we samen groener en prettiger maken, alleen is onze invloed daar beperkter.
• In Westkapelle en Zoutelande groeit het groen door de zoute zeewind minder goed. Bomen worden minder groot en beplanting gaat sneller dood.
• Er zijn volop initiatieven van buurtbewoners om samen een stukje groen te beheren, er is bijvoorbeeld in bijna elke kern een volkstuin. Dit is niet alleen belangrijk vanwege het sociale aspect, mensen leren daardoor ook meer over de natuur.
• Dorpsraden en ondernemers hangen bloembakken aan de lantaarnpalen.
• Bewoners onderhouden boomspiegels en rotondes worden door lokale hoveniers onderhouden.
• Ouders en kinderen ontmoeten elkaar in de groene speeltuin, hondeneigenaren in losloopgebieden en buurtbewoners tijdens een wandeling bijvoorbeeld over het Bastion in Veere.
Hoe draagt groen bij aan een gezonde leefomgeving?
Uit onderzoek blijkt dat een groene omgeving een positief effect heeft op de mens. Groen is essentieel voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid. Groen in de buurt stimuleert beweging. Een groene omgeving stimuleert niet alleen beweging maar ook sporten en spelen. Spelen in een uitdagende, goed ingerichte groene omgeving heeft een positief effect op de ontwikkeling en creativiteit van kinderen. Zij worden geprikkeld om de omgeving te ontdekken en leren om al hun zintuigen te gebruiken en samen te spelen.
Groen faciliteert daarnaast sociale interactie, waardoor de mentale weerbaarheid vergroot en eenzaamheid kan worden verminderd. Ook zorgt (het zicht op) groen ervoor dat we ons beter kunnen concentreren en sneller herstellen van ziektes. Dit geldt niet alleen voor de woon- maar ook voor de werkomgeving.
Daarnaast helpt groen te beschermen tegen negatieve invloeden van buitenaf. Ruimte voor groen in plaats van vervuilende auto’s heeft een positief effect op de luchtkwaliteit. En groen kan een verkeersremmend effect bieden en langzaam verkeer stimuleren. Naast dat bomen CO2 afvangen geeft de schaduw van bomen minder overlast van hitte tijdens de hete zomers.
Welke uitdagingen zien we in Veere?
• Er is nog steeds een stijging van het aantal kinderen, jongeren en volwassenen met (ernstig) overgewicht . Zo’n 46,2% van de personen ouder dan 19 jaar in de gemeente heeft een BMI hoger dan 25 .
• Ook voelen steeds meer jongeren en ouderen zich (ernstig) eenzaam .
• Bijna een derde van de inwoners van de gemeente is 65 jaar of ouder . Dit heeft als gevolg dat een groot gedeelte van de inwoners kans heeft op langdurigere ziekte, gezondheidsklachten, dementie en daardoor meer zorg nodig heeft.
Wat gebeurt er nu al in Veere?
• Een rondje buiten hardlopen, verenigingssporten in de sportparken, voetballen op het grasveld voor de deur, bootcampen in de buitenruimte, of de pumptrack nabij Veere en Domburg.
• Daarnaast hebben inwoners van Veere gezamenlijk gezorgd voor een jeu de boules baan aan de Oliemolenstraat, waar naast een spelletje ook ontmoeting centraal staat.
• Door onze verkeersaders te vergroenen, stimuleren we langzaam en veilig verkeer, zoals de Dorpsstraat in Gapinge.
• Het bieden van kansen aan arbeidsparticipanten en jongeren zodat zij kunnen leren, participeren, re-integreren of beschut werken in het groen.
Hoe draagt groen bij aan een natuurlijke leefomgeving?
Een groene omgeving is niet alleen belangrijk voor de mens, maar ook voor de planten en dieren. De biodiversiteit is in Nederland de laatste decennia in een snel tempo achteruitgegaan en steeds meer planten- en dierensoorten krijgen veel te verduren. Een grotere biodiversiteit verbetert de gezondheid van het groen, de bodem en het water.
Welke uitdagingen zien we in Veere?
• Op het gebied van beheer staan we voor een aantal uitdagingen. Invasieve soorten (Japanse duizenknoop) en dominante onkruiden (Windes, Heermoes, Straatgras) zorgen ervoor dat er veel arbeid gaat zitten in het bestrijden hiervan. Er moet veel inspanning worden geleverd, mede omdat conform landelijke wetgeving niet chemisch mag worden bestreden.
• De aanwezigheid van kleine groenvakken maakt het beheer arbeidsintensief. Ook dragen kleine groenvakken minder bij aan klimaatdoelen of robuustheid van het groen. In de oude kernen is echter geen fysieke ruimte voor grote groenvakken. Dus koesteren en behouden we deze kleinere. In de toekomst sturen we op grotere robuuste groenvakken om op een effectieve manier bij te dragen aan thema’s als klimaat, biodiversiteit of gezondheid.
• Een warmer klimaat brengt andere ziekten, plagen en exoten met zich mee. We ervaren overlast van de Japanse duizendknoop, die zeer lastig te bestrijden is en de iepenziekte tast onze iepen aan. Daarnaast vormt zowel de essentaksterfte als de kastanje bloedingsziekte een probleem.
• In de kern Veere zorgt de vlinderidylle ervoor dat vlinders, (wilde) bijen en andere insecten een plek hebben om te kunnen leven. Ook op andere plekken in de gemeente is bloem- en kruidenrijke beplanting te vinden en in diverse kernen hangen vleermuiskasten en nestkasten voor vogels.
• Ook wordt de natuur ingezet in het bestrijden van plaagdieren in onze kernen. Bijvoorbeeld de inzet van larven van lieveheersbeestjes in diverse kernen die bladluizen in Lindes opeten en zo hun overlast verminderen.
• We richten de buitenruimte vaker klimaatbestendig in en beheren ons groen vaker ecologisch. Bijvoorbeeld door gedeelten van gazons om te vormen naar bloemrijke velden. Of te kiezen voor groene parkeervakken, zoals halfverharding of grasbetonstenen zoals bij de herinrichting van parkeerterrein Nieuwstraat in Zoutelande.
• We zijn aangesloten bij Operatie Steenbreek, waarbij we onze inwoners stimuleren om hun tuin een stukje groener te maken. Een groene tuin zorgt voor meer leven in de tuin. Dus meer vogels, vlinders, bijen en andere dieren en uiteindelijk voor meer tuinplezier en een goede bijdrage aan de natuur.
