Gemeenteblad van Altena
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Altena | Gemeenteblad 2023, 504300 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Altena | Gemeenteblad 2023, 504300 | beleidsregel |
Uitrittenbeleid Gemeente Altena 2023
Het college van burgemeester en wethouders van Altena;
dat in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) is bepaald dat het verboden is zonder (omgevings)vergunning een uitweg te maken naar de weg of verandering aan te brengen in een bestaande uitweg naar de weg;
dat de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om dergelijke vergunningen berust bij het college van burgemeester en wethouders;
dat in artikel 2:12, tweede lid van de APV vier weigeringsgronden voor de verlening van een uitwegvergunning zijn opgenomen;
dat krachtens artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het college beleidsregels kan vaststellen;
dat het college een beleidsregel wenst vast te stellen die (potentiële) aanvragers van een uitwegvergunning en de medewerkers die de vergunning behandelen inzicht geven wanneer wel of niet een vergunning verleend mag worden;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Awb en artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Altena 2020 en artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Gemeentewet;
Vast te stellen het navolgende:
“Uitrittenbeleid Gemeente Altena 2023”
Dit uitrittenbeleid is een nadere aanvulling op de regels van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Altena (hierna: APV) over de uitwegen in de gemeente Altena.
Een uitweg, ook wel uitrit, inrit of oprit genoemd, is een aansluiting vanuit een perceel naar de openbare weg. Voor de leesbaarheid noemen we deze termen in de rest van dit beleid een ‘uitrit'.
Om een uitrit in de gemeente Altena aan te leggen of te veranderen, is op grond van de APV een omgevingsvergunning nodig. In de APV zijn voor deze omgevingsvergunning diverse weigeringsgronden opgenomen. Het huidige beleid omtrent uitritten is binnen de gemeente Altena verouderd. Er is behoefte aan een vernieuwd beleid. Dit vernieuwde beleids- en toetsingskader is in dit document vastgelegd. Het beleid bevordert eenduidige besluitvorming en biedt de aanvrager vooraf inzicht in de toetsingscriteria. Dit stuk vervangt het beleidsstuk ‘Notitie omgevingsvergunning uitweg Altena 2019'.
De doelstelling van dit beleid is een helder en formeel kader scheppen, waarin onder andere de voorwaarden en het beheer en onderhoud met betrekking tot de aanleg van de uitrit(ten) naar openbare wegen zijn vastgelegd. Deze beleidsregels dienen ertoe verdere invulling te geven aan de in de APV genoemde criteria, als bedoeld in artikel 2.12, tweede lid van de APV.
De wet- en regelgeving die van belang is bij het aanleggen of aanpassen van een uitrit wordt in dit hoofdstuk kort behandeld.
2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Voor het realiseren of veranderen van een uitrit is artikel 2.2 lid 1 sub e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) van toepassing. Voorgenoemd artikel luidt als volgt:
Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
De aanvraag omgevingsvergunning voor het realiseren of veranderen van een uitrit wordt ook getoetst aan het bestemmingsplan c.q. omgevingsplan. In een enkel geval zijn specifieke planologische bepalingen omtrent een uitrit opgenomen. Indien regels zijn opgenomen over het realiseren of veranderen van een uitrit zal ook, naast de omgevingsvergunning op grond van de APV, een omgevingsvergunning nodig zijn op grond van het bestemmingsplan c.q. Omgevingsplan.
3. Weigeringsgronden voor een uitrit
Voor een uitrit moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Iedere aanvraag omgevingsvergunning voor een uitrit wordt getoetst aan de weigeringsgronden als bedoeld in de APV. Dit hoofdstuk beschrijft de uitleg die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena (hierna: het college) aan deze weigeringsgronden geeft. Bij iedere aanvraag wordt een belangenafweging gemaakt waarbij onderstaande bepalingen worden meegenomen. Het college verleent een omgevingsvergunning wanneer het plan past in de voorwaarden genoemd in de punten 3.1 t/m 3.4. Indien een aanvraag afwijkt van het onderstaande, als bedoeld in de punten 3.1 t/m 3.4, zal het college beoordelen of de ontwikkeling wenselijk is en vergund kan worden aan de hand van maatwerk, in gevolge de weigeringsgronden van de APV.
3.3 Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
Het college maakt onderscheid tussen een uitrit in het algemeen (algemene uitrit), een uitrit op een bedrijventerrein en een uitrit op een agrarisch perceel. In de volgende gevallen komt de activiteit voor vergunningverlening ten aanzien van het uiterlijk aanzien van de omgeving in aanmerking:
Bijlagen 1 en 2 zijn van toepassing op dit onderdeel.
Uitrit op een bedrijventerrein
Bijlagen 3 en 4 zijn van toepassing op dit onderdeel.
