Gemeenteblad van Edam-Volendam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2023, 502553 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Edam-Volendam | Gemeenteblad 2023, 502553 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Edam-Volendam (Financiële verordening Edam-Volendam 2023)
De raad van de gemeente Edam-Volendam;
gelet op artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Planning, Control, Audit en Risk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 juli 2023;
vast te stellen de volgende Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Edam-Volendam 2023 (Financiële verordening Edam-Volendam 2023).
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
grondexploitatie: Het proces van productie en uitgifte van bouw- en woonrijpe grond dat gebaseerd is op een referentiekader en een verbonden geheel vormt (vanuit een stedenbouwkundige visie, vanuit hetzelfde bestemmingsplan en vanuit geografische ligging). De grondexploitatiebegroting bevat een meerjarige opstelling van de geraamde kosten en opbrengsten die samenhangen met de productie en die, op basis van een eenduidig prijspeil, worden doorgerekend naar een eindresultaat (complex);
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
Paragraaf 2. Begroting en verantwoording
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringskredieten worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd. Hierbij wordt in een overzicht onderscheid gemaakt tussen vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen.
Burgemeester en wethouders informeren de raad in de eerstvolgende tussentijdse rapportage of via een afzonderlijk voorstel als ze verwacht, dat de lasten van een product of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden of de baten van een product of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.
Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad bedoeld in artikel 6, eerste lid, doen burgemeester en wethouders voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doen burgemeester en wethouders indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, leggen burgemeester en wethouders voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Indien noodzakelijk voor het inzicht, informeren burgemeester en wethouders de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de status van de investeringskredieten: “Gereed”, “Niet Gereed” en “Voorstel tot afvoeren”. Het goedkeuren van de jaarrekening leidt tot een autorisatie voor het doorschuiven van niet afgeronde (restant)kredieten naar het volgende boekjaar, voor zover dit nog niet in de tussenrapportages is geautoriseerd.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Burgemeester en wethouders informeren de raad door middel van tenminste twee tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste 3/4 maanden en de eerste 8/9 maanden van het lopende boekjaar. Het betreft een zomer- en een winternota (slotnota). Optioneel kan nog een najaarsnota worden uitgebracht.
Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kunnen burgemeester en wethouders de raad voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar. Burgemeester en wethouders bieden dit voorstel uiterlijk in december van het betreffende jaar aan de raad aan.
Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeren burgemeester en wethouders de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als burgemeester en wethouders een aanpassing nodig achten, doet burgemeester en wethouders een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Burgemeester en wethouders bieden de raad jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Burgemeester en wethouders operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.
Artikel 12. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Paragraaf 4. Financieel beleid
Artikel 14. Waardering en afschrijving vaste activa
Immateriële en materiële vaste activa worden lineair afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de bijlage 1 afschrijvingsbeleid vaste activa van deze verordening. Afschrijvingstermijnen van investeringen die niet in de afschrijvingstabel voorkomen worden door de raad vastgesteld via de autorisatie van de betreffende investeringskredieten
Artikel 16. Reserves en voorzieningen
Kapitaallastenreserves voor openstaande kredieten worden minimaal eens per jaar geëvalueerd ten opzichte van het meerjaren investeringsplan. Indien investeringen geen doorgang vinden of voor een lager bedrag, valt het aan de investering gerelateerde deel van de kapitaallastenreserve voor openstaande kredieten (deels) vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.
Artikel 17. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen en onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid en een deel van de kosten voor straatreiniging en een deel van de lasten van baggeren betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
In afwijking van het eerste lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van een lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen worden aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen kan worden uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen, afgerond naar beneden. Dit percentage wordt vastgesteld bij de uitgangspunten van de begroting.
Artikel 18. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. De integrale kosten van leningen zijn minimaal gelijk aan het rentepercentage van een vergelijkbare lening die de gemeente zou aanvragen bij behoefte aan financiële middelen bij de BNG. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken
Bij de begroting en de jaarstukken nemen burgemeester en wethouders in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op.
Artikel 23. Onderhoud kapitaalgoederen
Burgemeester en wethouders bieden de raad ten minste eens in de vier jaar diverse onderhoudsplannen voor openbare ruimte aan. Deze onderhoudsplannen geven het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor onder andere het openbaar groen, baggeren, wegen, civiele kunstwerken en verlichting. De raad stelt de diverse onderhoudsplannen voor de openbare ruimte vast.
Burgemeester en wethouders bieden de raad ten minste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het rioleringsplan geeft het kader weer voor het beheer van het watersysteem, waaronder het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud. De raad stelt het rioleringsplan vast.