• Waar mogelijkheden voorbij komen, wordt ingezet op de ontwikkeling van groen in relatie tot biodiversiteit. Zoals bijvoorbeeld Leenes land, in Zoutelande, daar is bosplantsoen aangeplant waar voorheen een oud bouwterrein was.
Hoe draagt groen bij aan een duurzame leefomgeving?
Om voor de komende generaties levendig en aantrekkelijk te blijven, moeten we duurzaam omgaan met onze dorpen en steden. De gemeente heeft net als de landelijke overheid de ambitie om in 2050 CO2 neutraal te zijn. Dit kan door het verminderen van nieuwe grondstoffen door hergebruik, het verminderen van ons energieverbruik en de afname van CO2.
Hoe ouder bomen worden, hoe meer CO2 ze vastleggen. Ook de bodem kan een belangrijke rol spelen in de opslag van CO2. Hoe gezonder de bodem, hoe meer CO2 er kan worden opgeslagen. Een gezonde bodem heeft een rijk bodemleven en kan gemakkelijk water vasthouden. Ten behoeve van een gezonde bodem wordt het blad en snoeiafval in het groenvak behouden en kan dit ter plaatse worden gecomposteerd.
Groen kan ook een rol spelen bij isolatie en verkoeling, bijvoorbeeld met groene daken en gevels, en kan daarmee bijdragen aan het besparen van energie voor verwarming of koeling van woningen.
Binnen onze organisatie werken we als afdelingen samen aan het thema duurzaamheid. Zo is in 2022 het Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025 vast gesteld. Een onderdeel daarvan is het Thema Leefomgeving, prioriteit Duurzaam groen-, natuurbeheer. Daar wordt het duurzaam beheer van groen al als prioriteit genoemd.
Welke uitdagingen zien we in Veere?
• De verzwaring van de elektriciteitsnetten, maakt dat ingrepen in de ondergrond de komende jaren noodzakelijk zijn. Groen is gebaat bij rust en ruimte, werken in de ondergrond zijn daarom vaak nadelig voor de kwaliteit van het groen.
• Voor lokale aannemers is het verduurzamen van het materieel vaak complexer dan landelijke aannemers. Hierdoor komen we als gemeente voor het dilemma te staan of we lokaal inkopen of kiezen voor de meest duurzame optie.
• In 2022 is het Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025 vast gesteld, hierin is als prioriteit opgenomen: Duurzaam groen-, natuurbeheer en Verbeteren biodiversiteit,
• Ons materieel en ons wagenpark is nu al deels elektrisch. Door groen minder intensief te onderhouden en de natuur de ruimte te geven, kunnen we ons energieverbruik verminderen. Zo wordt vee ingezet op het Bastion in Veere.
• De dorpsbossen nabij verschillende kernen dragen bij aan de opname van CO2, zoals de dorpsbossen bij Grijpskerke en Aagtekerke.
Hoe draagt groen bij een aan een klimaatbestendige leefomgeving?
Vergroening kan een grote bijdrage leveren aan het verzachten van de gevolgen van klimaatverandering door regenwater op te vangen en (tijdelijk) te bergen, zodat het geleidelijk kan worden afgevoerd en weg kan zakken naar het grondwater. In plaats van dat het wordt afgevoerd via het riool, wordt het vastgehouden als reserve voor droge periodes en vermindert het zo de piekbelasting op het rioolstelsel.
Daarnaast biedt groen verkoeling van woningen door groene daken en gevelgroen. Bomen bieden schaduw en hoe minder tegels en meer groen in de tuin hoe meer verkoeling. 10% meer groen in een bebouwde omgeving vermindert al het hitte-eiland effect met gemiddeld 0,6°C. Koele, schaduwrijke plekken geven gemiddeld 14°C verkoeling op de gevoelstemperatuur op een hete dag. Koele schaduwrijke routes daarnaartoe bieden uitwijkmogelijkheden op warme dagen.
De stijgende zeespiegel zorgt voor meer verzilting. We zetten in op groen-blauw structuren om regenwater te infiltreren en hierdoor deze watergangen de verzilting te verminderen. Ook de juiste beplanting passend bij het klimaat is essentieel.
Welke uitdagingen zien we in Veere?
• Als gevolg van extreme droge maar ook natte periodes is het aanplanten en in stand houden van groen en bomen lastiger.
• Extremere weersituaties, zoals stormen en zwaardere regen- en hagelbuien, zorgen ervoor dat we vaker stormschade hebben zoals omgevallen bomen. Door de hevige regenbuien ontstaat er meer wateroverlast doordat het water niet weg kan zakken door het asfalt of andere bestrating. Ook de beplanting heeft een kortere levensduur door zware stormen en lange periodes van droogte.
• In diverse kernen zijn wadi’s aangelegd, waardoor regenwater vastgehouden kan worden. Zoals de wadi bij het parkeerterrein rond de molen in Domburg.
• We realiseren groen op plekken waar nu verharding is (operatie Steenbreek). Bijvoorbeeld het Oranjeplein in Veere, waar parkeerplekken zijn omgevormd naar (tijdelijk) groen.
• We planten bij voorkeur in het najaar nieuwe beplanting. Bij latere aanplant is gebleken dat de uitval groter is.
Groen kan bijdragen aan diverse opgaven, maar in sommige situaties kan groen ook in de weg staan. Het planologisch vastleggen van een molenbiotoop is gedaan om dat soort situaties te voorkomen.
5. Wat willen we en hoe gaan we dat bereiken?
In onze visie voor een groen Veere, wordt de gemeente nog leefbaarder en aantrekkelijker. In de toekomst willen we een gemeente zijn waar iedereen in de directe omgeving thuis of op het werk zich kan omgeven in groen. Dat begint bij het gebouw en loopt via groene straten naar parken rond de kernen en een groen buitengebied met volop wandel- en fietsroutes richting andere kernen. Wat we daarvoor vanaf nu gaan doen is soms gericht op één bepaald groen element, en soms op alle groene elementen in de hele gemeente.
We gaan daarvoor werken vanuit het principe ‘Groen, tenzij’ gecombineerd met een viertal groene principes. Dat helpt ons om de gemeente steeds groener te maken. Die principes hanteren we vanaf nu bij onze gemeentelijke taken, zoals het uitvoeren van projecten, het maken van beleid, het organiseren van beheer en het samenwerken met verschillende partijen.
