Gemeenteblad van Reusel-De Mierden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Reusel-De Mierden | Gemeenteblad 2023, 501406 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Reusel-De Mierden | Gemeenteblad 2023, 501406 | ander besluit van algemene strekking |
Addendum bij kadernota armoedebestrijding 2021-2024 ‘Koersen op de toekomst’
Eind 2020 hebben de gemeenteraden in de Kempen de Kadernota Armoedebestrijding 2021-2024 ‘Koersen op de toekomst’ vastgesteld (gemeenteblad 2020, 267283). In deze kadernota is vastgelegd hoe we in de Kempengemeenten armoede- en schuldenproblematiek bestrijden.
De afgelopen jaren hebben er grote maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden welke ook het bestrijden van armoede raken. Daarnaast hebben er ook wijzigingen plaatsgevonden in wet- en regelgeving. Begin dit jaar heeft de NVVK – de branchevereniging voor organisaties die werkzaam zijn op het gebied van financiële hulp – een audit uitgevoerd ten behoeve van de verlenging van het lidmaatschap van de NVKK vanuit de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening (MD). Hieruit is de opdracht gekomen om de kadernota in lijn te brengen met de gewijzigde wet- en regelgeving en de uitvoering. Dat is nodig om te blijven voldoen aan de eisen van het lidmaatschap van de NVVK. Zonder lidmaatschap van de NVVK is het in de praktijk vrijwel onmogelijk om het minnelijke schuldhulptraject te kunnen uitvoeren als gemeente of organisatie. Dit onder andere vanwege het feit dat schuldeisers hier veel waarde aan hechten en in de meeste gevallen als (een van) de voorwaarden hebben om in te stemmen met een minnelijke schuldregeling.
We hebben ervoor gekozen om de noodzakelijke wijzigingen met dit addendum vast te leggen. De looptijd van de huidige kadernota is nog maar kort en begin 2024 wordt gestart met het proces om te komen tot een nieuwe kadernota armoedebestrijding. Dit nu er in een relatief korte periode veel is gebeurd: coronapandemie, toeslagenaffaire, oorlog in Oekraïne, stijgende energieprijzen en sterk toenemende inflatie. De maatschappij is aanzienlijk veranderd ten opzichte van vier jaar geleden en er is een andere inzet, prioritering en aanpak nodig om te voldoen aan deze nieuwe uitdagingen en vraagstukken op het gebied van bestaanszekerheid en armoedebestrijding. Het opstellen van een nieuwe kadernota met een ingangsdatum van 1 januari 2025 is dan ook wenselijk.
Wijzigingen op de huidige kadernota
De wijzigingen betreffen met name de uitvoering van de vroegsignalering en schuldhulpverlening.
Begin 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) gewijzigd. Daarmee is vroegsignalering van schulden een wettelijke taak geworden voor gemeenten. In de wet is onder meer vastgelegd wat wel en niet mag bij de verwerking van de persoonsgegevens voor schuldhulpverlening, welke termijnen er gelden ten aanzien van schuldhulpverlening en de rol en taken van de gemeente en vaste lasten partners in het kader van de vroegsignalering. Bepaalde onderdelen in de kadernota in het kader van de uitvoering vroegsignalering en de vormgeving van de schuldhulpverlening komen niet overeen met de Wgs. Om te kunnen blijven voldoen aan de eisen van het NVVK lidmaatschap dienen deze onderdelen dan ook te worden gewijzigd en in lijn gebracht te worden met de Wgs.
Globaal betekenen deze wijzigingen dat ‘anderen’ (bijv. partijen in het maatschappelijk middenveld en dus niet de partijen die op basis van de wet en waarmee convenanten zijn gesloten in het kader van de vroeg-signalering) niet zomaar signalen kunnen delen over inwoners met schulden. Dat kan enkel met toestemming van de betreffende inwoner. Daarnaast kunnen we inwoners in een schuldhulptraject niet verplichten deel te nemen aan een collectief programma, danwel na afloop als ervaringsdeskundige te verplichten iets terug te doen voor de maatschappij. Wederkerigheid is geen verplicht onderdeel van een nazorgtraject. De uitvoeringspraktijk laat zien dat we deze handelingen ook niet hebben gehanteerd. Dit komt omdat de Wgs vrijwel direct na het vaststellen van de kadernota armoedebestrijding is ingegaan. Echter, omdat dit destijds wel op deze manier is opgenomen in de kadernota, dienen we dit aan te passen om te kunnen blijven voldoen aan de eisen van het lidmaatschap van de NVVK.