Burgemeester en wethouders bieden de raad ten minste eens in de vier jaar een onderhoudsplan buitensportaccommodaties aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de buitensportaccommodaties. De raad stelt het onderhoudsplan buitensportaccommodaties vast.
Burgemeester en wethouders nemen in de paragraaf financiering van de begroting en de jaarstukken de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op.
Burgemeester en wethouders nemen in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op.
Artikel 26. Verbonden partijen
Burgemeester en wethouders nemen in de paragraaf verbonden partijen van de begroting en de jaarstukken de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op.
Het voeren van grondexploitaties brengt risico’s met zich mee. De gemeente onderscheidt twee soorten risico, namelijk:
Programmarisico. Dit zijn conjuncturele risico’s als gevolg van macro economische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen hebben hun weerslag op bijvoorbeeld de grondopbrengsten (hoogte grondprijzen en uitgiftetempo), de kosten voor bouw- en woonrijp maken en de rente. Minimaal eenmaal per jaar (bij de Begroting) wordt een reëel negatief scenario bepaald en doorgerekend.
Projectrisico’s. Tweemaal per jaar wordt op projectniveau een risicoanalyse uitgevoerd, namelijk bij de Begroting en de Jaarrekening. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt wat risico is (Wat is de oorzaak? Wat is het gevolg? Hoe kunnen risico’s worden beheerst of voorkomen?). Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van de financiële impact als het risico zich voordoet en een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet. Daarna kan berekend worden welk deel van het financiële risico afgedekt dient te worden.
Om de risico’s te beperken die samenhangen met zeer langlopende projecten, hebben grondexploitaties in beginsel een maximale looptijd van maximaal 10 jaar. Hiervan kan op basis van voortschrijdend inzicht gemotiveerd worden afgeweken. De langere looptijd en motivatie dienen expliciet te zijn geautoriseerd door de raad en verantwoord in de begroting en de jaarstukken. De motivatie moet tevens zijn voorzien van risico beperkende beheersmaatregelen die zijn genomen om de onzekerheden en risico’s die gepaard gaan met de langere looptijd te mitigeren.
De bestemmingsreserve grondexploitaties dient om risico’s van de grondexploitaties op te vangen. Het beleid omtrent de vorming en de aanwending van de reserve is vastgelegd in een nota reserves en voorzieningen. De gewenste omvang van de reserve wordt jaarlijks bepaald in de paragraaf grondbeleid van de begrotingen en jaarrekening op basis van de uitgevoerde risicoanalyses.
Als een grondexploitatie naar verwachting winstgevend is dan dekt de gemeente de risico’s af binnen de grondexploitatie. Als een grondexploitatie naar verwachting onvoldoende winstgevend is om de risico’s af te dekken of geen winstverwachting heeft, dan dekt de gemeente de risico’s af met de bestemde reserve grondexploitaties.
Jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening wordt berekend of (tussentijdse) winstneming aan de orde is. Tussentijdse winstneming wordt niet geprognosticeerd in de grondexploitaties en de reserve grondexploitaties. De prognoses gaan uit van winstneming bij het afsluiten van de grondexploitatie. De grondexploitaties dragen de (tussentijdse) winstneming af aan de reserve grondexploitaties.
Bouwgronden in exploitatie conform lid 10 sub b worden afzonderlijk verantwoord onder de voorraden en gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede de rentekosten berekend zoals voorschreven in de BBV als ook administratie- en beheerskosten.
Bij winstneming wordt de in lid 8 van dit artikel beschreven methode van Percentage of Completion (POC) gevolgd: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst genomen. De berekening van de tussentijds te nemen winst gaat via de formule “(% realisatie kosten x % realisatie opbrengsten) x geraamde winst in euro”. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele onzekerheden in de bepaling van de geraamde winst. Deze onzekerheden worden gekwantificeerd op basis van “kans x impact”.
Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 29. Financiële organisatie
Burgemeester en wethouders dragen in ieder geval zorg voor:
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteren burgemeester en wethouders daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 25. Daarnaast informeren burgemeester en wethouders de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Burgemeester en wethouders zorgen voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de administratie nemen burgemeester en wethouders maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Paragraaf 7. Overige artikelen
Artikel 31. Incidentele baten en lasten
De raad ziet erop toe dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Met structureel evenwicht wordt bedoeld dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Met reëel evenwicht wordt bedoeld dat de geraamde baten en lasten in de begroting en meerjarenraming volledig en realistisch zijn.
Artikel 32. Intrekken oude regeling en overgangsbepaling
De Financiële verordening Edam-Volendam 2022, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2021, wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2022 en op de begroting, zomernota en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2023.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-502553.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.