‘Groen, tenzij’ betekent dat de openbare ruimte in Veere in de basis groen is. In de ontwerppraktijk die er nu is, zien we openbare ruimte nog te vaak als verharde ruimte, waar we eventueel groen aan kunnen toevoegen. Hierdoor is op veel plekken te veel verharding, zoals stoepen aan beide zijden van een straat terwijl er weinig voetgangers zijn.
‘Groen, tenzij’ draait onze visie op de openbare ruimte om. Straten en pleinen worden groen, behalve als andere functies dat onmogelijk maken. Functies als: voetgangers-ruimte, fietspaden, parkeren of ondergrondse infrastructuur. We passen verharding toe waar dat vanuit gebruik en/of beheer nodig en wenselijk is. Denk aan wegen, straten, fietspaden, stoepen, parkeerplekken en pleinen. Er kan ook bewust gekozen worden voor (behoud) van verharding vanuit ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorisch oogpunt. Voorbeelden daarvan zijn de mooie pleinen en stegen in de centra of de kades langs het water. Op die manier maken we de gemeente stap voor stap gezonder, natuurvriendelijker en een prettigere plek om te leven.
We gebruiken ‘groen, tenzij’ ook andersom. In gebieden waar genoeg groen is, voegt meer groen niet vanzelfsprekend kwaliteit toe. Daar is het belangrijk om ons te richten op het verhogen van de natuurwaarde, de gebruiksmogelijkheden of de ruimtelijke kwaliteit. In zulke gebieden focust het beleid zich op het verhogen van de waarde van het bestaande groen en niet op het groener maken van de omgeving.
De vier leidende principes vloeien voort uit de belangrijkste zes groene ontwikkelingen, zoals besproken in hoofdstuk 3. Daaraan ten grondslag liggen de 8 Veerse thema’s uit de Omgevingsvisie en de IVOR. Figuur 5.1 geeft een schematische weergave van de verhoudingen hiertussen.
Figuur 5.1: vertaling 8 Veerse thema’s naar 4 leidende principes.
Als we groene ruimte toevoegen, verbeteren, beheren of ontwerpen, doen we dat met inachtneming van een aantal principes. Alle vier zijn ze gericht op het doel van een aantrekkelijk, leefbare en duurzame gemeente voor mens en dier.
Principe 1: We zorgen voor gevarieerd en bereikbaar groen voor alle inwoners van Veere
We maken de openbare ruimte groener waar we kunnen (“Groen, tenzij andere functies, zoals bijvoorbeeld mobiliteit, veiligheid, de groeiomstandigheden en de beheerbaarheid het onmogelijk maken”). We hanteren de 3-30-300-regel als groennorm, ook bij ontwikkeling door derden. Dit betekent dat er vanuit huis minimaal 3 bomen in het zicht staan, 30% van de oppervlakte in elke wijk voorzien moet zijn van een bladerdak (of 30% bodembedekking) en het maximaal 300 meter lopen is naar het dichtstbijzijnde park of groene ruimte van minimaal 1 hectare. Een netwerk van groene en groenblauwe verbindingen met wandel- en fietspaden verbindt de verschillende groene elementen. Parken zijn daarbij zoveel mogelijk voor iedereen toegankelijk, ook voor mensen met een fysieke beperking. Sporten, spelen en bewegen gebeurt, zoveel mogelijk, in het groen. Met het groener maken van de leefomgeving stimuleren we zowel de fysieke als de mentale gezondheid van onze inwoners, ondernemers en bezoekers.
• Daar waar het kan vervangen we verharding voor groen. Bij ieder project of initiatief wegen we de mogelijkheden hiervan af. We werken dan vanuit het uitgangspunt ‘Groen tenzij’.
• We streven naar de groennorm 3-30-300 die voor zowel bestaande als nieuwe buurten geldt. Nieuwe buurten worden vanaf de aanleg ingericht op basis van de groennorm, ook bij ontwikkeling door derden wordt deze norm gehanteerd. Bij bestaande bebouwing kijken we naar de mogelijkheden voor nieuw groen en of verbeteren we het huidige groen dat er ligt, we houden hier al rekening mee bij de exploitatie berekening.
• Beeldbepalend of structuurbepalend groen, onderdeel van de groenstructuur, komt niet in aanmerking voor verkoop. Buiten de groenstructuur zijn we zeer terughoudend in de verkoop van grond , hiervoor stellen we de bijgevoegde uitgangspunten vast.
• We zorgen voor voldoende grote groeiplaatsen voor bomen onder,- en bovengronds, zodat de boomwortels zich goed kunnen wortelen in de grond en de bomen kunnen uitgroeien tot vitale, volwassen bomen.
• Bij vervanging en in- en uitbreidingslocaties kiezen we voor grotere groenoppervlakken per wijk in plaats van kleine, versnipperde stukjes groen.
• We vervangen groenvakken zoveel mogelijk gelijktijdig met weg- en rioolwerkzaamheden. Ook werkzaamheden met betrekking tot de energietransitie worden zoveel mogelijk integraal opgepakt.
• Op locaties met veel groenuitdagingen, zoals bijvoorbeeld het vervangen van zieke iepen, gaan we proberen de weg- en rioolwerkzaamheden naar voren te halen ten gunste van een gezonde boomstructuur.
• Ook komt het voor dat groenvakken eerder aan vervanging toe zijn dan de verharding en riolering, dan kan ook groen de aanjager zijn voor een herinrichting.
• Bij iedere herinrichting streven we naar de vergroeningsopgave. Elk gebied heeft hoge prioriteit in onze vergroeningsopgave. Elke meter onnodig versteende openbare ruimte vergroenen we.
• De centra zijn onze toeristische trekpleisters. We planten hier luxere beplanting zoals verschillende soorten vaste planten en bloembollen en als de kwaliteit achteruitgaat, vervangen we het groen eerder om een aantrekkelijk beeld te houden.
• Waar mogelijk passen we Stinzeplanten toe als referentie naar de oude landgoederen. In recreatiegebieden, parken en/of begraafplaatsen bekijken we waar dit mogelijk is.
• We beschermen de kwaliteit van het groen door ontwerpuitgangspunten bij nieuwe ontwikkelingen op te stellen in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte.
• We creëren voldoende ruimte om informeel en natuurlijk te spelen dichtbij huis. Natuur dichtbij nodigt uit tot actief zijn, spelen en ontdekken. Dit kan in de vorm van de aanleg van een natuurspeeltuin, maar kinderen kunnen ook in (bestaande) bosjes spelen, in bomen klimmen of spelen in/met water.