Uitrit op een agrarisch perceel
Het college komt de bevoegdheid toe om in afwijking van het bovenstaande maatwerk toe te passen. Wanneer de uitrit niet voldoet aan de voorwaarden onder 3.1 t/m 3.4 wordt de aanvraag voor een omgevingsvergunning getoetst aan de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 2.12, tweede lid APV. Het college zal een individuele belangenafweging maken. Hierbij wordt mede een belang gehecht aan:
De uitvoeringsaspecten die van belang kunnen zijn bij het aanleggen of aanpassen van een uitrit worden in dit hoofdstuk kort behandeld.
5. Overgangs- en slotbepalingen
Het beleid wordt aangehaald als: ‘Uitrittenbeleid Gemeente Altena 2023’.
Dit beleid wordt openbaar bekendgemaakt in het digitale gemeenteblad van Altena en treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de openbare bekendmaking. Ook is het beleid terug te vinden op de website van de gemeente.
Aldus besloten in de collegevergadering van de gemeente Altena, gehouden op 14 november 2023.
de gemeentesecretaris, drs. R.J.M. van Wuijtswinkel MPA
de burgemeester, drs. E.B.A. Lichtenberg MCM
BIJLAGE 1 Uitvoeringsregels uitrit binnen de bebouwde kom voor woningen
Uitvoeringsregels enkele uitrit binnen de bebouwde kom voor woningen
Tekening: Altena 016a uitrit Bibeko (HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen. Zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstelling of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
Uitvoeringsregels dubbele uitrit binnen de bebouwde kom voor woningen
Tekening: Altena 016b uitrit Bibeko (HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen. Zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstelling of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
BIJLAGE 2 Uitvoeringsregels uitrit buiten de bebouwde kom voor woningen
Uitvoeringsregels uitrit enkel buiten de bebouwde kom voor woningen
Tekening: Altena 011a uitrit enkel buiten de beb. kom Algemeen(HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen. Zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstelling of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
Uitvoeringsregels uitrit dubbel buiten de bebouwde kom voor woningen
Tekening: Altena 011 uitrit dubbel buiten de beb. Kom Algemeen(HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen, zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstelling of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
BIJLAGE 3 Uitvoeringsregels uitrit binnen de bebouwde kom voor bedrijven
Uitvoeringsregels uitrit binnen de bebouwde kom voor bedrijven
Tekening: Altena 012 uitrit binnen de beb. Kom bedrijfsvoering (HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen, zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstelling of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door een VCA gecertificeerd bedrijf. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
BIJLAGE 4 Uitvoeringsregels uitrit buiten de bebouwde kom voor bedrijven
Uitvoeringsregels uitrit buiten de bebouwde kom voor bedrijven
Tekening: Altena 010 uitrit buiten de beb. Kom Bedrijfsvoering(HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen, zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstel of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitweg worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitweg worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
BIJLAGE 5 Uitvoeringsregels uitrit voor agrarisch perceel
Uitvoeringsregels uitrit voor agrarisch perceel
Tekening: Altena 013 uitrit bestemming agrarisch(HIOR).pdf
Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
Activiteit uitrit aanleggen of veranderen:
In verband met aanwezige kabels- en leidingen in de berm dient de verharding uitsluitend te bestaan uit verhardingselementen die opneembaar zijn. (bijvoorbeeld: stelconplaten, betontegels, betonstraatstenen) Dit i.v.m. de bereikbaarheid van de kabels c.q. leidingen bij storingen. Let op er moet nog wel een laag zand tussen de kabels en leidingen, en de verhardingselementen, zodat de verharding niet op de kabels en leidingen ligt;
De nodige wijzigingen, herstel of vernieuwing van de bestrating ten gevolge van schade aan de uitrit worden uitgevoerd door de gemeente Altena. Bij plotseling optredende schade (bijvoorbeeld verzakking) veroorzaakt door het gebruik van de uitrit worden kosten op de vergunninghouder verhaald, tenzij de vergunninghouder kan aantonen dat de plotselinge schade door derden is veroorzaakt;
Toelichting Beleid Uitritten Altena 2023
Het college is van mening, indien aan de voorwaarden als bedoeld onder de punten 3.1 t/m 3.4 uit het ‘Uitrittenbeleid Altena 2023’ (hierna: het beleid) wordt voldaan, een uitrit in aanmerking komt voor vergunningverlening. Toch zijn er situaties waarin, in afwijking van bovengenoemde voorwaarden, deze gevallen met maatwerking ook in aanmerking komen voor vergunningverlening.
De voorwaarden zijn aan de hand CROW-normen en inzichten uit de praktijk tot stand gekomen. Aan de hand van maatwerk kan het college de gevallen die niet direct passend zijn, afwegen. En beoordelen of de afwijking toelaatbaar is binnen de algemene kaders van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 2:12, tweede lid van de APV.
