Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t : vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen en het bijzetten van asbussen met of zonder urn;

  • -

    asbus: een bus tot berging van as van een overledene;

  • -

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken;

  • -

    beheerder: de door het college aangewezen ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • -

    gebruiker: de persoon aan wie een algemeen graf ter beschikking is gesteld;

  • -

    buitengewone uren: de uren voor begravingen of bijzettingen op werkdagen van 1 februari tot en met 31 oktober voor 10.00 uur en na 16.00 uur, op werkdagen van 1 november tot en met 31 januari voor 10.00 uur en na 15.00 uur en op zaterdag;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

  • -

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • -

    levenspartner: echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner;

  • -

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het verstrooien van as;

  • -

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overleden kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

  • -

    particulier urnengraf: een ruimte, een kelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    particuliere urnennis: een nis in een urnenmuur of columbarium waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    rechthebbende: de rechthebbende op een particulier graf of een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • -

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • -

    urnenruimte: een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • -

    verschuldigd recht: het bedrag, verschuldigd ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten;

  • -

    strooiveld: een plaats waarop crematie-as wordt uitgestrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met deze begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het op rechtelijk bevel opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een lijk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere dan de in hoofdstuk 5 genoemde rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

  • 1.

    Andere dan de in hoofdstuk 5 genoemde rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2.

    Indien de belastingplicht ontstaat in geval van bijzetting in een bestaand particulier graf dan zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel als er, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderjaren overblijven om te voldoen aan 20 jaar grafrusttermijn.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Voor de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2023’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk op 23 november 2023,

de griffier,

mevrouw A.G. Verhoef-Franken.

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. Renkema.

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2024

 

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

1.1

Voor het ter beschikking stellen voor een periode van 20 jaar

wordt voor een algemeen graf geheven:

€ 678,25

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf

1.2.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 1.356,50

1.2.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 2.034,75

1.2.3

voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 2.713,00

1.2.4

voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 3.391,25

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar

1.3.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 246,50

1.3.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 369,75

1.3.3

voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 493,00

1.3.4

voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 616,26

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf voor een kind in de leeftijd van vier tot en met elf jaar:

1.4.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 419,00

1.4.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 628,50

1.4.3

voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 838,00

1.4.4

voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 1.047,50

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier keldergraf:

1.5.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 2.710,50

1.5.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 4.065,75

1.5.3

Voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 5.421,00

1.5.4

Voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 6.776,25

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf

voor een periode van 10 jaar wordt geheven:

€ 170,00

1.7

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis

voor een periode van 10 jaar wordt geheven:

€ 170,00

1.8

Voor het verlenen van het recht op uitstrooien van as en gedenkplaat

voor periode van 10 jaar wordt geheven:

€ 104,00

1.9

Voor het verlenen van het recht op gedenkplaat in gedenkboom voor prematuur geboren kinderen

voor periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 98,00

 

Hoofdstuk 2

Verlengen van rechten

2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht voor een particulier graf, wordt per periode van 10 jaar geheven (keuze tot maximaal 3 termijnen van 10 jaar):

2.1.1

voor een particulier graf:

€ 678,25

2.1.2

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 123,25

2.1.3

voor een particulier kindergraf voor een kind in de leeftijd van vier tot en met elf jaar:

€ 209,50

2.1.4

voor een particulier keldergraf:

€ 1.355,25

2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, wordt per periode van 10 jaar geheven:

2.2.1

voor een particulier urnengraf:

€ 170,00

2.2.2

voor een particuliere urnennis:

€ 170,00

2.2.3

voor een gedenkplaat nabij het strooiveld:

€ 54,00

2.2.4

Voor een gedenkplaat in de gedenkboom voor prematuur geboren kinderen:

€ 51,00

 

Hoofdstuk 3

Onderhoud

Voor het verlenen van een eenmalig recht voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats voor:

3.1

algemeen graf:

€ 660,00

3.2

eenparticulier graf of particulier keldergraf:

3.2.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 1.320,50

3.2.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 1.980,75

3.2.3

voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 2.641,00

3.2.4

voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 3.301,25

3.3

een particulier kindergraf:

3.3.1

voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

€ 480,50

3.3.2

voor een periode van 30 jaar wordt geheven:

€ 720,75

3.3.3

voor een periode van 40 jaar wordt geheven:

€ 961,00

3.3.4

voor een periode van 50 jaar wordt geheven:

€ 1.201,25

3.4

particuliere urnennis en urnengraf:

Voor de periode van 10 jaar wordt geheven:

€ 166,00

 

Hoofdstuk 4

Verlengen van onderhoud

4.1

Voor het verlengen van het recht genoemd in 3.2 en 3.3, direct aansluitend op het eenmalig recht, wordt per periode van 10 jaar, een recht geheven gelijk aan 50% van de tarieven genoemd in 3.2.1 en 3.3.1. Keuze tot maximaal 3 termijnen van 10 jaar.