• Als we kansen zien verbinden we de grotere groene gebieden in en om de gemeente met elkaar door groene wandel- en fietsroutes. We zorgen voor duidelijke en uitnodigende entrees.
• We zorgen voor een combinatie van functies in het groen waardoor er dubbelgebruik ontstaat. De combinatie spelen, klimaatadaptatie (met een wadi) en groen is daarbij vaak een succesvolle.
• Bij werkzaamheden in de grond wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van methoden waarbij ruimte is voor zowel boomwortels als kabels en leidingen. Dit doen we omdat de ruimte onder de grond beperkt, bomen ruimte nodig hebben om te groeien en om schade aan kabels en leidingen te voorkomen.
• Langs de entrees van de kernen planten we zoveel mogelijk bloembollen of gebruiken we vaste planten.
• We zoeken naar mogelijkheden om waardevol en beleefbaar groen langs de randen van kernen toe te voegen, door bijvoorbeeld landbouwgrond aan te kopen en er natuur of bos van te maken. Of door met agrariërs aanvullende afspraken te maken over groene diensten die zij leveren. Hiervoor gaan we aan al vroeg aan tafel bij Ruimtelijke Ontwikkelingen.
• We vervangen slechte of zieke beplanting waar mogelijk gefaseerd, zo voorkomen we kale straten of pleinen. We passen waar mogelijk tijdelijk groen toe zoals nu is gebeurd op het Oranjeplein in Veere
Principe 2: We zorgen dat groen bijdraagt aan het behouden van droge voeten, een koel hoofd en een gezonde bodem.
Het klimaat verandert, dus we moeten onze omgeving bestand maken tegen weersextremen. We richten onze openbare ruimte steeds groener in, zodat deze wateroverlast door hevige regenval beperkt door het regenwater op te vangen, vast te houden, te infiltreren in de grond en tot slot pas af te voeren. In periodes van droogte kan opgevangen water eventueel worden gebruikt om bv sportvelden te beregenen. Grote bomen bieden schaduw en verkoeling om hittestress tegen te gaan tijdens de steeds warmer wordende zomers. Ieder project is een aanknopingspunt om te werken aan een klimaatbestendige gemeente. Nieuwe ontwikkelingen worden klimaatadaptief ontworpen. En bij iedere herstructurering en groot onderhoud wordt klimaatbestendig- en waterrobuustheid meegenomen.
• We planten bomen waar dat kan en gewenst is. Voorwaarde is steeds dat een boom een goede groeiplaats krijgt. De juiste soort op de juiste plek zorgt ervoor dat we ecologisch, economisch en esthetisch de juiste keuze maken.
• Bij het planten van bomen en struiken kijken we eerst naar de plekken in de gemeente waar weinig groen in de openbare ruimte is. We kiezen vaker voor bomen met een grote kroonomvang om te zorgen voor verkoeling door voldoende schaduw. We houden daarbij rekening met de huidige inrichting van de openbare ruimte en hoe bewoners die ruimte gebruiken.
• Regenwater wordt zoveel mogelijk op een natuurlijke manier afgevoerd richting het omliggend groen en bomen door bijvoorbeeld het verlaagd aanleggen van plantvakken.
• We gaan meer aandacht besteden aan de kwaliteit van onze bodem. We houden rekening met de kwaliteit van de bodem door een deel van het afgevallen blad te laten liggen in de plantvakken, waardoor het door het bodemleven omgezet kan worden in voedingsstoffen. Daarnaast verbeteren we de (bestaande) grond bij omvormingen/vervangingen als de grond van slechte kwaliteit is of is vervuild.
• We leggen de komende jaren op verschillende plekken in de gemeente wadi’s aan om afstromend regenwater op te vangen en ter plaatse te infiltreren in de bodem. We richten ons hier in eerste instantie op de wateroverlastlocaties. Dit is goed voor het ontlasten van het riool, voor de bomen in de buurt en als aanvulling van het grondwater.
Principe 3: De kernen worden natuurinclusief en duurzaam aangelegd en beheerd
Ongeveer tien procent van de Nederlandse vogel- en habitatrichtlijn maakt op de een of andere manier gebruik van bebouwd/stedelijk gebied. We geven planten en dieren alle kansen om gebruik te maken van het groen door groene verbindingszones te verstevigen. De kernen worden zo ecologisch mogelijk ingericht en beheerd, gericht op een grote biodiversiteit. Daarnaast worden overlast gevende soorten als bijvoorbeeld de Japanse duizendknoop, strekgras, heermoes en winde duurzaam bestreden. Op het gebied van duurzaamheid gaan we ons uitstoot verder terugdringen door continu aan te sluiten bij technische ontwikkelingen.
• Als we de openbare ruimte inrichten doen we dat natuurinclusief . Dit betekent bijvoorbeeld dat meer oevers natuurvriendelijk worden. Bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk zetten we bijvoorbeeld in op gebruik grote plantvakken en van inheemse beplanting.
• We bestrijden dominante onkruiden zoveel mogelijk op een natuurvriendelijke duurzame manier. Dit betekent dat we extra inspanning leveren om plantvakken schoon te krijgen en we vaker grondverbetering (ter plaatse) toepassen om de vakken onkruidvrij te maken.
• We bestrijden overlastgevende soorten als de Japanse duizendknoop. We experimenteren hier met innovatieve methoden om op een natuurlijke wijze de soorten te bestrijden.
• Om toekomstige overlast van eikenprocessierups te voorkomen wordt ingezet op biodiversiteit door bijvoorbeeld meer nestkastjes voor mezen op te hangen in de gemeente.
• We kijken bewust naar ons te maaien areaal, waar mogelijk vormen we om naar bloemrijk gras en maaien we gazons minder vaak. Dit om een grotere biodiversiteit te stimuleren.
• Ons bestendig beheer wordt geformaliseerd in de gedragscode Flora en Fauna (opgenomen in de bijlage).
• We zetten in op gebruik van autochtoon inheems plantmateriaal, waar mogelijk streekeigen.
• We maken meer gebruik van inheemse soorten of soorten die een duidelijke bijdrage leveren aan de leefwereld van bijvoorbeeld vogels en insecten. Bij vervanging van groen worden inheemse soorten gebruikt en wordt gekozen voor natuurlijke extensief te beheren beheergroepen als bosplantsoen, bloemrijk gras en Zeeuwse hagen.
