Verordening lijkbezorgingsrechten Coevorden 2024

De raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. 1873;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Coevorden 2024.

(Verordening lijkbezorgingsrechten Coevorden 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    begraafplaats: de algemene begraafplaatsen te Coevorden, Dalen, Dalerpeel, Geesbrug, Oosterhesselen, Schoonoord, Sleen en Zweeloo;

  • 2.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • 3.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • 4.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • 5.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • 6.

    verstrooiingsplaats: een plaats, waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • 2.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Coevorden 2023’ vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Besluiten van het college tot het vaststellen van nadere regels en beleidsregels, die genomen zijn ter uitvoering van bepalingen van de ingetrokken verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Coevorden 2024’.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2023.

De raad voornoemd,

Voorzitter,

R. Bergsma.

Griffier,

M. Lucassen.

Tarieventabel 2024  

behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Coevorden 2024.

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt gehe­ven:

1.1.1

voor het tijdvak van 30 jaar

2.830,00;

1.1.2

voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan

nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring

van de begraafplaats door het college van

Burgemeester en Wethouders

943,00;

1.1.3

voor een stoffelijk overschot van een kind van 1 tot 12 jaar

961,00;

1.1.4

voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan

nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring

van de begraafplaats door het college van Burgemeester

en Wethouders

320,00;

1.1.5

voor het stoffelijk overschot van een kind tot 1 jaar

dat wordt begraven op een speciaal daartoe aangewezen

gedeelte van de begraafplaats

320,00;

1.1.6

voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan

nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring

van de begraafplaats door het college van Burgemeester

en Wethouders

106,00;

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten

en bijgezet houden van asbussen op het ur­ne­n­v­eld wordt ge­he­v­en:

1.2.1

op of in een urnen graf voor het tijdvak van 30 jaar

2.241,00;

1.2.2

voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan

nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring

van de begraafplaats door het college van Burgemeester

en Wethouders

747,00;

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen

en geplaatst houden van urnen in de urnenmuur wordt geheven:

1.3.1

in een urnennis voor het tijdvak van 30 jaar

2.241,00;

1.3.2

voor het daaropvolgende tijdvak van 10 jaar, dit kan

nooit langer zijn dan het tijdstip van geslotenverklaring

van de begraafplaats door het college van Burgemeester

en Wethouders

747,00;

1.4

Bij het begraven in een graf geldt vanaf de dag van begraven een wettelijke grafrust van 10 jaar. Als het recht op het graf niet toereikend is om deze termijn in acht te nemen, dienen er extra jaren grafrecht bijgekocht te worden tot de grafrusttermijn van 10 jaar is bereikt. Per extra jaar is een bedrag verschuldigd van 1/10 deel van het bedrag genoemd onder 1.1.2, 1.1.4 en 1.1.6.

 

Hoofdstuk 2 Begraven/bijzetten

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon 12 jaar of ouder wordt geheven

1.126,00;

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind tot zaterdag verhoogd met

241,00;

2.3

Voor het bijzetten van een asbus in of op een graf wordt geheven

234,00;

2.4

De kosten genoemd onder 2.1 t/m 2.3 worden op de zaterdag verhoogd met

269,00;

 

Hoofdstuk 3 Grafbedekking

3.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 18 van de Beheersverordening, wordt geheven

179,00;

 

Hoofdstuk 4 Grafkelders

4.1

vergunning voor het plaatsen van een grafkelder, per graf

179,00;

4.2

aankoop van een grafkelder ten behoeve van het plaatsen van asbussen in een urnengraf

179,00;

 

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven, urnennissen en urnengraven

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven, eigen urnennissen en urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven

14,00;

 

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen en herbegraven

6.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven

1.025,00;

6.2

Voor het na het opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

1.025,00;

6.3

Voor het na het opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

4.885,00;

6.4

Voor het na ruiming van een graf afzonderen van een stoffelijk overschot behoeve van crematie of herbegraven

474,00.

6.5

Geen rechten zijn verschuldigd voor het op wettelijk gezag lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffe­lijk overschot.

 

Behoort bij raadsbesluit van 7 november 2023,

 

M. Lucassen,

Griffier.

Naar boven