Concreet zijn paragraaf 4.3, 4.5 en hoofdstuk 5 aangepast. De teksten die hieronder opgenomen zijn, moeten gelezen worden in plaats van de teksten in de kadernota armoedebestrijding zijn opgenomen.
Als het gaat om het voorkomen en bestrijden van schulden- en armoedeproblematiek zetten we in op ver-schillende lagen. Onderstaande figuur illustreert onze lijn van uitvoering en laat het totaal aan ondersteuning zien dat beschikbaar is om inwoners verder te helpen. Bij preventie hoeft er nog geen sprake te zijn van financiële problemen, achterstanden of schulden. Hierbij wordt ingezet op het voorkomen van problemen. Vervolgens, bij vroegsignalering zijn de eerste signalen te zien van een betalingsachterstand. Hierbij proberen we met deze inwoners in contact te komen en naar passende ondersteuning te begeleiden. Het kan zijn dat een inwoner bepaalde ondersteuning nodig heeft, daarvoor zijn maatwerkvoorzieningen ingericht, oftewel individuele ondersteuning.
De wettelijke vroegsignalering, ook wel vroegsignalering op basis van data, is als expliciete taak voor ge-meenten opgenomen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De wettelijke vroegsignalering heeft als doel om schulden vroegtijdig op te sporen en actief hulp te bieden aan de inwoner, waardoor wordt voorkomen dat betalingsachterstanden verder oplopen en er een problematische schuldensituatie ontstaat. Door deze vroegtijdige opsporing zijn er meer mogelijkheden om hulp te bieden, nu een schuldregeling niet altijd aan de orde hoeft te zijn en door eerder ingrijpen voorkomen kan worden.
Ontvangst van signalen in het kader van vroegsignalering
In de Kempen is de uitvoering van zowel schuldhulpverlening en wettelijke vroegsignalering belegd bij GRSK- afdeling Maatschappelijke Dienstverlening (MD). Sinds maart 2022 ontvangt MD op basis van deze wettelijke grondslag maandelijks signalen van betalingsachterstanden vanuit de vaste lasten partners op het gebied van zorg, huur, water en energie. De signalen worden aangeleverd via het systeem Vindplaats van Schulden (VPS).
In de signalen wordt er onderscheid gemaakt tussen drie categorieën, namelijk:
Voor ‘kleine’ partners, zoals particuliere verhuurders, die niet zijn aangesloten bij VPS, is er een mailbox voor het aanleveren van signalen: vroegsignalering@kempengemeenten.nl. Dit zodat ook deze signalen goed binnenkomen en kunnen worden opgepakt door schuldhulpverlening.
Afhankelijk van de zwaarte van de melding wordt een passende actie ondernomen om de inwoner te bereiken en een hulpaanbod te doen. Hierbij is de insteek altijd om op een zo laagdrempelige manier en geheel vrijblijvend voor de inwoner contact op te nemen. Dit kan een brief zijn of een telefonisch contact.
Door het steeds complexer worden van onze maatschappij en de regels die daarmee samenhangen is het voor inwoners steeds lastiger om uit de schulden te blijven. Daarnaast hebben we momenteel te maken met hoge inflatie, energiearmoede en fikse prijsstijgingen onder andere op de dagelijkse boodschappen. Hierdoor heeft een steeds grotere groep inwoners moeite om rond te komen en/of ontbreekt een financiële buffer bij tegenslagen. Financiële problemen liggen hierdoor sneller op de loer. Inwoners die risico lopen op het ontwikkelen van schulden bevinden zich dan ook in elke sociale klasse en het ontwikkelen van problematisch gedrag heeft steeds minder te maken met malafide handelen.