• We gaan nog vaker ecologisch beheren. Het ecologische beheer is erop gericht om diverse typen groen te ontwikkelen met hoge soortenrijkdom. Dat zie je terug in:
o Bloemrijk grasland met veel soorten insecten.
o Kades, natuurlijke oevers, poelen en watergangen met ruimte voor veel soorten dieren en planten.
o Bosschages en parken met veel soortenrijkdom en variatie in opbouw.
In parken en bosschages beheren we ecologisch door:
o Dood hout te laten staan of liggen voor insecten en als voeding voor de bodem.
o Gevallen of gesnoeide takken te verwerken in takkenrillen of houtsnippers, tenzij dit vanwege veiligheid of verruiging niet wenselijk is.
o Te zorgen voor meer bloeiende randen met inheemse kruidachtige planten.
• We handhaven de ambitie om meer vlinderidylles aan te planten. Dit zijn bloemrijke plekken voor vlinders, bijen en mensen. Dit worden biodiversiteitshotspots zoals we nu ook al hebben bij het Bastion in Veere.
• Waar mogelijk gaan we de bestaande groenstructuur uitbreiden en versterken.
• Op het gebied van duurzaamheid gaan we ons uitstoot verder terugdringen door continu aan te sluiten bij technische ontwikkelingen.
• We stimuleren duurzame experimenten, omdat er nog veel te leren is op het gebied van biodiversiteit en duurzaamheid.
• We zetten in op het vergroten van het bewustzijn rondom het stimuleren van de biodiversiteit. Dit is terug te zien in het plaatsen van informatiebordjes en het benutten van andere communicatie-mogelijkheden (website, poster, nieuwsbrief, folder) voor het verspreiden van informatie over ons groen en de diersoorten en hoe we de biodiversiteit versterken, om de bewustwording te vergroten.
Principe 4: We doen allemaal wat we kunnen én doen het samen
Een groene en leefbare gemeente maken we met z’n allen. De gemeente slaat graag de handen ineen met bewoners, ondernemers, woningbouwcorporaties, en andere organisaties, waaronder andere overheden. We moedigen bewoners, bedrijven en organisaties aan hun eigen openbare ruimte groener te maken en te beheren zoals we doen met Operatie Steenbreek. Daarvoor kijken we naar de daken van de gebouwen en naar de terreinen. Ook willen we inwoners meer zeggenschap geven over hun eigen leefomgeving door ze te betrekken bij de inrichting en het beheer van groen samen uit te voeren of zelfs helemaal over te dragen via een afspraak voor zelfbeheer.
• Om de groenstructuur te versterken, de groene leefruimte te vergroten en het vergoten van het bosoppervlak streven we ernaar dat de kernen, waar het relevant en mogelijk is, minimaal één dorpsbos hebben.
• We werken samen met bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en woningbouwcorporaties aan het groener maken van de gemeente. We stimuleren de vergroening bij particulieren (zoals geveltuintjes, Operatie Steenbreek, een Boomplantdag) door gratis planten te leveren, vergroeningsacties te initiëren en adviezen te geven over de vergroening van tuinen.
• We zoeken de verbinding met onze 'buren' (Staatsbosbeheer, provincie, agrariërs, Waterschap) voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van een tiny forest, bloemenranden en het afstemmen van onze beheerregimes.
• Het delen van kennis met bewoners en partijen buiten de gemeente vinden we ook belangrijk. We leren van elkaar en daarnaast kunnen volwassenen en kinderen zich nog verder ontwikkelen door natuureducatie. Er zijn al plekken in de gemeente waar je meer kunt leren over de natuur, bijvoorbeeld bij Terra Maris of op groene schoolpleinen. Die plekken willen we versterken.
• We gaan het gesprek met agrariërs, waterschap en de provincie aan voor betere natuurlijke routes te maken tussen de gemeente en het buitengebied. Dat kunnen fiets-, wandelen ecologische routes zijn, waarin ook ruimte is voor bewegen en natuureducatie.
• We werken samen met onze regionale partners aan een toekomstbestendig(e) ontwikkeling en beheer van de cultuurhistorisch belangrijke Zeeuwse hagen.
• In buurten is aandacht voor verschillende gebruikswaarden van groen voor bewoners met een gevarieerd aanbod. In overleg met bewoners en bedrijven wordt bij vervanging en herinrichting gekozen voor de invulling: eetbaar groen, speelgroen, bloemen, vaste planten en type bomen.
• Voor het groen dat (mede)beheerd wordt door bewoners maken we goede afspraken over de manier waarop dat gebeurt zodat de verwachtingen van beide kanten helder zijn.
• We stimuleren ondernemers en inwoners om hun gevels te vergroenen door ze kennis aan te reiken en waar mogelijk planten te leveren.
• Er liggen kansen om het gemeentelijk vastgoed te vergroenen. We kunnen hiermee onze voorbeeldfunctie pakken en hebben meer slagkracht, omdat we het vastgoed bezitten.
6. Wat gaat onze organisatie doen?
Om onze ambities uit dit Groenbeleidsplan waar te kunnen maken, gaan we ook onze werkwijze veranderen. Daar is veel voor nodig, zoals financiering, organisatiekracht en ander beleid (zoals een Leidraad Inrichting Openbare Ruimte/ LIOR). Voor de korte termijn zetten we in op het Groenbeheerplan en de Meerjarenprogrammering waarmee zowel de ontwikkeling en het beheer aan bod komen in een periode voor vier jaar.
De ambities en principes uit dit Groenbeleidsplan worden vertaald naar beleidsregels en beleidsuitwerkingen om de visie uit te voeren. We onderscheiden daarin onder andere de volgende stappen:
• Dit Groenbeleidsplan wordt vertaald naar een Groenbeheerplan. In het Groenbeheerplan wordt beschreven hoe het bestaande groen de komende vier jaar wordt beheerd en worden de financiële gevolgen van de keuze voor beeldkwaliteitsniveaus bepaald. De in het beleidsplan opgestelde ambities in beheer worden verder uitgewerkt en doorgevoerd in het dagelijks onderhoud.
• We stellen een Handreiking Participatie Groen op voor mede- en zelfbeheer in de openbare ruimte. In de handreiking leggen we vast onder welke voorwaarde inwoners het beheer zelf mogen uitvoeren (en wat de inzet van de gemeente is) voor onder andere het aanleggen en onderhoud van geveltuintjes, boomspiegels en adoptiegroen op rotondes.