Onderstaand wordt per weigeringsgrond toegelicht wat de afweging is om wel of geen medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor de uitrit.
De uitrit mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de bruikbaarheid van de weg. De weigeringsgrond heeft betrekking op de functie die de betrokken weg heeft, de inrichting van de weg en de gevolgen die de uitrit kan hebben op deze functie. Het functioneren van de weg kan bijvoorbeeld nadelig worden beïnvloed wanneer door een uitrit het verkeer wordt belemmerd, de doorstroming wordt beperkt, de vrij uitritruimte wordt beperkt of wanneer de weg onvoldoende of zelfs niet meer gebruikt kan worden voor het doel waarvoor hij is bedoeld.
Veilig en doelmatig gebruik van de weg
De uitrit mag niet leiden tot onveilig en/of niet doelmatig gebruik van de weg. Uitritten veroorzaken een verstoring van het “doorgaande” verkeer en zijn mogelijke conflictpunten tussen twee verkeerstromen. Vanwege de waarneembaarheid van de uitrit voor een weggebruiker vraagt dit aandacht en anticipatie in het weggedrag. Dit betekent ook dat uitritten die niet of nauwelijks worden gebruikt toch verstoring te weeg brengen. Bovendien is door de aanwezigheid van veel uitritten het attentieniveau van de weggebruiker, op plaatsen waar daadwerkelijk uitwisseling plaatsvindt, niet optimaal. In het algemeen kan gesteld worden des te meer uitritten op een openbare weg uitkomen, des te meer de verkeersveiligheid daaronder lijdt. De uitrit zal worden geweigerd, indien een uitrit een in overwegende mate negatief effect zal hebben op de veiligheid.
Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
De uitrit mag niet leiden tot onevenredige aantasting van het uiterlijk aanzien van de omgeving. Dit criterium betreft een stedenbouwkundig criterium. De weigeringsgrond heeft betrekking op het negatieve effect dat een uitrit kan hebben op de beeldkwaliteit en beleving van de openbare ruimte. Hoe meer uitritten worden aangelegd, des te meer afbreuk wordt gedaan aan de beeldkwaliteit en de beleving van de openbare ruimte. Dit geldt des te meer, indien tevens een groenvoorziening moet worden doorkruist.
Het uiterlijk aanzien van de gemeente dient te worden beschermd tegen een wildgroei aan uitritten en voertuigen die willekeurig op particuliere gronden worden geparkeerd. Door de aanleg van uitritten wordt de gewenste scheiding tussen de openbare ruimte en particuliere percelen teniet gedaan. Het karakter van een straat wordt bepaald door de openbare ruimte en particuliere percelen te niet gedaan. Het karakter van een straat wordt bepaald door de inrichting en de maatvoering van de straat (o.a. de diepte van de voortuinen). De inrichting bestaat in het algemeen uit een rijgedeelte met trottoir en een onbebouwde strook tot aan de voor- en/of zijgevel. Deze inrichting is bepalend voor de kwaliteit van de woonomgeving. Door de aanleg van uitritten en dientengevolge het parkeren in de voor- en/of zijtuin gaat het ruimtelijke effect van de tuin verloren. De tuin sluit dan qua sfeer en gebruik aan bij de openbare ruimte. Het onderscheid tussen openbaar en privé vervaagt, waardoor de bufferwerking (tussen privé- en openbare sfeer) van de tuin (geheel) teniet wordt gedaan. Dit leidt tot een verarming van het straatbeeld.
Een uitrit zal niet worden toegestaan, indien in bijvoorbeeld een bestemmingsplan c.q. omgevingsplan, welstandsnota, beeldkwaliteitsplan, in beleidsstukken vanwege de Monumentencommissie of in het kader van een beschermd dorpsgezicht is vastgelegd dat uitritten niet wenselijk dan wel niet toegestaan zijn.
Een met beplanting ingerichte voor- of zijtuin draagt in positieve zin bij aan een aantrekkelijk straatbeeld. Door het aanleggen van extra uitritten vermindert niet alleen oppervlakte dat gebruikt kan worden voor tuin/beplanting, maar zorgt de mogelijkheid om extra voertuigen te parkeren op het perceel (gericht naar de openbare ruimte) voor een onrustiger en drukker straatbeeld.
Bij tussenwoningen wordt, gezien bovenstaande criteria, geen uitrit toegestaan, tenzij de voortuin als zodanig in het planontwerp is opgenomen en/of de voortuin in het bestemmingsplan expliciet voor parkeren is bestemd.
Bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente
De uitrit mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de groenvoorzieningen.
Dit criterium dient tot instandhouding van houtopstanden, groenstroken, bomen en andere groenvoorzieningen in de gemeente. Groenvoorzieningen bepalen in belangrijke mate de leefbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-504300.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.