4.2

Voor het verlengen van het recht op onderhoud voor particuliere urnennis en urnengraf wordt voor de periode van 10 jaar geheven:

€ 166,00

4.3

Voor het door of vanwege de gemeente openen en sluiten van een grafkelder wordt geheven:

€ 895,00

4.4

Voor het door of vanwege de gemeente wegnemen en herplaatsen wordt geheven voor:

4.4.1

een gedenkteken:

€ 547,00

4.4.2

beplanting zonder gedenkteken:

€ 88,00

 

Hoofdstuk 5

Uitgegeven graven voor 1 januari 2002 Hoevelaken

5.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van graven en de begraafplaats welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven, wordt geheven per grafruimte per jaar:

5.1.1

voor een algemeen graf:

€ 91,00

5.1.2

voor een particulier graf:

€ 123,00

5.1.3

voor een particulier kindergraf voor een kind jonger dan vier jaar:

€ 48,00

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van particuliere urnenruimte en de begraafplaats, welke voor 1 januari 2002 in Hoevelaken zijn uitgegeven, wordt geheven per urnenruimte, per jaar:

€ 65,00

5.3

De rechten genoemd in 5.1 en 5.2 kunnen voor de nog resterende graftermijn worden afgekocht. Dit recht wordt berekend door het aantal jaren van de resterende graftermijn van respectievelijk 20 en 30 jaar te delen door 20 en te vermenigvuldigen met de tarieven bedoeld in 3.2.1, 3.3.1 en 3.4.

5.4

Voor het verlengen van het recht genoemd in 5.1.2, 5.1.3 en 5.2 met 10 jaar, wordt een recht geheven gelijk aan de tarieven bedoeld in hoofdstuk 4.

 

Hoofdstuk 6

Begraven

6.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

€ 1.006,00

6.2

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder buiten de reguliere volgorde van begraven, zoals bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021, wordt een toeslag berekend van 50% van het tarief zoals vermeld onder 6.1.

6.3

Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan twaalf jaar, wordt geheven:

€ 357,00

6.4

Voor het begraven op buitengewone uren worden de tarieven zoals vermeld onder 6.1 en 6.3 verhoogd met:

€ 328,00

6.5

Voor het begraven van een prematuur geboren kind wordt geheven:

€ 179,00

6.6

Voor extra werkzaamheden bij bijzondere begravingen wordt per uur geheven:

€ 95,00

 

Hoofdstuk 7

Bijzetten van asbussen en urnen

7.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

7.1.1

in een particuliere urnennis:

€ 377,00

7.1.2

in een particulier urnengraf:

€ 377,00

7.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren of in een graf, wordt het recht, bedoeld in 7.1.1 en 7.1.2, verhoogd met:

€ 328,00

 

Hoofdstuk 8

Opgraven, ruimen en verstrooien

8.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen daarvan wordt geheven:

€ 1.006,00

8.2

Voor het opgraven en weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

8.2.1

voor het eerste lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 1.508,00

8.2.2

voor een volgend lijk of de overblijfselen daarvan:

€ 1.006,00

8.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 2.010,00

8.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

8.4.1

uit een particulier urnengraf:

€ 88,00

8.4.2

uit een particuliere urnennis:

€ 88,00

8.4.3

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

€ 88,00

8.5

Voor het door of vanwege de gemeente uitstrooien van as op een strooiveld wordt geheven:

€ 88,00

8.6

Voor het door nabestaanden uitstrooien van as op een strooiveld wordt geheven:

€ 88,00

 

 

Behorende bij het raadsbesluit van 23 november 2023, nr. 2023-065-F

 

de griffier,

mevrouw A.G. Verhoef-Franken

Naar boven