• De gemeente Veere werkt op dit moment met een eigen Kwaliteitscatalogus uit 2012 voor het groenonderhoud. Het wordt gebruikt om ambitieniveaus te formuleren en te monitoren. Het CROW heeft een landelijke standaard voor beeldkwaliteitsniveaus en bijbehorende beeldmeetlatten. Het voordeel van de CROW-catalogus is dat foto’s, teksten en prestatie-eisen snel en eenvoudig te importeren zijn in het beheersysteem. Daarnaast wordt de catalogus direct geüpdatet bij nieuwe ontwikkelingen op bijvoorbeeld het gebied van het monitoren van biodiversiteit. Vanuit dit gegeven zal de Veerse schouwcatalogus worden geactualiseerd.
• We actualiseren het bomenbeleidsplan en nemen daarin op; een overlast/waarde meter gemeentelijke bomen en een uitwerking beleid molenbiotoop.
Een goede organisatie en werkwijze op gebied van beleidsontwikkeling, uitvoering en beheer van groen is van belang om de ambities en principes uit dit Groenbeleidsplan te realiseren. Daarvoor richten we ons onder andere op:
• Het uitdragen van het belang van groen binnen de organisatie en het bestuur. Door groen “op de kaart” te zetten krijgen de ambities de kans om tot uitvoering te komen.
• Het versterken van de samenwerking tussen alle partijen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Daarnaast versterken we de samenwerking binnen de gemeente met organisaties die niet standaard deel uitmaken van die keten, zoals de GGD en het onderwijs, daarmee leggen we het verband tussen gezondheid en groen.
• Integraal en wijkgericht werken. We stemmen onderhouds- en vervangingswerkzaamheden zoveel mogelijk af met andere beheerdisciplines én externe partijen die werk uitvoeren in de openbare ruimte zoals netbeheerders.
• Het integreren van de ambities en principes voor groen in een vroegtijdig stadium van de planvorming en bij de herinrichting of nieuwe ontwikkeling van de openbare ruimte. We gebruiken hiervoor een Meerjarenplanning.
• Het betrekken, en waar nodig ondersteunen, van bewoners, bedrijven en groenorganisaties bij het uitvoeren van groenprojecten en het beheren van groen.
• De balans tussen benodigd en beschikbaar personeel.
• De uitwerking van de ambities per gebied is maatwerk en afhankelijk van wat gewenst en mogelijk is op een specifieke plek. In de ene straat is extra groen nodig en in de andere straat gaat het om een verbetering van de kwaliteit en benutting van het bestaande groen.
Om het groen in stand te kunnen houden zijn diverse onderhoudsmaatregelen nodig:
• dagelijks onderhoud (kort cyclische maatregelen als onkruidbestrijding of maaien);
• groot onderhoud (middel cyclische maatregelen als snoeien);
• vervanging (lang cyclisch, vervanging van het groen bij einde levensduur als de beplanting/bomen versleten zijn).
De ambities uit dit Groenbeleidsplan zijn als volgt in te delen:
1. Fysieke maatregelen in de openbare ruimte (vaak groen gerelateerd). Hier komen met name aanpassing in uitvoeringskosten en vervangingskosten uit voort.
2. Verwerken van de beleidsaanpassing in diverse gemeentelijke plannen en procedures. Hier zijn met name interne uren voor nodig.
3. Stimulering,- en educatie gerichte acties voor inwoners, bedrijven etc. Hiervoor zijn interne uren maar ook stimuleringsbudget nodig.
4. Interne kennis en samenwerking. Hiervoor zijn interne uren maar ook budget nodig.
Voor een aantal van bovenstaande punten is budget/uren beschikbaar binnen de gemeente, al dan niet binnen de begroting van openbare ruimte. Hieronder is aangegeven of budget/uren beschikbaar is of niet.
1. Fysieke maatregelen in de openbare ruimte
Ten behoeve van een andere inrichting en/of beheer van (een deel van) het bestaande openbaar groen. Het gaat dan met name om aanpassing van dagelijks onderhoudsmaatregelen en/of aanpassing van inrichting/soort groen bij lang cyclische maatregelen. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de aanpassing van inrichting/soort groen bij lang cyclische maatregelen binnen de vervangingsbudgetten van de betreffende discipline (groen en wegen) passen. Jaarlijks wordt het benodigd groenbudget (onderhoudskosten) opnieuw berekend. Bij voorkomende verschillen wordt dit gemeld in het Financieel perspectief. Zo blijft de aansluiting tussen het actuele areaal en het benodigd budget geborgd.
Als nieuw groen wordt aangelegd zal dit in de grondexploitatie van het betreffende project worden opgenomen, toename van de onderhoudsbudget wordt zo snel mogelijk opgevoerd bij het Financieel perspectief.
2. Verwerken van de beleidsaanpassing
Denk hierbij aan het (mede) opstellen van het Handboek Inrichting Openbare Ruimte of het inbedden van de 3-30-300 regel. Vaak betreft dit inzet (bestaande) uren, deze zullen worden opgenomen in de afdelingsplannen van de betreffende afdeling (link met duurzaamheid bij afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling).
3. Stimulering,- en educatie gerichte acties
Onderdeel van dit punt is bijvoorbeeld het herintroduceren van de Boomplantdag of het “warm” houden van project Steenbreek om bewoners te bewegen om de tuin te vergroenen.
De inzet van de benodigde uren zullen worden opgenomen in de afdelingsplannen van de betreffende afdeling (link met duurzaamheid bij afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling)
4. Interne kennis en samenwerking.
Hiermee wordt geborgd dat alle beheerders, medewerkers, stedenbouwkundigen en directievoerders beschikken over het juiste kennisniveau ten aanzien van inrichting en beheer van groen. Daar passen competenties bij gericht op communicatie, advies bij ontwerp/inrichting/uitvoering/beheer, educatie, kennis over het sociaal domein en van groene wetgeving, aanbestedingen, participatie en medebeheer.
Deels kunnen de kosten van (vak) opleidingen vanuit het opleidingsbudget worden betaald. Interne kennisdeling en samenwerking zal in de opstartfase uren kosten. Door elkaar regelmatig bij te praten wordt op termijn tijd bespaart omdat er meer werk met werk gemaakt wordt omdat kennis en ambities breder worden gedragen binnen de organisatie.
Iedere vier jaar (bij de actualisatie van het groenbeheerplan) wordt ook het uitvoeringsprogramma geëvalueerd en geüpdatet.