De Kempengemeenten zijn ervan doordrongen dat schulden alle facetten van het bestaan raken. In veel huishoudens, waarbij ondersteuning vanuit welzijn/gemeenten is gewenst, speelt het hebben van financiële problemen, of het omgaan met schaarste een rol. Naar schatting hebben 1,4 miljoen huishoudens in Nederland problematische schulden of een risico daarop. Mensen met schulden vragen vaak geen hulp, of doen dit erg laat, vanwege schaamte of trots. Hierdoor stapelen de problemen zich op.
In de Kempen wordt vanaf 2020 een transitie ingezet van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening. Dit houdt in dat het traject om schulden op te lossen een coproductie is tussen cliënten, hun omgeving en de schulddienstverlener. Coaching op alle leefgebieden om de juiste vaardigheden aan te leren, waardoor de financiële situatie van een inwoner blijvend wordt gestabiliseerd, vormt de rode draad binnen schulddienst-verlening. Schulddienstverlening is er derhalve niet enkel voor inwoners met problematische schulden waarvoor een schuldregeling dient te worden opgestart, maar juist ook voor inwoners met hulpvragen in een eerder stadium. Hierbij kan gedacht worden aan korte coachingstrajecten bij losse vragen, kleine betalingsachterstanden waarvoor een individuele betalingsregeling kan worden afgesloten, hulp bij inzicht in financiën of het opstarten van budgetbeheer of budgetcoaching voor een bepaalde periode. Cliënten zijn zo niet meer bezig met het oplossen van een probleemsituatie maar met het opdoen van vaardigheden en kennis zodat er in het vervolg geen probleemsituatie ontstaat of zij eerder hulp weten in te schakelen.
De schulddienstverlening bestaat uit verschillende fases. In fase 1 staat stabilisatie van en rust brengen in de situatie centraal, zodat de financiële situatie van de client en de omvang van de schulden inzichtelijk worden. Vervolgens kan er gekeken worden of de client in staat is om de schuld(en) zelf te regelen en af te lossen. Een cliënt stroomt door naar fase 2 wanneer het voor hem of haar niet mogelijk is om zelf de schulden te regelen. Dan wordt er een regeling getroffen voor de cliënt met alle schuldeisers, waarmee de schuld(en) binnen een bepaalde periode worden afgelost of in uiterste gevallen worden gesaneerd. Tot slot omvat de schulddienstverlening ook nazorg (fase 3) die er op gericht is het duurzame effect van de schuld-dienstverlening in kaart te brengen en te waarborgen. In het minnelijke schuldsaneringstraject (Msnp) worden alle 3 de fases doorlopen binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening. Indien dit niet mogelijk blijkt, zal een beroep gedaan worden op de wettelijke schuldsanering (Wsnp), wat via de rechter en een door de rechter aangestelde bewindvoerder verloopt.
Centraal in het minnelijke traject (Msnp) staat het tot stand brengen van rust en evenwicht in de situatie van de cliënt. Rust en orde vormen een noodzakelijke bodem voor verdere hulp en zijn daarmee een middel om, ofwel een ander vorm van hulp mogelijk te maken, ofwel om een basis te krijgen voor een schuldregeling of saneringskrediet.
De NVVK heeft een standaard stapsgewijze werkwijze waaraan leden zich dienen te houden. Dit is vastgelegd in de gedragscode voor schulddienstverlening. Samenwerking Kempengemeenten - afdeling Maatschappelijke Dienstverlening is lid van deze branchevereniging en dient deze gedragscode te volgen. Na aanmelding loopt dan ook de uitvoering van de eerste fase van de Kempische schulddienstverlening gelijk met de werkwijze van de NVVK. Het uitgangspunt hierin is om waar nodig te komen tot een schuldregeling, door middel van schuldsanering, schuldbemiddeling, betalingsregeling, herfinanciering of een combinatie.