Aan dit beleidsplan is een uitvoeringsprogramma gekoppeld voor de Groene ambities. Deze is in bijlage 4 toegevoegd en geeft inzicht in de maatregelen, kosten, de planning. De genoemde onderdelen
Bijlage 1: Samenvatting beleid
De belangrijkste uitgangspunten in de verschillende beleidsstukken van de gemeente ten aanzien van groen zijn samengevat. Per beleidsstuk een korte beschrijving van de essentie met een aantal belangrijke ambities, doelstellingen die betrekking hebben op het groen. Waar mogelijk is ook de koppeling gelegd met de 8 Veerse thema’s vanuit de integrale visie openbare ruimte (IVOR) en de omgevingsvisie.
Het huidige Groenbeleidsplan heeft als doelstelling het realiseren van hoogwaardige kwaliteit van het openbaar groen, waarbij rekening wordt gehouden met de karakteristiek van de woonkern.
De beplanting behoort het onderhoud te krijgen die het nodig heeft om optimaal te kunnen functioneren. De goede basiskwaliteit van de beplanting is uitgewerkt in werkpakketten.
Indien er een andere beheerintensiteit gewenst is, dient gekozen te worden voor een beplantingsvorm welke op die plek wel in het gewenste beheersniveau past.
Er is onderscheid gemaakt in een drietal onderhoudsniveaus, met bijbehorende beheerintensiteit:
1. Een centrumzone mag best een “feestelijk en verzorgd” karakter hebben;
2. Het karakter van het openbaar groen in woon- werkgebieden is “eenvoudig en verzorgd”;
3. de landschaps- en recreatiezone is “eenvoudig, waar mogelijk extensief”. In deze gebieden is duidelijk ruimte voor een meer “natuurvriendelijk” beheer.
Het onderhoudsniveau van het openbaar groen op begraafplaatsen komt op hoofdlijnen overeen met het niveau van de centrumzone.
Verkeergeleidend groen komt voor in alle bovengenoemde zones. Afhankelijk van de gekozen beplantingsvorm is het onderhoudsniveau intensief of extensief. Vanuit verkeerskundig oogpunt moet het voldoen aan de veiligheid.
Het hoofdlijnenakkoord ‘Veere breed verbinden’ beschrijft de prioriteiten voor de komende vier jaar. Hieronder zijn de doelstellingen in relatie tot openbaar groen beschreven:
Het bomenbeleidsplan geeft de kaders aan het omgaan met bomen. Het doel is om het bomenbestand duurzaam in stand te houden en te versterken. Duurzaam wil in dit geval zeggen toekomstgericht en met oog voor de omgeving, het klimaat en de biodiversiteit.
- Dit bomenbeleidsplan laat zien dat bomen van waarde zijn voor de omgeving en de leefbaarheid. Overlast van blad, overhangende takken of schaduw zijn meestal ondergeschikt aan het algemeen belang van bomen. Wel moeten we er als gemeente op toezien dat er goed beheer wordt gevoerd.
- Er worden geen bestaande bomen gerooid ten behoeve van zonnepanelen, was de boom er het eerst dan wordt de boom niet gerooid ook niet wanneer door groei van de boom er schaduw op de panelen valt.
- We streven naar het gezond houden van ons bomenbestand. Voor nieuwe bomen geldt: de start moet goed zijn. De plantplaats moet geschikt zijn, de beschikbare ruimte voldoende. De locatie moet de potentie hebben om de boom tot een volwassen exemplaar te laten uitgroeien. Door na te denken over de juiste soort op de juiste plek zorgen we ervoor dat we ecologisch, economisch en esthetisch de juiste keuze maken.
Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025
In het Duurzaamheidsprogramma formuleert de gemeente de visie (een duurzame gemeente) en ambitie (energieneutraal in 2050) op het gebied van duurzaamheid. De gemeente heeft een ‘routekaart’ ontwikkeld die dient als monitor om tot een duurzame gemeente te komen.
Uitganspunten in relatie tot groen:
• We behouden en verbeteren de biodiversiteit.
• We versterken de kennis, beleving en betrokkenheid bij natuur, landschap en milieu.
• We behouden de hoeveelheid en kwaliteit van het groen en natuur in de gemeente.
Duurzaam recreatie en toerisme,
• We profileren ons als duurzame toeristische bestemming en dragen dit uit. Duurzaam ontwikkelen, natuur en biodiversiteit, cultuurhistorie en identiteit, sociale verantwoordelijkheid en hoge standaarden voor de toeristische sector zijn belangrijke waarden.
Duurzame gemeentelijke organisatie
• Groenafval (boomstammen, houtsnippers, compost) proberen we in de lokale omgeving te (laten) gebruiken of verantwoord af te voeren.
• Beheer en onderhoud van gemeentelijke eigendommen voeren we duurzaam uit. We betrekken hierbij zoveel mogelijk burgers en bedrijven uit de lokale omgeving en mensen met een arbeidsbeperking.
• De gemeente koopt al zo veel mogelijk duurzaam en circulair in, maar hier gaan we nóg meer op inzetten.
• Afval zien we steeds meer als een bron van grondstoffen: materiaal.
• We willen toe naar een water robuuste en klimaatbehendige gemeente Veere. Dit betekent dat we op langere termijn klimaatbestendig willen zijn, maar ook flexibel op korte termijn: klimaatbehendig.
• We zetten daarnaast meer in op regenwateropslag en afvoer van via oppervlaktewater.
• Het belang van natuur- en milieueducatie op basisscholen is erg groot.
Klimaat Adaptatie Strategie Zeeland
De KasZ bevat een heldere visie om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn. Het geeft de regionale ambities aan, met voldoende ruimte voor maatwerk en een klimaatagenda op lokaal niveau.
De Klimaatadaptatiestrategie Zeeland kent de volgende 8 leidende principes en uitgangspunten:
1. Klimaatadaptatie is van ons allemaal: Overheid, bedrijfsleven, agrariërs, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, inwoners en gasten.
2. Stapsgewijs werken we aan een klimaatbestendig Zeeland: Niet alles hoeft in één keer en we stellen prioriteiten.
3. We beginnen niet bij nul: Met de KasZ wordt een extra impuls gegeven aan het bestaand beleid waar dat nodig is, nieuw beleid geformuleerd waar dat ontbreekt en een integrale aanpak van de problematiek bekrachtigd.
4. We vergroten de bewustwording en het draagvlak: Inzet is dat de verantwoordelijkheid voor klimaatadaptatie breed wordt gedeeld door inwoners, bedrijven en organisaties.
5. We borgen klimaatadaptatie: in beleid en (omgevings-)visies, projecten, bedrijfsprocessen, bouw-, inrichtings0 en beheerplannen.
6. We durven te experimenteren en te innoveren: Onder het motto “goed voorbeeld doet goed volgen” zorgen we voor goede voorbeelden die enthousiasmeren en inspireren.
7. We benutten kennis, expertise, voorbeelden en ervaringen: We leren van elkaar en laten ons inspireren door goede voorbeelden. We sluiten actief aan bi netwerken die gericht zin op het ontwikkelen en delen van kennis.
8. We maken werk met werk: Door op te trekken met andere ontwikkelingen, zoals de energietransitie, bos- en natuurvisie, wegreconstructies, herstructureringsopgaves en de woningbouwopgave, doen we dingen slim en (kosten) effectief.
• Robuuste natuur is in staat klimaatextremen op te vangen. Daarom zetten we in op het (versneld) afronden van het Natuurnetwerk Zeeland, leggen we buffer- en verbindingszones aan en werken we toe naar een natuurinclusieve samenleving.
• In het bebouwde gebied moet de komende 30 jaar stevig worden geïnvesteerd om Zeeland klimaatbestendig in te richten. Door aan te haken bij natuurlijke momenten zoals herstructurering en groot onderhoud blieven de kosten en inspanning overzichtelijk. Nieuwe ontwikkelingen worden altijd klimaatadaptatief ontworpen en gerealiseerd. Ook worden meekoppelkansen, met onder andere de energietransitie, benut.
• De recreatiesector profiteert maximaal van seizoensverlenging. Om weersextremen op te vangen zin fysieke inrichtingsmaatregelen op de terreinen en aanpassing van de bedrijfsvoering nodig. We ondersteunen de sector met extra aandacht voor bewustwording bi ondernemers én de gasten om Zeeland klimaatadaptief te maken. Zo blijft Zeeland ook in de toekomst een ‘Unique selling point’.
De Zeeuwse Bosvisie geeft richting aan waar en op welke wijze bosontwikkeling wenselijk is. Het reikt strategieën aan om bos en/of houtige landschapselementen aan te leggen.
• Het gaat over de verrijking van de biodiversiteit, CO2 vastlegging en het versterken van de landschappelijke karakteristiek.
• De Zeeuwse Bosvisie bestaat uit een zevental provinciebrede zoekgebieden waarbinnen aanplant van bos en houtige landschapselementen tot meerwaarde voor natuur en landschap kan leiden. Daarnaast is de opgave van bosaanplant gekoppeld aan andere actuele thema’s in het landelijk gebied en leggen we de nadruk op meekoppelkansen. We focussen daarbij op de meerwaarde van bomen zoals agroforestry, hergebruik van hout en het versterken van de leefbaarheid.
• De Zeeuwse Bosvisie stimuleert de realisatie van dorpsbossen. Dorpsbossen bieden het dorp een plek waar kinderen kunnen spelen en leren van de natuur, waar men op kleine schaal voedsel kan verbouwen, waar men in tijden van extreme neerslag water kwijt kan en in tijden van hitte koelte kan vinden.
Bijlage 6: Verklarende woordenlijst
De verscheidenheid van het leven, op het niveau van soorten en ecosystemen. Biodiversiteit omvat alle soorten die er op aarde zijn, waaronder alle dier- en plantensoorten. Naast de verscheidenheid aan soorten omvat biodiversiteit ook de diverse ecosystemen (leefgebieden) waar die soorten voorkomen.
Een door mensen ontworpen strook waar wilde bloemen groeien van het voorjaar tot ver in de winter. De bloemenlinten zijn belangrijk voor vlinders, bijen en andere insecten.
Vorm van beheren waarbij gestreefd wordt de biodiversiteit te vergroten, en de flora en fauna de kans te geven zich te ontwikkelen door middel van natuurlijke processen. De focus in het beheer is dan niet het in stand houden van huidig groen, maar het actief begeleiden naar een andere samenstelling van het groen
Een faunapassage zorgt ervoor dat dieren ongestoord en veilig langs, over of onder een obstakel kunnen, bijvoorbeeld een weg of spoorbaan. Door faunapassages worden verschillende gebieden in de gemeente met elkaar verbonden en kunnen diersoorten zich dus beter door de gemeente bewegen
Gevels van gebouwen waar planten op groeien. Vaak gaat het om klimplanten die tegen de gevel opklimmen, maar er kan ook gebruik worden gemaakt van andere manieren om planten aan gevels te bevestigen. Een groene gevel biedt dekking, voedsel en nestgelegenheid voor vogels en insecten
In de Groenstructuur is juridisch-planologisch vastgelegd welke groene gebieden waardevol zijn voor de gemeente en de directe omgeving. Dit zijn groene gebieden die een onmisbare functie vervullen voor de verbetering van het leefklimaat, de waterhuishouding, de biodiversiteit, groene recreatie, voedselproductie, behoud van cultuurhistorische waarden en een gevarieerd totaalaanbod aan groen.
Dit zijn soorten die oorspronkelijk voorkomen in Nederland of in de buurt van Nederland.
Planten en dieren die niet van oorsprong in Nederland voorkomen en een bedreiging vormen voor de oorspronkelijke soorten.
Klimaatadaptatie is het aanpassen van samenlevingen en gebieden aan veranderingen in het klimaat, zodat de kwetsbaarheid hiervoor vermindert of er geprofiteerd wordt van de kansen die een veranderend klimaat biedt.
De natuur een volwaardige plek geven in de gemeente. Hiermee bedoelen we het natuurinclusief bouwen, ontwerpen, inrichten en beheren van de openbare en private buitenruimte. Zo streven we naar een optimale lokale biodiversiteit en natuurwaarden
Er is sprake van participatie als bewoners meedenken, meepraten en meedoen bij bestuurlijke processen van de gemeente. Bij de totstandkoming van het Groenbeleidsplan gaat het hier specifiek om bijvoorbeeld de gesprekken die gevoerd zijn met gemeenteraadsleden en de reacties van bewoners op de enquête.
De openbare ruimte is de ruimte waar iedereen mag komen. Iedereen kan dus genieten van groen in de openbare ruimte.
Een door mensen ontworpen ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan bomen en planten waar ook voedsel te vinden is.
Een beplante greppel met een waterdoorlatende bodem. Bij een wadisysteem stroomt het water van de daken en de wegen niet in het riool, maar via de bovengrondse goten en/of greppels de wadi in, naar het grondwater in de bodem.
Inwoners of ondernemers helpen als vrijwilliger mee bij het beheren van het groen in hun straat of in hun buurt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-509899.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.