Wanneer het nog niet mogelijk is om een schuldregeling op te starten kan ervoor worden gekozen om Duurzame Financiële Dienstverlening te bieden (DFD). DFD kan ingezet worden om die schuldenaren te helpen, van wie de financiële problemen (nog) niet opgelost kunnen worden door middel van een schuldregeling. Het doel van DFD is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de schuldenaar, waarbij is vastgesteld dat het bestaande schuldprobleem, door in, of bij die persoon gelegen omstandigheden, nog niet duurzaam opgelost kan worden. DFD is er op gericht om de maatschappelijke positie van de schuldenaar niet te laten verslechteren. De schulddienstverlener draagt hieraan bij door voor een financiële basis te zorgen. De schulddienstverlener kan daarbij onderdeel uitmaken van een hulpverleningsketen. DFD kent geen maximale tijdsduur. Dit neemt niet weg dat er ook in DFD doelstellingen geformuleerd moeten worden, die aan een termijn gekoppeld worden. De doelstelling en de daaraan gekoppelde termijnen zijn maatwerk.
5.2 Fase 2 Schuldregelingsfase
Als uit de analyse blijkt dat de cliënt niet zelfstandig in staat is om zijn/haar schulden te regelen, of de schulden te groot zijn om binnen een redelijke termijn (36 maanden) af te lossen, wordt een schuldregeling opgestart. De schuldhulpverlener stelt een plan van aanpak op, waarin is opgenomen welke hulpverlening zal worden ingezet, waaronder op welk type schuldregeling de cliënt kan rekenen en aan welke verplichtingen de client zich dient te houden gedurende het traject. Het uitgangspunt hierbij blijft dat dit verband moet houden met de wijze waarop er aan kennis en vaardigheden wordt gewerkt teneinde uiteindelijk te zorgen voor duurzame uitstroom uit de schuldhulpverlening. Er is zodoende altijd een combinatie van een regeling en individuele coaching met daarbij ook verplichtingen aan de kant van de client, zodat na het samen doen de client richting het einde van het traject steeds meer eigen regie terugkrijgt en na afloop van het traject zijn/haar financiën weer volledig zelfstandig kan oppakken.
De schuldregeling is er in verschillende vormen. Welke schuldregeling geïndiceerd is, is afhankelijk van de financiële ruimte in een bepaalde casus en het ontwikkelpotentieel. In de Kempen streven wij naar een oplossing waarbij er, rekening houdend met het maximaliseren van de afloscapaciteit, zo snel mogelijk wordt overgaan tot het terugbrengen van het aantal schulden en de complexiteit daarvan. Het doel is om zo snel mogelijk rust te creëren, waardoor er ontwikkelruimte ontstaat waarmee de cliënt kan werken aan het groeien van de draagkracht en daarmee duurzame uitstroom.
In de casus moet een nieuwe afweging worden gemaakt van de:
Op basis van bovenstaande afweging wordt in de Kempen gestreefd naar het inzetten van een saneringskrediet eventueel in combinatie met budgetbeheer in plaats van een spaarsanering, indien de situatie zich daarvoor leent. Dit brengt voor de client rust, nu in plaats van meerdere schuldeisers er slechts één schuldeiser (Kredietbank) overblijft. Daarnaast heeft het voor schuldeisers het voordeel dat zij direct uitbetaald worden (volledig of overeengekomen percentage tegen finale kwijting) en tot sluiting van het dossier kunnen overgaan.
Per 1 juli 2023 is de looptijd van een schuldregeling, zowel in de Msnp als de Wsnp, verkort van 36 maanden naar 18 maanden. Voor lopende schuldregeling is er geen overgangsrecht vastgesteld, waardoor voor hen de 36 maandentermijn blijft gelden.
Na afloop van de schuldregeling stromen cliënten uit. Toch is het traject na de schuldregeling niet direct afgelopen en laten we cliënten niet meteen los. In samenspraak met de client wordt gekeken welke vorm van nazorg nodig en wenselijk is. Het betreft dan ook een traject op maat, wat per client verschilt. Dit kan varieren van het door laten lopen van budgetbeheer of budgetcoaching voor een aanvullende periode tot een telefonisch gesprek met client na een bepaalde periode/periodes na uitstroom om te bespreken hoe het gaat. Dit wordt in het dossier opgenomen en vastgelegd, op basis waarvan we cliënten nog een (korte)periode kunnen blijven volgen en inzicht krijgen of cliënten daadwerkelijk duurzaam zijn uitgestroomd of dat er sprake is van terugval en opnieuw ontstaan van financiële problematiek. We gaan nog bekijken hoe dit vastgelegd kan worden in kaders.
Inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-501406.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.